DRIE MAANDEN RISICOREGELING/SOLIDARITEITSMELDING Versie 04 september 2015 Registratie drie maanden risicoleerlingen In ons samenwerkingsverband (SWV) kunnen scholen onder bepaalde voorwaarden leerlingen melden als risicoleerling bij het SWV. Registratie bij het samenwerkingsverband betekent dat latere verwijzing van de leerling (naar SBO of SO Cluster 3 en 4) zal vallen onder het solidariteitsbudget. Leerlingen die met een extra ondersteuningsbehoefte vanuit voorschool of vanuit directe instroom of in verband met verhuizing vanuit een school uit een ander SWV aangemeld worden op de basisschool, kunnen onder bepaalde voorwaarden bij het SWV gemeld worden als risicoleerling. Het SWV noemt de regeling de drie maanden risicoregeling omdat de regeling gekoppeld is aan de zorgplicht (6 + 4 weken). Na (schriftelijke) aanmelding op de basisschool maakt de school inzichtelijk wat de extra ondersteuningsbehoefte is van de leerling en of er een reëel en passend aanbod op hun school kan worden geboden. Hiervoor geldt de wettelijke termijn die gekoppeld is aan de zorgplicht. Leerlingen waarvan na aanmelding op de basisschool aannemelijk is gemaakt dat in de toekomst mogelijk een verwijzing S(B)O noodzakelijk is, zullen na toezegging van het SWV bij verwijzing vallen onder het solidariteitsprincipe. Voor wie is de melding bedoeld? De volgende leerlingen kunnen worden gemeld: Leerlingen vanuit voorschool of directe instroom met een extra ondersteuningsbehoefte (inzet van extra ondersteuning, niet vallend onder de basisondersteuning, is noodzakelijk.) Leerlingen afkomstig uit een ander SWV met een extra ondersteuningsbehoefte (inzet van extra ondersteuning, niet vallend onder de basisondersteuning, is noodzakelijk) Voorwaarden De volgende voorwaarden zijn van toepassing voor een solidariteitsmelding bij het SWV: 1. De leerlingen is afkomstig vanuit voorschool of directe instroom (nog geen onderwijs gevolgd) of vanuit een school uit een ander SWV (bijv. verhuizing) 2. De leerling heeft een extra ondersteuningsbehoefte. 3. De school zal bij plaatsing extra ondersteuning inzetten (niet vallend onder de basisondersteuning). 4. Er is bij aanmelding van de leerling op de basisschool contact geweest met de coördinator van het SWV. (Kort overleg of de leerling in aanmerking komt voor de regeling). 5. Er is met ouders besproken dat wellicht in de toekomst verwijzing S(B)O 1 mogelijk meer passend is. 1 Het betreft een verwijzing naar SO Cluster 3 en 4. De Clusters 1 en 2 vallen niet onder de bekostiging van het SWV.
Routing 1. De leerling wordt door ouders schriftelijk aangemeld op de basisschool. (aanmelding) 2. De school gaat (aan de hand van hun aannameprocedure) in gesprek met ouders en vraagt naar mogelijke extra ondersteuningsbehoefte van de leerling. 3. De school ziet de leerling altijd. 4. Indien duidelijk is dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft en de school onderzoekt of zij een passende ondersteuning kunnen bieden, neemt de intern begeleider contact op met de coördinator van het samenwerkingsverband. 5. De school heeft vanaf moment van aanmelding 6 weken de tijd om te beslissen over de toelating van de leerling. Deze periode kan eenmaal met 4 weken worden verlengd. Bij aanmelding vanuit voorschool dient het dus aanbeveling dit ruim voor de leerling 4 jaar is, reeds te onderzoeken. 6. Indien de school besluit tot inschrijving van de leerling (inschrijving) worden met ouders afspraken gemaakt over: Inzet van extra ondersteuning Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief Melding van de leerling bij het SWV als drie maanden risicoleerling. 7. De leerling wordt uiterlijk 3 maanden na de aanmeldingsdatum schriftelijk aangemeld bij het SWV (zie aanmeldingsformulier solidariteitsmelding). LET OP: Als een reguliere school constateert dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft en de school kan die ondersteuning zelf niet bieden, gaat de school in overleg met de ouders. In dat gesprek geeft de school aan of er een reguliere school is die wel een passend programma kan bieden en zo ja, welke school dit is. Dit kan een school binnen het eigen samenwerkingsverband zijn, maar dat is niet verplicht. De school heeft hiermee nog niet aan de volledige zorgplicht voldaan. De school van aanmelding moet op basis van het gesprek met de ouders een voorstel doen voor plaatsing op een andere reguliere school of een school voor speciaal onderwijs. Deze school moet plek hebben en bereid zijn om de leerling toe te laten. Het is dan aan de ouders om hun kind vervolgens op die school in te schrijven. Pas op dat moment gaat de zorgplicht over naar de nieuwe school.
