Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

Transcriptie

1 ADVIES Brandveiligheid Opdrachtgever: Ravestein Bouwmanagement B.V. Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold Architect: Kolpa Architecten B.V. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck Project: Projectnummer: 16.02/1261 Auteur: ing. G.J.M. Kragting Datum: 23 februari april 2016, rev. 1 Buro BOV Bouwregelgeving Ondersteuning & Vergunningen Postbus AR Etten-Leur T (076) I E info@bov.nl Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden Wabo

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Beschrijving project Gebruikte tekeningen Uitgangspunten Samenvatting en conclusies Constructies Brandcompartimentering Subbrandcompartimentering Vluchten Installaties brandveiligheid Verkeersruimtes en gemeenschappelijke ruimtes Ruimten en constructies binnen de gebruiksfuncties... 8 Buro BOV - Postbus AR Etten-Leur pagina 2

3 1. Inleiding Het project is globaal getoetst aan de nieuwbouw-eisen met betrekking tot brandveiligheid van het Bouwbesluit Bij de toetsing aan de nieuwbouw-eisen van het Bouwbesluit 2012 is er gekeken naar hoofdzaken als brandcompartimentering, rookcompartimentering, vluchten en ruimte-indeling; zaken die van grote invloed kunnen zijn op het ontwerp. Per onderdeel is kort aangegeven hoe te voldoen aan de regelgeving, zodat daar bij verdere ontwerpbeslissingen rekening mee kan worden gehouden. Daar waar de definitie dienstverlening is gebruikt, wordt een gebruiksfunctie bedoeld die in beginsel gelijk gesteld is aan de winkelfunctie. 2. Beschrijving project Het project betreft het bouwen van een multifunctioneel gebouw bestaande uit een commerciële plint met bergingen ten behoeve van de appartementen verdeeld over de begane grond en de entresol en appartementen verdeeld over de 1 e tot en met 17 e verdieping. Het hoogste verblijfsgebied (op de bovenste woonlaag) van de woningen ligt op meer dan 50 meter boven het meetniveau en de begane grond ligt op het meetniveau (peil=0). De volgende uitgangspunten met betrekking tot de aanwezige gebruiksfuncties zijn gehanteerd: Commerciële plint Dienstverlening en bijeenkomstfunctie, overige gebruiksfunctie: andere overige gebruiksfunctie. Wonen Woonfunctie: woonfunctie gelegen in een woongebouw. situatie 3. Gebruikte tekeningen Dit onderzoek is gebaseerd op het Voorlopig Ontwerp Betatoren, Leiden, te weten: - situatie en ontsluiting - begane grond - entresol / bergingen - standaard plattegrond onderbouw, 1 e t/m 8 e verdieping - standaard plattegrond toren, 9 e t/m 17 e verdieping Buro BOV - Postbus AR Etten-Leur pagina 3

4 - gevelbeeld profiel - gevelaanzichten - 4 bladen met impressies. Allen gedateerd d.d Uitgangspunten Voor de brandveiligheidseisen wordt uitgegaan van het Bouwbesluit 2012, nieuwbouw hoofdstuk 2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid, hoofdstuk 6 Voorschriften inzake installaties. Hoofdstuk 7 Voorschriften inzake het gebruik van bouwwerken valt buiten dit advies. De voorschriften voor brandveiligheid zijn gekoppeld aan de gebruiksfunctie(s) van een gebouw. De zwaarte van een voorschrift wordt veelal bepaald door het aantal aanwezige personen in een ruimte en/of in het gebouw. De aanvrager van de Omgevingsvergunning bepaalt zelf het aantal aanwezige personen. Het Bouwbesluit 2012 stelt in artikel 1.2 wel een minimum aantal aan te houden personen per gebruiksfunctie. Onderstaand is aangegeven van welke gebruiksfuncties en van welk aantal personen is uitgegaan. Gebouwdeel / gebruiksfunctie aantal personen Commerciële ruimte begane grond; dienstverlening + bijeenkomstfunctie: personen Bergingen (47 st.) begane grond; overige gebruiksfunctie: 1 persoon per 30 m 2 Bergingen (88 st.) entresol; overige gebruiksfunctie: 1 persoon per 30 m 2 Woningen 1 e t/m 17 e verdieping; woonfunctie: géén eisen gevelbeeld 5. Samenvatting en conclusies Uit onderstaande globale toetsing blijkt dat er (in hoofdlijnen) voldaan wordt aan de nieuwbouw-eisen met betrekking tot brandveiligheid van het Bouwbesluit Het is aan te bevelen het project in een later stadium nogmaals te beoordelen (of eventueel getoetst aan het Bouwbesluit 2012 in te dienen bij de aan te vragen Omgevingsvergunning). Etten-Leur, 23 februari 2016 Buro BOV ing. G.J.M. Kragting Buro BOV - Postbus AR Etten-Leur pagina 4

