Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat van 500 woorden. - Grammaticale inzichten voor zover ze een hulp zijn voor de leerlingen om efficiënt te leren. 2 Succes ervaren en vreugde beleven 3 Communicatieve vaardigheid staat voorop - Mondelinge taalvaardigheid, luisteren en spreken komen op de eerste plaats. - Taalstructuren en lexicon aangeboden in communicatieve situaties: taal kunnen is belangrijker dan taal kennen. 4 Vernieuwde inzichten van taaldidactiek Frans als een VT - Moedertaal als hulp. - Schriftbeeld en grammatica als ondersteunende functie. 5 3 verwerkingsniveaus - Herhalend niveau. - Bewerkend niveau waar leerlingen toepassingen maken op gekend materiaal en daarbij de uitdaging aangaan om met steeds minder hulp te oefenen. - Creatieve niveau waar leerlingen zelf nieuwe combinaties maken met gekend materiaal. 6 Attitudes en leergebiedoverschrijdende competenties Worden nagestreefd: - plezier beleven aan het verwerven van Frans; - persoonlijk ervaren dat je communicatief vaardiger wordt in een VT; - interesse tonen voor de Franse taal en cultuur; - strategieën verwerven om geleidelijk zelfstandig te werken en te leren. 7 Kennismaking met Franse cultuur
- 2 Vergelijking van de eindtermen Derde graad BaO Eerste graad SO 1 Luisteren (lessen 1 en 2) 1.1 de hoofdzaken begrijpen in korte mededelingen. 1.2 hun gesprekspartner begrijpen in een kort gesprek over: - henzelf; - hun gezins- en leefsituatie; - hun spelsituatie; - hun voorkomen; - omgangsvormen. 1.3 Bij het realiseren van de bovenstaande eindtermen leggen de leerlingen de nodige luisterbereidheid aan de dag. Luisteren 1 de betekenis begrijpen van duidelijk uitgesproken aanwijzingen, instructies en waarschuwingen die verwoord zijn in een eenvoudige taal qua structuur en woordenschat en die aangeboden zijn in een matig spreektempo. 2 relevante en herkenbare informatie selecteren uit functionele boodschappen, die verwoord zijn in een eenvoudige taal qua structuur en woordenschat en die aangeboden zijn in een matig spreektempo. 3 de hoofdzaak begrijpen uit mondeling aangeboden korte teksten waarin de informatie duidelijk en expliciet verwoord wordt in een eenvoudige taal qua structuur en woordenschat en die aangeboden zijn in een matig spreektempo. 4 in een eenvoudig gesprek hun gesprekspartner voldoende begrijpen om deze te woord te kunnen staan. 5 in een eenvoudig gesprek strategieën aanwenden die het bereiken van hun doel vergemakkelijken: - verzoeken om te herhalen; - verzoeken om langzamer te spreken; - vragen naar een omschrijving; - vragen om te spellen; - vragen om iets op te schrijven. 6 De leerlingen leren, door het verwerven van een zekere graad van zelfredzaamheid, de nodige luisterbereidheid opbrengen om in eenvoudige communicatieve situaties te functioneren en zich te concentreren op wat ze willen vernemen.
