Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

Transcriptie

1 Brandveiligheidsadvies Stadhuis Maastricht

2 Opdrachtgever: Gemeente Maastricht Dhr. K. Hermkens Postbus BZ Maastricht Betreft: Projectnummer: Brandveiligheidsadvies Stadhuis LG Document datum: 7 maart 2016 Adviseur: GBB BV Lindenplein EP Maastricht T E info@gbbmaastricht.nl Contactpersoon adviseur: mevr. L. Gelissen Advies 2

3 Inhoud 1 inleiding beoordeling bouwbesluit brandcompartimentering vluchten materiaalgebruik blusmiddelen en brandweerlift noodverlichting en vluchtrouteaanduiding brandmeldinstallatie: fotorapportage opname Stadhuis Maastricht bevindingen ter plaatse van (mogelijke) brandscheidingen Advies 3

4 1 inleiding GBB is benaderd om het bestaande stadhuis op te nemen en te beoordelen of voldaan wordt aan de eisen voor wat betreft de brandveiligheid t.o.v. het Bouwbesluit 2012 en aan te geven welke voorzieningen hiertoe eventueel getroffen dienen te worden. Gezien de leeftijd van het gebouw wordt ervan uitgegaan dat sprake is van een rechtens verkregen niveau welke gelijk ofwel lager ligt dan het niveau voor bestaande bouw. Beoordeling vindt derhalve plaats op basis van de bestaande bouw eisen. foto a: situatie Stadhuis Maastricht Advies 4

5 2 beoordeling bouwbesluit 2.1 brandcompartimentering Omvang brandcompartiment Een besloten ruimte moet in een brandcompartiment liggen. De maximale omvang van een brandcompartiment mag m² bedragen (eisen bijeenkomst- en kantoorfunctie). Hieraan kan voldaan worden indien het gebouw onderverdeeld kan worden in drie brandcompartimenten: 1. Kelder en begane grond 2. 1 e en 2 e verdieping 3. Zolder Ten aanzien van de nodige brandscheidingen worden nog diverse tekortkomingen geconstateerd, deze worden behandeld in hoofdstuk 3. Met name de brandscheiding tussen de begane grond en de 1 e verdieping ontbreekt. Indien de realisatie van een brandscheiding tussen de begane grond en 1 e verdieping niet mogelijk/wenselijk is, kan gelijkwaardigheid als alternatieve methode worden beschouwd. Dit dient echter wel in overleg met het bevoegd gezag te gebeuren. Het overschrijden van de maximale omvang van een brandcompartiment (2.370 m²) is volgens GBB te aanvaarden gelet op de aanwezigheid van een brandmeldinstallatie met omvang volledige bewaking en doormelding naar de RAC. Aanvullende motivering is de monumentale status van het gebouw en de grote afstand tussen het stadhuis en de omliggende gebouwen waardoor geen brandoverslag kan optreden. In dit geval vervallen de tekortkomingen op foto s 6 t/m. 9 uit hoofdstuk 3. Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) De basiseis voor de weerstand tegen brandoverslag en branddoorslag (WBDBO) tussen een brandcompartiment en een ander brandcompartiment en een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert bedraagt minimaal 20 minuten. De WBDBO tussen twee subbrandcompartimenten dient ten minste 20 minuten, uitsluitend beoordeeld op het criterium vlamdichtheid met betrekking op de afdichting, te bedragen. In hoofdstuk 3 worden de tekortkomingen aan de brandscheidingen omschreven. Overige eisen brandcompartimentering In een inwendige scheidingsconstructie, gelegen in een (sub)brandcompartimentgrens, dient elk beweegbaar constructie-onderdeel zelfsluitend uitgevoerd te worden. Deze eis geldt niet voor zover het een brandwerend constructie-onderdeel betreft welke is gelegen in een buitengevel. Technische ruimten > 100 m 2 of met een opgesteld nominaal vermogen groter dan 160 kw dienen in een apart brandcompartiment te zijn gelegen. Ter plaatse van de kelder is de stookruimte als separaat brandcompartiment afgescheiden aangezien het opgesteld nominaal vermogen 340 kw bedraagt. Advies 5

