Beheersverordening Aalst, Kerkwijk en Delwijnen. Gemeente Zaltbommel

Vergelijkbare documenten
PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

het project het projectbesluit Loo, Husselarijstraat 46 in de gemeente Duiven.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

R e g e l s rgl

Wonen Bestemmingsomschrijving Bouwregels

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 5

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Nieuw-Amsterdam, bedrijfswoning Verlengde Herendijk

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Regels. Kenmerk: R05

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Waterfront-Zuid Watersportboulevard. Vastgesteld uitwerkingsplan

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 1 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 2

Inhoud van de regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels blz. 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5. Artikel 1 Begrippen 3

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Bestemmingsplan Meester Heblystraat, Varik Gemeente Neerijnen. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 7

1.5erfafscheidlng: bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein;

Planregels. Wijzigingsplan Nieuw-Vennep 1e wijziging 2 e fase

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015)

Hoofdstraat 120 Stadskanaal

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE

Oranjekwartier Noord

Ondergronds bouwen Er mag ondergronds worden gebouwd tot een verticale bouwdiepte van maximaal 5 meter.

REGELS Inhoudsopgave

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Planregels. wijzigingsplan 'Hoofddorp Noord 2e wijziging' ontwerp juni 2015

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

R e g e l s rgl

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

Inhoudsopgave. Regels. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6. Hoofdstuk 3 Algemene regels 8. Hoofdstuk 4 Slotregel 10

Adres: Heiweg 235 a, 6533 PC Nijmegen Vraagprijs ,00 kosten koper

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Van Alewijkstraat Beerzerveld

Bestemmingsplan Notarisappelstraat

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: - print d.d.

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

Oranjekwartier Zuid Plandeel C

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

wijzigingsplan Zijldijk 32a

Artikel 22 Wonen Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

Regels bestemmingsplan Uitbreidingen Sloten

Bestemmingsplan. Huissen, Loopark. Gemeente Lingewaard. Datum: 7 maart 2017 Plannummer: ID: NL.IMRO On01

Regels. (vastgesteld) Thoelaverweg 2 NL.IMRO.0501.Thoelaverweg

NL.IMRO BP001PH

A r t i k e l 1 T u i n

Vinkelse Slagen. Kavelgegevens. kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. oppervlakte: 949 m 2. prijs: ex. btw. Team Uitgifte

Gemeente Loon op Zand

Regels. De Griend. Gemeente Houten

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1998, Partiële herziening Nieuwe Schulpweg 18

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

B i j l a g e 2 : B e s t e m m i n g G e m e n g d

Inhoudsopgave. Regels. Vaststellingsbesluit 16

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1

Buitengebied herziening 2010, Laarstraat

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

bestemmingsplan Ossehaar, uitwerkingsplan fase B VOORSCHRIFTEN februari

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

Artikel 4: Woondoeleinden 2

Mortiere Fase 6B Herziening

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

uitwerkingsplan uitwerking Luchen fase 2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bestemmingsplan. Oudestraat Sprang-Capelle

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

Transcriptie:

Beheersverordening Aalst, Kerkwijk en Delwijnen Gemeente Zaltbommel NL.IMRO.0297.AALBVO20170005-VS01 / Vastgesteld Projectnr. BW-15082 / 29-junii 2017

Inhoudsopgave Regels beheersverordening 3 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Inleidende regels Begrippen Wijze van meten 4 4 10 Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Gebiedsregels Bedrijf Bedrijf - Nutsvoorziening Detailhandel Groen Groen - Landelijk groen Horeca Maatschappelijk Recreatie Tuin Verkeer - Verblijfsgebied Water Wonen Wonen - 2 Wonen - Woonwagens Leiding - Gas Leiding - Riool Waarde - Archeologie 1 Waarde - Archeologie 2 Waarde - Archeologie 3 Waterstaat - Waterkering Waterstaat - Waterlopen 11 11 14 15 16 17 18 19 21 22 23 24 25 28 31 32 33 34 36 38 40 41 Hoofdstuk 3 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Overige regels 42 42 43 44 45 46 Hoofdstuk 4 Artikel 29 Artikel 30 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel 47 47 48 2 Inhoudsopgave (vastgesteld)

