Evaluatierapport Geeserstroom

Vergelijkbare documenten
Welkom. Evaluatie natuurontwikkeling en waterberging Geeserstroom. maandag 26 september 2016

Raymond Zwijnenberg (Vechtstromen) en Hans Dekker (provincie Drenthe) 14 februari Geeserstroom

Herstel boerenerven. Boerenerven Valthe

Nieuwe natuur voor droge voeten

Inspraakrapport ontwerp -beleidslijn gedifferentieerd onderhoud natuurgebieden Kromme Rijngebied

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer

Herstel natte natuurparels De Utrecht. Informatiebijeenkomst voor agrarische ondernemers

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Vereniging voor Plaatselijk Belang Gees e.o.

Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

Voorlopig Ontwerp Deurningerbeek. Maurice Wenker Landschapsontwerper Dienst landelijk Gebied

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Akenveenweg 1 Tynaarlo

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Gebied: De Drie Polders

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Regelingen in water: (vloei)stof tot denken

Dialoog veehouderij Venray

Draaiboek Voorkomen schade Waalenburg

: Dorpsstraat 47 : 7863 PB Gees. : 70% onverhard

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Nota beantwoording zienswijzen

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Terugblik gebiedsbijeenkomst Berkel Almen-Borculo

MEMO. Bijlage 5 Reacties GC ZWK

A L G E M E E N B E S T U U R

Herinrichting beekdal Oude Strijper Aa Beknopte toelichting op de plannen en procedure

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

Richtlijnen Voor het MER Themapark het Land van Ooit. Vastgesteld door de gemeenteraad van heusden op..

Hatertse en Overasseltse Vennen

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Rikkinge Es - Oosterwolde. Eerste aanzet toekomstige inrichting en beheer

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

Landschapswaaier Bouwstenen voor duurzame landbouw en natuur in het Groene Hart Henk Kloen en Rita Joldersma, CLM

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II

Advies landschappelijke inpassing bloemenkwekerij aan de Veldhuizenweg te Hoogersmilde

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie

Boeren voor Natuur. Natuurbeheer door landbouwbedrijven. Anton Stortelder

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Uitvoeringsprogramma Brabantse Delta e.o.

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

Gebiedsavond Bodegraven-Noord

J. Seton, burgemeester; F.A.J. Buijtelaar, wethouder; J.F.A. Alberts, wethouder; A. Trip, wethouder; A. Souverein, wethouder; P. Post, secretaris.

Informatiebijeenkomst 7 december 2011 Locatie: Kasteel Elsloo. Agenda

MEMO. Datum : 28 januari Aan. Van. Afschrift. : Stedelijke commissie. : Hans van Agteren

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen?

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

BIJLAGE 1. Landschappelijke eenheden

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Omwonende participatie, Arsenaal Terrein te Voorschoten. Hierbij een overzicht van de bijeenkomsten met een korte omschrijving:

Werkplaats Smakterbroek toekomst voor het gebied Vierlingsbeek Smakt/Holthees Maashees Erik Opdam - Procesmanager

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Lezing commissaris van de Koningin Max van den Berg over Westerwolde bij de uitreiking Penning van Verdienste d.d.

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

Evaluatie traject Smeerling

RAAMCONVENANT HUNZE & DRENTSE AA

Strategie kiezen bij omvorming van voormalige landbouwgronden naar schrale natuur

schetssessie De Jammer

Deel 1: Algemene kaders. Waarom werken aan beekdalen? Groenere ruimte. Doel van de bijeenkomst: Agenda. De kern.

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Topsoil. Korte introductie

VERSLAG 20 januari 2016

Bert Dijkstra. Pingo Programma Drenthe, Beheer en beleid; 23 november VBNE

Rekenkamercommissie Beverwijk

Stijn Smeulders / september 2017

Nieuwsbrief April 2018

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Windenergieopgave in 2020

Bijeenkomst werkgroep -Investeren in Landschap en Leefomgeving-

onderwerp: Uitgewerkt herijkingsvoorstel Reestdal en Vledders en Leijer hooilanden

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

Informatieve presentatie Waterplan Land van Cuijk

Evaluatie project Drempelvrij Loon op Zand

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bodemdaling in veengebieden Pompen of verzuipen?