5 6. Constructies Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de draagconstructie van een gebouw, te weten: - een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten - een bouwconstructie bezwijkt niet binnen 120 minuten (vloer hoger dan 13 m boven het meetniveau). De concrete uitwerking van de verschillende brandwerende draagconstructies valt onder de verantwoordelijkheid van de constructeur. De genoemde 120 minuten is (in dit geval) niet te reduceren. Daarnaast dienen constructie-onderdelen te voldoen aan de volgende brand- en rookklassen: Constructieonderdeel brandklasse rookklasse Buitengevel tot 2,5 m hoogte: B Buitengevel vanaf 2,5 m hoogte: D Deuren, ramen en overeenkomstig: D Constructieonderdelen gemeenschappelijke verkeersruimten binnen: B s2 Constructieonderdelen overig binnenzijde: D s2 Vloeren, trappen gemeenschappelijke verkeersruimten: Cfl s1fl Vloeren, trappen overig: Dfl s1fl 7. Brandcompartimentering De aanwezige gebruiksfuncties moeten zijn ingedeeld in brandcompartimenten van maximaal 1000 m². WBD-eisen Voor uitwendige scheidingsconstructies geldt dat als de warmtestralingsflux vanuit een niet brandwerende gevelopening naar het observatievlak overal minder dan 15 kw/m² bedraagt, de kans op brandoverslag nihil is zodat brandwerende voorzieningen achterwege kunnen blijven. De warmtestralingsflux wordt grotendeels bepaald door de afstand tussen twee niet brandwerende gevelopeningen (spiegelsymmetrie) van de te beschouwen brandcompartimenten. De kleinste afstand tot de perceelgrens en/of het hart van de openbare weg (of het openbare water) bedraagt circa 12 m. Deze afstand is voldoende groot om te mogen aannemen dat er geen brandoverslag ten gevolge van warmtestraling (als gevolg van spiegelsymmetrie) kan optreden. Algemeen Technische ruimten groter dan 150 m² of voorzien van een stooktoestel met een capaciteit van meer dan 130 kw dienen in een afzonderlijk brandcompartiment te liggen. Commerciële plint Brandcompartiment maximaal 1000 m²; uit de tekeningen is af te leiden dat dit ook als zodanig kan worden uitgevoerd. De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van de brandwerende scheidingsconstructies moet daarbij in principe ten minste 60 minuten zijn. Wonen Ieder appartement dient een separaat (sub)brandcompartiment te vormen. De gemeenschappelijke verkeersruimten vormen een extra beschermde vluchtroute als er minder dan 150 personen op zijn aangewezen. Zijn er meer dan 150 personen op aangewezen dan is er sprake van een veiligheidsvluchtroute. In dat geval dient er een rooksluis van ten minste 2 m breedte (diepte) te worden voorzien voor de trappenhuizen. De breedte van de trap dient dan ten minste 1,2 m te zijn. De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van de brandwerende scheidingsconstructies moet daarbij in principe ten minste 60 minuten zijn. De WBDBO tussen de woonfuncties en de aangrenzende extra beschermde vluchtroute dient echter te worden uitgevoerd met een WBDBO 30, waarbij de woningtoegangsdeuren niet zelfsluitend hoeven te worden uitgevoerd. Aandachtspunt is een eventuele verticale brandoverslag via de kozijnen in de gevel. Wellicht dient door middel van een berekening overeenkomstig NEN 6068 aangetoond te worden of er aanvullende maatregelen getroffen dienen te worden om brandoverslag te voorkomen. Vooralsnog is een dergelijke berekening niet gemaakt omdat: - eventuele voorzieningen eenvoudig zijn toe te passen in de borstweringen onder de betreffende kozijnen Buro BOV - Postbus AR Etten-Leur pagina 5

