Partnerschap in ontwikkeling



Vergelijkbare documenten
SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Mentaal Weerbaar Blauw

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Academisch schrijven Inleiding

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Introductie in flowcharts

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

Taco Schallenberg Acorel

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

150 ECG-problemen (Dutch Edition)

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Dutch survival kit. Vragen hoe het gaat en reactie Asking how it s going and reaction. Met elkaar kennismaken Getting to know each other

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Vergaderen in het Engels

Academisch schrijven Inleiding

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

De grondbeginselen der Nederlandsche spelling / Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal (Dutch Edition)

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

RECEPTEERKUNDE: PRODUCTZORG EN BEREIDING VAN GENEESMIDDELEN (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Wij beloven je te motiveren en verbinden met andere studenten op de fiets, om zo leuk en veilig te fietsen. Benoit Dubois

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

Update Empowermentproject Awasi Kenia september 2013

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

De professionele leergemeenschap met een onderzoekende cultuur. Masterclass 3

Ik kom er soms tijdens de les achter dat ik mijn schoolspullen niet bij mij heb of niet compleet

Group work to study a new subject.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Security Les 1 Leerling: Marno Brink Klas: 41B Docent: Meneer Vagevuur

WORKSHOP : COMPTENCES FOR THE SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS ( SDGs )

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units.

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

Cyberpesten: welke mediatietechnieken gebruiken ouders en. welke zijn effectief ter preventie van cyberpesten.

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

Topic 10-5 Meeting Children s Intellectual Needs

The training courses are only offered in Dutch.

Persoonlijke informatie / Personal information

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

CORPORATE BRANDING AND SOCIAL MEDIA: KEY FINDINGS FOR DUTCH CONSUMERS Theo Araujo

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Houdt u er alstublieft rekening mee dat het 5 werkdagen kan duren voordat uw taalniveau beoordeeld is.

LDA Topic Modeling. Informa5ekunde als hulpwetenschap. 9 maart 2015

Online Resource 1. Title: Implementing the flipped classroom: An exploration of study behaviour and student performance

Duurzaam projectmanagement - De nieuwe realiteit van de projectmanager (Dutch Edition)

IDENTITEIT IN DE METHODE?

Disclosure belofte. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Doel van de patient staat centraal

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

B1 Woordkennis: Spelling

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Zo werkt het in de apotheek (Basiswerk AG) (Dutch Edition)

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Effectieve Communicatie

Competencies atlas. Self service instrument to support jobsearch. Naam auteur

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published

Archief Voor Kerkelijke Geschiedenis, Inzonderheid Van Nederland, Volume 8... (Romanian Edition)

Duiding Strafuitvoering (Larcier Duiding) (Dutch Edition) Click here if your download doesn"t start automatically

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Borstkanker: Stichting tegen Kanker (Dutch Edition)

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels)

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Een vrouw, een kind en azijn (Dutch Edition)

Free Electives (15 ects)

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

Bijlage 2: Informatie met betrekking tot goede praktijkvoorbeelden in Londen, het Verenigd Koninkrijk en Queensland

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

Quick scan method to evaluate your applied (educational) game. Validated scales from comprehensive GEM (Game based learning Evaluation Model)

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

Memo Academic Skills; the basis for better writers

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

EU keurt nieuw Programma veiliger internet goed: 55 miljoen euro om het internet veiliger te maken voor kinderen

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

Programma Open dag zaterdag 28 februari 2015 Program Open Day Saturday 28 February 2015

Transcriptie:

Partnerschap in ontwikkeling Onderzoek naar de ervaren meerwaarde van een partnerschap tussen NGO s en educatieve instellingen in Afrika en Nederland Afstudeerscriptie Sanne Marije Toegepaste Psychologie Teune April 2011

On the questions I think that they are stimulating. They make me think even deeper of how the relationship should be in a way. Southern partner Afstudeeropdracht TPH48 A, opleiding Toegepaste Psychologie Cluster Social Work en Toegepaste Psychologie Hogeschool Leiden Sanne Marije Teune April 2011 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Edukans, programma Learn4Work

Samengesteld door Onderzoeker: Sanne Marije Teune Studentnummer: 1008772 Tel: 06 12 66 21 40 Opdrachtgever Edukans, programma Learn4Work Opdrachtgever: Hester Pronk Tel: 033 460 60 10 Opleiding Toegepaste Psychologie Examinator: Rogier de Groot Begeleidende docent: José Marijt Tel: 071 5 188 139 Afstudeeropdracht, Opleiding Toegepaste Psychologie, Hogeschool Leiden Copyright: 2011, Hogeschool Leiden Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Hogeschool Leiden, Zernikedreef 11, 2333 CK Leiden, en de onderzoeker van dit onderzoek.

