Provincie Zeeland VOORBLAD Aigemeen Aan: Eastman Chemical Mid del burg B.V. Postbus 8018 4330 EA MIDDELBURG Kenmerk: 11005710/WA.11.011 AfdeSing: Datum: Miiieuhygiene 2maart2011 Bijlagen: Onderwerp: Omgevingsvergunning op grand van artikel 3.10, derde lid Wabo verienen aan Eastman Chemica! ivliddelburg B.V. Samenvatting besluit Wij hebben besloten om op 2 maart 2011 aan Eastman Chemical Middelburg B.V. te Middelburg de gevraagde vergunning te verienen.
1. OMGEVINGSVERGUNNING REGULIERE PROCEDURE 1.1 Aanvraag Gedeputeerde staten hebben op 27 januari 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Eastman Chemicai Middelburg B.V. aan te Middelburg voor het uitbreiden van de bestaande HYDRO pack out, middels het realiseren van een aanbouw. 1.2 Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de reguliere voorbereidingsprocedure). De aanvraag is beoordeeld voor het uitbreiden van de bestaande HYDRO pack out, middels het realiseren van een aanbouw aan artikel 3.10 derde lid. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeiing omgevingsrecht. 1.3 Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrate omgevingsvergunning te verienen of (gedeelteiijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudeiijk voor verantwoordeiijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde kornen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoais ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 1.4 Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondsiag voor een geharmoniseerde regeiing van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden gesteld om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeiing is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministerieie regeiing omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. 1.5 Aanvraag, procedure en zienswijze Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure ass beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Geiet hierop hebben wij op 16 februari 2011 van de aanvraag kennis gegeven in "De Faarn", conform artike! 3.8 Wabo. Besluit van 2 maart 2011 2 van 6 Kenmerk11005710/WA.11.011
2. IN WERKING HEBBEN VAN EEN INRICHTING 2.1 Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikei 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. De Wabo omschrijft in artikei 2.14 het miiieuhygienische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk ais bedoeld in artikei 2.1, iid 1 aanhef en onder e Wabo. De verandering ieidt niet tot andere of grotere nadeiige gevoigen voor het milieu dan volgens de geidende omgevingsvergunning is toegestaan. Daarnaast bestaat geen verpiichting tot het maken van een miiieueffectrapport als bedoeid in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Ten slotte leidt de verandering niet tot een andere inrichting of ander mijnbouwwerk dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend. 2.2 Toetsing milieuneutraai of -vriendelijke verandering De Wabo bepaast in artikei 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendeiijke of miiieuneutraie verandering kan worden verleend ais voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikei 3.10, iid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting; - niet zal leiden tot andere of grotere nadeiige gevoigen voor het milieu dan volgens de geidende vergunning zijn toegestaan; - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en - niet m.e.r.-plichtig is. Gezien de verandering overwegen wij, ten aanzien van de volgende mi lieu aspecten, het voigende: Op dit moment liggen de producten in de openlucht. Door het realiseren van de aanbouw, komen de producten binnen te liggen. Er treden geen wijzigingen ten opzichte van de vergunde situatie op. Derhalve zijn wij van mening dat deze wijziging geen extra miiieuhygienische gevoigen heeft. 3. HET BOUWEN VAN EEN BOUWWERK Bij het nernen van het besluit is overwogen dat: - de weistandscornmissie van de gemeente Middeiburg heeft geadviseerd dat het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand; - de uitbreiding niet in strijd is met het vigerende bestemmingsplan 'Plan van uitbreiding in hoofdzaak 1959 m.b.t. groot industrieterrein'; ~ de aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens (naar hun oordeel) aannemelijk hebben gemaakt dat het bouwplan voldoet aan de voorschiften van het Bouwbesluit en de Bouwverordening. 4. BESLUIT Gedeputeerde Staten besluiten, gelet op artikei 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. Deze vergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijiagen dee! uitmaken van de vergunning. De vergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten en werkzaamheden: - het realiseren van een aanbouw bij de Hydro Packout - dat voor het verkrijgen van deze vergunning de vergunninghouder leges dient te betalen, namelijk: 5750,- Besiuit van 2 maart 2011 3 van 6
