invloed van de BFW op vak III (O.I.) vanaf het aanslagjaar 2015 worden in vak III alleen de volgende inkomsten aangegeven: Belgische inkomsten andere dan van de eigen woning: De onroerende goederen (of delen ervan) die door de eigenaar voor zijn beroep worden gebruikt. Gebouwen die niet worden verhuurd, die worden verhuurd aan natuurlijke personen die ze niet voor hun beroep gebruiken, of die worden verhuurd aan andere rechtspersonen dan vennootschappen om ze te laten ter beschikking stellen van natuurlijke personen die ze uitsluitend als woning gebruiken. Het gedeelte van de eigen woning dat wordt bewoond door personen die geen deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige. Gronden, materieel en outillering die niet worden verhuurd of die worden verhuurd aan natuurlijke personen die ze niet voor hun beroep gebruiken. Onroerende goederen die overeenkomstig de pachtwetgeving worden verhuurd voor land- of tuinbouwdoeleinden. Onroerende goederen die worden verhuurd in andere omstandigheden dan die waarvan hiervoor sprake is, die worden gebruikt voor de beroepsactiviteit van de huurder: gebouwen, gronden en outillering. Bedragen verkregen bij de vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of opstal, of van een gelijkaardig onroerend recht. De buitenlandse inkomsten andere dan van de eigen woning: De gebouwen (andere dan de eigen woning), materieel en outillering die de belastingplichtige niet voor zijn beroep gebruikt. De gronden die de belastingplichtige niet voor zijn beroep gebruikt. Bedragen verkregen bij de vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of opstal, of van een gelijkaardig onroerend recht. Het vak van de onroerende goederen is opgebouwd uit verschillende rubrieken, afhankelijk van de ligging en het gebruik van het onroerend goed. In dit vak horen enkel onroerende goederen die behoren tot het private patrimonium. wijzigingen op het vlak van de onroerende inkomsten codes voorafgegaan door 1 of 2 codes i.v.m. eigen woning worden geschrapt (zowel in België als in het buitenland) codes i.v.m. woningaftrek worden geschrapt codes 1111/2111 worden geschrapt de betaalde erfpacht- en opstalvergoedingen worden functioneel gehergroepeerd in Vak IX BBB info ajr 2016 1
andere bepalingen vak III overzicht indexeringen: revalorisatiecoëfficiënt ajr 2015: 4,23 revalorisatiecoëfficiënt ajr 2016: 4,23 indexatiecoëfficient KI: 1,7000 (inkomsten 2014) Indexatiecoëfficiënt KI: 1,7057 (inkomsten 2015) M & O: ajr 2014: 1,78 % (BS: 13.02.2014) vanaf 1.01.2014 M & O: Aj. 2015: 1,77% (BS: 05.03.2015) vanaf 1.01.2015 M & O: Aj. 2016: 1,76% (BS: 05.02.2016) vanaf 1.01.2016 De negatieve indexatiecoëfficiënt voor aanslagjaar 2016: 0,7045 revalorisatiecoëfficiënt voor kadastrale inkomens - aanslagjaar 2016 de revalorisatiecoëfficiënt bedraagt 4,23 voor het aanslagjaar 2016 (idem als vorig jaar) effect op max. kostenforfait onr. goederen bij beroepsmatige verhuring max. 2/3 van het gerevaloriseerd KI (of 2,82 keer het NG KI) effect op max. bedrag huurinkomen van bedrijfsleiders bij herkwalificatie van huur naar bezoldiging (5/3 van het gerevaloriseerd KI) max. bereikt van zodra het huurinkomen hoger is dan 7,05 x het NGKI KB dd.29.10.2015 tot wijziging van art.1 KB/WIB 92 (BS 6.11.2015) wijzigingen op het vlak van de OI: de eigen woning tot en met ajr. 2014 : Eigen woning én lening van vóór 2005 (of bijkomende lening vanaf 2005 en keuze oud systeem) : => EW in code 100/101 en in belastbare basis ajr. 2015 : eigen woning nooit meer in belastbare basis! het gewest kan niet ingrijpen op het niveau v/d belastbare basis de eigen woning = woning als bedoeld in artikel 5/5, 4, 2 de tot 8 ste lid, BFW bijkomende uitzonderingen: beroepsredenen sociale redenen stand van (ver)bouwwerkzaamheden, contractuele of wettelijke belemmeringen BBB info ajr 2016 2
