RBG. Rapport r02. Markenburg 97 en 99, Winkelcentrum Toolenburg, Hoofddorp Masterplan brandveiligheid ADVIESBUREAU VOOR

Vergelijkbare documenten
RBG. Rapport r01. Albert Heijn, Winkelcentrum Toolenburg, Hoofddorp Masterplan brandveiligheid ADVIESBUREAU VOOR

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

In dit schrijven is de beoordeling en het gelijkwaardigheidsvoorstel weergegeven.

21 oktober 2016 Colliers International Asset Development B.V.

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

RBG ADVIESBUREAU VOOR. Rapport r01 Kerkveld 63, Nieuwegein Masterplan brandveiligheid

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering

RBG ADVIESBUREAU VOOR. Rapport r01 Bouter Kaas, Ambachtsweg 2-4b, Groot Ammers Masterplan brandveiligheid

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

RBG. Rapport r01 Appartementen Blok 13A IJburg te Amsterdam. Brandoverslag onderzoek ADVIESBUREAU VOOR. 't Holland 59.

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

Beheersbaarheid van Brand Project:

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte

Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis. Aviko Steenderen, Beheersbaarheid van Brand vrieshuis

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

Toetsing brandpreventie

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

Brandveiligheidsadvies

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Advies en onderzoeksrapportage Beheersbaarheid van Brand

Beheersbaarheid van Brand Project:

Brandveiligheid. Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal "Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch" Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

project: Nieuwbouw kalverstal iov Mts Weekers-Linders Leveroysedijk 2a Nederweert-Eind

Beheersbaarheid van Brand Project:

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

Brandveiligheidsadvies

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2

Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden.

Uitgangspunten en resultaten brandoverslag berekeningen

Appartementen De Keern te Landsmeer

Beschrijving. WBDBO winkelruit na verwijderen sprinkler. Advies Definitief

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

project: Uitbreiding varkensstal Bankers-Derikx V.O.F. te Deurne opdrachtgever: Bergs Advies B.V. te Heythuysen document: Brandveiligheid

Rapport r02. Hotel, Havezate Marveld Brandoverslag onderzoek

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID

Brandveiligheidsonderzoek. Van de nieuw te bouwen loods aan de Druisdijk 9B te Alphen

BRANDPREVENTIE TOETSING

Checklist woonfunctie

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

Brandveiligheidsrapportage - Pastorie. Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

Berekening brandoverslag. Nieuwbouw Gastenhuis aan de Karel Brouwerhof te Leusden

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

TECHNISCHE RICHTLIJN REKEN- EN BESLISMODEL, BEHEERSBAARHEID VAN BRAND

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

1 Inleiding In opdracht van Stevenshoek Langweer B.V. is door Landstra bureau voor bouwfysica een brandoverslagonderzoek verricht voor het horeca en a

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

Rapenburg 34 Quickscan Definitief Ontwerp Brandveiligheid

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

Checklist bijeenkomstfunctie

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Rapportage NEN 6060 Brandveiligheid grote brandcompartimenten Uitbreiding Insulcon Lancasterstraat 4 te Steenbergen

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik.

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief

Beoordeling brandveiligheid t.b.v. aanvraag gebruiksvergunning

Transcriptie:

Rapport 115117r02 Markenburg 97 en 99, Winkelcentrum Toolenburg, Hoofddorp Masterplan brandveiligheid

Rapportnummer: 115117r02 Datum: 22 januari 2016 Versie: 001 Opdrachtgever: p/a Altera Vastgoed N.V. WPM Development B.V. Postadres: Postbus 3282 Postcode en plaats 5203 DG S-HERTOGENBOSCH Telefoon: 073-649 15 72 Contactpersoon: de heer F. Verkuijlen Uitvoerend adviesbureau: Postadres: Postcode en plaats RBG adviesbureau voor brandveiligheid (onderdeel van RBG Brandveiligheid B.V.) Zilverschoon 18 te Duiven 6922 GV Duiven Telefoon: 0316-84 40 80 E-mail: Internet: BTW-nummer: K.v.k.-nummer: info@rbg-bv.nl www.rbg-bv.nl NL819883384B01 09186670 te Arnhem Projectmedewerkers: Adviseur en ondertekening: De heer J. Otter De heer ing. B.A.G. Rietbergen 20160122 115117r02 2

Inhoudsopgave Pagina RBG 1 Inleiding 4 2 Uitgangspunten 5 3 Situatie beschrijving 6 4 Beheersbaarheid van brand - brandcompartimentering 8 4.1 Probleemstelling 8 4.2 Berekening vuurlast 10 4.3 Voorzieningenpakket 13 4.4 Brandoverslag berekening 18 4.5 Brandoverslag dak naar opgaande gevel 19 4.6 Celvormige indeling 20 4.7 Draagconstructie, richting brandwerendheid en bepalen WBDBO 20 5 Veilig vluchten 21 5.1 Maximale loopafstanden 21 5.2 Samenvallende s (ruimtebewaking en rookmelders) 22 5.3 Vluchtdeuren zonder sleutel te openen 22 5.4 Paniekbalken 22 6 Constructieve brandveiligheid 23 6.1 Draagconstructie brandwerendheden 23 6.2 Draagconstructie ter plaatse van de brandwerende scheiding 23 6.3 Draagconstructie ten behoeve van s 23 7 Brandveiligheidsinstallaties 24 8 Materiaaltoepassing 26 9 Conclusie 28 Bijlage 1 Beoogde situatie Bijlage 2 Brandveiligheidstekeningen Bijlage 3 Permanente vuurbelasting Bijlage 4 Variabele vuurbelasting Bijlage 5 Maatgevende vuurbelasting Bijlage 6 Warmtestralingsberekening I II III IV V VI 20160122 115117r02 3

1 Inleiding In opdracht Altera Vastgoed N.V. heeft RBG adviesbureau voor brandveiligheid met betrekking tot verbouw/uitbreiding van de twee supermarkten aan de Markenburg 97 en 99 te Hoofddorp een brandveiligheidsonderzoek uitgevoerd. Aanleiding is het voornemen de bestaande Albert Heijn en Dirk van den Broek supermarkt te verbouwen en uit te breiden. Het doel van het onderzoek is te beoordelen welke brandtechnische voorzieningen minimaal vereist zijn om een volgens de regelgeving brandveilig gebouwdeel te realiseren. Het bouwplan zal daarbij worden beoordeeld op basis van het Bouwbesluit 2012. In dit onderzoek wordt de beoogde uitbreiding van de naast de Albert Heijn gelegen Dirk van den Broek supermarkt wel meegenomen, dit in tegenstelling tot het voorgaande onderzoek waarbij de plannen met betrekking tot de Dirk van de Broek nog niet waren uitgewerkt (RBG rapportage (115117r01 d.d. 22-12-2015). Resultaat vooronderzoek toepassing gelijkwaardigheid In het voorgaande traject is een onderzoek uitgevoerd naar de beoogde uitbreiding. Daarbij is een principe voorstel gedaan welke is voorgelegd en besproken met de heer R. van Loon van de brandweer Kennemerland. Daarbij is aangegeven dat op hoofdlijnen geen bezwaar is tegen de gekozen oplossing. Wel zijn daarbij de volgende aandachtspunten geformuleerd: 1. Het plaatsen/verplaatsen van de brandwerende scheidingen in de bestaande constructie. 2. Het opstellen van een vuurlastberekening en verdere onderbouwing. 3. De relatie met de aangrenzende supermarkt (vergroten). Het 1 e punt is constructief samen met Evers en Partners beoordeeld. De rapportage daarvan zal door Evers en Partners worden opgesteld. In deze voorliggende rapportage zijn de punten 2 en 3 ten behoeve van de gelijkwaardigheid nader uitgewerkt. Tot slot zijn ook de resultaten van de overige brandtechnische aspecten in deze rapportage weergegeven. 20160122 115117r02 4