Samenvatting Dit onderzoek Partnerschap in ontwikkeling is uitgevoerd in opdracht van de niet-gouvernementele organisatie (NGO) Edukans. Het is een onderzoek naar de ervaren meerwaarde van het partnerschapprogramma Learn4Work tussen NGO s en educatieve instellingen in Afrika en Nederland. Binnen het programma Learn4Work werken partners vanuit NGO s en educatieve instellingen samen aan een millenniumakkoord in acht verschillende partnerschappen. Het millenniumakkoord is tevens de doelstelling van Learn4Work: het verbeteren van de toegang tot en de kwaliteit van het beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden. Sanne Marije Teune heeft in het kader van haar afstuderen onderzoek gedaan naar de ervaren meerwaarde van samenwerken met een diversiteit aan partners. Hierbij stond de adviesvraag centraal, deze luidt als volgt: Hoe ervaren de partner van Learn4Work de samenwerking met verschillende partners uit het noorden en zuiden met NGO s en educatieve instellingen als achtergrond? Om de adviesvraag te beantwoorden is zij als volgt te werk gegaan: allereerst is er uitvoerig gekeken naar de huidige partnerschapstrategie van het Learn4Work programma. Met de reden een goed inzicht te krijgen van de regels en afspraken die gemaakt zijn om de samenwerking tussen de partners invulling te geven. Na dit onderzoek zijn er onderzoeksvragen ontwikkeld om de adviesvraag zo volledig mogelijk te kunnen beantwoorden. Vervolgens is de methode van onderzoek bepaald. Door middel van een literatuuronderzoek zijn de vragen uit de topiclist ontwikkeld. Hieruit zijn vier succesfactoren voor ontwikkelingssamenwerking naar voren gekomen die onderzocht zijn bij de betrokken partners in het Learn4Work programma. Onder de vier succesfactoren vallen bereidheid, betrokkenheid, loyaliteit tot beslissen en transparantheid. Ook is de overkoepelende factor communicatie in de literatuur onderzocht. Samengevat houden deze succesfactoren het volgende in: bereidheid doelt op het gegeven dat de partners bereid zijn met andere organisaties/instellingen samen te werken en dat het management actief betrokken is. Actieve betrokkenheid is naast bereidheid sterk bepalend voor een samenwerking: inzet tonen, het enthousiast zijn en enthousiast maken van medepartners en je committeren is ten goede voor het project. De derde succesfactor zegt dat het belangrijk is dat de partners het eens zijn met elkaar over de gemaakte beslissingen, het kan de partners ontmoedigen waarneer hier geen sprake van is. De vierde succesfactor transparantheid wil zeggen dat er openheid en duidelijkheid zou moeten zijn over de taken en rollen binnen een partnerschap. Wantrouwen kan ontstaan wanneer er geen transparantheid is. De overkoepelende factor communicatie geeft aan dat een communicatienetwerk (figuur 1, blz. 19) kan helpen om moeiteloos en efficiënt met elkaar te communiceren. Bij communicatie met personen uit verschillende culturen is het verstandig rekening te houden met verschillen in linguïstische stijlen. Om de ervaringen in de samenwerking tussen de partners te onderzoeken zijn er voor het onderzoek Partnerschap in ontwikkeling twintig partners geïnterviewd,

