2014/178837 Inhoud voorstel aan Raad Onderwerp Aanvullende beleidspunten Jeugdwet en Wmo 2015 Gevraagd besluit De aanvullende beleidspunten Jeugdwet en Wmo 2015 vast te stellen, inhoudende dat: a) het beleid om de 2 jaar wordt geëvalueerd en er in ieder geval na 4 jaar een integraal beleidsplan wordt gemaakt; b) de gemeente in 2015 een overeenkomst sluit met stichting MEE voor de uitvoering van de cliëntondersteuning. In 2015 wordt een deel van het budget cliëntondersteuning gebruikt voor experimenten met andere organisaties. Vanaf 2016 worden er nieuwe afspraken over de inkoop van cliëntondersteuning gemaakt; c) de jeugdteams het flexibele budget kunnen inzetten voor kleine doelgroepen jeugd; d) er een warme overdracht wordt gerealiseerd voor 18+ jongeren tussen de Jeugdteams en Sociale Wijkteams; e) de jeugdteams worden getraind op het gebied van toepassen van drang en dwang; f) de gemeente de hoogte van de bijdrage voor algemene voorzieningen vaststelt in overleg met de Sociale Wijkteams en dat de afgesproken hoogte van de bijdrage wordt vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning; g) 2015 en 2016 overgangsjaren zijn voor beschermd wonen en dat de huidige zorgaanbieders worden gefinancierd door middel van subsidie. Dat er in 2015 regionaal een beleidsplan en toekomstbeeld wordt gemaakt, en dat er in dit plan wordt ook gelijk gekeken wordt naar de financiering en de mogelijkheden tot het 'goedkoper' maken van de voorzieningen beschermd wonen vanaf 2017; h) de gemeente voornemens is om met ingang van 2016 een regeling in te stellen voor tegemoetkoming zorgkosten. Dat in 2015 - in samenwerking met de Participatieraad - wordt onderzocht in welke vorm en onder welke condities; i) in 2015 een overgangsregeling wordt getroffen voor de 'oude' tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten in de vorm van: 1. het Zaanse collectieve aanvullende verzekeringspakket, waarbij voor 100% de eigen bijdrage wordt vergoed voor de maatwerkvoorzieningen tot maximaal 400,- per jaar. 2. het Zaanse collectieve aanvullende verzekeringspakket, waarbij het eigen risico wordt gecompenseerd met een maximum van 70,- per jaar. 3. Dat bij aantoonbare aanmerkelijke meerkosten voor ziekte een aanvraag voor bijzondere bijstand mogelijk is met een maximale bijdrage van 400,- per jaar (inclusief de al gegeven vergoeding onder sub 1). Kernverhaal Met de invoering van de nieuwe Jeugdwet per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor uitvoering van de nieuwe Jeugdwet en taken die overkomen vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Vanuit de AWBZ komt de functie Begeleiding over 1, inclusief het kortdurend verblijf van hulpbehoevenden. Deze vorm van ondersteuning krijgt een plek binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze wet krijgt een andere opzet, waarbij ook sprake is van een wijziging rond de hulp bij het huishouden. Een andere verandering betreft de nieuwe Participatiewet. De drie wetswijzigingen leiden tot een omvangrijke stelselwijziging. We hebben inmiddels ons beleidskader vastgesteld en de toegang voor de burger is geregeld via de wijk- en jeugdteams. De verordeningen liggen gereed ter besluitvorming. Dit document geeft invulling aan nog openstaande punten die besluitvorming nodig hebben. Aanleiding Op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015 moet de gemeenteraad periodiek een plan voor (maatschappelijke) ondersteuning vaststellen.