2 Uitgangspunten Het onderzoek is gebaseerd op onderstaande bouwkundige tekeningen van: Interbuild ontwerp en management: bestandsnaam Onderdeel Datum ontvangen AH 1232 Hoofddorp SO(1).pdf Schetsontwerp optie 1 en 2 12-10-2015 Topos Architecten met projectnummer 1423: Tekening nummer Onderdeel Datum ontvangen 3.01 Plattegrond BG bestaand 17-11-2015 3.02 Plattegrond 1 e verd/dak bestaand 17-11-2015 3.11 Plattegrond BG nieuw 07-01-2016 3.12 Plattegrond 1 e verd/dak nieuw 07-01-2016 Aantal personen Voor het werkelijk aantal personen van de verschillende verblijfsruimten, benodigd voor een beoordeling van de samenhangende eisen vanuit Bouwbesluit 2012, heeft overleg plaatsvonden met de opdrachtgever. 20160122 115117r02 5

3 Situatie beschrijving Winkelcentrum Het winkelcentrum Toolenburg is brandtechnisch globaal opgesplitst in 2 delen. Het eerste deel betreft de grote passage met daaraan de kleinere winkels. In de passage is een rook- en warmteafvoersysteem (RWA) aanwezig (rookluiken ter plaatse van het dak en toevoer van verse lucht door de entreedeuren van de passage). In het tweede deel zijn de Albert Heijn en Dirk van de Broek supermarkten gesitueerd. Tussen de betreffende delen is een brandwerende scheiding/sluis/vluchtgang aangegeven. In het deel van de supermarkten zijn geen rookluiken gelegen. Rondom het complex zijn meerdere openbare wegen gelegen. Twee supermarkten Het project betreft de verbouw van een tweetal supermarkten in winkelcentrum Toolenburg in Hoofddorp. Aan weerszijden van de supermarkten is in de huidige situatie een niet-besloten distributiegang aanwezig. Tussen de beide supermarkten in een brede verkeersruimte aanwezig met grote ronde daklichten. Hoogste verblijfsgebiedsvloer De hoogste verblijfsgebiedsvloer in het onderzochte gebouwdeel is gelegen op de 1e verdieping (sociale ruimten AH supermarkt) op circa 3,9 m hoogte. Ook de sociale ruimten van de Dirk v/d Broek supermarkt zijn op de 1 e verdieping gelegen (aan de tegenovergestelde zijde). De situatie en plattegronden zijn weergegeven in bijlage 1 en 2. 20160122 115117r02 6

Beoogde situatie - uitbreiding RBG In de nieuwe situatie is een brandcompartiment beoogd met een gebruiksoppervlakte van circa 2.753 m². Hieronder staat de uitbreiding getalsmatig weergegeven: Bestaand (gbo in m²) Uitbreiding (gbo in m²) Nieuw (gbo in m²) Albert Heijn Winkeldeel circa 1.052 circa 181 circa 1.233 Magazijn circa 192 circa 54 circa 271 Sociale ruimten circa 134 0 circa 134 Dirk van de Broek Winkeldeel circa 1.079 circa 147 circa 1.226 Magazijn Sociale ruimten (incl. 14 m² kantoor bg) In apart brandcompartiment In apart brandcompartiment niet bekend circa 289 niet bekend circa 102 Gangzone tussen AH en Dirk 180 180 Gangzone naast AH 51 51 Gangzone naast Dirk 63 63 Brandcompartiment circa 2.317 circa 299 circa 2.459 winkeldeel AH en Dirk (exclusief gangzones naast winkels)* Brandcompartiment circa 2.317 circa 412 circa 2.753 winkeldeel AH en Dirk (inclusief gangzones naast winkels in nieuwe situatie)* Brandcompartiment magazijn AH en sociale ruimten circa 327 circa 54 circa 381 Brandcompartiment magazijn Dirk niet bekend niet bekend circa 289 Brandcompartiment sociale ruimten Dirk niet bekend niet bekend circa 102 * De lange gangzones naast de winkels behoren in de bestaande situatie niet binnen het brandcompartiment van de winkels. Deze zijn 30 minuten brandwerend gescheiden. In de nieuw beoogde situatie worden de gangzones nog steeds 30 minuten brandwerend gescheiden, maar worden deze benoemd als zijnde deze zijn opgenomen in het brandcompartiment van de winkels. 20160122 115117r02 7

4 Beheersbaarheid van brand - brandcompartimentering 4.1 Probleemstelling 4.1.1 Algemeen Conform Bouwbesluitartikel 2.83 lid 1 mag het gebruiksoppervlak van een brandcompartiment, met een winkelfunctie in beginsel niet groter zijn dan 2.000 m 2 (Bouwbesluit 2012 niveau bestaande bouw). In de huidige situatie zijn de twee supermarkten samen gelegen in één enkel brandcompartiment van circa 2.317 m². Dit is groter dan hetgeen in beginsel is toegestaan conform het Bouwbesluit. Bestaande gelijkwaardigheid Bij de realisatie van het winkelcentrum is hiervoor een gelijkwaardigheid beoogd door de toepassing van een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie met volledige bewaking in de supermarkten. Deze installatie zit gekoppeld aan de RWA installatie welke is toegepast de passage (aan de andere zijde van de brandwerende scheiding. Hierdoor wordt een melding in geval van brand rechtstreeks door gemeld naar de Regionale AlarmCentrale (RAC) van de brandweer. Nieuw beoogde gelijkwaardigheid In Bouwbesluitartikel 1.3 wordt aangegeven dat niet aan het bovenstaande voorschrift hoeft te worden voldaan, indien een zelfde mate van veiligheid aanwezig is/ wordt gerealiseerd, als hetgeen is beoogd met het betreffende voorschrift. Het totale gewenste oppervlak van het brandcompartiment (BC1) bedraagt in de nieuw beoogde situatie circa 2.459 m 2 (exclusief de gangzones naast de winkels) en circa 2.753 m 2 (inclusief de gangzones naast de winkels). Op basis van het bovengenoemde artikel is het toch mogelijk om een groter brandcompartiment toe te passen, indien het grotere brandcompartiment (tenminste) een gelijkwaardig veiligheidsniveau bezit ten opzichte van een brandcompartiment van 2.000 m 2 (niveau bestaande bouw) dan wel de huidige grote zijn 2.317 m². Een methode om deze gelijkwaardigheid aan te tonen, is door het toepassen van de NEN 6060. In deze norm zijn een viertal maatregelenpakketten uitgewerkt waarmee een gelijkwaardig veiligheidsniveau kan worden gerealiseerd. De keuze van het maatregelenpakket is hoofdzakelijk afhankelijk van de hoeveelheid vuurlast. Tevens kan met deze norm de WBDBO-eis (Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag) en vereiste brandwerendheid worden bepaald voor de gevels en van de aanwezige interne brandcompartiment scheidingen. 20160122 115117r02 8