6 - de kans op brandoverslag gering is (vanwege de verspringende balkonindelingen) - in een later stadium de door te rekenen scenario s beter zijn vast te stellen. Horizontale brandoverslag is op basis van het ontwerp, al dan niet na het (eventueel) verbreden van de diverse tussenpenanten, nagenoeg uit te sluiten. Indeling compartimenten In hoofdlijnen is deze indeling als volgt: - het (wokkel)trappenhuis is een extra beschermde vluchtroute die buiten de (sub)brandcompartimenten ligt - elk appartement is een separaat (sub)brandcompartiment - de bergingen (incl. technische ruimte) op de begane grond en het entresol vormen elk een separaat brandcompartiment - als de technische ruimte een stooktoestel heeft met een capaciteit van meer dan 130 kw, dan dient de technische ruimte een separaat brandcompartiment te zijn; zo niet dan kan de technische ruimte worden toegevoegd aan de bergingen op de begane grond - alternatief: de technische ruimte vormt een brandcompartiment en de bergingen (begane grond en entresol te samen) vormen een brandcompartiment - de commerciële ruimte ligt in een brandcompartiment (ook indien opgedeeld in meerdere ruimten). Elk afzonderlijk brandcompartiment is kleiner dan 1000 m² en voldoet zodoende aan de prestatie-eis vanuit het Bouwbesluit Subbrandcompartimentering Ieder appartement dient, naast de eis dat ze een separaat brandcompartiment dienen te vormen, tevens een separaat subbrandcompartiment én beschermd subbrandcompartiment te vormen. De eisen met betrekking tot WBDBO blijven van kracht zoals deze gelden als benoemd in hoofdstuk 7 Brandcompartimentering. WBDBO-eisen Om een brand beheersbaar te houden, stelt het Bouwbesluit 2012 vaste WBDBO-eisen aan de grenzen van brandcompartimenten. Onderstaand zijn deze eisen per type inwendige scheidingsconstructies weergegeven: Van compartiment naar compartiment WBDBO richting WBDBO Appartementen appartementen: 60 min. 2 richtingen Appartementen extra beschermde vluchtroute: 30 min. 1 richting (als genoemd) Commerciële ruimte(n) appartementen: 60 min. 2 richtingen Bergingen appartementen: 60 min. 2 richtingen Commerciële ruimte(n) extra beschermde vluchtroute: 60 min. 1 richting (als genoemd) Voor inwendige scheidingsconstructies resulteert de WBDBO-eis rechtstreeks in een bouwkundige brandwerendheid. Dit betekent dat bij een WBDBO-eis van 60 minuten, de scheidingsconstructie ook 60 minuten brandwerend moet worden uitgevoerd. Schachten in appartementen vormen een verbinding tussen verschillende brandcompartimenten en moeten daarom brandwerend worden uitgevoerd. Dit geldt tevens voor doorvoeringen in de schachtwanden; dit kan door middel van brandmanchetten, brandkleppen, enz. De brandscheiding kan daarbij in de wand of in de vloer van de schachten worden gerealiseerd. Geadviseerd wordt om de wanden uit te voeren met een brandwerendheid van 60 minuten in één richting; van appartement naar schacht. Deuren en ramen in inwendige scheidingsconstructies moeten zelfsluitend zijn. De toets aan de vluchtveiligheid toont aan dat met bovenstaande indeling in subbrandcompartimenten aan de prestatie-eis vanuit het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan. Buro BOV - Postbus AR Etten-Leur pagina 6