2014/178837 2/5 Het (beleids)plan op grond van de Wmo 2015 dient de beleidsvoornemens te beschrijven gericht op: 1. Bevordering van de sociale samenhang, toegankelijkheid van voorzieningen en ruimten van mensen met een beperking, veiligheid en leefbaarheid, voorkoming en bestrijding van huiselijk geweld. 2. Ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. 3. Vroegtijdig vaststellen of inwoners maatschappelijke ondersteuning behoeven. 4. Voorkomen dat inwoners maatschappelijke ondersteuning nodig hebben (preventie). 5. Algemene voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning aanbieden. 6. Maatwerkvoorzieningen aanbieden ter ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie, opvang en beschermd wonen, aan inwoners met een beperking die niet op eigen kracht, met steun van de omgeving of met een algemene voorziening geholpen zijn. 7. Het wel of niet tegemoetkomen aan de aannemelijke meerkosten van personen met een beperking of chronisch psychisch of psychosociaal probleem. 8. Samenwerking met de zorgverzekeraars. De Jeugdwet vraagt om beschrijving van de volgende onderdelen in een beleidsplan: 1. De hoofdzaken van het door de gemeente uit te voeren beleid betreffende preventie, jeugdhulp, uitvoering kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, en de gemeentelijke visie en doelstellingen van dit beleid. 2. De samenhang van dit beleid met de verantwoordelijkheid van het college voor het AMHK. 3. Welke resultaten de gemeente wenst te behalen in de voor het plan geldende methode, hoe gemeten wordt hoe deze resultaten zijn behaald en welke outcome criteria gehanteerd worden ten aanzien van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. 4. Hoe de toegang is geregeld. 5. Hoe aandacht is gegeven aan kleine doelgroepen. 6. Hoe afstemming heeft plaatsgevonden met de diverse samenwerkingsverbanden uit het onderwijs. Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad het Beleidskader Jeugdhulp en AWBZ/Wmo in Zaanstad vastgesteld. In dit document wordt aangeven hoe de ondersteuning aan de burger in de praktijk wordt georganiseerd. In het perspectief op de sociale wijkteams in Zaanstad (2 juli 2013 besloten) en het perspectief op de Jeugdteams staat de toegang via de Sociale Wijkteams en de Jeugdteams beschreven. Het grote kader voor het beleid staat met deze documenten en inmiddels is gestart met de implementatie van een deel van het beleid. Voor alle wettelijke onderwerpen die niet in het beleidskader aan de orde komen is dit document Aanvullend beleidspunten Wmo 2015 bedoeld. Dit document wordt toegevoegd aan het voornoemde beleidskader en vormen dan tezamen het beleidsplan. Tezamen vormen ze ook de basis voor de opgestelde verordeningen Jeugdhulp en Wmo 2015, die die parallel aan dit document ter besluitvorming worden voorgelegd. Beoogd resultaat Het doel van dit besluit is het vaststellen van beleid, aanvullend op het eerder vastgestelde beleidskader, voor die onderdelen die de Jeugdwet en de Wmo 2015 voorschrijven, opdat voor de inwoners van Zaanstad integrale en passende ondersteuning kan worden geboden. Kader - Wmo 2015 - Jeugdwet - Beleidskader Jeugdhulp en AWBZ/Wmo Afwegingen In het document Aanvullende beleidspunten worden verschillende voorstellen gedaan. Deze worden hierna per stuk toegelicht.
