RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: 10-6-2014 B en W-besluit nr.: 14.0493 Naam programma: Bestuur en dienstverlening Onderwerp: Wet markt en overheid Aanleiding: Op 1 juli 2012 is de Wet markt en overheid van kracht geworden. Deze wet geeft een aantal spelregels, die overheidsinstanties zoals gemeenten in acht moeten nemen als zij economische activiteiten uitvoeren. Daaronder wordt begrepen het aanbieden van goederen en diensten op de markt. De belangrijkste spelregel is, dat de gemeente dergelijke activiteiten wel mag aanbieden, maar dan in beginsel aan de afnemer de integrale kostprijs in rekening moet brengen. Verder bevat de wet bepalingen over het gebruik van overheidsgegevens voor die activiteiten en over functiescheiding tussen uitvoerders en toezichthouders op die activiteiten. Voor overheidsbedrijven geldt, dat de overheid deze bedrijven niet mag bevoordelen ten opzichte van niet-overheidsbedrijven. De wet maakt het wel mogelijk om af te wijken van de gedragsregels, maar dan dient dit wel te gebeuren op basis van een raadsbesluit, waarin bepaald is, dat de daarin genoemde activiteiten verricht worden in het algemeen belang. Uit een inventarisatie is gebleken, dat er door de gemeente een aantal economische activiteiten wordt uitgevoerd, waarbij niet de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht, terwijl het uit een oogpunt van algemeen belang wel wenselijk is, dat deze activiteiten op die manier worden aangeboden. Doel: Het beoogd effect is dat deze activiteiten op de bestaande voet mogen worden voortgezet onder de werking van de Wet markt en overheid. Kader: Besluit markt en overheid (6 juni 2012), Mededingingswet, Wet markt en overheid. Algemene wet bestuursrecht: tegen dit besluit staat bezwaar en beroep open. Overwegingen: De wettelijke regeling is op 1 juli 2012 in werking getreden, maar geeft de gemeente twee jaar de tijd om bestaande activiteiten in overeenstemming te brengen met die regeling. De wet bevat een regeling voor door overheidsinstanties zoals gemeenten uitgevoerde economische activiteiten. Daaronder wordt begrepen het aanbieden van goederen en diensten op de markt. Echte overheidstaken vallen niet onder de wet en in het verlengde daarvan ook niet het uitvoeren van die taken ten behoeve van derden zoals buurgemeenten. Verder zijn integraal alle werkzaamheden uitgezonderd, die vallen onder het begrip Sociale Werkvoorziening. Een laatste uitzondering zijn die activiteiten, waarvan de gemeenteraad heeft bepaald, dat deze van algemeen belang zijn.
De gemeente moet bij de uitvoering van economische activiteiten aan de volgende gedragsregels voldoen : 1. aan afnemers dient minstens de integrale kostprijs in rekening gebracht te worden. 2. als ten behoeve van die activiteiten gegevens worden gebruikt, die de gemeente op grond van haar publieke taak onder zich heeft, dient zij deze desgevraagd ook aan particuliere ondernemers ter beschikking te stellen. 3. indien de gemeente tegelijkertijd een activiteit uitvoert en daarop toezicht dient te houden mogen deze taken niet in één functie verenigd zijn. Inventarisatie De onderstaande economische activiteiten binnen de gemeente Leiden voldoen aan alle drie de gedragsregels: 1. Inzameling bedrijfsafval; 2. Groenonderhoud voor derden (woningcorporaties); 3. Verhuur materiaal en inzet personeel voor evenementen; 4. Exploitatie deel gemeentelijk vastgoed; 5. Werkzaamheden projectbureau / ingenieursbureau voor derden; 6. Exploitatie het warenhuis door de Gevulei. De volgende activiteiten voldoen wel aan alle andere gedragsregels, maar niet aan de regel, dat de integrale kostprijs in rekening wordt gebracht : 1. Exploitatie sportaccommodaties / zwembaden en aanbieden sport- en beweegactiviteiten; 2. Exploitatie parkeergarages; 3. Exploitatie maatschappelijk vastgoed zoals opgenomen in het beleidskader Vastgoed onder i., II, III en V; Motivatie afwijkingen Ten aanzien van deze activiteiten zijn in het verleden weliswaar al dan niet expliciet besluiten genomen om deze onder de integrale kostprijs aan te bieden, maar het is wenselijk om dit te formaliseren via het voorgestelde raadsbesluit. Hiervoor sluiten we aan bij de motivatie zoals uw raad die in eerdere kaders heeft vastgesteld. 