wijzigingen op het vlak van belastbaarheid van de OI 1) Bij aan-en verkoop: regeling eigenaar op 16 de v/d maand is niet meer van toepassing nieuwe regeling: => KI aan te geven op basis van aantal dagen eigenaar 2) KI nieuwbouw: => KI bestaat vanaf de dag van de ingebruikname of eerste verhuring 3) KI vernieuwbouw: => verhoogd KI bestaat vanaf de dag van de voltooiing van de werken de dag van de wijziging doet een nieuwe periode ontstaan wijzigingen op het vlak van de OI wanneer in een belastbaar tijdperk de bestemming van een onroerend goed wordt gewijzigd dienen de inkomsten van dat tijdperk te worden vastgesteld in verhouding tot de werkelijke duur, uitgedrukt in dagen, van elk deel van het belastbare tijdperk vóór en na de wisseling van omstandigheden de regel van de 16de dag van de maand als vermeld in nr. 9/2, Com.IB 92, is niet langer van toepassing Een KI dat ten gevolge van verbouwingswerken wordt gewijzigd, wordt geacht te bestaan vanaf de dag van de maand die volgt op de voltooiing van de verbouwingswerken (art. 494 5 WIB92) Een KI wordt geacht belastbaar te zijn vanaf de datum van de voltooiing van de verbouwingswerken (art.9 WIB92) Zie tevens bespreking bij berekening VAA bewoning wijzigingen op het vlak van de OI voorbeeld 1 : verhoging KI bij verbouwing -alleenstaande bpl is eigenaar van een woning die hij het ganse jaar 2015 verhuurt. -de woning is verbouwd en de werken zijn beëindigd op 4 juni 2015. -KI voor verbouwing : 1.250. KI na verbouwing : 1.750 KI in 1106 : 1.250 + (500 x 211/365) = 1.539,04 Nog 211 dagen van 4 jun tem 31 dec BBB info ajr 2016 3
wijzigingen op het vlak van de OI voorbeeld 2 : ingebruikname woning - alleenstaande bpl neemt op 10 sept. 2015 zijn nieuwbouwwoning in gebruik. KI nieuwbouw wordt bepaald op 1.050. KI van de grond was 100. Er zijn geen leningen. - KI eigen woning is vrijgesteld - KI grond (1107) : 100 x 252/365 = 69,04 Van 1 jan tem 9 sept = 252 dagen wijzigingen op het vlak van de OI voorbeeld 3 - Bpl is eigenaar van een tweede verblijf aangekocht op 15.11.2015 (KI : 1.000) - Bpl is ook eigenaar van een pand (KI : 500) dat van 1/1 tot en met 15/4 wordt verhuurd aan een privé persoon en vanaf 16/4 tot en met 31/12 wordt verhuurd aan een vennootschap - hij ontvangt daarvoor 1.000 euro per maand. KI tweede verblijf in 106 : 1.000 x 47/365 = 128,77 KI verhuurd pand in 106 : 500 x 105/365 = 143,84 KI verhuurd pand in 109 : 500 x 260/365 = 356,16 huur verhuurd pand in 110 : (15/30 van 1.000) + (1.000 x 8) = 8.500 15 dagen huur april mei tem dec NIET BELASTBAAR MITS: P.B. : - bepaalde bestemming (art. 12, 1) - loopbaanpacht (art. 12, 2) - eigen woning (art.12 3) - beroeps-of sociale reden en W/C belemmeringen - berekening deel beroepsinkomen (BL) O.V. : - bepaalde bestemming (art. 253) - nationale domeingoederen (art. 253) - eigendommen vreemde staten (art. 253) - berekening bescheiden eigenaar - enz. Afronding op hogere of lagere euro Omdelingen : steeds vanuit niet-geïndexeerde K.I. s BBB info ajr 2016 4