Regels beheersverordening 3

Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1 Inleidende regels Begrippen plan: het beheersverordening 'Aalst, Kerkwijk en Delwijnen' met identificatienummer NL.IMRO.0297.AALBVO20170005-VS01 van de gemeente Zaltbommel; 1.2 beheersverordening: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen; 1.3 aan huis verbonden beroepen: het in een woning met bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie van de betreffende woning (zie Bijlage 2 Aan huis gebonden beroepen); 1.4 aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten: het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend (zie Bijlage 2 Aan huis gebonden beroepen); 1.5 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur op de illustratie bij de beheersverordening, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.6 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.7 achtergrens bouwvlak: een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde grens van het bouwvlak; 1.8 archeologische waarde: terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar alle vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde; 1.9 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.10 bebouwingspercentage: het percentage van gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd; 1.11 bedrijf: een onderneming waarin doorgaans met economisch oogmerk goederen worden vervaardigd, bewerkt, verwerkt en/of opgeslagen. 1.12 bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten. 4

1.13 bedrijfswoning / dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 1.14 begane grond: de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau; 1.15 bestaand: bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een verleende bouwvergunning en/of omgevingsvergunning; gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en ook aanwezig mocht zijn op grond van het voorafgaande planologische regime. 1.16 Bevi-activiteit of daarmee vergelijkbare activiteit: een activiteit, waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is, en een activiteit, waarvoor een vergunningplicht geldt vanwege een risicovolle activiteit (bijvoorbeeld de opslag van LNG of LPG voor eigen gebruik); 1.17 bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; 1.18 bijzonder kwetsbaar object: een gebouw voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van groepen minderjarigen (tot 12 jaar), ouderen, zieken of gehandicapten; 1.19 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.20 bouwgrens: de grens van een bouwvlak. 1.21 bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensdzulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 1.22 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.23 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of opde grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren; 1.24 bouwvlak: de geometrisch bepaalde planobjecten die als zodanig zijn genoemd in de regels; 5

1.25 bouwwijze: de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, te weten vrijstaand halfvrijstaand of aaneengebouwd, waarbij: onder vrijstaand wordt verstaan dat de hoofdgebouw van een woning niet begrensd is door scheidsmuren van andere hoofdgebouwen; onder halfvrijstaand wordt verstaan dat de hoofdgebouw van een woning naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdgebouw is begrensd; onder aaneengebouwd wordt verstaan dat de hoofdgebouw deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdgebouwen, die naar twee zijden door scheidsmuren van naastgelegen hoofdgebouwen begrensd, met uitzondering van de hoofdgebouwen die de aldus gevormde rij beëindigen; onder "gestapeld" wordt verstaan dat het hoofdgebouw uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden. onder patiowoning wordt verstaan: een woning, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden, met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing. 1.26 dak: een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk; 1.27 carport een overdekte stallingsruimte voor personenauto's, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door gebouwen en/of ondersteuningen van het dak. 1.28 dakterras: buitenruimte gelegen boven de goothoogte of boeiboordhoogte van een (deel van een) gebouw, 1.29 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit niet zijnde horeca. 1.30 dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. 1.31 dijkwoning: woning gelegen op de dijk of tegen het talud van de dijk. 1.32 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.33 hoofdgebouw: gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; 1.34 horeca: een bedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodaties. 6

1.35 horecabedrijf: de horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden: categorie 1: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt: café, bars, dancings, discotheken en nachtclubs; categorie 2: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak logies en/of maaltijden worden aangeboden en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt: restaurants, hotels, pensions; categorie 3: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar mogelijk kleinere etenswaren worden verstrekt, zoals broodjeszaken, cafetaria's, ijssalons, eethuisjes, lunchrooms, automatiek, internetcafés; 1.36 huishouden: onder een huishouden wordt verstaan een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren. 1.37 illustratie: de pdf genaamd 'illustratie', die als bijlage bij de regels van de beheersverordening is opgenomen met het nummer NL.IMRO.0297.AALBVO20170005-VS01. 1.38 kantoor: het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.39 kap: een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een helling van elk ten minste 20 en ten hoogste 75 ; 1.40 lawaaisporten: een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen; 1.41 maatschappelijke voorzieningen: voorzieningen ten behoeve van medische, sociale, culturele of religieuze activiteiten, voorzieningen ten dienste van onderwijs, sport- en gymnastieklokalen alsmede overheidsdiensten met een overwegend openbaar karakter (inclusief ondersteunende horeca); 1.42 ondergeschikt bouwdeel: een buiten de gevel of de dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een gebouw, zoals een liftopbouw, reclame-uitingen, technische installaties zoals een koelmotor of antenne, een dakvenster, een balkon, een luifel, een galerij, schoorsteen en een bloemenvenster, met uitzondering van een erker c.q. een uitgebouwd gedeelte van een gebouw (ter uitbreiding van het grondoppervlak op de begane grond). 1.43 ondersteunende horeca: een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren; 7