1. In de Sportnota Verleiden tot bewegen (RV12.0118) heeft uw raad de ambitie vastgesteld om te zorgen voor voldoende en kwalitatief goede sportvoorzieningen, sportverenigingen te ondersteunen en inwoners te ondersteunen tot meer sporten en bewegen. De gemeente verhuurt de sportaccommodaties tegen niet kostendekkende tarieven om sportverenigingen en burgers in staat te stellen om te sporten tegen aanvaardbare kosten. De gemeente heeft in de sportnota Verleiden tot bewegen als ambitie geformuleerd dat in 2016 75 % van de Leidenaren aan de beweegnorm voldoet. Het hanteren van maatschappelijke tarieven is ook nodig om de toegang tot de sportvoorzieningen te behouden en de maatschappelijke functie van sport te waarborgen. Voor de sportaccommodaties die de gemeente verhuurt is overigens nauwelijks of geen markt aanwezig. De gemeente heeft geen bemoeienis met allerlei vormen van fitness die vooral worden aangeboden door de markt. 2. Binnen de programma s Bereikbaarheid en Binnenstad is de beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige en goed bereikbare parkeerplekken een belangrijk aandachtspunt. In het raadsvoorstel rondom de garages aan de Garenmarkt en Lammermarkt (RV13.0100) staat: Goede parkeervoorzieningen zijn noodzakelijk om de belangrijkste doelstellingen van Programma Binnenstad te realiseren: meer bezoekers naar de binnenstad van Leiden trekken, die meer besteden en het bezoek aan Leiden hoog waarderen. De tarieven voor de parkeergarages zijn niet kostendekkend. De parkeerexploitatie is een gesloten systeem waarin kosten en baten uit straatparkeren en
garages worden verrekend. Hiermee vormen de parkeergarages een onderdeel van parkeerregulering in de stad. De private parkeergarages in de stad richten zich op een andere doelgroep dan de gemeentelijke parkeergarages, namelijk de supermarktbezoekers en bezoekers van de bijbehorende functies van de ontwikkeling waar de garage deel van uitmaakt. Dit vertaalt zich ook in een andere tariefstructuur voor de parkeerders. De gemeentelijke garages richten zich vooral op het faciliteren van de bezoekers van de binnenstad. Vanuit die scope vindt er naar onze inschatting geen marktverstoring plaats. 3. In de Nota Vastgoed (RV14.0037) heeft de raad bij bepaling 1 onder i vastgesteld dat voor een aantal panden geen marktconforme huur zal worden gerekend. In de onderstaande gevallen is dit omdat de gemeente hiermee zijn beleidsdoelen ( algemeen belang ) op het gebied van cultuur nastreeft: II. ateliers in Haagweg 4, waarvoor het eerder besloten tarief van 60,88/m2 (inclusief btw, prijspeil 2010) zal worden gehanteerd; III. getoetste kunstenaars die op dit moment een atelier buiten Haagweg 4 van de gemeente huren, in afwachting van het uitvoeringskader atelierbeleid en de vergelijking tussen huidige en getaxeerde marktconforme huur; V. de verhuur van de specifieke vastgoedobjecten met hun samenhangend uniek gebruik, zijnde de cultuurpanden Lakenhal, Nobel, Schouwburg en Stadsgehoorzaal. Gezien het specifieke karakter van het vastgoed en de bijbehorende exploitaties is het uitgangspunt een kostprijs dekkende huur in rekening te brengen. Naast deze keuzen vanuit het Algemeen belang verbiedt de Woningwet bij woningen en woningen in combinatie met culturele functies die onder het huurrecht vallen (B.W.7 titel 4) om de markt te verhogen tot marktconform niveau. Bij strategisch vastgoed en panden die verkocht gaan worden hanteert de gemeente een ander huurregime om flexibiliteit te houden. Omdat dit ook gebruikelijk is bij private projectontwikkelaars vindt hiermee geen marktverstoring plaats. Voor het overig gemeentelijk vastgoed geldt dat marktconforme huren uitgangspunt zijn, waardoor van marktverstoring geen sprake is. Voor al deze activiteiten geldt dat wij deze van algemeen belang achten. Daarnaast zijn wij van mening, dat door het onder de kostprijs aanbieden van deze activiteiten de belangen van particuliere ondernemers niet worden geschaad. Bevoordeling overheidsbedrijven Artikel 25 j van de Mededingingswet verbiedt het bevoordelen van overheidsbedrijven door de gemeente. Voor de gemeente Leiden bleken uit de inventarisatie geen risico s op overtreding van de gedragsregels. Financiën: N.v.t. Inspraak/participatie: Ondernemers kunnen desgewenst via de reguliere inspraakprocedures inspreken bij dit besluit. Het besluit van de raad is vatbaar voor bezwaar en beroep. Dit zal bij de bekendmaking van het besluit worden aangegeven. Evaluatie: N.v.t. Bijgevoegde informatie:
N.v.t. RAADSBESLUIT: De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel van 2014), mede gezien het advies van de commissie, gelet op artikel 25 h, vijfde en zesde lid van de Mededingingswet; BESLUIT 1. De volgende economische activiteiten aan te wijzen als activiteiten, die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, vijfde lid, van de Mededingingswet: a. Exploitatie sportaccommodaties / zwembaden en aanbieden sport- en beweegactiviteiten; b. Exploitatie parkeergarages; c. Exploitatie maatschappelijk vastgoed zoals opgenomen in het beleidskader Vastgoed (RV14.0037) bepaling 1 onder i dat voor een aantal panden geen marktconforme huur zal worden gerekend omdat de gemeente hiermee zijn beleidsdoelen ( algemeen belang ) op het gebied van cultuur nastreeft: I. II ateliers in Haagweg 4, waarvoor het eerder besloten tarief van 60,88/m2 (inclusief btw, prijspeil 2010) zal worden gehanteerd II. III getoetste kunstenaars die op dit moment een atelier buiten Haagweg 4 van de gemeente huren, in afwachting van het uitvoeringskader atelierbeleid en de vergelijking tussen huidige en getaxeerde marktconforme huur III. VI; de verhuur van de specifieke vastgoedobjecten met hun samenhangend uniek gebruik, zijnde de cultuurpanden Lakenhal, Nobel, Schouwburg en Stadsgehoorzaal. Gezien het specifieke karakter van het vastgoed en de bijbehorende exploitaties is het uitgangspunt een kostprijsdekkende huur in rekening te brengen Gedaan in de openbare raadsvergadering van, de Griffier, de Voorzitter, TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: Tom Smolders Organisatieonderdeel: Concernstaf
Telefoon: 5223 E-mail: t.smolders@leiden.nl Portefeuillehouder:
Bereikbaarheid, Financiën & EconomieB&W 14.0493 d.d. 10 juni 2014 Onderwerp Wet markt en overheid Besluiten: 1. De raad voor te stellen om, gelet op artikel op artikel 25 h, vijfde en zesde lid van de Mededingingswet, te besluiten de volgende economische activiteiten aan te wijzen als activiteiten, die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, vijfde lid, van de Mededingingswet: De volgende economische activiteiten aan te wijzen als activiteiten, die plaatsvinden in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25 h, vijfde lid, van de Mededingingswet: a. Exploitatie sportaccommodaties / zwembaden en aanbieden sport- en beweegactiviteiten; b. Exploitatie parkeergarages; c. Exploitatie maatschappelijk vastgoed zoals opgenomen in het beleidskader Vastgoed (RV14.0037) bepaling 1 onder i dat voor een aantal panden geen marktconforme huur zal worden gerekend omdat de gemeente hiermee zijn beleidsdoelen ( algemeen belang ) op het gebied van cultuur nastreeft: I. II ateliers in Haagweg 4, waarvoor het eerder besloten tarief van 60,88/m2 (inclusief btw, prijspeil 2010) zal worden gehanteerd II. III getoetste kunstenaars die op dit moment een atelier buiten Haagweg 4 van de gemeente huren, in afwachting van het uitvoeringskader atelierbeleid en de vergelijking tussen huidige en getaxeerde marktconforme huur III. VI; de verhuur van de specifieke vastgoedobjecten met hun samenhangend uniek gebruik, zijnde de cultuurpanden Lakenhal, Nobel, Schouwburg en Stadsgehoorzaal. Gezien het specifieke karakter van het vastgoed en de bijbehorende exploitaties is het uitgangspunt een kostprijsdekkende huur in rekening te brengen Perssamenvatting: Per 1 juli 2014 moet de gemeente voldoen aan de gedragsregels uit de Wet markt en overheid. Deze gedragsregels zorgen ervoor dat de gemeente bij het uitvoeren van economische activiteiten geen onterechte concurrentievoordelen heeft die marktpartijen niet hebben. Uit een inventarisatie blijkt dat de gemeente bij het exploiteren van sportaccommodaties en zwembaden, parkeergarages en maatschappelijk vastgoed niet altijd deze gedragsregels kan volgen, omdat deze activiteiten plaatsvinden om belangrijke maatschappelijke doelen te bereiken. Het college is ervan overtuigd dat ondernemers hierdoor geen oneerlijke concurrentie ondervinden. Daarom vraagt het college de raad om in het kader van de Wet markt en overheid het Algemeen belang van deze activiteiten formeel vast te stellen. Dit zorgt ervoor dat de gemeente deze economische activiteiten onder de huidige voorwaarden kan blijven voortzetten. Dit raadsbesluit is vatbaar voor bezwaar en beroep. Na besluitvorming ligt het voorstel zes weken ter inzage. In deze periode hebben belanghebbenden de mogelijkheid om een formeel bezwaarschrift in te dienen bij de gemeenteraad.