Opgemerkt moet worden dat in deze situatie het principe van de NEN 6060 zal worden gebruikt ter bepaling van de verwacht brandduur in het brandcompartiment. Omdat in deze situatie sprake is van een bestaand gebouwdeel zal echter de invulling van de voorzieningen apart worden beschouwd. Beoogde gelijkwaardigheid De Albert Heijn is voornemens de winkels gelegen aan de Markenburg en gesitueerd aan de noordwest zijde van het gebouw, bij de supermarkt te betrekken. Hierdoor wordt het inpandige magazijn verplaatst richting de buitengevel van het gebouw. Het winkeldeel in de supermarkt kan hiermee worden vergroot. Zoals aangegeven maakt de te verbouwen Dirk van den Broek supermarkt (exclusief magazijn) ook onderdeel uit van dit nieuwe brandcompartiment. In deze situatie wordt voorgesteld om het nieuw beoogde delen van de twee magezijnen uit te voeren als apart brandcompartiment en een brandwerende scheiding van 60 minuten te realiseren tussen het nieuwe magazijnen en de winkeldelen (standaard brandcompartiment conform Bouwbesluit). Tevens dient de brandwerende scheiding tussen de winkels en de vluchtgangen langs de winkel worden gehandhaafd op 30 minuten en de scheiding tussen de vluchtgang en de overige winkels van het winkelcentrum worden opgewaardeerd naar 60 minuten brandwerendheid. Dit maakt een totaal tussen de supermarkten en de overige winkels van 90 minuten brandwerendheid ter plaatse van de gangzones. Hiermee wordt het betreffende deel van de Albert Heijn gelegen in het brandcompartiment van de Albert Heijn en Dirk van den Broek circa 181 m² vergroot naar 1.233 m² (exclusief de gangzone). Het magazijn van de Albert Heijn gaat van 192 m² naar circa 271 m². Het betreffende winkeldeel van de Dirk van den Broek gelegen in het brandcompartiment van de Albert Heijn en Dirk van den Broek wordt circa 147 m² vergroot naar 1.226 m² (exclusief de gangzone). Het magazijn van de Dirk van de Broek wordt circa 289 m². Naast de 60 minuten brandwerendheid zullen de magazijnen in de nieuwe situatie worden voorzien van volledige bewaking (evenals de uitbreiding van het winkeldeel). Hieronder zal de vuurlast worden bepaald van de winkels. De uitgevoerde vuurlastberekening voor de Albert Heijn supermarkt (zie rapportage 115117r01), is daarbij geëxtrapoleerd naar de gelijksoortige supermarktformule van de Dirk van de Broek. 20160122 115117r02 9

4.2 Berekening vuurlast 4.2.1 Algemeen Voor de bepaling van de verbrandingswaarden van de diverse materialen en constructies is gebruik gemaakt van de volgende documenten: NEN 6090 Bepaling van de vuurbelasting ; Verbrandingswaarden, zoals deze zijn weergegeven in de NEN 6060; de onderzoeksrapportage van het NIFV (voormalig NIBRA) Verbrandingswaarden van producten en materialen van 9 december 1996. De totale vuurlast in een brandcompartiment is samengesteld uit de permanente vuurlast (het gebouw zelf: omgevingsvergunningplichtige onderdelen) en de variabele vuurlast (inhoud van het gebouw: niet omgevingsvergunningplichtige onderdelen, inventaris en goederen). De som van de permanente en variabele vuurlast geeft de totale vuurlast in het brandcompartiment. De vuurbelasting is de hoeveelheid warmte die vrijkomt bij volledige verbranding van alle in het gebouw of brandcompartiment aanwezige brandbare materialen per eenheid vloeroppervlak. De hoeveelheid warmte wordt uitgedrukt in Megajoule per m 2 (MJ/m 2 ). Vervolgens wordt deze warmtehoeveelheid omgerekend naar de hoeveelheid kg vurenhout/m 2, uitgaande van een verbrandingswaarde van vurenhout van 19 MJ/kg. Hieruit volgt dan de vuurbelasting in kg vurenhout per m 2. 20160122 115117r02 10

4.2.2 Permanente vuurlast De permanente vuurlast (gebouwschil) is onafhankelijk van het gebruik en bestaat uit de gebruikte constructiematerialen. De permanente vuurlast wordt bepaald door middel van een sommatie van alle afzonderlijke constructieonderdelen. Het resultaat van deze berekening is hieronder weergegeven. In bijlage 2 is de volledige lijst met brandbare materialen en de bijbehorende verbrandingswaarde weergegeven. BC1 (Albert Heijn en Dirk van de Broek) Vloeroppervlak brandcompartiment 2.753 m 2 Permanente vuurbelasting 29,6 kg vurenhout/m 2 Permanente vuurlast 81.637 kg vurenhout 4.2.3 Variabele vuurlast Op basis van de aangeleverde tekeningen en de door RBG uitgevoerde inventarisaties ter plaatse, is de hoeveelheid brandbaar materiaal bepaald dat deel uitmaakt van de variabele vuurlast. De variabele vuurlast is gelijk aan de som van de verbrandingswaarden van alle in en nabij het brandcompartiment aanwezige brandbare goederen. Het resultaat van deze berekening is hieronder weergegeven. In bijlage 3 is de volledige lijst met brandbare materialen met de bijbehorende verbrandingswaarde weergegeven. BC1 (Albert Heijn en Dirk van de Broek) Vloeroppervlak brandcompartiment 2.753 m 2 Variabele vuurbelasting 63,9 kg vurenhout/m 2 Variabele vuurlast 175.852 kg vurenhout 4.2.4 Gemiddelde vuurbelasting De gemiddelde vuurbelasting van het brandcompartiment bedraagt: BC1 (Albert Heijn en Dirk van de Broek) Permanente vuurbelasting 29,6 kg vurenhout/m 2 Variabele vuurbelasting 63,9 kg vurenhout/m 2 Gemiddelde vuurbelasting 93,5* kg vurenhout/m 2 * som van niet afgeronde getallen 20160122 115117r02 11

4.2.5 Maatgevende vuurbelasting De maatgevende vuurbelasting of piekvuurbelasting is de vuurbelasting over een deel van (niet minder dan) 1.000 m 2 grondoppervlak, waarbij een plaatselijk hogere vuurbelasting minimaal wordt uitgemiddeld. Omdat de magazijnen als apart brandcompartiment worden uitgevoerd, bevindt de maatgevende vuurlast zich ter plaatse van de winkelruimte van de supermarkt. Met deze uitgangspunten bedraagt de maatgevende vuurbelasting: BC1: 101,5 kg vurenhout/m 2 De verwachte maatgevende brandduur bedraagt daardoor circa 102 minuten. In bijlage 4 is de berekening van de maatgevende vuurbelasting weergegeven. 20160122 115117r02 12

4.3 Voorzieningenpakket 4.3.1 De verschillende maatregelenpakketten In de NEN 6060 worden verschillende maatregelenpakketten weergegeven, die kunnen worden gebruikt om tot een gelijkwaardige situatie te komen. Zoals aangegeven zal methodiek uit de NEN 6060 alleen ter ondersteuning worden gebruikt ter bepaling van de vuurlast en vuurbelasting. Dit omdat in deze situatie sprake is van een bestaand gebouwdeel met bestaande constructies. De voorzieningen zullen derhalve apart worden beschouwd en zijn verderop in deze rapportage weergegeven. 4.3.2 Totale vuurlast De totale vuurlast van het brandcompartiment is gelijk aan: - de som van de permanente en variabele vuurlast en - het product van het gebruiksoppervlak en de gemiddelde vuurbelasting en bedraagt: BC1: L max, = 2.753 m 2 x 93,5 = 257.488* kg vurenhout * som niet afgeronde getallen Ter vergelijking met de NEN 6060 is deze waarde minder dan de maximaal toegestane waarde van 600.000 kg vurenhout. 4.3.3 Toe te passen voorzieningenpakket brandscenario s Hieronder staan de beoogde voorzieningen weergegeven: 1. De totale vuurlast van de Albert Heijn wordt groter door een vergroting van het oppervlak van het winkeldeel evenals bij de Dirk van de Broek. 2. De gemiddelde vuurbelasting alsmede de maatgevende vuurbelasting blijft gelijk. Hierdoor blijft de brandduur ook gelijk. 3. De voorzieningen om de brand in de richting van het overige deel van het winkelcentrum tegen te houden worden verbeterd. De bestaande 30 minuten brandscheiding tussen de supermarkt en de lange gangzone wordt gehandhaafd, maar de 30 minuten scheiding tussen de gangzone en de het overige deel van het winkelcentrum wordt opgewaardeerd naar 60 minuten. Hierdoor ontstaat een praktische brandwerendheid ter plaatse van de gangzones van 90 minuten. 20160122 115117r02 13