Bestemmingsplan buitengebied

Uitvoeringsovereenkomst Gebiedsontwikkeling Ruimte voor de Vecht Agendapunt 6 Kenmerk

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

NATUURSCHOONWET LANDGOED HET WITBREUK

Werk uitvoeren voor natuur in Lingegebied & Diefdijk-Zuid

Waterschap Hunze en Aa s

RAADSVOORSTEL. Datum: 5 maart 2015 Nummer: Onderwerp: planontwikkeling Commanderie

N34 Witte Paal Drentse grens

Transcriptie:

Evaluatierapport Geeserstroom 1 Algemeen In dit rapport wordt verslag gedaan van een evaluatie binnen een viertal werkgroepen op een project dat circa 10 jaar geleden is uitgevoerd in de Geeserstroom bij Gees. Hier zijn toen grootschalige maatregelen uitgevoerd ten behoeve van de natuur, het watersysteem en de recreatieve ontsluiting. Er zijn inmiddels echter knelpunten ontstaan die geweten worden aan deze maatregelen. Provincie Drenthe, Waterschap Vechtstromen, Staatsbosbeheer, de Werkgroep Geeserstroom en Prolander zijn de betrokken partijen. De evaluatie is voortgekomen uit een ProjectStartUp, gehouden op 27 januari 2016 in Gees, waarbij al deze partijen betrokken waren. 2 Aanleiding en urgentie Vanaf 2014 zijn het waterschap, de werkgroep Gees en Staatsbosbeheer met elkaar in gesprek over de effecten van de inrichtingsmaatregelen. Plaatselijk Belang Gees, de Boermarke Gees, het Toeristisch Informatie Punt en de weidevogelwerkgroep Oosterhesselen hebben medio 2015 gezamenlijk een brief gestuurd naar de CvK Drenthe dat het niet helemaal goed ging rondom Gees/Geeserstroom. Naar aanleiding van deze brief heeft Provincie Drenthe aan Prolander gevraagd dit op te pakken met het gebied. Bovendien is er vanuit verschillende agrariërs in de omgeving een brief met klachten naar het Waterschap Vechtstromen gestuurd. Hieruit voortvloeiend is op 27 januari een Projectstartup dag geweest om samen met de gebiedspartners de opdracht te formuleren. Het resultaat is verwerkt in deze rapportage. 3 Probleemstelling Een grote groep boeren en burgers in de directe omgeving is niet blij zijn met de huidige stand van zaken in en om het beekdal van de Geeserstroom. De problemen zijn in eerste instantie de te natte situatie. Dit zorgt ervoor dat er een ander natuurbeeld optreedt, maar ook dat landbouwpercelen lastig te bewerken zijn en een groot aantal paden slecht begaanbaar zijn. Daarnaast is er onduidelijkheid over de totstandkoming van het uitgevoerde plan van 2005 en de onderbouwing van de gemaakte keuzes. 1

4 Doelstelling Dit project heeft als doel: Duidelijkheid (bij burgers, agrariërs en betrokken gebiedspartijen) over gemaakte keuzes en effecten van het project in 2005. Dit heeft voornamelijk betrekking op de waterhuishouding en het landschapsbeeld/natuurbeeld. Problemen die nu in en om de Geeserstroom spelen zijn zo goed mogelijk opgelost 5 Afbakening De evaluatie heeft zich beperkt tot de (directe) omgeving van de Geeserstroom. Het gebied van de Aalderstroom, dat bij het oorspronkelijke project betrokken was, valt buiten het aandachtsgebied. De inhoudelijke focus van de evaluatie heeft gelegen op de aspecten natuur, recreatie en landbouw. De waterhuishouding heeft in al deze aspecten een alles bepalende rol. De evaluaties zijn gehouden met bemensing en gegevens van de betrokken partijen. De betrokken partijen hebben door middel van inzet van uren hun bijdrage geleverd. De opdracht voor deze evaluatie gaat tot en met het opstellen van het rapport ontwikkelstrategie/maatregelen. 2