1.44 onzelfstandig kantoor: een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft; 1.45 overige bouwwerken: Bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.46 overkapping: bouwwerken, geen gebouwen zijnde met maximaal één gesloten wand; 1.47 plat dak: een dak met een dakhelling van minder dan 20 ; 1.48 prostitue(e): degene, die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.49 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.50 raamprostiutie: een vorm van prostitutie waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostitué(e) die door houding, gebaren, kleding of anderszins vanuit een gebouw de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor publiek besloten ruimte plaatsvinden; 1.51 risicovolle activiteit: een Bevi-activiteit, een daarmee vergelijkbare activiteit (bijvoorbeeld opslag van LNG of LPG voor eigen gebruik), de opslag/verkoop van consumentenvuurwerk of een activiteit, waarbij op grond van het Activiteitenbesluit een veiligheidsafstand in acht genomen moet worden tot een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object; 1.52 seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.53 tuin: het gebied binnen de bestemming wonen voorzover niet gelegen binnen het bouwvlak en de aanduiding bijgebouwen; 1.54 veiligheidsvoorzieningen: voorzieningen en /of installaties ten behoeve van het bestrijden van calamiteiten, zoals: blusleidingen, opstelplaatsen voor de brandweer, vluchtroutes in en rondom gebouwen, bepompbaar oppervlaktewater, brandkranen e.d.; 1.55 verdiepingen: de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag; 8

1.56 voorgevel: een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw; 1.57 voorgevelrooilijn: de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan; 1.58 woning: een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden; 9

Artikel 2 Wijze van meten Toelichting 2.1 de dakhelling de helling van het (deel van) het dak en het horizontale vlak; 2.2 de goothoogte van een bouwwerk de hoogte in meters van de druiplijn, de bovenkant van de goot, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel, gemeten vanaf peil; 2.3 de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer en de buitenzijden (van gevels, (en/of het hart van de scheidsmuren) daken en dakkapellen); 2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk de hoogte in meters van het hoogste punt van een bouwwerk, gemeten vanaf peil, met dien verstande, dat bij de meting van de bebouwingshoogte van een gebouw schoorstenen, lichtkoepels balkonhekken en dergelijke aan een gebouw ondergeschikte bouwdelen buiten toepassing blijven; 2.5 de oppervlakte van een bouwwerk de oppervlakte van een bouwwerk door middel van loodrechte projectie van het dakvlak; indien en voorzover het overstek kleiner is dan 0,5 m, gelden, in afwijking van het voorgaande, de buitenkant van de muren als bebouwde oppervlakte; 2.6 peil 1. voor dijkwoningen, de kruin van de dijk; 2. voor overige gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan een weggrenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang; 3. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein. 10

Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1 Gebiedsregels Bedrijf Functieomschrijving De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven; b. bedrijfswoning; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-gemeentelijk monument': het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden. één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen e.d. 3.2 Nadere detaillering van de functieomschrijving 3.2.1 Categorie 1 Uitsluitend zijn bedrijven uit categorie 1 van de in de bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Ter plaatse van de onderstaande aanduidingen zijn ook de daarbij genoemde bedrijven toegestaan: specifieke vorm van bedrijf-garagebedrijf een garagebedrijf bedrijf t/m categorie 2 bedrijven tot en met categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten specifieke vorm van bedrijf-dakdekkersbedrijf en zeilmakerij een dakdekkersbedrijf en zeilmakerij specifieke vorm van bedrijf-garagebedrijf en taxibedrijf een garagebedrijf en taxibedrijf specifieke vorm van bedrijf-grondverzet en aannemersbedrijf een grondverzet- en aannemersbedrijf specifieke vorm van bedrijf-schildersbedrijf een schildersbedrijf specifieke vorm van bedrijf-elekticiteitsbedrijf een elekticiteitsbedrijf specifieke vorm van bedrijf-standbouwbedrijf een standbouw(verhuurs)bedrijf specifieke vorm van bedrijf-transportbedrijf een transportbedrijf specifieke vorm van bedrijf-aannemersbedrijf een aannemersbedrijf specifieke vorm van bedrijf-reparatie en onderhoud voertuigen, machines, gereedschappen en caravanstalling een bedrijf ten behoeve van de reparatie en onderhoud van voertuigen en machines en een caravanstalling 3.2.2 Bedrijfswoningen Voor bedrijfswoningen geldt het volgende: a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; b. de oppervlakte van de gronden ten behoeve van bedrijfswoningen met bijbehorende voorzieningen (tuin, erf en bijbehorende bouwwerken) mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 500 m². 3.2.3 Detailhandel Voor detailhandel geldt het volgende: a. detailhandel is uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen toegestaan; b. in afwijking van het bepaalde onder a is eveneens ondergeschikte detailhandel toegestaan, mits aan 11