6 Kelder Begane grond 1 e verdieping 2 e verdieping RENVOOI: Zolder Brandscheiding 20 min WBDBO (rechtens verkregen niveau) t.p.v kelder/zolder Brandscheiding 20 min WBDBO (rechtens verkregen niveau) t.p.v begane grond/1 e verdieping Let op! Bij aanpassingen aan de brandscheidingen moeten deze uitgevoerd worden met een wbdbo van 30 minuten i.p.v. 20 (zie verbouw-eis Artikel 2.85) figuur 1: plattegronden kelder, begane grond, 1 e / 2 e verdieping en zolder Advies 6

7 2.2 vluchten Loopafstanden/subbrandcompartimenterting Vanuit elk punt van een vloer bestemd voor personen, moet een vluchtroute beginnen die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg. Het is aan te raden om in het kader van de ontvluchting de loopafstanden welke van directe invloed zijn op de veilige ontvluchting van personen te beperken tot 30 m, de eis bij nieuwbouw. Echter kan in onderhavig gebouw niet voldaan worden aan het kwaliteitsniveau nieuwbouw maar wel ruimschoots aan de eisen bij bestaande bouw. Primair geldt dat de loopafstand vanuit elk punt in een gebruiksgebied naar de uitgang van het (sub)brandcompartiment of aanliggende terrein maximaal 60 meter (bijeenkomstfunctie) mag bedragen. Controle heeft uitgewezen dat binnen de maximale loopafstand het (sub)brandcompartiment of het aanliggend terrein kan bereikt worden. Uitvoering vluchtwegen Bouwbesluit bestaande bouw kent tevens de voorwaarden dat de vrije doorgang van een vluchtroute tenminste 500 mm breed moet zijn en de hoogte minimaal 1700 mm. Anders is dit voor een trap waarover een vluchtroute voert. Deze dient tenminste 700 mm breed te zijn en moet een minimale vrije hoogte van 1900 mm bevatten. Mede gelet op het rechtens verkregen niveau en de mogelijkheid die de gemeente heeft om met gebruikmaking van artikel 13 van de Woningwet aanvullende eisen te stellen, wordt ook hier geadviseerd een hoger niveau aan te houden, namelijk een minimale vluchtbreedte van 800 mm, waarboven een minimale hoogte aanwezig van minimaal 2100 mm. In de huidige situatie voldoen de vluchtwegen aan deze criteria. Uitvoering vluchtdeuren Een automatisch werkende deur en/of een voorziening voor toegangscontrole in een vluchtroute mogen het vluchten niet belemmeren. Een voorziening voor toegangscontrole moet in geval van spanningsverlies en/of brandmelding ontgrendeld worden. Als er mensen in een gebouw aanwezig zijn, dan mogen deuren die bij het vluchten een rol spelen niet op slot zijn, zodat het niet noodzakelijk is een sleutel te gebruiken om het pand te kunnen verlaten. Onder sleutel wordt hier niet alleen een bij een slot behorende sleutel bedoeld maar elk ander los voorwerp dat nodig kan zijn om een deur bij brand over de vereiste breedte te openen. Een zogenoemde knopcilinder is dus wel toegestaan. Doorstroomcapaciteit vluchtdeuren De doorstroomcapaciteit van de vluchtwegen moet zodanig zijn dat de aanwezige personen (theoretisch) binnen 1 minuut na aanvang van vluchten het (sub)brandcompartiment kunnen verlaten. Conform de ministeriële regeling dienen de in tabel 1 weergegeven doorstroomcapaciteiten te worden aangehouden. Advies 7

8 Type doorgang Ruimten Trappen Deuren Hoogteverschil < 1 m Hoogteverschil > 1m Deuren met draairichting tegen de vluchtrichting in Dubbele deur of vergelijkbaar met maximale openingshoek < 135 graden Enkele deur of vergelijkbaar met maximale openingshoek < 135 graden Overige doorgangen Doorstroomcapaciteit* 90 personen/m 1 /minuut 90 personen/m 1 /minuut 45 personen/m 1 /minuut 37 personen per deur 90 personen/m 1 /minuut 110 personen/m 1 /minuut 135 personen/m 1 /minuut * Let op! Uitgegaan dient te worden van de (netto) vrije breedte (ofwel doorgang). Zo kan het zijn dat deurklinken een nadelig effect hebben op de capaciteit van een ruimte bij deuren met een openingshoek van om en nabij de 90 graden!! tabel 1: Doorstroomcapaciteiten Gelet op de doorstroomcapaciteit van de vluchtdeuren ter plaatse van de centrale hal kan de beoogde bezetting van 455 personen op basis van de rekenregels niet tijdig het gebouw verlaten. Aanvullend wordt geen gelijktijdig gebruik van de centrale hal en de raadzaal (150 personen) toegelaten. In deze situatie is echter sprake van een gebouw met zeer hoge plafonds en lage vuurlast. In de praktijk zal daardoor gedurende een langere periode een veilige ontvluchting mogelijk zijn. Middels meer uitgebreide rekenmethodes waarbij, in tegenstelling tot de standaardmethode uit het Bouwbesluit, rekening gehouden wordt met gebouweigenschappen welke positief bijdragen tot de ontvluchting zou alsnog aangetoond kunnen worden dat ook bij grotere personenaantallen sprake is van een veilige ontvluchting. Advies 8