7 9. Vluchten Lengte van de vluchtroute Vanaf elk willekeurig punt vanuit een ruimte bestemd voor personen start een vluchtroute die uiteindelijk naar het aansluitende terrein en de openbare weg dient te leiden. De maximale loopafstand vanaf dat willekeurig punt naar de uitgang van een (sub)brandcompartiment mag maximaal 30 m bedragen waarbij de afstand door het gebruiksgebied met 1,5 (correctie) vermenigvuldigd dient te worden. Bij niet nader ingedeelde gebruiksgebieden (bijvoorbeeld de commerciële ruimte) geldt een loopafstand van 30 m (zonder correctie). Met uitzondering van de woonfunctie mag bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 12 m² de loopafstand worden verhoogd naar 45 m. Voor de dienstverlening en overige gebruiksfunctie geldt zelfs dat bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 30 m² de loopafstand 60 m mag bedragen. Vanaf hier begint een beschermde vluchtroute: het buiten een (sub)brandcompartiment gelegen gedeelte van een vluchtroute die uitsluitend door verkeersruimten voert. Capaciteit van de vluchtroute Als meer dan 38 personen zijn aangewezen op de vluchtroute verandert vanaf dat moment de status van een beschermde vluchtroute in extra beschermde vluchtroute: het buiten een brandcompartiment gelegen gedeelte van een beschermde vluchtroute. Een extra beschermde vluchtroute wordt een veiligheidsvluchtroute als daarop meer dan 150 personen zijn aangewezen (dit geldt niet voor de woonfunctie). Ter plaatse van een uitgang van een (sub)brandcompartiment kan (op enig moment) in 2 verschillende richtingen worden gevlucht. Op het moment dat de 2 vluchtroutes door verschillende ruimtes voeren, vervalt de status extra beschermd. De gemeenschappelijke verkeersruimtes die grenzen aan de appartementen dienen een extra beschermde vluchtroute te vormen. Dit geldt eveneens voor de aanwezige trappenhuizen aangezien er een hoogteverschil moet worden overbrugd van meer dan 8,0 m. De deuren op de gemeenschappelijke vluchtroutes dienen allen in de vluchtrichting zonder sleutel te openen te zijn. Zowel de woningen als de commerciële plint voldoen aan de bovenstaande prestatie-eis vanuit het Bouwbesluit Installaties brandveiligheid Brandmeldinstallatie Op basis van de aanwezige gebruiksfuncties is géén brandmeldinstallatie vereist. Ontruimingsinstallatie Op basis van de aanwezige gebruiksfuncties is géén ontruimingsinstallatie vereist. Noodverlichting In de liftkooien is noodverlichting vereist. Daarnaast dienen besloten ruimten waardoor (extra) beschermde vluchtroutes voeren alsmede verblijfsruimten voor meer dan 75 personen (in beide gevallen met uitzondering van de woonfunctie) te worden voorzien van noodverlichting. Waar noodverlichting wordt gebruikt, moeten de pictogrammen worden voorzien van transparantverlichting. Vluchtrouteaanduiding In ruimten binnen de dienstverlening waardoor een verkeersroute voert en ruimten waarin meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn, is vluchtrouteaanduiding vereist. De toe te passen pictogrammen ten behoeve van de vluchtrouteaanduiding moeten voldoen aan het gestelde in de NEN-EN ISO 7010 (uitgave september 2012). Rookmelders In de appartementen dienen de ruimten op de route tussen verblijfsgebieden en de uitgang van de woonfunctie (de voordeur van het appartement) te worden voorzien van rookmelders. Doorgaans zal dit in de hal nabij de voordeur zijn maar het kan voorkomen dat, indien vanuit een slaapkamer gevlucht wordt via de woonkamer, de woonkamer moet worden voorzien van een rookmelder. Brandslanghaspels / droge blusleiding De woonfunctie vereist géén brandslanghaspels. Vanuit de dienstverlening is een brandslanghaspel vereist indien de gebruiksoppervlakte groter is dan 500 m²; dit is niet het geval. Een droge blusleiding is echter wel vereist. Buro BOV - Postbus AR Etten-Leur pagina 7