zowel Nederlandse (noordelijke) als Afrikaanse (zuidelijke) partners. De uitkomsten van de interviews vormen de resultaten van het onderzoek. Resultaten Het grootste deel van de betrokken partners ervaart een meerwaarde van het partnerschap van Learn4Work. De belangrijkste meerwaarde wordt ervaren in het uitwisselen van kennis, vaardigheden en netwerken. Met betrekking tot de vier succesfactoren komt naar voren dat de partners over het algemeen tevreden zijn met de huidige samenwerking. Met name zijn de partners bereid om samen te werken en zijn ze betrokken bij de projecten. Betreffende de succesfactoren loyaal tegen over beslissingen en transparantheid scoren ze gemiddeld, maar zijn de verwachtingen van een groot aantal partners anders dan de huidige ervaringen. Dit geldt ook voor de overkoepelende factor communicatie. Adviezen Vanuit de resultaten zijn er adviezen geformuleerd vanuit de vraag van de betrokken partners. De partners geven aan dat de eisen van het rapporteren niet in verhouding staan met de tijd en het budget die ze hebben. Daarom wordt Learn4Work geadviseerd het protocol van het rapporteren aan te passen. Hiermee kunnen ze inspelen op het afbreekrisico van de bereidheid en betrokkenheid van de partners. Een groot aantal van de partners geeft aan regelmatiger contact te willen hebben met de medepartners. Om de communicatie, en daarmee de betrokkenheid, het enthousiasme en transparantheid, te verbeteren wordt op kort termijn geadviseerd verschillende initiatieven door de partners zelf te laten nemen. Hieronder valt onder andere meer telefonisch dan mail contact. Op lang termijn wordt geadviseerd een onderzoek te doen naar communicatiemedia. Bij de uitkomsten over de diversiteit van de partners kwam naar voren dat zij graag het bedrijfsleven actief willen betrekken. Om dit te realiseren wordt geadviseerd te onderzoeken op welke manieren het bedrijfsleven succesvol betrokken kan worden. Hierbij is het verstandig te kijken naar de al bestaande netwerken binnen de projecten. Sommige partners geven aan dat ze graag een coördinator in de samenwerking willen hebben. Deze persoon functioneert als een tussenpersoon tussen de partners in een partnerschap of voor meerdere partnerschappen mochten deze zich in hetzelfde land bevinden. Aanbevolen aan Learn4Work wordt de voor en nadelen van een extra coördinerende rol in het zuiden te achterhalen. Om hiermee een beeld te schetsen wat de rol inhoudt en of het een toegevoegde waarde is voor de samenwerking. Tot slot geven sommige noordelijke NGO s aan dat ze het inzicht in ontwikkelingssamenwerking bij sommige noordelijke scholen missen. De visie betreft dit onderwerk lijkt niet altijd op één lijn te liggen. Dit onderzoek kan hier verder weinig uitspraken over doen en daarom wordt er geadviseerd hier meer onderzoek naar te doen met hetzelfde doel als bij het vorige advies. De volgende aanbevelingen worden door de onderzoeker gedaan. Uit de resultaten is gebleken dat er onduidelijkheid bestaat over het nemen van beslissingen. Daarom wordt er door de onderzoeker geadviseerd een protocol te

ontwikkelen waarin er verschillende vormen van beslissen opgenomen worden. Mede wordt aanbevolen de rollen met de daarbij horende taken en verantwoordelijkheden duidelijker te beschrijven. Met het doel in de toekomst verwarring betreft rollen, taken, verantwoordelijkheden en het nemen van beslissingen voor te zijn. Als tweede merkte de onderzoeker bij de uitkomsten en tijdens de writeshop in Kenia op dat er betreft de communicatie verbeteringen aangebracht kunnen worden. Daarom wordt er geadviseerd de partners nog meer bewust van te maken van crossculturele communicatie doormiddel van een nieuwsbrief of workshop. En daarin de linguïstische stijlen te behandelen. Als derde kan er uit de resultaten geconcludeerd worden dat er meer transparantie kan komen. Op het moment zijn er binnen sommige partnerschappen nog steeds partners die bijna tot niet op de hoogte zijn van andere partners en/of taken en activiteiten van medepartners. Betere communicatie tussen de partners is hier van belang. Daarom wordt er geadviseerd een communicatienetwerk te keizen voor het Learn4Work programma en deze te implementeren. Tot slot worden er twee adviezen gegeven om de betrokkenheid onder de partners te vergroten. Geadviseerd wordt aandacht te besteden aandacht te geven aan de betrokken partners om elkaar beter te leren kennen. Dit door de adviezen op te volgen die tot nu toe gegeven zijn. Er komt bij de uitkomsten naar voren dat het bij elkaar komen bij bezoeken, bijeenkomsten enzovoort. Het samenkomen maakt de partners enthousiast en dit heeft invloed op de betrokkenheid. Daarom is het laatste advies hier op haalbare manieren meer op in te spelen.