4. De piekvuurlast ter plaatse van de beide magazijnen wordt apart gecompartimenteerd. De magazijnen worden daarbij uitgevoerd als brandcompartiment met een gebruiksoppervlak van minder dan 1.000 m² en een 60 minuten brandwerende scheiding. Hierdoor wordt ter plaatse van de magazijnen voldaan aan de eisen op basis van het nieuwbouwniveau. 5. De brandmeldinstallatie met volledige bewaking wordt ook ter plaatse van de uitbreiding gerealiseerd. Het bovenstaande leidt tot de volgende brandscenario s. Deze staat hieronder weergegeven: Scenario brand in winkeldeel Albert Heijn of Dirk van de Broek Hierdoor ontstaat een situatie die in geval van brand in het winkeldeel een verbetering van de huidige situatie zal bewerkstelligen. De 30 en 60 minuten brandwerende scheiding tussen respectievelijk de Albert Heijn / Dirk van de Broek, de vluchtgang en de overige winkels, is beoogd om invulling te geven aan het scenario brand in het winkeldeel. In geval van brand worden de brandwerende glazen schuifdeuren tussen het deel van de supermarkten en de rest van het winkelcentrum dicht gestuurd. Opmerking: deze worden niet gebruikt ten behoeve van het veilig vluchten. Het verschil is dat de totale vuurlast in het winkeldeel van de supermarkt toeneemt. De maatgevende vuurbelasting (dus per m²) gelijk blijft. De totale brandduur in geval van een afbrandscenario in het winkeldeel van de supermarkt blijft derhalve ook gelijk (de totale vuurlast is daaraan van ongeschikt belang). Vast staat dat de verwacht brandduur hoger is dat de beoogde scheidingen, maar dat is in de bestaande situatie nog meer het geval. Doordat de voorziening in de richting van de rest van het winkelcentrum worden verhoogd, heeft dit een absolute verbetering van de bestaande situatie tot gevolg, ondanks dat de brandduur gelijk blijft. Dit heeft derhalve geen negatieve invloed ten opzichte van de huidige gelijkwaardigheid met volledige bewaking en een eventuele inzet van de brandweer, maar kan worden beschouwd als aanvullende maatregel/voorziening. Scenario brand in nieuwe magazijn Albert Heijn of Dirk van de Broek De piek van de vuurbelasting ligt in deze specifieke situatie in het magazijn. Door toepassing van een brandscheiding van 60 minuten, wordt invulling gegeven aan het effect van een brand in het magazijn. Deze kan gedurende 60 minuten niet uitbreiden naar de omliggende ruimten. Hiermee wordt, ondanks dat het een bestaand gebouw betreft, ter plaatse van het magazijn en de bovengelegen sociale ruimten ruimschoots voldaan aan het niveau nieuwbouw. Groot voordeel is dat de brandweer vroeg ter plaatse is door toepassing van de volledige bewaking en doormelding in geval van brand. In tegenstelling tot hetgeen in basis is beoogd met de gelijkwaardigheid (zonder brandscheiding tussen winkel en magazijn) wordt uitbreiding van brand nu beperkt en de piek van de vuurlast in het gebouwdeel weggenomen uit het winkeldeel. 20160122 115117r02 14

Inzet brandweer RBG Brandweerinzet in geval van scenario brand in winkeldeel is afhankelijk van hetgeen ter plaatse wordt geconstateerd door de bevelvoerder. Indien geen binnenaanval (meer) mogelijk is, blijft de inzet beperkt tot bescherming van het overige deel van het winkelcentrum. De supermarkten zullen in dat geval geheel uitbranden. Dat is in de huidige situatie zo en zal de nieuwe situatie zo blijven. De belangrijkste scheiding daarbij is de scheiding in de richting van de rest van het winkelcentrum (glazen schuifdeuren). Het brandwerend opwaarderen van de scheiding ter plaatse van de vluchtgangen maakt dat een uitbrandscenario zonder (grote) inzet brandweer realistischer is, dan in de bestaande situatie. De glazen schuifdeuren zijn daarbij het zwakste punt en derhalve een aandachtspunt door de repressieve dienst. Door de toepassing van een 60 minuten brandwerende scheiding tussen het magazijn en het winkeldeel van de beide supermarkten, ontstaat een situatie waarbij de brandweer repressief een grotere kans heeft tot een succesvolle repressieve inzet in geval van scenario brand in magazijn. De nieuwe situering van het magazijn is gunstiger dan voorheen (aan de buitenzijde van het gebouw). De inzetdiepte in het magazijn is relatief beperkt en door de volledige bewaking, wordt de brandweer in de gelegenheid gesteld om snel ter plaatse te zijn en water op het vuur hebben. Opgemerkt moet worden dat dit geen garantie is tot een succesvolle inzet, maar feit is dat de omstandigheden om tot een succesvolle inzet te komen aanzienlijk verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Relatie met bestaande bouw eisen / rechtens verkregen niveau In de huidige situatie is reeds een brandcompartiment aanwezig met een gebruiksoppervlakte van meer dan 2.000 m² (eis maximale gebruiksoppervlakte van bestaande gebouwen). In deze situatie echter een gelijkwaardigheid beoogd door het brandcompartiment indirect te koppelen met de aanwezige RWA installatie in de passage (rechtens verkregen niveau). Indirect, omdat een brandscheiding is gerealiseerd tussen de supermarkten en de betreffende passage. De supermarkten zijn zelf verder op het aspect beheersbaarheid van brand en veilig vluchten volledig gescheiden van de rest van het gebouw. Vanuit de supermarkten hoeft geen gebruik te worden gemaakt van de passage. In relatie met de bestaande bouw eisen is sprake van een overschrijding van circa 27%. Hier staat tegenover dat in plaats van 20 of 30 minuten brandwerende scheidingen, 60 minuten brandwerende scheidingen zijn beoogd. En ter plaatse van de gangzones zelfs 90 minuten brandwerende scheidingen (30+60). Ondanks de leeftijd van het gebouw, staat dat gelijk aan het niveau nieuwbouw. Met de huidige eisen en een brandtechnische onafhankelijkheid richting de rest van het gebouw, zou echter geen brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie met volledige bewaking in de supermarkt worden toegepast, maar kan worden volstaan met uitsluitend handbrandmelders en een doormelding naar een particuliere alarmcentrale. De volledige bewaking is derhalve een absolute meerwaarde in bepaalde brandscenario s. 20160122 115117r02 15

Als compenserende maatregel voor de formele vergroting van het oppervlak in het winkeldeel, het risico van het magazijn en de daarboven gelegen sociale ruimten, wordt ingevuld door de piekvuurlast uit het brandcompartiment van de supermarkt weg te nemen en onder te brengen in een apart brandcompartiment. Daarbij is beoogd een WBDBO van minimaal 60 minuten te realiseren tussen de brandcompartimenten onderling. Concreet houdt dat in, dat wat betreft de beoordeling van het brandveiligheidsniveau met betrekking tot het aspect beheersbaarheid van brand ruimschoots wordt voldaan aan het niveau voor bestaande bouwwerken. Wat betreft de WBDBO-eis wordt hiermee zelfs invulling gegeven aan de eisen die ook gelden voor nieuwbouw. Ook wordt het rechtens verkregen niveau ter plaatse van het magazijn naar een hoger plan getild. En staat vast dat de vergroting van het gebruiksoppervlak in het winkeldeel geen negatieve gevolgen heeft voor het beoogde niveau van de aanwezige gelijkwaardigheid. Dit geeft als grote voordeel voor de Albert Heijn en de Dirk van de Broek, dat de winkelruimte als één grote ruimte kan worden uitgevoerd. Voor de brandweer is repressief gezien een voordeel aanwezig dat de piek van de vuurbelasting wordt gescheiden van het winkeldeel van de supermarkt, alsmede de locatie daarvan gunstiger komt te liggen (niet meer inpandig). 4.3.4 Gebruiksbeperking Het gelijkwaardigheidsvoorstel heeft een gebruiksbeperking tot gevolg met een aantal voorzieningen. Deze gebruiksbeperking en de daarmee samenhangende voorzieningen vormen de belangrijkste eigenschappen van de gelijkwaardigheid. Het is derhalve nodig dat de voorzieningen en het gebruik op elkaar afgestemd zijn en blijven. Opmerking: zolang het gewenste gebruik binnen de mate van gebruiksbeperking valt, is echter geen sprake van belemmering voor de gebruiker. Mocht het gebruik van de supermarkt echter worden gewijzigd naar een ander gebruik dient de gelijkwaardigheid opnieuw te worden beschouwd. Conform Bouwbesluitartikel 1.3 lid 2 wordt vereist dat een gelijkwaardigheid in stand wordt gehouden. Een manier om aan deze eis te kunnen voldoen, is het instellen van een toezichtarrangement. De frequentie waarmee het toezichtarrangement dient te worden bepaald, dient in overleg met de gemeente/brandweer te worden vastgesteld. 20160122 115117r02 16