6 Aanpak De evaluatie is inhoudelijk verdeeld over een viertal werkgroepen, te weten: 1. Landbouw, 2. Ecologie 3. Landschap, Recreatie, Cultuurhistorie 4. Doelen en maatregelen De samenstelling van de werkgroepen was als volgt: Werkgroep Samenstelling 1 Knelpunten landbouw Waterschap, Gert Meijer, Landbouw en Boermarke, Jaap Euving Prolander, Wim Haasken 2 Ecologie Staatsbosbeheer, Arnout-Jan Rossenaar Provincie ecoloog, Marc Ronda Waterschap, Gerhard Duursema Weidevogelgroep Gees, Jan Pier Cleveringa Prolander, Wim Haasken 3 Recreatie Landschap/cultuurhistorie Provincie, Alexandra Mars Toeristisch Informatiepunt, Henk Diedering Werkgroep Geeserstroom, Kees van Dijk Staatsbosbeheer, Geerling Kruidhof Prolander, Maurice Wenker 4 Doelen-Maatregelen 2005 Waterschap, Arnold Lassche + hydroloog Provincie, Rinke van Veen Provincie, Bert Gosselink Staatsbosbeheer, Ron Schenkel Werkgroep Geeserstroom, Kees van Dijk Prolander, Maurice Wenker 6.1. Evaluatie Landbouw Voor de landbouw waren destijds geen doelen opgesteld of maatregelen voorzien. Als harde randvoorwaarde gold wel dat de landbouw geen negatieve gevolgen mocht ondervinden van de destijds genomen maatregelen in het beekdal. Vanuit die notie zijn hier en daar destijds wel maatregelen getroffen. De gevolgen die de landbouw nu ondervindt spitsen zich toe op de hoge grondwaterstanden die in het gebied zijn ontstaan. Deze hoge grondwaterstanden zijn voor een deel het gevolg van de maatregelen in het beekdal. Ook speelt een rol dat de interne waterhuishouding in de boswachterij aanzienlijk is gewijzigd als gevolg van van het dempen van sloten. Daarnaast wordt getwijfeld aan de capaciteit van het gemaal Muzels. 6.2 Evaluatie Ecologie Conclusie van het gesprek is dat de uitgevoerde maatregelen niet geleid hebben tot het natuurbeeld dat destijds voorgespiegeld is. Desondanks is een gebied ontstaan dat in ecologische zin van grote betekenis is geworden door met name 3

het voorkomen van grote aantallen zeer bijzondere vogelsoorten. De suggestie wordt gedaan om toch wel te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om in ieder geval in het beekdal benedenstrooms van gemaal Oldema een ontwikkeling op gang te brengen die leidt tot een 19 e -eeuws cultuurlandschap en dit als zodanig te gaan beheren. In de overige gebieden moet geconstateerd worden dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden in de visie op het gebied. Voortschrijdend inzicht heeft ertoe geleid dat zowel bij het Waterschap als bij Staatsbosbeheer een bereidheid bestaat de destijds geformuleerde doelen te heroverwegen. Feitelijk is dat al ingezet met het huidige beheer, overigens zonder daarover de communicatie te zoeken met de lokale partijen. Lokaal wil men, met uitzondering van de Mepper Hooilanden en de Roonboon, de destijds geformuleerde doelen en de daarbij behorende landschapsbeelden realiseren. Naast bovenstaande conclusies blijft ook de twijfel of het water buiten het gebied van voldoende kwaliteit is om in het gebied te brengen. 6.3. Evaluatie Landschap, Recreatie en Cultuurhistorie In het algemeen constateert de werkgroep dat landschap, cultuurhistorie en recreatie onvoldoende aandacht in het project heeft gehad en dat dit over het algemeen negatief heeft uitgepakt. Geconcludeerd kan worden dat de inrichting niet heeft geleid tot de realisatie van de twee landschapsbeelden. Het oorspronkelijke historische beekdallandschap met haar specifieke karakteristieken is in plaats van versterkt, juist sterk achteruit gegaan en op meerdere plaatsen zwaar aangetast. Het onderscheid tussen de beek en beekdal met bijbehorende percelering is verdwenen, houtwallen zijn verdronken. Daarvoor in de plaats is een plas-dras, moeras met rietvegetaties en pitrusvelden ontstaan. Het beheer van de op de flanken van het beekdal aanwezige archeologische monumenten laat zeer te wensen over, deels ook door de ook daar ontstane natte situatie. Wat betreft recreatie zijn bestaande wandel/fietsroutes op een aantal plekken onbegaanbaar geworden, het cultuurlandschap als zodanig en de archeologische monumenten die hierin aanwezig zijn, zijn niet (meer) of onvoldoende toegankelijk en beleefbaar voor bezoekers of bewoners van het gebied. 6.4. Evaluatie Doelen en Maatregelen De waterdoelen zijn bijna allen gerealiseerd, maar hebben ook andere dan bedoelde effecten opgeleverd. Echter heeft de keuze om een deel van het landbouwwater aangekoppeld te houden er, samen met het geringe verhang in het tracé, toe geleid dat de beek zichzelf niet reguleert en er veel water stagneert. De meeste van de oorspronkelijke natuurdoelen zijn niet gerealiseerd door de nattere situatie en een ander (daaruit voortvloeiend) beheer. Het heeft wel andere ecologische resultaten opgeleverd. 4