2014/178837 3/5 De wetten 2 schrijven voor dat het gemeentebestuur het gevoerde beleid periodiek evalueert. Daarnaast wordt er jaarlijks een klantervaringsonderzoek uitgevoerd. De duur van het beleidsplan bepaalt de gemeente zelf. Voorheen werd het Wmo beleidsplan om de 4 jaar geëvalueerd en indien nodig herschreven; voor jeugd werd nog niet eerder een dergelijk wettelijk voorgeschreven plan gemaakt. Omdat we te maken hebben met een stelselwijziging, waarbij nog veel in ontwikkeling is, is in het voorliggende document opgenomen om het beleid om de twee jaar te evalueren, waarbij we de mogelijkheid hebben om het beleid aan te passen als dit nodig is. We stellen voor om in ieder geval na 4 jaar een nieuw, integraal beleidsplan te maken en nemen hierbij alle verbeterpunten uit de evaluaties mee. Clientparticipatie, inspraak en medezeggenschap is heel belangrijk voor ons als gemeente. De burger krijgt een actieve rol hierin. Een deel van de clientparticipatie, inspraak en zeggenschap hadden we al geregeld. Nu er meer integraal beleid komt, stellen we voor om ook de clientparticipatie, inspraak en medezeggenschap zoveel mogelijk voor alle drie de domeinen (Jeugd, Wmo en Participatie) gezamenlijk vorm te geven. Dit zal nog verder worden uitgewerkt. Tot op heden voert de stichting MEE de clientondersteuning uit voor mensen met een beperking. Vanaf 2015 is de gemeente hiervoor verantwoordelijk. Omdat nu de kennis bij stichting MEE aanwezig is stellen wij voor om het oude beleid gedeeltelijk voort te zetten, door samenwerkingsafspraken te maken met MEE, die nu de cliëntondersteuning uitvoert. Wij zien op dit moment dat er nieuwe vormen van cliëntondersteuning ontstaan zoals bij ouderenadviseurs en ervaringsdeskundigen. Wij gaan deze nieuwe vormen onderzoeken en geven in het jaar 2015 ruimte om te experimenteren, waarbij we ook gaan kijken naar andere ontwikkelingen op dit gebied. Daarnaast stellen wij voor om de samenwerking met MEE evalueren. Vanaf het jaar 2016 willen we nieuwe afspraken maken over cliëntondersteuning in Zaanstad. De Jeugdwet geeft aan dat de gemeente aandacht moeten hebben voor een groep jeugdigen die in de wet wordt aangeduid als kleine doelgroep. Denk hierbij aan een jeugdige met een ernstige (en kostbare) psychiatrische stoornis. Voor een aantal kleine jeugddoelgroepen zijn landelijke voorzieningen beschikbaar. De Jeugdteams kunnen hiernaar verwijzen. De Jeugdteams ontvangen daarnaast flexibel budget waarmee zij aanbod kunnen ontwikkelen of inzetten voor kleine doelgroepen. Nu er een scheiding is tussen de Sociale Wijkteams en Jeugdteams is het van groot belang dat er goede afspraken komen over overdracht van jeugdigen die 18 jaar worden. Jeugdigen die 18 jaar worden en jeugdhulp ontvangen, kunnen hier in principe gebruik van blijven maken, onder voorwaarden. Waar mogelijk verzorgt het Jeugdteam tijdig een warme overdracht richting het Sociaal Wijkteam als jeugdigen 18 jaar worden en nog ondersteuning nodig hebben. Drang en dwang is een onderwerp in de Jeugdwet. Zodra het niet meer mogelijk is met normale afspraken de veiligheid van het kind te waarborgen dan bestaat de mogelijkheid tot het inzetten van drang en dwang. Drang als aandringen op nakoming van afspraken en dwang, zodra de rechter zich ermee moet gaan bemoeien. In 2014 worden de Jeugdteams getraind op het gebied van drang en dwang. Daarnaast worden afspraken gemaakt met de Raad voor de Kinderbescherming over de toeleiding naar het gedwongen kader. Als er sprake is van hulpverlening in het gedwongen kader, dan neemt de Jeugdbescherming de regie over de hulpverlening over. Het Jeugdteam blijft wel betrokken, en zal nazorg bieden als de maatregel beëindigd wordt. In het beleidskader is ervoor gekozen om de algemene voorzieningen wijkgericht via de Sociaal Wijkteams in te richten. Omdat de algemene voorzieningen via de Sociaal Wijkteams 2 Wmo 2015 en Jeugdwet