Voorbeeld 2 Een echtpaar is gehuwd sinds 1980. Overzicht onroerende goederen waarvan zij overeenkomstig art. 11 WIB92 belastingplichtige zijn: (*) niet geïndexeerd Aard onroerend goed partner 1 partner 2 Gezinswoning KI 3.000,00 (*) Fabriekspand, beroepsmatig verhuurd KI 2.500,00 euro (*) huur: 12.000,00 euro 100% eigendom - 100% eigendom - Appartement, niet verhuurd KI 1.000,00 euro (*) Landbouwgrond, overeenkomstig pachtwetgeving verhuurd KI 100,00 euro (*) - 100% eigendom - 100% eigendom Vb. 2: het wettelijk stelsel : elk 50% Aard onroerend goed partner 1 partner 2 Gezinswoning niet meer aan te geven niet meer aan te geven Appartement 1106-58 500,00 2106-28 500,00 Landbouwgrond 1108-56 50,00 2108-26 50,00 Fabriekspand 1109-55 1110-54 1.250,00 6.000,00 2109-25 2110-24 1.250,00 6.000,00 scheiding van goederen : elk zijn deel Aard onroerend goed partner 1 partner 2 Gezinswoning 1100-64 niet meer aan te geven 2100-34 - Appartement 1106-58 - 2106-28 1000,00 Landbouwgrond 1108-56 - 2108-26 100,00 Fabriekspand 1109-55 1110-54 2.500,00 12.000,00 2109-25 2110-24 - - BIJZONDERHEDEN 1) Indien een belastingplichtige doorlopend meerdere woningen betrekt, dan wordt de woning waar men zijn fiscale woonplaats heeft beschouwd als de eigen woning (geen keuze meer zoals voorheen => domicilie is bepalend: art. 5/5 4,4e lid BFW) 2) Bezit men meerdere woningen waarbij men een woning zelf betrekt en een woning om één van de voormelde redenen niet zelf kan betrekken, dan wordt de woning die men zelf betrekt beschouwd als de eigen woning. 3) Bezit men meerdere woningen die men niet zelf betrekt om een van bovenstaande redenen, en heeft men daarnaast geen woning die men zelf betrekt, dan mag men kiezen welke woning men als eigen woning beschouwt. Die keuze is wel onherroepelijk tot op het moment dat men ofwel een woning zelf betrekt (die wordt dan de eigen woning) ofwel niet langer het bezit van de aangeduide woning heeft. Voor gehuwde belastingplichtigen of wettelijk samenwonenden, die samen worden belast, kan slechts één woning als de eigen woning worden beschouwd. Opmerking : keuze belangrijk t.a.v. meerwaardebelasting op gebouwde onroerende goederen (vanaf 1.1.97 gerealiseerde meerwaarden art. 90,10 WIB 92) BBB info ajr 2016 5
ONROERENDE INKOMSTEN OP DE AANGIFTE 1. Eigen woonhuis K.I. 1 a. code 100 : P.B. + O.V. b. code 101 : P.B. - eerste ingebruikname - K.I. vrijgesteld van O.V. Opmerking : geen verhoging met 40 % Merk op: vanaf ajr 2015 is het onroerend inkomen van de eigen woning niet meer aan te geven! 1 Op de aangifte dient het niet-geïndexeerd K.I. te worden vermeld 2. beroepsmatig gebruik van een onroerend goed (of een gedeelte ervan) door de belastingplichtige en/of zijn echtgenoot in geval van vestiging van een gemeenschappelijke aanslag (code 1105/2105) bij belastingplichtigen die gemeenschappelijk worden belast, moet, indien een onroerend goed door één van de echtgenoten voor de beroepswerkzaamheid wordt gebruikt, eerst het deel van het onroerend goed worden bepaald dat voor de beroepswerkzaamheid wordt gebruikt en dit ongeacht : - het huwelijksvermogenstelstel; - wie van de echtgenoten eigenaar is van het onroerend goed; - het eventuele eigendomsaandeel van de echtgenoot in het onroerend goed. Conform art. 37: een beroepsinkomen; uitzondering :Indien de echtgenoot die een onroerend goed gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid aan de andere echtgenoot, eigenaar van het onroerend goed, huur heeft betaald en die huurgelden in mindering heeft gebracht als beroepskosten, moeten deze huurgelden steeds worden belast als onroerende inkomsten. BBB info ajr 2016 6