4.3.5 Toezichtarrangement Een toezichtarrangement heeft als doel het gebruik, de eventuele voorzieningen en overige zaken vanuit de gelijkwaardigheid voor "beheersbaarheid van brand" periodiek te beoordelen. Hiervoor dienen periodiek onaangekondigde inventarisaties te worden uitgevoerd. RBG kan als deskundige en onafhankelijke partij een inventarisatie uitvoeren, waarbij de gelijkwaardigheid die is beoogd met deze rapportage wordt gecontroleerd. Het resultaat van de inventarisatie wordt daarbij verwerkt in een RBG rapportage en ter beschikking gesteld aan het bevoegd gezag. Gebruiksvriendelijk document In dit toezichtarrangement wordt het werkelijke gebruik zodanig grafisch eenvoudig weergeven (met indelingstekeningen, kleurenschema s of foto s), dat de gebruiker zelf tussen de onaangekondigde periodieke controles door RBG, toezicht kan uitoefenen op zijn eigen situatie. Doel hiervan is dat naast de noodzaak van het overleggen van een controledocument aan het bevoegd gezag, ook een stuk bewustzijn bij de gebruiker wordt bewerkstelligd. Bij deze gelijkwaardigheid wordt geadviseerd één keer per jaar een toezichtarrangement uit te voeren. Deze frequentie dient ter goedkeuring aan de gemeente/brandweer te worden voorgelegd. 20160122 115117r02 17

4.4 Brandoverslag berekening 4.4.1 Algemeen Bij branddoorslag trajecten kan alleen met een brandwerendheid invulling worden gegeven aan de eis. Bij brandoverslag trajecten is echter sprake van een afstand tussen bron en doelgevel, waardoor mogelijk met minder of geen gevel brandwerendheid invulling kan worden gegeven aan de betreffende WBDBO-eis. Bij brandoverslag trajecten kan de benodigde brandwerendheid met de volgende formule worden bepaald. Brandwerendheid gevel WBDBO-eis - WBDBO-bijdrage-door-afstand Brandwerendheid doelgevel 4.4.2 Bepaal WBDBO-bijdrage-door-afstand Brandoverslag ontstaat wanneer de warmtestralingsflux ter plaatse van de gevelopeningen van het naast- of tegenovergelegen brandcompartiment hoger is dan 15 kw/m 2 (bij een 60 minuten WBDBO-eis). De WBDBO-bijdrage-door-afstand kan worden bepaald door middel van een brandoverslag berekening, waarbij de warmtestraling op de doelgevels wordt berekend conform de NEN 6060. De maximale warmtestraling voor het betreffende brandoverslag traject wordt bepaald aan de hand van de WBDBO-bijdrage-door-afstand. De WBDBO-bijdrage-door-afstand wordt als volgt bepaald: stralingsflux > 15 kw/m 2 : WBDBO-bijdrage-door-afstand = 0; stralingsflux = 15 kw/m 2 : WBDBO-bijdrage-door-afstand = 60; stralingsflux 9 kw/m 2 : WBDBO-bijdrage-door-afstand = 240; 9 kw/m² < stralingsflux < 15 kw/m 2 : WBDBO-bijdrage-door-afstand = 60 + extra bijdrage Conform Bouwbesluit dient bij trajecten naar andere percelen brandoverslag te worden beoordeeld naar een fictieve spiegelsymmetrische gebouw, ten opzichte van de perceelgrens, het hart van de openbare weg of openbaar groen. 20160122 115117r02 18

4.4.3 Warmtestralingsberekening De warmtestralingsflux ter plaatse van de omliggende brandcompartimenten op hetzelfde perceel en (fictieve) brandcompartimenten op de belendende percelen, is bepaald volgens hoofdstuk 8 van de NEN 6060. Hieronder is de berekende warmtestraling, de resulterende WBDBO-bijdrage-door-afstand en de vereiste brandwerendheid voor de gevels en wanden aangegeven. In bijlage 5 is de volledige berekening weergegeven. Tabel 1 WBDBO-bijdrage-door-afstand Gevel Vrije afstand tot doelgevel Stralingsflux t.p.v. doelgevel Scheidingsoppervlak WBDBObijdragedoorafstand** Vereiste WBDBO Vereiste brandwerend -heid gevel / wand Noordgevel richting hart openbare weg (minimale afstand bepaald) 22 m ±454 m² 4,28 kw/m² 240 min 60 min 0 minuten * Volgens de NEN 6060 moet voor de brandwerendheid van de doelgevel op een ander perceel altijd met 0 minuten worden gerekend. ** te bepalen volgens paragraaf 8.5.5 van de NEN 6060. *** In de bestaande situatie is reeds ±11 m afstand aanwezig tot hart openbare weg. Uit de resultaten uit de voorgaande tabel blijkt een bijdrage door afstand aanwezig is van 240 minuten. Hierdoor hoeven de gevels ten behoeve van brandoverslag naar andere (fictieve) gebouwen niet brandwerend te worden uitgevoerd. Ten behoeve van de inwendige hoek tussen het winkeldeel en het magazijn is wel een 30 minuten brandwerend gevel noodzakelijk. De vereiste brandwerendheden zijn grafisch weergegeven in de brandveiligheidstekeningen in bijlage 2. 4.5 Brandoverslag dak naar opgaande gevel Conform NEN 6068 kan een brandoverslag traject van dak naar opgaande gevel worden berekend. Bij dit project is ter plaatse van het niet brandwerende dak van de supermarkt sprake van een kritisch brandoverslagtraject: De gevels van de sociale ruimten (BC2) op de 1e verdieping kijken uit over het niet brandwerende dak van de Albert Heijn supermarkt (BC1). Daarbij is minder dan de minimaal vereiste 10 m horizontale afstand aanwezig. Hierdoor dienen deze gevels van BC2 inclusief gevelopeningen ten minste 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd, ten behoeve van de 60 minuten WBDBOeis tussen BC1 en BC2. Vanaf het dak van de Dirk van den Broek supermarkt (BC1) en het magazijn van de Dirk van den Broek (BC0) is een gelijksoortig traject aanwezig naar de opgaande gevel op de 1 e verdieping. 20160122 115117r02 19