Bijlage bij driemaanden risicoregeling/solidariteitsmelding V04 Zorgplicht 2 Ouders melden hun kind aan bij de school van hun voorkeur. Ouders moeten bij de aanmelding aangeven dat ze vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Gaat het om een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte, dan gaat de zorgplicht in. De school moet vervolgens een zo passend mogelijk aanbod doen op de eigen, een andere reguliere of een speciale school. Na aanmelding 3 heeft de school 6 weken de tijd om te beslissen over de toelating van de leerling. Deze periode kan eenmaal met 4 weken worden verlengd. De school onderzoekt eerst of ze de leerling zelf de extra onderwijsondersteuning kan bieden (met inzet van de extra-ondersteuningsmiddelen). Soms heeft de school meer informatie nodig om dit goed te beoordelen. Scholen kunnen daarvoor om extra informatie vragen bij de ouders. Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan moeten zij een passende plek op een andere reguliere of speciale school regelen. Dat gebeurt in overleg met de ouders. Hoe stelt de school vast dat er extra ondersteuning nodig is? De school schat op basis van de door de ouders aangeleverde informatie in of de leerling extra ondersteuning nodig heeft. Dit doet een school op basis van eigen ervaring en kennis van bijvoorbeeld welke ondersteuning de leraren op de school zelf kunnen bieden. De school maakt een inschatting op basis van de beschikbare informatie, ook als die beperkt is. Als de school vindt dat de informatie daar aanleiding voor geeft, kan de school onderzoeken of de leerling extra ondersteuning nodig heeft. Als er geen aanleiding is om verder onderzoek te doen, is dat niet nodig. Om te onderzoeken of een leerling extra ondersteuning nodig heeft, gebruikt de school de informatie van de ouders, eventueel aangevuld met informatie van het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal, GGD of het onderwijskundig rapport van de voorgaande school voor primair onderwijs (bij een verhuizing). Als het kind al op een school zit, vormt de informatie van die school ook een belangrijke bron voor de school waar het kind is aangemeld. Heeft de school onvoldoende informatie voor een goede beoordeling, dan kan de school extra informatie vragen aan de ouders. Wil de school dat een psycholoog of een orthopedagoog aanvullend onderzoek doet, dan moeten de ouders daar toestemming voor geven. Ook als de school informatie over de leerling bij andere instanties wil opvragen, moeten de ouders toestemming geven. Wanneer deze aanvullende informatie niet beschikbaar is of komt, moet de school werken met informatie die er wel is. Ook als de ouders aangeven dat ze geen informatie willen leveren, moet de school het onderzoek uitvoeren met de informatie die wel beschikbaar is. De school kan de extra ondersteuning aan leerlingen op veel manieren vormgeven. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de (extra) ondersteuningsmogelijkheden van de school, zet de school de extra ondersteuning in. De ondersteuning is er altijd op gericht om de leerling verder te helpen in zijn onderwijsontwikkeling. 2 Zie voor toelichting op de zorgplicht het stroomschema zorgplicht bij aanmelding op een reguliere po-school op www.passendonderwijs.nl 3 Aanmelding: Nadat de ouders hun kind schriftelijk hebben aangemeld, gaat de zorgplicht in. Hiervoor moet wel zijn voldaan aan de onderstaande voorwaarden: Er is plaatsruimte op de school van aanmelding (de school is niet vol). Ouders respecteren de grondslag van de school. Voor primair onderwijs: aanmelden kan vanaf de leeftijd van 3 jaar. Kinderen die jonger zijn, kunnen op een wachtlijst ( lijst van vooraanmeldingen ) worden geplaatst.