de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. de ondergeschikte detailhandel is uitsluitend op de begane grond toegestaan; 2. de totale vloeroppervlakte aan ondergeschikte detailhandel mag niet meer bedragen dan 10% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum van 150 m²; 3. de ondergeschikte detailhandel dient in directe relatie te staan met de aanwezige bedrijfsvoering; hieronder wordt verstaan: detailhandel in producten die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten, waarbij deze bedrijfsactiviteiten als hoofdfunctie behouden blijven; 4. de ondergeschikte detailhandel vindt plaats in een afgeschermde ruimte, de bedrijfsruimte die niet voor ondergeschikte detailhandel wordt gebruikt, is niet toegankelijk voor consumenten; c. in afwijking van het bepaalde onder a zijn internetwinkels toegestaan, met dien verstande dat: 1. er geen uitstalling ten behoeve van de verkoop plaatsvindt; 2. er geen showroom en/of verkoopruimte aanwezig is. 3.2.4 Parkeren Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' mogen de gronden uitsluitend gebruikt worden als parkeervoorziening. 3.3 Bouwregels 3.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. 3.3.2 Situering en maatvoering van gebouwen Voor gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. de inhoud van bedrijfswoningen inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 600 m³; c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is ten hoogste de aangegeven goot- en bouwhoogte toegestaan. 3.3.3 Bouwen onder peil Het bouwen onder peil (kelder) is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 3.3.4 Overige bouwwerken Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van andere overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)', de hoogte van andere overige bouwwerken niet meer mag bedragen dan is aangegeven; c. in afwijking van het gestelde onder a en b zijn vlaggenmasten toegestaan met een maximale hoogte van 8 m. 3.4 Specifieke gebruiksregels 3.4.1 Strijdig gebruik Tot een met deze beheersverordening strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een a. seksinrichting; b. risicovolle activiteit. 3.5 Afwijken van de gebruiksregels 3.5.1 Omgevingsvergunning toegelaten bedrijven Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 3.2.1 voor: 12

a. het toestaan van bedrijven die niet zijn opgenomen in de als bijlage toegevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten voor zover deze bedrijven naar aard, milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven; b. het toestaan van bedrijven die opgenomen zijn in de als bijlage toegevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten maar in een hogere milieucategorie dan ingevolge het bepaalde in 3.2.1 is toegestaan en deze bedrijven naar aard en milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, met inachtneming van de volgende bepalingen: 1. een onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan; 2. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats. 13

Artikel 4 4.1 Bedrijf - Nutsvoorziening Functieomschrijving De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen met de bijbehorende voorzieningen. 4.2 Bouwregels 4.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. 4.2.2 Gebouwen Voor gebouwen van openbaar nut gelden de volgende regels: a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m. 4.2.3 Overige bouwwerken De hoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m. 14

Artikel 5 5.1 Detailhandel Functieomschrijving De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, met dien verstande dat een supermarkt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt'; b. dienstverlening; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grafisch productiebedrijf': tevens voor een grafisch productiebedrijf' uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bakkerij': tevens voor een bakkerij uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; e. ondersteunende horeca; f. wonen; één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen e.d. 5.2 Nadere detaillering van de functieomschrijving 5.2.1 Begane grond Detailhandel en dienstverlening zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond. 5.3 Bouwregels 5.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 5.3.2 Situering en maatvoering van gebouwen Voor gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. de goothoogte en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven. 5.3.3 Bouwen onder peil Het bouwen onder peil (kelder) is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 5.3.4 Overige bouwwerken Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van andere overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat de hoogte van reclame-uitingen buiten het bouwvlak niet meer mogen bedragen dan 2,25 m. c. in afwijking van het gestelde onder a en b zijn vlaggenmasten toegestaan met een maximale hoogte van 8 m. 5.4 Specifieke gebruiksregels 5.4.1 Strijdig gebruik Tot een met deze beheersverordening strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een a. seksinrichting; b. de verkoop en/of opslag van consumentenvuurwerk. 15