Ook hiervoor dient het platte dak dat zichtbaar is vanaf bovengelegen gevelopeningen tot op 10 m afstand ten minste 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd om invulling te kunnen geven aan een 60 minuten WBDBO-eis. Zie de tekening in bijlage 2 voor een grafische weergave. 4.6 Celvormige indeling Vanuit NEN 6060 kan een brandwerendheid noodzakelijk zijn voor de scheiding tussen celvormig ingedeelde verblijfsruimten met niet-industriefuncties en de rest van het brandcompartiment. Bij meer dan 500 m² aan celvormig ingedeelde niet-industriefuncties dient dit deel ten minste 30 minuten brandwerend te worden afgescheiden van de rest van het brandcompartiment. Bij meer dan 1.000 m² is een brandwerendheid van 60 minuten vereist en dient dit deel op zich te worden onderverdeeld in delen van niet meer dan 1.000 m² met ten minste 60 minuten brandwerende scheidingen. Deze voorziening is bedoeld om het doorzoeken door de brandweer van vele kleinere ruimten te beperken. Het betreft hier een WBDBO-eis van 30 of 60 minuten, waardoor ook hiervoor brandoverslag moet worden onderzocht en dit in bepaalde situaties een aanvullende constructie brandwerendheid tot gevolg kan hebben. In deze situatie liggen de celvormig ingedeelde ruimten in een ander brandcompartiment en is het bovenstaande derhalve niet van toepassing. 4.7 Draagconstructie, richting brandwerendheid en bepalen WBDBO Als in deze rapportage of de bijbehorende bijlagen een brandwerendheid wordt aangegeven van bijvoorbeeld een wand, dak, vloer, gevel, gevelopening of deel daarvan, dan is dit een brandwerendheid die dient te zijn bepaald conform de NEN 6069 en geldt in beide richtingen (van binnen naar buiten en omgekeerd), tenzij dit anders is aangegeven. Deze brandwerendheid kan gevolgen hebben voor de brandwerendheid van de relevante draagconstructie (ook bij een enkelzijdige brandwerendheid). Geadviseerd wordt de situatie voor te leggen aan de constructeur, zodat er inzicht wordt verkregen in eventuele aanvullende voorzieningen. 20160122 115117r02 20

5 Veilig vluchten 5.1 Maximale loopafstanden Conform Bouwbesluitartikel 2.102 lid 4 mag de maximale gecorrigeerde loopafstand tussen elk punt in een verblijfsruimte of een ruimte in een gebruiksgebied en een subbrandcompartiment uitgang, maximaal 30 m bedragen. Bij een lager aantal toegestane personen, 1 persoon per 12 m² of 1 persoon per 30 m² geldt respectievelijk een maximale gecorrigeerde loopafstand van 45 m en 60 m. Een korte opsomming van de situatie: - Het onderzochte gebouwdeel bestaat uit meerdere brandcompartimenten, waarbij het brandcompartiment van de beide supermarkten bestaat uit meerdere subbrandcompartimenten. - Door het relatief hoge aantal personen in de winkelruimten en de sociale ruimten, dient hier te worden voldaan aan een 30 m maximale loopafstand. In de magazijnen wordt een 45 m loopafstand gehanteerd (minder dan 1 persoon per 12 m²). - In een deel van de beide winkelruimten kan op basis van een vrij indeelbare ruimte niet worden voldaan aan deze 30 m maximale loopafstand. Mogelijk kan er op basis van de werkelijke loopafstand wel worden voldaan aan de 30 m loopafstand. Als de indeling bekend is, dient dit te worden getoetst. Als niet op basis van de werkelijke loopafstand kan worden voldaan dient mogelijk een extra vluchtdeur in de noordgevel te worden gerealiseerd. - Op de 1 e verdieping van de sociale ruimten van de Dirk van den Broek, kan zonder aanvullende voorzieningen niet worden voldaan aan de maximale loopafstand. Hierdoor dient een verkeersruimte achter de bestaande winkels ten minste 30 minuten brandwerend te worden afgescheiden van de overige ruimten in dit brandcompartiment. - De vanaf de 1 e verdieping van de Dirk van den Broek (het trappenhuis) dient als extra beschermde te worden uitgevoerd. Daarnaast dient de aansluitende vluchtgang aan de oostzijde in een apart brandcompartiment te zijn gelegen. Dit in verband met de onafhankelijkheid van de beide s na het verlaten van de extra beschermde. - In de overige gebouwdelen kan op basis van een vrij indeelbare ruimte worden voldaan aan de relevante maximale loopafstand. - Uitgangspunt is dat bij aanwezigheid van personen in de supermarkt, de eventuele rolluiken richting de brede verkeersruimte (tussen de beide supermarkten) allemaal zijn geopend en dat de bezetting in de gang tussen de supermarkten maximaal 1 persoon per 12 m² zal bedragen bij gesloten supermarkten, zodat men tot 45 m mag vluchten naar de buitendeuren in de noordgevel. - Ten behoeve van de loopafstand vanaf de 1 e verdieping van de Albert Heijn (de sociale ruimten) dient een deel van het magazijn vrij te worden gehouden, zodat deze loopafstand niet groter wordt (nu 29,5 m vanuit kantine). Dit vrij te houden deel is grafisch weergegeven in de brandveiligheidstekeningen in bijlage 2. Zie bijlage 2 voor een grafische weergeven van de voorzieningen. 20160122 115117r02 21

5.2 Samenvallende s (ruimtebewaking en rookmelders) Conform Bouwbesluitartikel 6.20 lid 5 dient een ruimte in een te worden voorzien van ruimtebewaking (rookmelders aangesloten op de brandmeldinstallatie) indien: 1. De loopafstand tussen de uitgang van een verblijfsruimte en het punt van waaruit in meer dan één richting kan worden gevlucht meer dan 10 m bedraagt. OF 2. De totale vloeroppervlakte van de ruimten waardoor een enkele voert, alsmede de daarop aangewezen verblijfsruimten meer dan 200 m² bedraagt. OF 3. Het aantal aan de enkele gelegen verblijfsruimten meer dan twee is. Vanaf meerdere verblijfsruimten in BC2 (met name de sociale ruimten op de 1 e verdieping) kan niet direct in twee richtingen worden gevlucht, waardoor meerdere ruimten in dit subbrandcompartiment dienen te worden/zijn voorzien van ruimtebewaking. In bijlage 2 is dit grafisch weergegeven. 5.3 Vluchtdeuren zonder sleutel te openen Alle deuren in een dienen direct geopend te kunnen worden zonder gebruik te maken van bijvoorbeeld een sleutel. Indien deuren worden toegepast die afsluitbaar zijn, wordt geadviseerd om in de vluchtrichting knopcilinders toe te passen bij de betreffende deuren. De bovengenoemde eis geldt ook voor alle deuren in de s vanaf de buitendeuren tot het aansluitende terrein. 5.4 Paniekbalken Conform Bouwbesluit is het noodzakelijk een deur te voorzien van een paniekbalk, indien op die betreffende deur meer dan 100 personen zijn aangewezen. Het aantal personen is per vluchtdeur relatief hoog. Bij een aantal vluchtdeuren vanuit de supermarkten en de hoge verkeersruimte ertussen moeten de deuren worden voorzien van een paniekbalk of gelijkwaardig. Een dergelijke deur dient direct door middel van lichte druk op de deur of een paniekbalk (over de volledige breedte van de deur of deuren) te kunnen worden geopend. De automatische schuifdeuren bij de verkeersruimte tussen de beide supermarkten, dienen ook te voldoen aan de eisen voor een vluchtdeur voorzien van paniekbalk. Door deze automatische schuifdeuren te voorzien een noodstroomvoorzieningen (bijvoorbeeld een accu), blijft deze automatisch openen, waardoor deze voor de vluchtende personen direct over de volledige breedte te openen is. 20160122 115117r02 22