5. SLOTBEPALINGEN 5.1 inwerkingtreding De beschikking treed! in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking bezwaar worden aangetekend. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. Wanneer een vooriopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een bestissing is genomen. 5.2 Bezwaar/beroep Beianghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij; Gedeputeerde Staten van Zeeiand, ta.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg. In het bezwaarschrift neemt u tenminste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe ieiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden. Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefolder aanvragen op telefoonnummer 0118-631400. U kunt de informatie ook downloaden via http://loket.zeeland.nl/bezwaar/bezwaar. Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening {artikei 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, Postbus 5015, 4330 KA Middelburg. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd. 5.3 Afschriften Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borseie; Gedeputeerde staten, namens dezen, mevr, ih r1. Jansen, hoofd afdeling Milieuhygiene. Besluit van 2 maart 2011 4 van 6
Bijfage 1: voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor Eastman Chemical Nederland B.V. 1. Tenminste 2 dagen voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moet de afdeiing Vergunningverlening en Handhaving van de gemeente Middelburg in het bezit worden gesteld van naam en adres van degene(n) die verantwoordelijk is (zijn) voor de uitvoering van de bouwwerkzaamheden, inclusief een gewaarmerkte kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandei en Fabrieken (paragraaf 1.1, onderdeien c en d van Besiuit indieningsvereisten). 2. Het bouwterrein dient op een doeltreffende wijze van de weg en van het aangrenzen- de open erf of terrein te worden afgescheiden (artikel 4.9, lid 1 van de Middeiburgse Bouwverordening). 3. De onderstaande onderdeien dienen minirnaal twee werkbare werkdagen, voorafgaande aan de werkzaamheden, te worden gemeld aan de afdeiing Vergunningverlening en Handhaving van de gemeente Middelburg, teiefoonnummer: 0118-675357 of 0118-675351. Ook te bereikbaar via het faxnummer: 0118-675581: heiwerk (1 e paai); controle funderingswapening, inclusief tijdstip van de betonstort; controle begane grondvloerwapening en verdiepingsvloeren, inclusief tijdstip van de betonstort; eindoplevering, voorafgaand aan de ingebruiknarne van het bouwwerk. Tussentijdse wijzigingen van het bouwplan dienen tijdig aan de afdeiing Vergunningverlening en Handhaving van de gemeente Middelburg te worden doorgegeven; het bouwplan dient te worden uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften van het Bouwbesluit en de Bouwverordening en de eventueel door de afdeiing Vergunning verlening en Handhaving op grond van deze voorschriften te verstrekken aanwijzingen, tenzij deze omgevingsvergunning het uitdrukkesijk toestaat daarvan af te wijken; 5. bij de uitvoering van de werkzaamheden op grond van het Burgerlijk Wetboek rekening dient te worden gehouden met de eigendommen van derden; 6. zij het gebruik van een werktuig (waaronder een heisteliing), dat schade of ernstige hinder voor de omgeving veroorzaakt, of kan veroorzaken, kunnen verbieden (artikel 4.10 van de Bouwverordening); Besiuit van 2 maart 2011 5 van 6
7. het afval dat vrijkomt tijdens de uitvoering van de werkzaamheden bij de bron dient te worden gescheiden in verschillende fracties. De volgende fractles dienen op het bouwterrein, in daarvoor geschikte containers, apart te worden opgeslagen en afgevoerd: gevaarlijk afval, als bedoeld in het Besluit aanwijzing gevaarsijke afvalstoffen; metalen; steenachtig afval; massief hout zonder verduurzamingsmiddelen; steenwol en/of glaswol; overig afval. Bovengenoemde fracties dienen te worden afgevoerd naar een daartoe bevoegde be- en/of verwerkingsinrichting, dan wel de fabrikant of leverancier; Ha de bouw van een bouwwerk, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, het verboden is dit bouwwerk in gebruik te geven of te nemen indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet: a. het bouwwerk niet gereed gemeld is bij de afdeling VergunningverSening en Handhaving; b. er niet gebouwd is overeenkomstig de bouwvergunning. 9. Zoveei mogelijk dient te worden voorkomen dat grondafvoer moet piaatsvinden; indien toch grondafvoer noodzakelijk is moet rekening gehouden worden met hoge kosten in verband met kwaliteitsbepaling en afzet. 10. Daar waar in de voorschriften is bepaald dat er zaken aan de gemeente Middelburg moet worden toegezonden, dient vergunninghouder tevens een afschrift te zenden aan Provincie Zeeland, Directie Ruimte, Milieu en Water. Besluit van 2 maart 2011 6 van 6