Feedback. Tussentijdse - of eindevolutie (schrappen wat niet van toepassing is) A. Patiënt-/cliënt- en familiegericht. Tussentijdse- of eindevolutie

Vergelijkbare documenten
Meetinstrument competenties verantwoordelijk verpleegkundige

Stagedoelstelling exploratiestage

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

DOMEINSTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

DOMEINSPECIFIEKE LEERRESULATEN

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling)

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Gemeentebestuur Knokke-Heist Competentiewoordenboek kaderleden Januari 2005

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Functie- en competentieprofiel. Zorgkundige

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE WOONOPVANG RESIDENTIE VIJVERPLEIN

EINDVERSLAG STAGE VERPLEEGKUNDE & VROEDKUNDE

Klinische Stage Interne Geneeskunde. Bijlage 1

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

FUNCTIEPROFIEL BEGELEIDER DAGCENTRUM DIENSTENCENTRUM GROENHOEF

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg


Competentiemanagement bij de federale overheid

Activiteitenlijst - Baby s en peuters

FUNCTIEPROFIEL : LEEFGROEPBEGELEIDER IN DE WOONVORM

SAMENVATTING COMPETENTIEPROFIELEN ANIMATOR HOOFDANIMATOR INSTRUCTEUR

Arbeidsbereidheid Is duaal leren voor de jongere een weloverwogen keuze? Is hij gemotiveerd om te leren op de werkvloer?

Functieprofiel. Zorgcoördinator (Pedagoog/Psycholoog)

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE AFDELING DIENSTENCENTRUM KAMIANO

Competentiemanagement bij de federale overheid

Evaluatie stage extra muros

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid

Kinderen en jongeren begeleiden. Je hebt aandacht voor elk kind of elke jongere en hun plaats in de groep

Competentiemanagement bij de federale overheid

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4)

Functie en competentieprofiel ZORGKUNDIGE

Eind- en toetstermen Basisopleiding leidinggevenden 1 Schoonmaak- en Glazenwassersbranche

Competentiemanagement bij de federale overheid

Functieprofiel doktersassistent(e)

Maatschappelijk assistent

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Medewerker Sport en cultuur

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

FUNCTIEPROFIEL PEDAGOOG/PSYCHOLOOG DIENSTENCENTRUM: DE WITTE MOL

VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013.

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Competentiemanagement bij de federale overheid

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Slaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan

Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Competentiemanagement bij de federale overheid

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

FUNCTIEPROFIEL BEGELEIDER WOONVORM DIENSTENCENTRUM GROENHOEF

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Toelichting bij het formulier

Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding

Checklist Coachingscompetenties t.b.v. Sociaal Emotionele Accreditatie

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Functie. Verpleegkundige nachtdienst in het verblijf (campus Hasselt)

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Titel: Muzisch-creatieve vorming deel 2

Plannen & organiseren

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

COÖRDINATOR BESTUURSADMINISTRATIE & ONTHAAL

Aantekenformulier van het assessment PDG

Functiebeschrijving Kraamverzorgende

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Feedbackmapje Naam leerling: Richting: Kinderbegeleider duaal. Mevr. An Treuttens. Kinderbegeleider duaal Don Bosco Halle

TECHNISCHE ASSISTENTIE MEDISCH ASSISTENT C. Functiefamilie: Niveau:

TUSSENPROFIEL VAN DE HUISARTS IN OPLEIDING. Jaar 1. Versie 2

ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Persoonlijke ontwikkeling Bedrijfskunde MER Akin Dogan

Kerntaken. Referentiekader. Opmerking

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Resultaat Continuïteit bevorderd, zodanig dat de organisatie is staat is en blijft zijn missie, strategie en doelstellingen uit te voeren.

Competentiemanagement bij de federale overheid

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Teamkompas voor Zelfsturing

Functie- en competentieprofiel

TAKEN EN PROFIEL. van de mentor

Begeleider in de kinderopvang


Opvoeder Individuele begeleider

Zorginnovaties en technologie

DIENSTENCENTRUM SINT-GERARDUS DIEPENBEEK Functieprofiel Verpleegkundige-begeleider (Campus Volwassenen)

TECHNISCH ASSISTENT HACCP

Een ethische visie op het delen en geheimhouden van informatie

Transcriptie:

Datum: Naam Stagiair: Tussentijdse- of eindevolutie Tussentijdse - of eindevolutie (schrappen wat niet van toepassing is) A. Patiënt-/cliënt- en familiegericht 1. Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid opnemen NVT G R O E I Neemt zijn/haar verantwoordelijkheden op rond het gebeuren van de patiënt/cliënt. Stelt zich open voor de patiënt/cliënt. Zich engageren NVT G R O E I Is vanuit zichzelf gemotiveerd om de patiënt/cliënt te ondersteunen waar nodig. 2. Vertrouwen & Relatie Respecteren en accepteren NVT G R O E I Stelt zich open naar de pathologie van de patiënt/cliënt. Accepteert de levensovertuiging van de patiënt/cliënt. Respecteert het tempo van de patiënt/cliënt. Toont respect voor de grenzen die de patiënt/cliënt zelf aangeeft. Respecteert het beroepsgeheim. Laagdrempelig beschikbaar zijn NVT G R O E I Is vaak aanwezig in het leefmilieu van de patiënt/cliënt. Is actief uitnodigend naar de familie. Neemt informeel contact met de patiënt/cliënt. Bewaart evenwicht tussen afstand en nabijheid. Vertrouwensrelatie opbouwen NVT G R O E I Bouwt een vertrouwensrelatie op met de patiënt/cliënt. Formele individuele gesprekken voeren NVT G R O E I Bereidt de gesprekken met de patiënt/cliënt voor. Voert de gesprekken op een gesystematiseerde manier. Bewaart de focus van het gesprek. Voert de gesprekken conform de teamafspraken. Getuigen van inlevingsvermogen NVT G R O E I Kan de principes van actief luisteren hanteren. Stimuleert de patiënt/cliënt om zijn verhaal te vertellen. Kan zich empathisch inleven in de patiënt/cliënt. Vertrouwen in de mogelijkheden van de patiënt/cliënt. NVT G R O E I Helpt de patiënt/cliënt zelf te benoemen wat zijn mogelijkheden zijn. Stimuleert de patiënt/cliënt, ook bij kleine vooruitgang. Focust op de mogelijkheden van de patiënt/cliënt. Feedback 1

Geeft de patiënt/cliënt genoeg (nieuwe) kansen om zelf keuzes te maken. 3. Verpleegkundige zorg 3.1. Zorgcompetenties Onthalen van patiënt/cliënt en familie NVT G R O E I Bereidt de opname van de patiënt/cliënt voor. Vraagt bij het onthaal de patiënt/cliënt naar zijn verwachtingen. Maakt de patiënt/cliënt wegwijs op de zorgeenheid. Neemt een anamnese af van de patiënt/cliënt met aandacht voor de persoon van de patiënt/cliënt. Past het onthaal aan aan het toestandsbeeld van de patiënt/cliënt. Zich documenteren en communiceren NVT G R O E I Verzamelt relevante gegevens van de patiënt/cliënt. Verzamelt informatie over de patiënt-/cliëntgerelateerde psychopathologie. Documenteert zich over de behandelingsmogelijkheden van de patiënt/cliënt. Maakt van al de gegevens een synthese. Verwerkt deze gegevens tot informatie over de patiënt/cliënt. Communiceert over deze informatie met de patiënt/cliënt. Communiceert over deze informatie met de collega's. Informeren en advies verlenen NVT G R O E I Verschaft informatie aan de patiënt/cliënt. Licht beslissingen van het team toe bij de patiënt/cliënt (afhankelijk van het thema, bij delicate thema's best onder supervisie van de begeleider of meevolgen). Kan gericht advies verlenen aan de patiënt/cliënt. Adviseert de familie hoe ze kunnen omgaan met de patiënt/cliënt (afhankelijk van het thema, bij delicate thema's best onder supervisie van de begeleider of meevolgen). Stimuleren NVT G R O E I Moedigt de patiënt/cliënt aan tot initiatief. Stimuleert de patiënt/cliënt tot de grootst mogelijke zelfstandigheid. Functioneert als rolmodel. Houdt bij de aanmoedigingen rekening met de draagkracht van de patiënt/cliënt. Motiveren NVT G R O E I Exploreert de veranderingswens van de patiënt/cliënt. Maakt samen met de patiënt/cliënt een overzichtelijk geheel van de mogelijkheden. Ondersteunt de patiënt/cliënt bij het doordacht keuzes maken. Onderhandelen NVT G R O E I Betrekt de patiënt/cliënt bij teambeslissingen, voorgestelde behandelingen, (afhankelijk van het thema, bij delicate thema's best onder supervisie van de begeleider of meevolgen). Vraagt de familie expliciet wat ze ervan vinden (afhankelijk van het thema, bij delicate thema's best onder supervisie van de begeleider of meevolgen). Vertelt de patiënt/cliënt wat de visie van het team is (afhankelijk van het thema, bij delicate thema's best onder supervisie van de begeleider of meevolgen). 2