6 Constructieve brandveiligheid 6.1 Draagconstructie brandwerendheden Het beoordeelde gebouwdeel bestaat uit twee naast elkaar gelegen brandcompartimenten. Doordat dit gebouwdeel echter brandtechnisch (en ook bij het veilig vluchten) onafhankelijk is van de rest van het gebouw, mag dit als een onafhankelijk gebouwdeel worden aangemerkt. In dit gebouwdeel is geen vloer gelegen boven de 5,0 m boven meetniveau, waardoor conform Bouwbesluitartikel 2.10 lid 4 in beginsel geen constructie brandwerendheid* is vereist. Wel kunnen eisen van toepassing zijn door de aanwezigheid van WBDBO-eisen. Deze staan hieronder weergegeven. * voorheen bekend onder de definitie van hoofddraagconstructie. 6.2 Draagconstructie ter plaatse van de brandwerende scheiding Het is essentieel dat het mogelijk bezwijken van een brandcompartiment niet zal leiden tot het bezwijken van de brandwerende gevels, wanden en vloerdelen. Dit zal er toe leiden dat de draagconstructie van het gebouw zo moet worden/zijn gerealiseerd dat ook in geval van brand de (sub)brandcompartimentscheidingen gedurende de desbetreffende brandwerendheid zullen moeten standhouden (weergegeven op de brandveiligheidstekeningen). Relevante brandwerendheden In deze situatie is er een aantal wand-, gevel- en vloerdelen aanwezig dat een (sub)brandcompartiment scheiding vormt en hierdoor brandwerend moet worden uitgevoerd. In de brandveiligheidstekening in bijlage 2 is grafisch aangegeven welke brandwerendheden zijn vereist. Het bezwijken van een dak en/of vloer mag daarbij niet leiden tot het bezwijken van de brandwerend constructieonderdeel (bepaald volgens NEN-EN 1990 de daarbij behorende materiaalnormen). Deze situatie is reeds beoordeeld door de constructeur. 6.3 Draagconstructie ten behoeve van s Conform Bouwbesluitartikel 2.10 lid 1 mag een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een voert niet bezwijken binnen 30 minuten bij een brand in een (sub)brandcompartiment, waarin de niet ligt. Bij dit plan is op een aantal plaatsen sprake van een vloer boven een die is gelegen in een ander (sub)brandcompartiment. Door toepassing van de eisen uit paragraaf 6.2 wordt invulling gegeven aan de bovengenoemde eis. 20160122 115117r02 23

7 Brandveiligheidsinstallaties Brandslanghaspels (conform Bouwbesluitartikel 6.28): Het onderzochte gebouw dient conform Bouwbesluitartikel 6.28 te worden voorzien van brandslanghaspels (niveau nieuwbouw). Conform Bouwbesluitartikel 6.28 lid 3 is het maximale bereik van een 30 m brandslanghaspel gelijk aan 30 m plus een worplengte van maximaal 5 m. Een mogelijke projectering van de haspels en eventuele handbrandblussers is weergegeven op de brandveiligheidstekeningen in bijlage 2. Noodverlichting (conform Bouwbesluitartikel 6.3): Doordat de winkelruimte in de supermarkt is bedoeld voor meer dan 75 personen (400 personen per ruimte) dienen deze ruimten inclusief de aansluitende ruimten op de s vanuit de winkelruimten te worden voorzien van noodverlichting. Door de afwezigheid van (extra) beschermde s in het onderzochte gebouwdeel is hierdoor verder alleen noodverlichting vereist in eventuele liftkooien. De verlichtingsinstallatie dient binnen 15 seconden na het uitvallen van de voorziening voor elektriciteit voldoende stroom te genereren dat daarbij over de breedte van de een verlichtingssterkte van minimaal 1 lux aanwezig is. De verlichting dient daarbij minimaal 60 minuten te blijven functioneren. Brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie (conform Bouwbesluitartikel 6.20 en 6.23) Het onderzochte gebouwdeel dient in beginsel conform Bouwbesluit te worden voorzien van een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie van het type niet-automatisch met ruimtebewaking. Dit betekent dat handbrandmelders dienen te zijn/worden geplaatst in combinatie met plaatselijke rookmelders. De ruimten die dienen te worden voorzien van ruimtebewaking zijn weergegeven op de brandveiligheidstekeningen. Een doormelding naar de brandweer is daarbij niet vereist. Vanuit het gelijkwaardigheidsvoortstel uit deze rapportage voor de beheersbaarheid van brand voor BC1 zijn aanvullende voorzieningen vereist: - BC1 en BC2 dient aanvullend op de eisen vanuit Bouwbesluitartikel 6.20 en 6.23 te worden voorzien van een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie met volledige bewaking met doormelding naar een ParticuliereAlarmCentrale. (opmerking: deze voorzieningen zijn grotendeels in de bestaande situatie reeds aanwezig). De installatie dient daarbij te voldoen aan de NEN 2535 en NEN 2575. Voorafgaand aan de realisatie dient hiervoor een Programma van Eisen te worden opgesteld en ter goedkeuring aan de toetsende instantie te worden voorgelegd. 20160122 115117r02 24

Vluchtrouteaanduiding (aanwezigheid conform Bouwbesluitartikel 6.24) RBG De verkeersroutes dienen te worden voorzien van aanduiding conform de NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011. Deze dienen te worden verlicht en te worden aangesloten op een voorziening voor noodstroom als er in deze ruimten noodverlichting is vereist (conform NEN- EN 1838:1999). In de brandveiligheidstekeningen in bijlage 2 is aangegeven waar deze bordjes kunnen worden geplaatst. Het is echter aan de installateur om exact aan te geven welke soort bordjes waar moeten komen te hangen, aangezien de installateur een attest moet overleggen dat installatie conform de normen is geplaatst. 20160122 115117r02 25

8 Materiaaltoepassing In het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan de toepassing van materialen. De constructieonderdelen dienen een volgens de NEN-EN 13501-1 bepaalde maximale bijdrage tot brandvoortplanting te bezitten. Tevens dienen de constructieonderdelen een volgens de NEN-EN 13501-1 bepaalde maximale bijdrage tot rookproductie te bezitten. Hieronder is een overzicht weergegeven van de eisen aan de toe te passen materialen. De volgende eisen zijn van toepassing voor extra beschermde s (niet aanwezig): binnenwanden en plafonds: Brandklasse B; Rookklasse s2; beloopbaar vlak: Brandklasse C fl ; Rookklasse s1 fl ; gevels: Brandklasse B*; Rookklasse niet van toepassing. De volgende eisen zijn van toepassing voor beschermde s (niet aanwezig): binnenwanden en plafonds: Brandklasse D; Rookklasse s2; beloopbaar vlak: Brandklasse D fl ; Rookklasse s1 fl ; gevels: Brandklasse B*; Rookklasse niet van toepassing. De volgende eisen zijn van toepassing voor alle overige ruimten: binnenwanden en plafonds: Brandklasse D; Rookklasse s2; beloopbaar vlak: Brandklasse D fl ; Rookklasse s1 fl ; gevels: Brandklasse B*; Rookklasse niet van toepassing. * Conform de NEN 6068 dient een gevel te voldoen aan brandklasse B. Bovenop de eerder genoemde eisen zijn de volgende aanvullende eisen/uitzonderingen van toepassing: Bij een deur, een raam, een kozijn of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel kan in alle gevallen worden volstaan met een brandklasse D. 20160122 115117r02 26

Op ten hoogste 5 procent van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte zijn de materiaaleisen niet van toepassing. De dakconstructies mogen niet brandgevaarlijk worden uitgevoerd (te bepalen volgens NEN 6063). Doordat géén vloer met een gebruiksgebied is gelegen boven de 5 m (binnen dit gebouwdeel), is de bouwbesluit eis om de gevels tot ten minste 2,5 m hoogte te laten voldoen aan brandklasse B (conform NEN-EN 13501-1), niet van toepassing. Deze eis geldt altijd voor de geveldelen boven de 13 m hoogte. Geadviseerd wordt de leverancier een attest te laten overleggen dat wordt voldaan aan de betreffende bovenstaande eis dan wel eisen. 20160122 115117r02 27