9 2.3 materiaalgebruik De gebruikte materialen in alle ruimten moeten ten minste te voldoen aan brandklasse 4 conform NEN 6065 en mogen een rookproductie hebben bepaald volgens NEN 6066 van ten hoogste 10 m -1 (= basiseis). Voor de bovenzijde van een vloer, een trap of een hellingbaan die grenst aan de binnenlucht geldt de es van een volgens NEN 1775 bepaalde bijdrage tot brandvoortplanting van klasse T3 en een rookproductie met een volgens NEN 6066 bepaalde rookdichtheid van ten hoogste 10 m -1. 5% van de oppervlakken hoeft niet aan de bovenstaande eis te voldoen. Bij de beoordeling is gebleken dat aan bovenstaande eisen wordt voldaan. Er zijn immers slechts steenachtige materialen toegepast. foto s b & c: gebruik steenachtige materialen als interieur Exterieur De materialen waaruit de buitenzijde van de gevel, inclusief ramen, deuren en kozijnen, bestaat moeten ten minste voldoen aan brandklasse 4 bepaald cf. NEN 6065 (basiseis). Getuige foto d wordt aan bovenstaande eis voldaan gelet op de aanwezigheid van steenachtige materialen in de gevel. foto d: steenachtige materialen als exterieur (excl. deuren en kozijnen) Advies 9

10 2.4 blusmiddelen en brandweerlift Droge blusleiding (cf. NEN 1594): Een droge blusleiding is niet noodzakelijk op basis van het hoogtecriterium. Immers de hoogst gelegen vloer van een verblijfsgebied ligt lager dan 20 meter boven meetniveau. Brandslanghaspels en draagbare blusmiddelen: Voor nieuw te bouwen gebouw met kantoor- en bijeenkomstfuncties met een gebruiksoppervlakte dat groter is dan 500 m 2 is de aanwezigheid van brandslanghaspels vereist. Bij bestaande bouw is deze eis echter niet van toepassing, echter zijn in het pand brandslanghaspels en draagbare blusmiddelen aanwezig (zie bijlage B) waarvoor geldt dat deze gehandhaafd en onderhouden moeten blijven. Brandweerlift: Een brandweerlift is niet noodzakelijk, daar geen vloer hoger ligt dan 20 meter boven meetniveau. 2.5 noodverlichting en vluchtrouteaanduiding Noodverlichting Een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, moet zijn voorzien van noodverlichting. Concreet betekent dit dat de Raadzaal en de vluchtroute vanuit deze zaal voorzien moet zijn van noodverlichting. Vluchtrouteaanduiding (cf. NEN 6088): Een ruimte waardoor een verkeersroute voert alsmede een ruimte voor meer dan 50 personen (hier niet aanwezig) moet(en) voorzien zijn van vluchtrouteaanduiding (NEN 6088). Controle heeft uitgewezen dat vanuit deze ruimten vluchtrouteaanduiding aanwezig is. De vluchtrouteaanduiding moet voldoen aan de zichtbaarheidseisen van NEN-EN 1838 (artikelen 5.2 tot en met 5.6). De vluchtrouteaanduiding dient op een duidelijk waarneembare plaats aangebracht te worden. In bijlage A is de locatie van de momenteel aanwezige vluchtrouteaanduiding weergegeven. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen. Advies 10