Landschappelijk zijn er geen maatregelen uitgevoerd om de twee beelden te realiseren. Vooral het cultuurhistorische landschap is niet gerealiseerd door het achterwege laten van nieuwe aanplant en het achterwege laten van een (cultuurhistorisch) beheer. Samen met de nattere situatie is er daardoor een totaal ander beeld ontstaan dan men voor ogen had: een halfopen cultuurhistorisch beekdal. 6.5. Overige opmerkingen Naast de genoemde conclusies zijn er nog een aantal punten m.b.t. de inrichting en het beheer opgeroepen. 1. Er is tussen de beide hoofdbeheerders Waterschap en Staatsbosbeheer geen heldere afspraak in de vorm van een Beheer en Onderhoudsdocument. Zo ligt de kadastrale hoofdloop van de beek op een andere plek dan waar die in het terrein ligt. 2. Het is een bewuste keuze geweest dat veel water uit het landbouwgebied bij gemaal Bollema en bij gemaal Oldema in het natuurgebied wordt gepompt. De vraag is nu welke belasting dat in kwalitatieve en in kwantitatieve zin met zich mee brengt. 3. Zijn er na de inrichtingswerkzaamheden van 2006 nog maatregelen in de detailontwatering van de landbouwpercelen uitgevoerd door individuele landbouwers met als gevolg een hogere grondwaterstand en een slechtere perceelontwatering. Welke verplichting heeft het waterschap t.a.v. de drooglegging voor de landbouwgronden. 4. De communicatie over de planvorming destijds was gericht op voorlichting, niet op dialoog. 5

7 Overall conclusie Gesteld mag worden dat de uitgevoerde werkzaamheden in 2006 en het daarop volgende beheer de destijds geformuleerde doelen ten dele dichterbij hebben gebracht. Zo zijn de waterdoelen grotendeels gehaald. Van de natuurdoelen kan gezegd worden dat ze in veel deelgebieden niet gehaald zijn maar daarentegen is er wel veel onbedoelde natuur gerealiseerd. Het landschap heeft zich, door het niet uitvoeren van een groot aantal maatregelen destijds en door de hogere waterstanden anders dan gedacht en gepland ontwikkeld. Vele dode bomen getuigen daarvan. Belangrijk is dat de leesbaarheid van het landschap van het Drentse brinkdorp met zijn es, veldgronden en madelanden onder druk is komen te staan. De recreatieve toegankelijkheid van het gebied is verminderd doordat paden te nat worden en/of onderhoud achterwege is gebleven. Uiteraard zullen er op basis van verschillende referentiebeelden ook verschillende conclusies getrokken kunnen worden. Zelfs binnen de geledingen van één organisatie of overheid is het mogelijk dat ook daar verschillend gekeken zal worden naar doelen, werkzaamheden, beheer en resultaat. Uiteindelijk zal in de presentatie naar buiten consistent één beeld en of geluid moeten worden geventileerd. De breedte in het overleg dat nu door de overheden wordt gezocht, al of niet daartoegedwongen, mag als voorbeeld worden gesteld. Door vertegenwoordigers van de betrokken partijen wordt deze vorm van participatie op prijs gesteld. De provincie is verantwoordelijk voor de natuurdoelen in de terreinen van de natuurterrein beherende organisaties. Zij moet scherp formuleren wat zij als haar doelstellingen ziet voor een bepaald gebied en daarover ook in werkelijke dialoog treden met de lokale partijen. De provincie formuleert ook op welke wijze zij haar handhavingstaak ziet en hoe zij daarbij alle partijen betrekt. Er is enerzijds een scenario denkbaar dat de doelen uit het plan hoe dan ook gerealiseerd moeten worden. Anderzijds is er een scenario dat de huidige ontwikkelingen accepteert, hier en daar nog wat wil bijstellen om vervolgens voort te gaan op de ingeslagen weg. Bij alle partijen is echter de bereidheid uitgesproken per deelgebied op basis van de huidige situatie te kijken naar de toekomst. Daarmee is een keuze tussen één van deze scenario s niet opportuun Voor de deelgebieden de Mepper Hooilanden en de Bergstukken en in mindere mate voor de Roonboon bestaat consensus over het landschapsbeeld en het zelfregulerend beheer. Deze gebieden hebben een belangrijke functie om water op het maaiveld te bergen. Voor de deelgebieden Oude maden, de Rotten en de Klinkenberg bestaat ook consensus, herstel van het 19 e -eeuws cultuurhistorische landschap, waarbij specifiek voor de Klinkenberg meer aandacht wordt gevraagd voor de beleving van deze bijzondere plaats. 6