Bonus-Malusregeling Binnen het samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven kennen we een bonus-malus regeling voor zowel verwijzingen naar SBO als naar SO (Cluster 3 en 4). SBO: SBO-leerlingen waarvoor op verzoek van een school van een participerend BaO-schoolbestuur een TLV is afgegeven, komen via toepassing van de Bonus-Malusregeling ten laste van het betreffende BaO-bestuur. Op grond van de teldatum 1 oktober en peildatum 1 februari wordt bepaald hoeveel leerlingen vanuit scholen vallend onder elk BaO-bestuur er op het SBO zitten. OCW betaalt 2% van de basispopulatie; de resterende leerlingen worden door het SWV betaalt. Het SWV hanteert voor deze leerlingen de Bonus-Malusregeling en houdt de te betalen kosten in op de lichte ondersteuningsmiddelen van het betreffende schoolbestuur. SO: SO-leerlingen waarvoor op verzoek van een participerend BAO-schoolbestuur een TLV is afgegeven door het SWV, komen via de Bonus-Malusregeling ten laste van het betreffende BAO -bestuur. Op grond van de teldatum 1 oktober en peildatum 1 februari wordt bepaald hoeveel leerlingen vanuit scholen vallend onder elk BAO-bestuur er op het SO zitten met een TLV van het SWV. De kosten worden verrekend met het budget voor zware ondersteuning van dat bestuur in het volgend schooljaar (T). Het SWV krijgt zware ondersteuningsmiddelen om de SO-leerlingen te betalen. Vanaf 01-08-2015 doet OCW de feitelijke betalingen op grond van de aantallen op de teldatum en de peildatum. OCW betaalt vanuit het budget van het SWV; er is sprake van lumpsum financiering. Solidariteit en bij het SWV geregistreerde risicoleerlingen. SBO-leerlingen waarvoor een TLV is afgegeven door het SWV en die niet zijn toe te rekenen aan een BaO-bestuur omdat het gaat om directe instroom worden betaald vanuit de solidariteit. Dat betekent bekostiging vanuit het totale resterende budget voor lichte ondersteuning. SO-leerlingen waarvoor een TLV is afgegeven door het SWV en die niet zijn toe te rekenen aan een BaO-bestuur omdat het gaat om directe instroom worden betaald vanuit de solidariteit. Dat betekent: bekostiging vanuit het totale budget voor zware ondersteuning.
Stroomschema melding driemaanden risicoleerling (DMR) Leerling staat nog niet ingeschreven op een PO school (in ons SWV) en ouders melden de leerling (schriftelijk) aan = aanmeldingsdatum Toelating volgens reguliere aanmeldingsprocedure Inschatting/gesprek met ouders: heeft de leerling extra ondersteuning nodig? School onderzoekt of extra ondersteuning nodig is. Start onderzoekstermijn 6 weken* Evt. extra gegevens opvragen bij ouders Zoeken naar andere reguliere school * School heeft zorgplicht Contact IB met coördinator SWV ivm DMR Toelaatbaarheid Kan de school de gevraagde ondersteuning bieden? Eventueel verlening van 4 weken; hierna tijdelijke plaatsing op aanmeldschool (onderzoek loopt door) SBO of SO?* Plaatsing op de aanmeldschool uiterlijk 3 maanden na de aanmeldingsdatum insturen van formulier driemaandenrisicomelding bij het SWV (versie 1.3 okt 15) School maakt afspraken met ouders over Inzet van extra ondersteuning Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief Melding van de leerling bij het SWV als drie maanden risicoleerling. *LET OP: dit stroomschema is niet volledig geeft vooral inzicht in de stappen bij de driemaanden risicoregeling. Kijk voor het stroomschema zorgplicht op de website https://www.passendonderwijs.nl/wp-content/uploads/2013/10/stroomschema-zorgplichtaanmelding-reguliere-po-school-pdf-114-kb.pdf