11 2.6 brandmeldinstallatie: Als gevolg van het tweeledige gebruik van meerdere ruimten (zowel kantoor als vergaderruimten) is de totale gebruiksoppervlakte aan bijeenkomstfuncties groter dan m². Getuige tabel 2 dient in het gebouw vervolgens een brandmeldinstallatie met omvang gedeeltelijke bewaking cf. NEN 2535 aanwezig te zijn en dient een inspectiecertificaat op basis van het CCV-inspectieschema Brandmeldinstallatie afgegeven te worden. tabel 2: brandmeldinstallatie (artikel 6.20 Bouwbesluit 2012) Daar een brandmeldinstallatie vereist is, dient tevens een ontruimingsplan opgesteld te worden. Naast een brandmeldinstallatie conform NEN 2535 dient eveneens voorzien te worden in een ontruimingsalarminstallatie conform NEN In de huidige situatie is geconstateerd dat een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie met volledige bewaking met doormelding naar de RAC aanwezig is. Conform PvE (Programma van Eisen) is hiervoor gekozen in verband met het groot aantal samenvallende vluchtwegen en de monumentale status van het gebouw. De brandmeldinstallatie moet volgens het PvE gecertificeerd worden op basis van het CCV-inspectiecertificaat Brandmeldinstallaties, derhalve akkoord. Aanvullend is ter plaatse van de monumentale koepel in de centrale hal een aspiratiesysteem voorzien waardoor uiterst snelle detectie mogelijk is. Voor verdere informatie m.b.t tot de installatie wordt verwezen naar het PvE. Advies 11

12 3 fotorapportage opname Stadhuis Maastricht 3.1 bevindingen ter plaatse van (mogelijke) brandscheidingen In bijlage A zijn de locaties van onderstaande foto s weergegeven. foto s 1 & 2: Diverse doorvoeringen door een steenachtige wand. De sparing rondom de leidingen is onvoldoende afgewerkt middels een brandwerende plaat en de doorvoeringen zijn niet voorzien van endotherme coating. foto 3: Toegangsdeur van de stookruimte (separaat brandcompartiment): Deurconstructie (uit staal) is voldoende brandwerend. Controle heeft uitgewezen dat de zelfsluitendheid van de deur middels deurdranger akkoord was. Advies 12

13 foto s 4 & 5: Diverse doorvoeringen zijn onvoldoende brandwerend afgewerkt. foto s 6-8: De lift is voorzien van twee liftdeuren op de begane grond. Productcertificaat moet uitwijzen of de liftdeur (merk Sematic) op foto 6 en 7 enige brandwerendheid bezit. Echter door het niet voldoen van de andere liftdeur (foto 18) door het ontbreken van brandwerend beglazing is de liftschacht niet brandwerend afgescheiden van de andere bouwlagen. Geadviseerd wordt om ter plaatse van de begane grond een brandwerend scherm te voorzien ( WBDBO 30 minuten) aangezien het volledig vervangen van de lift als een niet reëel uitgangspunt wordt aanzien. Advies 13

14 foto 9: Deurconstructies, welke hoogstwaarschijnlijk brandwerend waren uitgevoerd, zijn ter plaatse van de 1 e verdieping verwijderd naar aanleiding van de ontvluchting (tegen de vluchtrichting draaiende deuren). Als gevolg horen de kelder en de begane grond tot hetzelfde brandcompartiment als de 1 e en 2 e verdieping waardoor de maximale omvang van een brandcompartiment (Bouwbesluit 2012 bestaande bouw) overschreden wordt. foto 10: Toegangsdeur tot de zolderruimte is nagenoeg voldoende brandwerend echter moet de deurdranger bijgesteld worden om de zelfsluitendheid te garanderen. Advies 14

15 foto 11: Verschillende luchtkanalen voeren vanuit de zolderruimte richting de raadzaal. Dit bestaand ventilatiesysteem wordt tijdens de renovatie vervangen. De nieuwe luchtkanalen richting de raadzaal dienen brandwerend te worden uitgevoerd cf. de verwerkingsvoorschriften. foto 12: Doorvoering van luchtkanalen (afzuiging) richting de toiletten is niet brandwerend uitgevoerd ter plaatse van de zolder(vloer). Geadviseerd wordt om brandwerende voorzieningen te treffen in de afzuigroosters (zie opmerkingen foto s 13 en 14). Advies 15

16 foto 13 & 14: Afzuigroosters in de wand en het plafond van de toiletruimten. De afzuigunit is voorzien op zolder. De ventilatieroosters dienen bijgevolg brandwerend te zijn. Roosters dienen vervangen te worden door een brandventiel of vlinderklep (zie foto s 15 en 16). foto 15 & 16: Voorbeeld van een brandwerend ventiel en een vlinderklep. Advies 16