8 Overige (installatie)eisen De volgende onderdelen zijn (namens de brandweer) vereist: Onderdeel eis Bouwbesluit 2012 Brandweerlift: vloer verblijfsgebied boven 20 m Droge blusleiding: idem Brandweeringang: artikel 6.36, lid 1 Opstelplaats brandweervoertuig: artikel 6.38, lid 1 Aan de bovenstaande prestatie-eisen vanuit het Bouwbesluit 2012 wordt voldaan of kan worden voldaan. 11. Verkeersruimtes en gemeenschappelijke ruimtes Aangezien in het geval van vluchten op de aanwezige trappen meer dan 600 m² aan verblijfsgebied is aangewezen, dienen de reguliere trappen overeenkomstig het Bouwbesluit 2012 te worden uitgevoerd met een breedte van 1,2 m. De overige afmetingen bedragen: Onderdeel eis Bouwbesluit 2012 Vrije hoogte boven de trap woonfunctie: minimaal 2,3 m Vrije hoogte boven de trap overige gebruiksfuncties: minimaal 2,1 m Aantrede woonfunctie: minimaal 0,22 m Aantrede overige gebruiksfuncties: minimaal 0,185 m Optrede woonfunctie: maximaal 0,188 m Optrede overige gebruiksfuncties: maximaal 0,21 m Breedte tredevlak: minimaal 0,05 m Breedte tredevlak ter plaatse van de klimlijn: minimaal 0,23 m De eisen aan de maatvoering van noodtrappen (trappen uitsluitend voor ontvluchten) zijn overeenkomstig de afmetingen van de bovenstaande afmetingen voor de afmetingen overige gebruiksfuncties. De breedte daarentegen behoeft slechts 0,8 m te zijn. Vanuit het ontwerp is niet vast te stellen wat de exacte breedte van de trappen is, dit dient dus 1,2 m te zijn (worden). 12. Ruimten en constructies binnen de gebruiksfuncties In het Bouwbesluit 2012 is de eis opgenomen dat iedere woonfunctie een berging met een oppervlakte van ten minste 5 m², een breedte van ten minste 1,8 m en een vrije hoogte van ten minste 2,3 m, dient te hebben. Deze bergingen mogen gemeenschappelijk zijn als de woonfunctie ten hoogste 40 m² aan verblijfsgebied heeft (maar dit is niet het geval). Tevens is vereist dat iedere woonfunctie een rechtstreeks bereikbare buitenruimte heeft met een oppervlakte van ten minste 4 m² en een breedte van ten minste 1,5 m. Deze buitenruimte mag gemeenschappelijk zijn als de woonfunctie ten hoogste 40 m² aan verblijfsgebied heeft (maar dit is niet het geval). De thermische schil (van een verblijfsgebied, een toiletruimte of een badruimte) van zowel de woningen als de commerciële ruimte, dient overeenkomstig het Bouwbesluit 2012, met een minimale Rc-waarde te worden uitgevoerd (zie onderstaand overzicht): Onderdeel RC-waarde Bouwbesluit 2012 Verticale uitwendige scheidingsconstructie: 4,50 m².k/w Horizontale of schuine uitwendige scheidingsconstructie: 6,00 m².k/w Constructie als scheiding en een kruipruimte: 3,50 m².k/w Uitwendige scheidingsconstructie en de grond of het water: 3,50 m².k/w Inwendige scheidingsconstructie en een onverwarmde ruimte: 4,50 m².k/w Overeenkomstig het Bouwbesluit 2012 dient de EPC-eis (= 0,4) uitgerekend te worden volgens NEN 7120 (eventueel in combinatie met NVN 7125). Buro BOV - Postbus AR Etten-Leur pagina 8