Artikel 6 6.1 Groen Functieomschrijving De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. groenvoorzieningen en beplantingen; paden; sport- en spelvoorzieningen; beeldende kunstwerken; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; nutsvoorzieningen; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 6.2 Bouwregels 6.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan overige bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. 6.2.2 Overige bouwwerken De overige bouwwerken dienen aan het volgende te voldoen: a. de hoogte van overige bouwwerken ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m; b. de hoogte van andere overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m. 16

Artikel 7 7.1 Groen - Landelijk groen Functieomschrijving De voor Groen - Landelijk groen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grasvelden en weilanden met voorzieningen als paardenbakken, sport- en spelvoorzieningen e.d.; b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 7.2 Nadere detaillering van de functieomschrijving 7.2.1 Volkstuinen Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' zijn de gronden tevens bestemd voor volkstuinen. 7.3 Bouwregels 7.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. 7.3.2 Gebouwen Gebouwen dienen aan de volgende regels te voldoen: a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gesitueerd; b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande hoogte. 7.3.3 Verlichtingsmasten Verlichtingsmasten zijn niet toegestaan. 7.3.4 Overige bouwwerken De hoogte van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1,5 m. 7.4 Specifieke gebruiksregels 7.4.1 Strijdig gebruik Tot een met deze beheersverordening strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor: a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b. het aanbrengen van verhardingen; c. het bedrijfsmatig gebruiken van de gronden. 17

Artikel 8 8.1 Horeca Functieomschrijving De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horecabedrijven; b. wonen; met de bijbehorende voorzieningen zoals terrassen tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen e.d. 8.2 Nadere detaillering van de functieomschrijving 8.2.1 horecabedrijven Uitsluitend zijn toegestaan: a. horecabedrijven die vallen onder categorie 3 en een cafe. 8.3 Bouwregels 8.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 8.3.2 Situering en maatvoering van gebouwen Voor gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. de goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven. 8.3.3 Bouwen onder peil Het bouwen onder peil (kelder) is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 8.3.4 Overige bouwwerken Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van andere overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m c. in afwijking van het gestelde onder a en b zijn vlaggenmasten toegestaan met een maximale hoogte van 8 m. 8.4 Specifieke gebruiksregels 8.4.1 Strijdig gebruik Tot een met deze beheersverordening strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting. 18

Artikel 9 9.1 Maatschappelijk Functieomschrijving De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen ten behoeve van medische, sociale, culturele of religieuze activiteiten, voorzieningen ten dienste van onderwijs, sport- en gymnastieklokalen alsmede overheidsdiensten met een overwegend openbaar karakter; b. een bedrijfswoning; c. een woonzorgcomplex; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' en 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument': het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden; één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals ondersteunende horeca, tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen e.d. 9.2 Nadere detaillering van de functieomschrijving 9.2.1 Bedrijfswoning Een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; 9.2.2 Sporthal Het gebruik van een sporthal bij een maatschappelijke voorziening ten dienste van onderwijs als zelfstandige sportvoorziening is toegestaan. 9.2.3 Woonzorgcomplex Ter plaatse van het woonzorgcomplex is wonen toegestaan. 9.2.4 Begraafplaats Een begraafplaats is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats'; 9.3 Bouwregels 9.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 9.3.2 Situering en maatvoering van gebouwen Voor gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. de inhoud van bedrijfswoningen inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 600 m³; c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven. Voor de kerktoren geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bestaande bouwhoogte; d. Het bebouwingspercentage mag per bouwperceel en berekend over de oppervlakte van het bouwperceel, niet meer bedragen dan met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven. 9.3.3 Bouwen onder peil Het bouwen onder peil (kelder) is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 9.3.4 Overige bouwwerken Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van andere overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande 19

dat de hoogte van reclame-uitingen buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 2,25 m. c. in afwijking van het gestelde onder a en b zijn vlaggenmasten toegestaan met een maximale hoogte van 8 m. 9.4 Specifieke gebruiksregels 9.4.1 Strijdig gebruik Tot een met deze beheersverordening strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting. 20