Voorbeeld 1: partner 1 partner 2 gebouwd onroerend goed 50% eigendom 50% eigendom KI 1.000 euro (NG) beroepsmatig gebruik - 50% Wettelijk stelsel: aard onroerend goed echtgenoot 1 echtgenoot 2 gezinswoning niet meer vermelden niet meer vermelden Beroepsmatig gebruik 1105-59 - 2105-29 500,00 (*) Voorbeeld 2: zonder betaling van huurgeld partner 1 partner 2 gebouwd onroerend goed 100% eigendom - KI 1.000 euro (NG) beroepsmatig gebruik - 50% Wettelijk stelsel: aard onroerend goed echtgenoot 1 echtgenoot 2 gezinswoning niet meer vermelden niet meer vermelden beroepsmatig gebruik 1105-59 - 2105-29 500,00 Scheiding van goederen: aard onroerend goed echtgenoot 1 echtgenoot 2 gezinswoning niet meer vermelden beroepsmatig gebruik 1105-59 - 2105-29 500,00 Voorbeeld 2: met betaling van 1.200 euro huurgeld partner 1 partner 2 gebouwd onroerend goed 100% eigendom - KI 1.000 euro (NG) beroepsmatig gebruik - 50% Wettelijk stelsel aard onroerend goed echtgenoot 1 echtgenoot 2 gezinswoning niet meer vermelden niet meer vermelden beroepsmatig gebruik 1109-55 1110-54 Scheiding van goederen 250,00 600,00 2109-25 2110-24 250,00 600,00 aard onroerend goed echtgenoot 1 echtgenoot 2 gezinswoning niet meer vermelden - KI 1109-55 500,00 2109-25 - Brutohuur 1110-54 1.200,00 2110-24 - BBB info ajr 2016 7
Beroepsmatig gebruik (code 1105/2105) K.I. pro memorie 1 verhuring volgens pachtwetgeving (code 108) : Enkel K.I. verhuring in loopbaanpacht : Nihil langetermijnpacht : Nihil bepaalde bestemming : Nihil 1 Op de aangifte dient het niet-geïndexeerde K.I. te worden vermeld 3. niet-verhuurd en/of privé verhuurd - gebouwde O.G. (code 1106/2106) 1 K.I. + 40 % - ongebouwde O.G. (code 1107/2107) K.I. Vanaf ajr 2007 uitdrukkelijke vermelding van materiaal en outillage in code 107 1 Vanaf aj. 1996 : met inbegrip van gebouwde onroerende goederen die met het oog op hun terbeschikkingstelling als woning aan één of meerdere natuurlijke personen worden verhuurd aan rechtspersonen die geen vennootschappen zijn 4. beroepsmatig verhuurd : K.I. 1 (codes 1109/1110 of 1112/1113) + huurexcedent 2 1 op de aangifte dient het niet-geïnd. K.I. te worden vermeld 2 huurexcedent: brutohuur (beperkt tot K.I. x 5/3 x 4,23 indien verhuurd door een bedrijfsleider bedoeld in art. 32, eerste lid, 1 WIB 92 aan zijn eigen vennootschap) - 10% kosten voor ongebouwde O.G. - 40% kosten voor gebouwde O.G., beperkt tot niet-geïndexeerd K.I. x 2/3 x 4,23 (ajr 2016) BBB info ajr 2016 8
minimum belastbaar inkomen : - ongebouwde O.G. : geïndexeerd K.I. - gebouwde O.G. : geïndexeerd K.I. x 140 % (vanaf aj. 98) vanaf ajr 2007 werden twee codes toegevoegd betreffende beroepsmatig gebruik materiaal en outillage gedeeltelijk beroepsmatig gebruikt door de huurder: voor tegenstelbare omdeling is een geregistreerde huurovereenkomst vereist. Schematische voorstelling: - gebouwde onroerende goederen: bruto-huur - 40% lasten (beperkt tot 2/3 van het gerevaloriseerd KI) = netto huur met als minimum het geïndexeerde KI x 1,4 = huurexcedent - ongebouwde onroerende goederen bruto-huur -10% lasten(geen beperking) = netto-huur met als minimum het geïndexeerd KI = huurexcedent 6.BUITENLANDSE O.I Belgische rijksinwoners worden belast op hun wereldwijde inkomsten: Inkomsten van Belgische EN van buitenlandse oorsprong De inkomsten van buitenlandse oorsprong kunnen in België worden belast, vrijgesteld of gedeeltelijk worden vrijgesteld Zie dubbelbelastingverdragen BBB info ajr 2016 9