9 Conclusie In opdracht van Altera Vastgoed N.V. is een brandveiligheidsonderzoek uitgevoerd met betrekking tot de verbouw/uitbreiding van de Albert Heijn en Dirk van den Broek supermarkt aan de Markenburg 99 te Hoofddorp. Als de voorzieningen, weergegeven in deze rapportage en aangegeven op de bijbehorende brandveiligheidstekeningen worden getroffen en aan de gestelde eisen wordt voldaan, dan kan een brandveilig gebouwdeel worden gerealiseerd. Geadviseerd wordt de in deze rapportage en op tekening aangegeven wijzigingen c.q. aanvullingen te verwerken in de bij de aanvraag omgevingsvergunning Bouwen en gebruiksmelding in te dienen stukken. Als het bouwplan wordt aangepast, de afstand tot de omliggende perceelgrenzen veranderd, extra gebouwen worden gerealiseerd op hetzelfde perceel, het gebruik afwijkt van hetgeen is beoogd met deze vuurlastberekening of het aantal personen per verblijfsruimte wijzigt dan is het noodzakelijk deze aanpassingen te verwerken in het brandveiligheidsonderzoek. Zoals weergegeven zal in het aansluitende traject het gebouwdeel van de Dirk van den Broek nader worden uitgewerkt. Duiven RBG Adviesbureau voor brandveiligheid 20160122 115117r02 28

Bijlage 1 Beoogde situatie 20160122 115117r02 I

Bezoekadres: Middelburgseweg 1a Postadres: Postbus 37, 2740 AA Waddinxveen Telefoon: 0182-39 43 44 Web: www.toposfields.nl PROJECT OPDRACHT PLANFASE TEKENING GETEKEND verbouw winkelcentrum Toolenburg te Hoofddorp Altera Vastgoed NV bouwaanvraag situatie ib SCHAAL DATUM GEWIJZIGD PROJECTNR TEKENINGNR 1:500 17-11-2015 1423 3.00 3.00

Bijlage 2 Brandveiligheidstekeningen 20160122 115117r02 II

Brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie Het onderzocht gebouwdeel dient conform Bouwbesluit 2012 in beginsel te worden/zijn voorzien van een brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie van het niveau "niet automatisch" met ruimtebewaking, maar zonder doormelding naar de brandweer. Vanuit een bestaande gelijkwaardigheid voor BC3 (ander deel van het winkelcentrum) is een volledige bewaking met doormelding naar de brandweer vereist. Hiervoor zijn in de bestaande situatie reeds rookmelders geplaatst in BC1. Deze installatie dient te worden uitgevoerd conform NEN 2535 en NEN 2575 en voorafgaand aan een aanpassing dient een PvE te worden opgesteld. LEGENDA VOORZIENINGEN BRANDVEILIGHEID De scheidingsconstructie dient te worden uitgevoerd met een brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van ten minste 60 minuten. (conform NEN 6068). Let op: elke brandwerendheid heeft ten minste eenzelfde constructie brandwerenheid tot gevolg. Neem contact op met de constructeur om te bepalen welke gevolgen dit heeft. De scheidingsconstructie dient te worden uitgevoerd met een brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie van ten minste 30 minuten. (conform NEN 6068). Let op: elke brandwerendheid heeft ten minste eenzelfde constructie brandwerenheid tot gevolg. Neem contact op met de constructeur om te bepalen welke gevolgen dit heeft. De scheidingsconstructie van een subbrandcompartiment dient te worden uitgevoerd met een brandwerendheid van ten minste 20 minuten conform Bouwbesluitartikel 2.94 en NEN 6068. Voor deze scheiding hoeft enkel rekening te worden gehouden met de vlamdichtheid, waardoor dit geen constructie brandwerendheid tot gevolg heeft. Een deur op een is bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend gesloten indien die deur tijdens het vluchten, zonder gebruik te moeten maken van een sleutel onmiddellijk over de ten minste vereiste breedte kan worden geopend. In de tekening wordt dit enkel bij de belangrijkste deuren aangegeven. LEGENDA VLUCHTROUTEAANDUIDING, PICTOGRAMMEN Vluchtroute naar beneden conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011 Vluchtroute rechtdoor of naar boven conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011 Veranderingsrichting van de naar rechts conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011 Veranderingsrichting van de naar links conform NEN-EN-ISO 7010 en de NEN 3011 Let op: 1) In ruimten waar noodverlichting is vereist, dienen alle aanduidingen te worden voorzien van noodstroom en deze dienen daarbij ook te voldoen aan de zichtbaarheidseisen van de NEN-EN 1838. 2) Als reeds oudere aanduiding aanwezig is op basis van de NEN 6088, wordt geadviseerd aanduiding conform deze (verouderde) norm ook te gebruiken voor de nieuwe aanduidingsbordjes. Hierdoor worden niet allemaal verschillende bordjes door elkaar gebruikt. Het is formeel niet vereist reeds bestaande NEN 6088 bordjes te vervangen. 3) In de brandveiligheidstekening is aangegeven waar deze bordjes kunnen worden geplaatst. Het is echter aan de installateur om exact aan te geven welke soort bordjes waar moeten komen te hangen, aangezien de installateur een attest moet overleggen dat installatie conform de normen is geplaatst. Uitgangspunten: - Uitgangspunt is dat er geen ruimte in het gebouw aanwezig is met een CV met meer dan 130 kw nominaal vermogen, die NIET in een apart brandcompartiment is ondergebracht. - Er zijn nooit meer personen toegestaan dan aangegeven in de verschillende verblijfsruimten, tenzij uit aanvullend onderzoek blijkt dat meer personen zijn toegestaan. - Doordat er sprake is van een verbouwing dient er conform Bouwbesluit te worden voldaan aan het rechtens verkregen niveau met een WBDBO-eis niet lager dan 30 minuten. Uitgangspunt is dat het rechtens verkregen niveau nagenoeg gelijk is aan niveau bestaande bouw, met een WBDBO-eis van 30 minuten en maximaal 2.000 m² in een brandcompartiment (winkelfunctie). - Een gelijkwaardigheid voor "beheersbaarheid van brand" is beoogd, zie rapportage 115117r02. N.V. Zelfsluitende deur. Ter plaatse van de woningstoegangsdeuren dient een vrijloopdranger te worden gekoppeld aan de betreffende rookmelders van de woningen. De deur dient dezelfde brand- en/of rookwerendheid te bezitten als de scheidingsconstructie waarin deze is opgenomen. De verlichting in deze ruimte dient te worden aangesloten op een voorziening voor noodstroom conform NEN-EN 1838: 1999 Draagbaar blustoestel: 6 kg poederblusser Draagconstructie en richting brandwerendheid Een op tekening aangegeven brandwerendheid betreft een brandwerendheid in beide richtingen (van binnen naar buiten en omgekeerd), tenzij dit anders is aangegeven. Een brandwerendheidseis aan een constructieonderdeel (ook bij een enkelzijdige brandwerendheid) kan indirect een constructiebrandwerendheid tot gevolg hebben. Geadviseerd wordt deze situatie voor te leggen aan de constructeur. Brandslanghaspel, slanglengte maximaal 30 m. Ruimte bewaking Ruimtebewaking (conform NEN 2535 en conform NEN 2575). De exacte projectering binnen de aangegeven ruimten dient te worden bepaald door de installateur. Deze deur voorzien van panieksluiting conform NEN-EN 1125 of deze deur dient door een lichte druk op de deur geopend te kunnen worden of gelijkwaardig. Deze tekeningenset maakt onderdeel uit van rapportage 115117r02, neem altijd deze rapportage ter hand bij het bekijken van deze tekeningen. ADRES: Zilverschoon 18 6922 GV Duiven TELEFOON: 0316 84 40 80 Winkelcentrum Toolenburg, Hoofddorp Legenda (sub) brandcompartimentering Voorzieningen brandveiligheid E-MAIL: INTERNET: info@rbg-bv.nl www.rbg-bv.nl PROJECTNUMMER OPDRACHTGEVER DATUM 115117t07 Altera Vastgoed N.V. 22-01-2016 GETEKEND J. Otter BLADEN 1 VAN 5