Artikel 10 10.1 Recreatie Functieomschrijving De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. sport- en spelvoorzieningen zoals een (kunst)ijsbaan; groenvoorzieningen en beplantingen; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; nutsvoorzieningen; één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals clubgebouwen of kantines, kleedruimten, bergingen, tribunes en lichtmasten. 10.2 Bouwregels 10.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. 10.2.2 Gebouwen Gebouwen dienen aan de volgende regels te voldoen: a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gesitueerd; b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven. 10.2.3 Overige bouwwerken De overige bouwwerken dienen aan de volgende regels te voldoen: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 m; b. de hoogte van bouwwerken welke direct verband houden met de sportbeoefening mogen niet meer bedragen dan 4 m, alsmede verlichtingsmasten met een hoogte van niet meer dan 20 m; c. de hoogte van tribunes mag niet meer bedragen dan 3 m; d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m; e. de afstand van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte groter dan 4 m en van tribunes tot aan de bestemmingsgrenzen bedraagt minimaal 5 m. 10.3 Specifieke gebruiksregels 10.3.1 Strijdig gebruik Tot een met deze beheersverordening strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor: a. het beoefenen van lawaaisporten. 10.3.2 Jeugdactiviteiten Het gebruik van het gebouw voor jeugdactiviteiten in georganiseerd verband is toegestaan. 21

Artikel 11 11.1 Tuin Functieomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuin behorende bij het op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw c.q. tuinen behorende bij de op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. 11.2 Bouwregels 11.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 11.2.2 Overige bouwwerken Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen vóór de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter. 11.3 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond. 22

Artikel 12 12.1 Verkeer - Verblijfsgebied Functieomschrijving De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. wegen, voet- en fietspaden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; openbare sport- en spelvoorzieningen; verblijfsvoorzieningen; nutsvoorzieningen; beeldende kunstwerken; water en waterhuishoudkundige voorzieningen; voorzieningen ten behoeve van het financiële verkeer; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geldkiosk': tevens voor een voorziening ten behoeve van het financiële verkeer; één en ander met bijbehorende voorzieningen. 12.2 Bouwregels 12.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan: a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, verblijfsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en openbare sport- en spelvoorzieningen, voorzieningen t.b.v. het financiële verkeer; b. overige bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. 12.2.2 Situering en maatvoering van gebouwen Voor gebouwen gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'; c. in afwijking van het bepaalde onder a mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan respectievelijk 3 en 6 m; 12.2.3 Maatvoering overige bouwwerken De overige bouwwerken dienen aan het volgende te voldoen: a. de hoogte van overige bouwwerken ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m; b. de hoogte van andere overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m. 23

Artikel 13 13.1 Water Functieomschrijving De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. water; waterhuishoudkundige voorzieningen; taluds en natuurvriendelijke oevers; voorzieningen zoals kunstwerken en andere waterstaatswerken, ten behoeve van de waterafvoer en waterberging; één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bruggen, dammen en/of duikers. 13.2 Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt ten hoogte 4 m. 24

Artikel 14 14.1 Wonen Functieomschrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorziening, parkeervoorzieningen, paden e.d.; b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' en 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument': het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kerkelijk verenigingsgebouw': tevens voor een kerkelijk verenigingsgebouw op de begane grond; e. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens voor maatschappelijke voorzieningen op de begane grond; f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen woonzorgcomplex': tevens voor een woonzorgcomplex; 14.2 Nadere detaillering van de functieomschrijving 14.2.1 Aan huis verbonden beroepen Gebruik van een deel van de woning en/of het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep is toegestaan, mits: a. de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft; b. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep aan huis niet meer bedraagt dan 30 m². 14.2.2 Aan huis verbonden bedrijf Het gebruik van een deel van de woning en/of het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf is uitsluitend toegestaan indien de omgevingsvergunning als bedoeld in 14.6.1 is verleend. 14.3 Bouwregels 14.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming, zoals woningen in de vorm van hoofdgebouwen met bijbehorende bouwwerken, alsmede overige bouwwerken. 14.3.2 Hoofdgebouw Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal; c. de voorgevel van een hoofdgebouw mag uitsluitend in de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens worden opgericht; d. de goothoogte en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - zijdelingse perceelsgrens' mag de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder bedragen dan: 1. voor vrijstaande woningen: 3 m aan beide zijden; 2. voor twee-aaneengebouwde en geschakelde woningen: 3 m aan één zijde. 14.3.3 Bouwwijze Voor de bouwwijze gelden de volgende regels: a. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn uitsluitend aaneengebouwde woningen toegestaan; b. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' zijn twee-aaneen woningen toegestaan; 25

c. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn vrijstaande of door middel van bijbehorende bouwwerken geschakelde woningen toegestaan; d. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn gestapelde woningen toegestaan. 14.3.4 Maatvoering aangebouwde bijbehorend bouwwerk Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en/of 'bijgebouwen'; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter dan wel maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; d. het plaatsen van hekwerken op een bijbehorend bouwwerk is toegestaan, indien en voor zover het hekwerk dient als een afscheiding voor een dakterras en indien het hekwerk niet hoger is dan 1 m. 14.3.5 Bouwen voor de voorgevel In afwijking van het bepaalde in 14.3.4 onder a is een aangebouwd bijbehorend bouwwerk buiten de aanduiding 'bouwvlak' en/of 'bijgebouwen' toegestaan, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten', mits: a. het bijbehorende bouwwerk een diepte heeft die niet meer bedraagt dan 1,5 m; b. het bijbehorende bouwwerk een breedte heeft die niet meer bedraagt dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw; c. het bijbehorende bouwwerk een hoogte heeft die niet meer mag bedragen dan de hoogte van de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw; d. het bijbehorende bouwwerk aan de voorgevel van het hoofdgebouw is gesitueerd. 14.3.6 Maatvoering vrijstaande bijbehorende bouwwerken Voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; d. de afstand van de vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot enig ander gebouw op het bouwperceel, bedraagt minimaal 1 m te bedragen, met dien verstande dat dit niet geldt voor bestaande vrijstaande bijbehorende bouwwerken. 14.3.7 Bebouwde oppervlakte De gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen met niet meer dan 50% worden bebouwd met een maximum van 100 m². 14.3.8 Bouwen onder peil Het bouwen onder peil (kelder) is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 14.3.9 Maatvoering overige bouwwerken Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag buiten de aanduiding 'bouwvlak' en/of 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 1 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen; c. in afwijking van het gestelde onder a en b zijn vlaggenmasten toegestaan met een bouwhoogte die niet meer mag bedragen dan 8 m. 26

14.4 Afwijken van de bouwregels 14.4.1 Omgevingsvergunning goot- en/of bouwhoogte Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in 14.3.4 onder b en c, teneinde de goot- en/of bouwhoogte te verhogen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw aangeduide goot- en bouwhoogte; b. indien de goot- en bouwhoogte gelijk zijn aan die van het hoofdgebouw dan mag het bijbehorende bouwwerk in afwijking van 14.3.4 onder a in de voorgevelrooilijn worden gebouwd; c. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 m. 14.4.2 Omgevingsvergunning oppervlakte vrijstaande bijbehorende bouwwerken i.g.v. sloop Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in 14.3.7, teneinde vergroting van de bebouwde oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. er is sprake van sloop van voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken; b. van de te slopen gebouwen mag 40% van het aantal te slopen m² worden gebruikt voor vergroting van de toegestane bebouwde oppervlakte. c. in aanvulling op het bepaalde onder b, mag de totale bebouwde oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken niet meer bedragen dan 200 m². 14.5 Specifieke gebruiksregels 14.5.1 Strijdig gebruik Tot een met deze beheersverordening strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor: a. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf; b. het gebruik van de in deze bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting. 14.5.2 Kerkelijk verenigingsgebouw Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kerkelijk verenigingsgebouw' is het gebruik van bouwwerken als kerkelijk verenigingsgebouw toegestaan, met dien verstande dat: a. de volgende activiteiten uitdrukkelijk zijn uitgesloten: kerkdiensten, bruiloften, recepties, uitvaarten en verhuur aan derden; b. het maximaal aantal bezoekers bedraagt niet meer dan: 1. 50 personen tijdens ochtenden en/of middagen, waarbij samenzang is toegestaan; 2. 20 personen tijdens de avondperiode, waarbij samenzang is toegestaan, of 50 personen zonder samenzang. 14.6 Afwijken van de gebruiksregels 14.6.1 Omgevingsvergunning aan huis verbonden bedrijfsactiviteit Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in 14.5.1 onder a, teneinde binen een woning en/of bijbehorend bouwwerk de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de woonfunctie dient als overwegende functie gehandhaafd te blijven; b. het gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en mag geen afbreuk doen aan het karakter van de buurt; c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot een onevenredige parkeerdruk; d. (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf; e. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf mag maximaal 30 m² bedragen. 27