6.BUITENLANDSE O.I. Brutohuur + huurvoordelen of bruto huurwaarde -buitenlandse belastingen = aan te geven bedrag x 60 % (gebouwde) of 90 % (ongebouwde) = netto belastbaar bedrag - dubbelbelastingverdrag : volledig vrijgesteld mits progressievoorbehoud - geen dubbelbelastingverdrag : vermindering van de belasting beperkt tot 50% Circulaire AAFisc Nr. 22/2016 (nr. Ci.704.681) dd. 29.06.2016 - indien gelegen in een land met DBV wordt een belastingvermindering toegekend (art. 155 (100%) of 156 (50%) WIB92) wat onroerende goederen betreft stelt nr. 13/8 ComIB 92 ivm huurwaarde: de huurwaarde vertegenwoordigt de gemiddelde jaarlijkse brutohuur die men, in geval van verhuring, gedurende het belastbaar tijdperk, volgens de gebruiken van het land en de ligging van de goederen, had kunnen verkrijgen, in de vorm zowel van een eigenlijke huurprijs als van door de huurder voor rekening en in de plaats van de verhuurder gedragen lasten of van door de huurder ten voordele en voor rekening van de verhuurder geleverde prestaties en goederen - het nettobedrag van de onroerende inkomsten wordt vastgesteld overeenkomstig de artikelen 13 tot 15 WIB92 en er wordt tevens verwezen naar nr. 13/7, Com.IB 92 - iedere rijksinwoner die aan de personenbelasting onderworpen is, is op grond van art. 5 WIB92, verplicht om al zijn in het WIB92 vermelde inkomsten aan te geven, zelfs indien sommige daarvan in het buitenland zijn behaald of verkregen oplossing administratie: de huurwaarde voor een in het buitenland gelegen niet verhuurd onroerend goed kan worden bepaald aan de hand van een door een buitenlandse overheid vastgestelde of uitdrukkelijk goedgekeurde waarde deze waarde geldt niet als een verplichting, maar is een mogelijkheid waarvan de belastingplichtige in het kader van zijn onroerende inkomsten gebruik kan maken deze waarde kan o.a. zijn: een voor dat goed geschatte brutohuur die daar in aanmerking wordt genomen voor de vestiging van een belasting; een forfaitair geraamde brutohuur die daar in aanmerking wordt genomen voor de vestiging van een belasting. (vb. een brutohuurwaarde die op basis van referentiepercelen werd vastgesteld ); het belastbaar inkomen voor dat onroerend goed dat daar in aanmerking wordt genomen voor de berekening van een inkomstenbelasting. BBB info ajr 2016 10
voorbeeld 1: een fiscaal alleenstaande (rijksinwoner) was het volledige jaar eigenaar van een in Frankrijk gelegen woning. De woning dient als tweede verblijf de belastingplichtige baseert zich voor de vaststelling van de huurwaarde op het 'avis d imposition taxe foncière' voor het betreffende jaar de op het verantwoordingsstuk vermelde 'base d imposition' voor die woning bedraagt 5.287 euro de 'taxe foncière' bedroeg 2.127 euro de belastingplichtige betaalde geen uitgaven als bedoeld in artikel 14 WIB 92 (intresten of erf-en opstalvergoedingen) brutobedrag van de huurwaarde: de verschuldigde 'taxe foncière' werd berekend op het bedrag dat op het Franse aanslagbiljet wordt vermeld als 'base'. dit is een nettobedrag en houdt reeds rekening met een kostenforfait van 50 % brutohuurwaarde: bedrag vermenigvuldigden met 2 de huurwaarde bedraagt derhalve 10.574 euro te vermelden in de aangifte PB het in de aangifte te vermelden bedrag is het (bruto)bedrag van de huurwaarde (10.574 euro), in voorkomend geval na aftrek van de buitenlandse belastingen op die inkomsten (2.127 euro = taxe foncière) de taxe d habitation kan niet in mindering worden gebracht berekening van het nettobedrag van de onroerende inkomsten voor de vaststelling van het netto-inkomen wordt, wat de gebouwde onroerende goederen betreft, een kostenforfait van 40 % toegepast het nettobedrag bedraagt aldus 5.068,20 euro (8.447 x 60 %) dit bedrag wordt in aanmerking genomen voor het bepalen van de belasting, maar de belasting kan overeenkomstig artikel 155, WIB 92, worden verminderd naar de verhouding tussen die vrijgestelde inkomsten en het geheel van de inkomsten BBB info ajr 2016 11