2014/178837 4/5 lopen, kan het wijkteam bepalen waarvoor en hoe hoog de onkostenvergoeding is die zij voor een algemene voorziening gaan vragen. Denk hierbij aan koffiekosten, bijdrage voor materiaalgebruik bij spel of sport etc. Voor dezelfde algemene voorzieningen die in meerdere wijken beschikbaar zijn geldt een vergoeding die overal even hoog is. Dit om hoogteverschillen voor dezelfde voorziening per wijk te voorkomen. Wij stellen voor om de gemeente de hoogte van de vergoeding voor deze voorzieningen vast te laten stellen in overleg met de Sociaal Wijkteams. De hoogte van deze vergoeding wordt door het college vastgelegd in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Zaanstad 2015. Per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor het beleidsterrein dat wordt aangeduid als beschermd wonen. Deze taak is nieuw voor de gemeenten. Wij stellen voor om het jaar 2015 en 2016 als overgangsjaar voor beschermd wonen te nemen. Wij gaan dan een subsidie relatie aan met de huidige aanbieders. Wij stellen voor om in een regionaal beleidsplan, samen met de regiogemeenten, een toekomstschets te maken van het beschermd wonen. Daarbij kijken we ook gelijk naar de financiering en de mogelijkheden tot het goedkoper maken van de voorzieningen beschermd wonen vanaf 2017. De financiële tegemoetkomingen wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de regeling compensatie eigen risico (CER) worden door het Rijk afgeschaft, omdat er sprake was van onvoldoende gerichtheid van deze regelingen, waardoor niet al het geld terecht kwam bij mensen die het nodig hebben. De fiscale regeling voor aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten blijft bestaan en wordt aangevuld door gericht maatwerk op gemeentelijk niveau. De gemeente krijgt een deel van het geld van de chronisch ziekenregeling en compensatie eigen risico. Gemeenten hebben beleidsvrijheid bij het inzetten van de middelen binnen het sociaal domein. Niet de huidige afzonderlijke regelingen en voorzieningen staan centraal, maar de individuele ondersteuningsbehoefte van burgers. Het voorstel is om de voorziening voor chronisch zieken vanaf 2016 in de vorm van een regeling beschikbaar te stellen aan de burgers via de Sociaal Wijkteams en Jeugdteams. In 2015 wordt in samenwerking met de Participatieraad - onderzocht in welke vorm en onder welke condities dat mogelijk is. We stellen het overgekomen budget van het Rijk beschikbaar voor deze voorziening. In het jaar 2015 wordt ter overbrugging van de oude regeling de volgende regeling ingericht: 1. Via het Zaanse collectieve aanvullende verzekeringspakket wordt voor 100% de eigen bijdrage vergoed voor de maatwerkvoorzieningen tot maximaal 400,- per jaar. De tegemoetkoming wordt uitgebreid met de eigen bijdrage voor voorzieningen Persoonlijke verzorging en verpleging (die vallen onder de Zorgverzekeringswet). 2. Via het Zaanse collectieve aanvullende verzekeringspakket wordt het eigen risico gecompenseerd. De compensatie betreft het eigen risico dat boven de 260,- per jaar uitkomt met een maximum van 70,- per jaar. 3. Bij aantoonbare aanmerkelijke meerkosten voor ziekte is een aanvraag voor bijzondere bijstand mogelijk. De bijzondere bijstand is toegankelijk voor iedere inwoner in Zaanstad. Er wordt wel rekening gehouden met de hoogte van het inkomen. Ook voor deze regeling geldt een maximale bijdrage van 400,- per jaar (inclusief de al gegeven vergoeding onder sub 1). In principe stopt deze regeling per 1 januari 2016 en zal de nieuwe, nog uit te werken regeling beschikbaar zijn. Draagvlak De aanvullende beleidspunten zijn om advies voorgelegd aan de Participatieraad. Dit heeft geleid tot een gesprek specifiek over de tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Externe oriëntatie Niet van toepassing. Financiële consequenties De voorstellen in het document Aanvullende beleidspunten passen binnen de budgetverdeling waarover het college eind juni ter voorbereiding op de inkoop een besluit heeft genomen en dat ter kennisname is verzonden aan de raad. Deze budgetverdeling wordt
2014/178837 5/5 verwerkt in de begroting 2015. Juridische consequenties Met het vaststellen van de aanvullende beleidspunten Jeugdwet en Wmo 2015, ter aanvulling op het reeds vastgestelde beleidskader Jeugdhulp en AWBZ/Wmo, wordt voldaan aan het vereiste in de Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 om bepaalde onderwerpen in een beleidskader te beschrijven. Vervolgtraject Na vaststelling door de raad wordt het bijgaande document toegevoegd aan het beleidskader tot een integraal document. Opsteller: Hauw, I. Versie: 22-8-2014 8:57:00