Er is verschil van inzicht tussen lokale partijen, Staatsbosbeheer en het Waterschap over de mate van zelfregulering van de beek in het gebied tussen Bollema en de Goringdijk. Met name lokale partijen hebben hier een voorkeur voor een 19 e -eeuws landschap, waarbij de relatie van het Drentse esdorp met de es, de veldgronden en het beekdal goed leesbaar is. Voorop moet staan dat de landbouwers geen nadelige gevolgen mogen ondervinden van de uitgevoerde werken in het natuurgebied. Het waterschap moet garant staan voor een minimale drooglegging van de landbouwgronden waarbij ervan uitgegaan moet worden dat ook de boer zelf ervoor zorgt dat de interne waterhuishouding in en om zijn percelen op orde is. De hoge waterpeilen in het gebied worden naar verwachting door een actiever beheer van het waterschap met ca. 30 cm naar beneden bijgesteld. 7

8 Aanbevelingen 1. Om de afspraken over het beheer en onderhoud in het gebied te borgen en aan andere partijen ook duidelijkheid te verschaffen wie waarvoor verantwoordelijkheid draagt, is het raadzaam een beheer en onderhoudsdocument tussen Waterschap en Staatsbosbeheer op te stellen. 2. Stel t.b.v. de het beheer en onderhoud van de beek een landschapsvisie op waarin herstelmaatregelen zijn opgenomen waarmee de relatie tussen beek, madelanden, percelering, houtwallen etc. duidelijk wordt. 3. Gezien de hoeveelheden water uit het landbouwgebied dat nu wordt opgepompt in het natuurgebied is het raadzaam meer inzicht te hebben in de kwaliteit van dit water en de gevolgen voor de natuur. 4. Op grond van de maatregelen die op korte termijn door het waterschap worden uitgevoerd is de verwachting dat het waterpeil in het gebied met ca. 30 cm zal zakken. Hydraulische wetmatigheid geeft dan aan dat ook het grondwaterpeil in de omgeving zal zakken. Om over grondwaterpeilen en oppervlakte waterpeilen geen onduidelijkheid te laten bestaan moet een monitoringsysteem worden opgezet dat jaarlijks op transparante wijze de uitkomsten presenteert. 5. Uitvoeren van archeologisch onderzoek (bureaustudie) om de betekenis van de Celtic Fields in het gebied bloot te leggen alsmede advies op stellen over beheer. 6. Onderzoek naar financiering van het bestek tot uitvoering van een aantal landschappelijke maatregelen. 7. Opstellen plan tot verhoging belevingswaarde Klinkenberg 8. Opstellen plan tot verbetering van de recreatieve toegankelijkheid van het gebied. 9. Nader onderzoek naar intensievere bestrijding van pitrus. 10.Formeer een overlegplatform waarin de voortgang van de aanbevelingen wordt gevolgd. In het overlegplatform hebben zitting; lokale partijen uit Gees, waterschap Vechtstromen, Gemeente en Staatsbosbeheer. 8

9 Procesvoorstel Het projectteam rondt deze evaluatie af met een voorlichtingsbijeenkomst in het dorp Gees. Daar zal zij haar bevindingen presenteren aan de bevolking. Het waterschap heeft in het voorjaar al op soortgelijke wijze een bijeenkomst gehouden, speciaal voor de agrariërs in en rondom Gees. Op die bijeenkomst heeft het waterschap een aantal maatregelen in het vooruitzicht gesteld die de afgelopen zomer zijn uitgevoerd. Daarnaast wordt momenteel de capaciteitsuitbreiding van het gemaal Muzels onderzocht. De voorlichtingsbijeenkomst van de provincie wordt op uitnodiging van Plaatselijk Belang, de Boermarke, het Toeristisch Informatiepunt en de Weidevogelwerkgroep Oosterhesselen gehouden. De provincie reageert daarmee op het verzoek van deze partijen. Het karakter van de voorlichtingsbijeenkomst zal enerzijds informatief zijn, anderzijds zal getracht worden zoveel mogelijk informatie te vergaren. De bewoners zullen worden uitgedaagd hun opmerkingen te maken. De oogst van deze avond zal gebundeld worden met deze quick scan en aan het college van GS worden aangeboden. Op basis daarvan kan het college van GS haar reactie formuleren op het verzoek van de vier organisaties uit het dorp. Het college van GS zal vervolgens in samenspraak met het gemeentebestuur van Coevorden, het Dagelijks Bestuur van het Waterschap en Staatsbosbeheer afspraken maken over de vervolgstappen. Communicatie daarover zal verlopen via de nu bekende kanalen. 9