voorbeeld 2: een fiscaal alleenstaande (rijksinwoner) was het volledige jaar eigenaar van een in Frankrijk gelegen woning. De woning werd gedurende 9 maanden gebruikt als tweede verblijf en werd gedurende 3 maanden verhuurd. De huurder gebruikte de woning beroepsmatig de maandelijks ontvangen huurprijs voor de beroepsmatig gebruikte woning bedraagt 1.000 euro de belastingplichtige baseert zich voor de vaststelling van de huurwaarde op het 'avis d imposition taxe foncière' voor het betreffende jaar de op het verantwoordingsstuk vermelde 'base d imposition' voor die woning bedraagt 5.000 euro de 'taxe foncière' bedroeg 2.000 euro de belastingplichtige betaalde geen uitgaven als bedoeld in artikel 14 WIB 92 (intresten of erf-en opstalvergoedingen) brutobedrag van de huurwaarde: de verschuldigde 'taxe foncière' werd berekend op het bedrag dat op het Franse aanslagbiljet wordt vermeld als 'base'. dit is een nettobedrag en houdt reeds rekening met een kostenforfait van 50 % brutohuurwaarde: bedrag vermenigvuldigden met 2 de huurwaarde bedraagt derhalve 10.000 x 9/12 euro = 7.500 euro (2 e verblijf) de ontvangen huur (beroepsmatig gebruik) bedraagt 1.000 euro x 3 maanden: 3.000 te vermelden in de aangifte PB het in de aangifte te vermelden bedrag is het (bruto)bedrag van de huurwaarde (7.500 euro) en de werkelijk ontvangen brutohuur (3.000 euro), in voorkomend geval na aftrek van de buitenlandse belastingen op die inkomsten (2.000 euro) de taxe d habitation kan niet in mindering worden gebracht Berekening van het nettobedrag van de onroerende inkomsten: voor de vaststelling van het netto-inkomen wordt, wat de gebouwde onroerende goederen betreft, een kostenforfait van 40 % toegepast het nettobedrag bedraagt aldus 5.100,00 euro (8.500 x 60 %) dit bedrag wordt in aanmerking genomen voor het bepalen van de belasting, maar de belasting kan overeenkomstig artikel 155, WIB 92, worden verminderd naar de verhouding tussen die vrijgestelde inkomsten en het geheel van de inkomsten BBB info ajr 2016 12
Het nummer 13/8, Com.IB 92, wordt als volgt aangevuld:. Het door een buitenlandse overheid vastgestelde of uitdrukkelijk goedgekeurde fictieve inkomen voor dat onroerend goed kan als huurwaarde in aanmerking worden genomen. Deze waarde geldt niet als een verplichting, maar is een mogelijkheid waarvan de belastingplichtige in het kader van zijn onroerende inkomsten gebruik kan maken. In dat geval geldt het document waaruit die waarde blijkt (aanslagbiljet, bescheiden van grondbelasting, ) als verantwoordingsstuk. Het is mogelijk dat het op dat verantwoordingsstuk vermelde bedrag werd verminderd (bijvoorbeeld met kosten, vrijstellingen of verminderingen die op basis van de in het buitenland geldende reglementering van het brutobedrag in mindering werden gebracht). In voorkomend geval moet, voor de vaststelling van de huurwaarde, het op het verantwoordingsstuk vermelde bedrag worden verhoogd met die kosten, vrijstellingen of verminderingen, zodat voor de vaststelling van de huurwaarde het brutobedrag in aanmerking wordt genomen De bepalingen van deze circulaire zijn onmiddellijk van toepassing in alle stadia van de procedure. BBB info ajr 2016 13