17 Bijlage A Plattegronden aanduiding foto s Advies 17

18

19 6/7 8

20 9 9

21 13/14

22

23 Bijlage B brandveiligheidsvoorzieningen Advies 18

24 Brandveiligheidsconcept Bij verschillen tussen aangegeven voorzieningen op deze tekening en overige tekeningen is deze tekening leidend Het gebouw wordt voorzien van een automatische brandmeldinstallatie cf. NEN 2535 en ontruimingsalarminstallatie cf. NEN 2575 in combinatie met een ASD-systeem in de hal (t.p.v. de koepel) min WBDBO (rechtensverkregen niveau) zelfsluitendheid $ draagbaar blusmiddel brandslanghaspel slow-whoop $ panieksluiting nevenpaneel brandmeldcentrale vluchtrouteaanduiding noodverlichting Object: Stadshuis Maastricht Kantoor/bijeenkomstfunctie Adres: Markt 78 Datum: Versie: Schaal: 23/02/2016 1/200 GBB B.V. Lindenplein EP MAASTRICHT $ handbrandmelder

25 $ Brandveiligheidsconcept Bij verschillen tussen aangegeven voorzieningen op deze tekening en overige tekeningen is deze tekening leidend Het gebouw wordt voorzien van een automatische brandmeldinstallatie cf. NEN 2535 en ontruimingsalarminstallatie cf. NEN 2575 in combinatie met een ASD-systeem in de hal (t.p.v. de koepel) min WBDBO (rechtensverkregen niveau) zelfsluitendheid handbrandmelder draagbaar blusmiddel brandslanghaspel slow-whoop $ panieksluiting nevenpaneel brandmeldcentrale vluchtrouteaanduiding $ noodverlichting Object: Stadshuis Maastricht Kantoor/bijeenkomstfunctie Adres: Markt 78 Datum: Versie: Schaal: 23/02/2016 1/200 GBB B.V. Lindenplein EP MAASTRICHT

26 Brandveiligheidsconcept Bij verschillen tussen aangegeven voorzieningen op deze tekening en overige tekeningen is deze tekening leidend Het gebouw wordt voorzien van een automatische brandmeldinstallatie cf. NEN 2535 en ontruimingsalarminstallatie cf. NEN 2575 in combinatie met een ASD-systeem in de hal (t.p.v. de koepel) tot. L: 53.0 m min WBDBO (rechtensverkregen niveau) zelfsluitendheid draagbaar blusmiddel handbrandmelder brandslanghaspel slow-whoop $ panieksluiting nevenpaneel brandmeldcentrale vluchtrouteaanduiding noodverlichting $ Object: Stadshuis Maastricht Kantoor/bijeenkomstfunctie Adres: Markt 78 Datum: Versie: Schaal: 23/02/2016 1/200 GBB B.V. Lindenplein EP MAASTRICHT

27 Brandveiligheidsconcept Bij verschillen tussen aangegeven voorzieningen op deze tekening en overige tekeningen is deze tekening leidend $ $ Het gebouw wordt voorzien van een automatische brandmeldinstallatie cf. NEN 2535 en ontruimingsalarminstallatie cf. NEN 2575 in combinatie met een ASD-systeem in de hal (t.p.v. de koepel) tot. L: 53.0 m min WBDBO (rechtensverkregen niveau) zelfsluitendheid handbrandmelder draagbaar blusmiddel brandslanghaspel slow-whoop $ panieksluiting nevenpaneel brandmeldcentrale noodverlichting Object: Stadshuis Maastricht Kantoor/bijeenkomstfunctie Adres: Markt 78 Datum: Versie: Schaal: 23/02/2016 1/200 GBB B.V. Lindenplein EP MAASTRICHT $ $ vluchtrouteaanduiding

28 Brandveiligheidsconcept Bij verschillen tussen aangegeven voorzieningen op deze tekening en overige tekeningen is deze tekening leidend Het gebouw wordt voorzien van een automatische brandmeldinstallatie cf. NEN 2535 en ontruimingsalarminstallatie cf. NEN 2575 in combinatie met een ASD-systeem in de hal (t.p.v. de koepel) min WBDBO (rechtensverkregen niveau) zelfsluitendheid handbrandmelder draagbaar blusmiddel brandslanghaspel slow-whoop $ panieksluiting nevenpaneel brandmeldcentrale vluchtrouteaanduiding noodverlichting Object: Stadshuis Maastricht Kantoor/bijeenkomstfunctie Adres: Markt 78 Datum: Versie: Schaal: 23/02/2016 1/200 GBB B.V. Lindenplein EP MAASTRICHT