Onderbouwt zijn/haar argumentatie (afhankelijk van het thema, bij delicate thema's best onder supervisie van de begeleider of meevolgen). Bemiddelt bij verschillende standpunten van de patiënt/cliënt en familie (afhankelijk van het thema, bij delicate thema's best onder supervisie van de begeleider of meevolgen). Integrale verpleegkundige zorg verlenen NVT G R O E I Heeft oog voor lichamelijke zorgbehoeften. Staat maximaal zelf in voor de verpleegkundige zorg. Verleent somatische zorg volgens de basisprincipes hygiëne, steriliteit, veiligheid, comfort, privacy, zelfzorg en inspraak, ergonomie, economie en ecologie: Dient medicatie ( per os, IM, SC,... ) toe. Voert een bloedname uit. Verleent wondzorg. Belicht verschillende dimensies (fysisch, psychisch, sociaal en existentieel) bij de patiënt/cliënt zonder de totale persoon uit het oog te verliezen. 3.2. Regiecompetenties Organiseren NVT G R O E I Plant zijn/haar werk vooraf. Kan efficiënt plannen. Maakt een individueel verpleegplan. Volgt het verpleegplan systematisch op. Coördineert de verpleegkundige zorg voor de hem/haar toegewezen patiënten/cliënten. Organiseert overleg tussen de betrokken hulpverleners. Evalueert samen met de patiënt/cliënt de ondernomen acties ifv de doelstelling. Inzicht hebben in het geheel van de behandeling NVT G R O E I Kent het therapeutisch aanbod van de andere disciplines. Heeft zicht op het individueel traject van de toegewezen patiënt/cliënt. Speelt in op kritische fasen in het behandelproces. Proactief handelen NVT G R O E I Kijkt vooruit, wacht niet reactief af. Speelt in op verwachte of geplande gebeurtenissen. Neemt zelf initiatief als er wat moet gebeuren. Zet afspraken rond teamwerking /patiëntenwerking om in een effectieve interventie. Werkt zelfstandig taken af. Handelt autonoom in functie van zijn/haar verantwoordelijkheid. Evalueren NVT G R O E I Schat de mogelijkheden en beperkingen van de patiënt/cliënt in. Schat de behoeften van de hulpvraag van de patiënt/cliënt in. Schat de mogelijke risico's voor de veiligheid van de patiënt/cliënt in. Schat de mogelijke risico's voor de veiligheid van de omgeving in. Schat de draagkracht van de familie in. 3

Groepswerking NVT G R O E I Heeft zicht op de groepsinteracties. Heeft zicht op de verschillende rollen die patiënten/cliënten kunnen innemen. Heeft zicht op de valkuilen bij groepsgericht werken. Hanteert een groepsklimaat. B. Teamgericht Samenwerken in team en met extramurale zorgverleners NVT G R O E I Neemt verantwoordelijkheid t.a.v. het team. Bespreekt de gevoelens, die o.m. ontstaan uit zijn/haar vertrouwensrelatie met de patiënt/cliënt, met de collega's. Vraagt feedback over zijn/haar interventies aan de collega's. Geeft deskundig feedback aan de collega's. Werkt samen met de waarnemend verpleegkundige. Werkt met de collega's verpleegkundigen samen. Werkt met de andere disciplines samen. Overleggen met team en met extramurale zorgverleners NVT G R O E I Geeft de noodzakelijke gegevens over de toegewezen patiënten/cliënten door aan andere teamleden. Geeft tijdens een vergadering uitleg aan de groep. Bereidt de patiënten-/cliëntenbespreking voor. Formuleert een bondig besluit na bespreking in team van de toegewezen patiënten/cliënten. C. Gericht naar professionele ontwikkeling Kennis verwerven en expertise opbouwen NVT G R O E I Bezit algemeen psychiatrisch verpleegkundige kennis. Bezit kennis over het beroepsprofiel van de psychiatrisch verpleegkundige. Heeft een grondige kennis van het model patiënten-/cliëntentoewijzing. Bezit kennis over interdisciplinaire behandelprocessen. Hanteert zijn/haar kennis in communicatie met de patiënt/cliënt. Hanteert zijn/haar kennis in communicatie met collega's. Werkt actief aan het up to date houden van zijn/haar kennis. Inzicht verwerven in eigen functioneren NVT G R O E I Schat eigen draagkracht/ grenzen correct in. Reflecteert over zijn/haar eigen functioneren. Bespreekt met de collega's zijn/haar functioneren. Neemt verantwoordelijkheid naar de eigen professionele ontwikkeling Gaat goed om met afstand/nabijheid tov patiënt/cliënt Persoonsgerichte en professionele grondhouding ontwikkelen NVT G R O E I Gaat respectvol om met mensen. Blijft efficiënt functioneren in stressvolle situaties. 4

Is integer in zijn/haar contacten. Draagt aangepaste werkkledij. Tussentijdse- of eindevolutie Houdt rekening met het beroepsgeheim bij het omgaan met patiënten-/cliënteninformatie Past zich flexibel aan in nieuwe situaties. Is kritisch ingesteld. Ethisch reflecteren en handelen NVT G R O E I Kent zijn/haar eigen waarden. Kan zijn/haar eigen waarden toetsen aan de waarden van de patiënt/cliënt. Kent de basisbegrippen van ethisch handelen. Respecteert de waarden van de patiënt/cliënt. Benoemt conflicterende waarden. Maakt een ethische afweging tussen conflicterende waarden. Handelt uit ethische overweging. De grijze vakjes geven aan dat deze gedragscriteria nog niet van de stagiair verwacht worden. Het gaat hier over gedragscriteria waar men nog verder kan in doorgroeien wanneer men gaat werken. Het kan uiteraard wel zijn dat sommige stagiaires hier toch reeds in uitblinken. NVT=niet van toepassing, G = geen, niets, nooit, grote leerbehoefte R = een beetje, soms, matig, ruime leerbehoefte O = voldoende, meestal, verdere ontwikkeling is nuttig E = expert, geen leerbehoefte I = expert én wil/kan instructeur zijn Naam verpleegkundige: Sterke punten Groeipunten 5