- 3 2 Lezen (les 3) 2.1 eenvoudige opschriften, aanwijzingen, waarschuwingen en aankondigingen begrijpen. 2.2 een tekst globaal begrijpen met behulp van visuele ondersteuning. 2.3 in een tweetalige alfabetische basiswoordenlijst de vertaling opzoeken van een Frans woord. 2.4 Bij het realiseren van de bovenstaande eindtermen leggen de leerlingen de nodige leesbereidheid aan de dag. 3 Spreken (lessen 1, 3 en 5) 3.1 zinnen en beeldmateriaal combineren. 3.2 in een kort gesprek aan een gesprekspartner vragen stellen en informatie verstrekken over: - henzelf; Lezen 7 de betekenis begrijpen van aanwijzingen, opschriften en waarschuwingen, gesteld in een eenvoudige taal qua structuur en woordenschat. 8 relevante en herkenbare informatie opzoeken in functionele teksten, gesteld in een eenvoudige taal qua structuur en woordenschat. 9 de hoofdzaken begrijpen van korte teksten waarin de informatie duidelijk en expliciet wordt verwoord in een eenvoudige taal qua structuur en woordenschat. 10 de samenhang begrijpen in korte teksten, gesteld in een eenvoudige taal qua structuur en woordenschat. 11 strategieën aanwenden die het bereiken van hun doel vergemakkelijken: - herkennen van doorzichtige woorden; - afleiden uit de context; - raadplegen van een eenvoudig woordenboek of woordenlijst. 12 De leerlingen leren, door het verwerven van een zekere graad van zelfredzaamheid, de nodige leesbereidheid opbrengen en zich concentreren op wat ze willen vernemen. Spreken 13 eenvoudige vragen formuleren en beantwoorden op basis van behandelde onderwerpen. 14 eenvoudige en korte bestudeerde teksten en dialogen bondig navertellen met behulp van sleutelwoorden. 15 eenvoudige vragen formuleren en beantwoorden a.d.h.v. eenvoudige documenten.
- 4 - hun gezins-en leefsituatie; - hun voorkomen; - omgangsvormen; - een wegaanduiding. 3.3 Bij het realiseren van de bovenstaande eindtermen leggen de leerlingen de nodige spreekbereidheid en spreekdurf aan de dag. 3.4 De leerlingen tonen de bereidheid te streven naar een zo correct mogelijke uitspraak. 16 op een eenvoudige wijze vragen beantwoorden en informatie verstrekken omtrent henzelf, hun omgeving en leefwereld. 17 deelnemen aan een eenvoudig gesprek in voor hen relevante en haalbare situaties. 18 op gepaste wijze een aantal taaluitingen aanwenden die tijdens eenvoudige gesprekken veelvuldig voorkomen, rekening houdend met de elementaire omgangsregels. 19 in een eenvoudig gesprek strategieën aanwenden die het bereiken van hun doel vergemakkelijken: - het op een andere wijze zeggen; - een eenvoudige omschrijving geven of vragen; - het juiste woord vragen; - gebruikmaken van lichaamstaal. 20 De leerlingen leren, door het verwerven van een aanzienlijke graad van zelfredzaamheid, de nodige spreekbereidheid en -durf opbrengen om in eenvoudige communicatieve situaties te functioneren. 4 Schrijven (lessen 3 en 4) De leerlingen kunnen veelvuldig voorkomende basiswoorden en taalstructuren kopiëren. Schrijven 21 woorden, zinnen en korte teksten kopiëren met aandacht voor correcte spelling. 22 inlichtingen verstrekken op eenvoudige invulformulieren. 23 korte mededelingen opstellen met behulp van een voorbeeld. 24 een eenvoudige korte tekst neerschrijven over een bestudeerd onderwerp met behulp van sleutelwoorden. 25 strategieën aanwenden die het schrijven vergemakkelijken: - gebruikmaken van een model of van een in de klas behandelde tekst; - een eenvoudig woordenboek of woordenlijst doeltreffend gebruiken om het juiste woord te vinden. 26 De leerlingen leren, door het verwerven van een aanzienlijke graad van zelfredzaamheid, de nodige schrijfbereidheid en -durf
- 5 opbrengen om in eenvoudige communicatieve situaties te functioneren. Met vriendelijke groet De pedagogisch begeleider Frans Marleen Leroy Humbeeksebaan 256 1980 Zemst Tel. 015 61 58 92 marleen.leroy.mb@kerknet.be P.S. Raadpleeg ook onder Vademecum de belangrijkste aandachtspunten voor het vak Frans tijdens het lopende schooljaar.