Artikel 15 15.1 Wonen - 2 Functieomschrijving 15.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.; b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen. 15.2 Nadere detaillering van de functieomschrijving 15.2.1 Aan huis verbonden beroepen Gebruik van een deel van de woning en/of het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep is toegestaan, mits: a. de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft; b. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep aan huis niet meer bedraagt dan 30 m². 15.2.2 Aan huis verbonden bedrijf Het gebruik van een deel van de woning en/of het bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf is uitsluitend toegestaan indien de omgevingsvergunning als bedoeld in 15.5.1 is verleend. 15.2.3 Aantal woningen Voor zover op de illustratie de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, mag het aantal woningen binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan het op de illustratie aangegeven aantal. 15.3 Bouwregels 15.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming, zoals woningen in de vorm van hoofdgebouwen met bijbehorende bouwwerken, alsmede overige bouwwerken. 15.3.2 Hoofdgebouw Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'; b. hoofdgebouwen dienen met de voorgevel in het figuur 'gevellijn', dan wel op een (gemiddelde) afstand van niet meer dan 8 m daarachter te worden gebouwd; c. in afwijking van het bepaalde onder a en b mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand, twee-aaneen en aaneengebouwd' per bestemmingsvlak ten hoogste 2 woningen met de voorgevel maximaal (gemiddeld) 1 m voor het figuur 'gevellijn' worden gebouwd; d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is ten hoogste de aangegeven goot- en bouwhoogte toegestaan; e. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan: 1. 1,5 m voor vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding vrijstaand, twee-aaneen en aaneengebouwd'; 2. 3 m voor vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand'. f. de dakhelling van vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' en 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand, twee-aaneen en aaneengebouwd' mag niet minder dan 20o en niet meer dan 55o bedragen; g. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan; h. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mag het bouwperceel voor niet meer dan 500 m2 worden bebouwd; i. ondergronds en halfverdiept bouwen is toegestaan binnen het bouwperceel waarop het hoofdgebouw 28

j. zich bevindt, tot een verticale diepte van ten hoogste 7 m; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - contour bedrijven' mogen geen hoofdgebouwen worden opgericht; 15.3.3 Bouwwijze Voor de bouwwijze gelden de volgende regels: a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan; b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen hoofdgebouwen uitsluitend in de bouwwijze 'gestapeld' worden gebouwd; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand, twee-aaneen en aaneengebouwd' zijn vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen toegestaan; 15.3.4 Maatvoering aangebouwd bijbehorend bouwwerk Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gesitueerd op het achtererfgebied; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 meter dan wel maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; d. het plaatsen van hekwerken op een bijbehorend bouwwerk is toegestaan, indien en voor zover het hekwerk dient als een afscheiding voor een dakterras en indien het hekwerk niet hoger is dan 1 m. 15.3.5 Maatvoering vrijstaande bijbehorende bouwwerken Voor vrijstaande bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. b. c. d. vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gesitueerd op het achtererfgebied; de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m; de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; de afstand van de vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot enig ander gebouw op het bouwperceel, bedraagt minimaal 1 m te bedragen, met dien verstande dat dit niet geldt voor bestaande vrijstaande bijbehorende bouwwerken. 15.3.6 Carports Voor carports gelden de volgende regels: a. b. c. d. de hoogte van een carport mag niet meer dan 3,5 m bedragen; de lengte en breedte van een carport mogen niet minder dan 4 m, respectievelijk 2,5 m bedragen; de oppervlakte van een carport mag niet meer dan 30 m2 bedragen; de carport dient minimaal 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning te worden gebouwd; e. carports mogen uitsluitend worden opgericht naast de zijgevel van de woning; f. op een bouwperceel mag maximaal één carport worden opgericht. 15.3.7 Bebouwde oppervlakte Het achtererfgebied mag met niet meer dan 50% worden bebouwd met een maximum van 100 m². 15.3.8 Bouwen onder peil Het bouwen onder peil (kelder) is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'. 15.3.9 Maatvoering overige bouwwerken Voor overige bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van overige bouwwerken voor de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel niet meer dan 1 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken op het achtererfgebied mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen; c. in afwijking van het gestelde onder a en b zijn vlaggenmasten toegestaan met een bouwhoogte die niet meer mag bedragen dan 8 m. 29