Summary This research "Partnership in Development" was commissioned by the nongovernmental organization (NGO) Edukans. It is an investigation into the experienced added value of the partnership-programme of Learn4Work between NGOs and educational institutions in Africa and the Netherlands. Within the programme Learn4Work partners from NGOs and educational institutions work together with a Millennium-agreement in eight different partnerships. The Millennium-agreement is also the aim of Learn4Work: improving access to and quality of vocational education in developing countries. Sanne Marije Teune has, as part of her graduation, investigated the experienced added value of working with a variety of partners. She did the research to answer the following central question: How do partners of Learn4Work cooperation with a variety of partners from the north and south with NGOs and educational institutions as background? To answer the question she proceeded as follows: first, there has been exhaustively looked at the current partnership-strategy of the Learn4Work programme. The reason is to have a good understanding of the rules and arrangements made for the cooperation between the partners. Next, researchquestions were developed to answer the central question as fully as possible. Following, the method of examination has been defined. Through a literature study, the questions were developed for the topic-list. Four success factors of development cooperation came out to be relevant for the Learn4Work programme. Among the four success factors are willingness, commitment, loyalty to decision and transparency. Also, the overarching factor communication is examined. Briefly, these success factors mean as following: willingness refers to the fact that the partners agree with other organizations/institutions to work together and that management is actively involved. Besides willingness, active involvement also strongly influences collaboration: showing commitment, be enthusiastic and making your co-partners enthusiastic and your commitment is beneficial for the project. The third success factor says it is important that partners agree with each other about the decisions made, it can discourage the partners when this is not the case. The fourth success factor transparency means that there should be openness and clarity about the tasks and roles within a partnership. Mistrust can arise when there is no transparency. The overarching factor indicates that a communication network (figure 1, blz. 19) may help to easily and efficiently communicate with each other. When communicating with people from different cultures, it is wise to be aware of differences in linguistic styles. To study the experiences in cooperation between the partners, twenty partners are interviewed, both Dutch (northern) and African (southern) partners. The answers out of the interviews are the results of the research.

Results The majority of the partners involved, experience an added value from the partnership of Learn4Work. The main added value has been experienced in the exchange of knowledge, skills and networking. Regarding to the four success factors the partners are generally satisfied with the current cooperation. In particular the partners agree to work together and they are involved in the projects. Regarding the success factors loyal to decisions and transparency they score on average. But the expectations of an large number of partners differ from the current experience. This also applies to the overarching factor communication. Advices From the results several advices are formulated from the questions by the partners involved. The partners indicate that the reporting requirements are disproportionate to time and budget they have. It is therefore recommended to Learn4Work to adjust the reporting protocol. It allows Learn4Work to respond to the risk of break down of the willingness and commitment of partners. A large number of partners appoint they want to have more regular contact with their co-partners. To improve communication and thus the commitment, enthusiasm and transparency, it is recommended to let the initiatives by the partners themselves to take. This includes more use of phone than mail. On long term the advice is to do a study to communication media. The data of the diversity of the partners showed they would like to involve the private sector. To achieve this it is advised to explore ways of how the private sector can be successfully involved. Hereby it is wise to look at the existing networks within the projects. Some partners say they want a coordinator. A coordinator acts as a mediator between partners in a partnership or more partnerships when they are in the same country. Recommended is to look at the advantages and disadvantages of an additional coordinating role in the south. To create a picture and to look whether the function is an added value of cooperation. Finally, some northern NGOs miss understanding of the development cooperation of some northern schools. The vision about development cooperation does not always seem to be the same. This study can only make a little statement about this and therefore it is recommended to do more research to find out if having the same vision has an added value for the cooperation. The researcher makes the following recommendations. The results showed there is uncertainty about making decisions. That is why the researcher advises to develop a protocol in which different types of decisions are included. Also recommended is to describe the rolls with the corresponding tasks and responsibilities more clearly. With the aim of less confusion concerning roles, responsibilities and making decisions in the future of the partnerships. Secondly, the researcher noticed in the outcomes of the research and during the writeshop in Kenya, that concerned communication there could be some improvements. Therefore, the suggestion is that the partners should be more aware of cross-cultural communication through a newsletter or workshop. And learn them more about the linguistic styles.

A third notice out of the results is that more transparency could be included in the partnerships. At the moment there are still partners in certain partnerships that almost have no knowledge of other partners and/or tasks, activities of co-partners. More communication between the partners is important. That is why the researcher recommends to choose for a communication network that fits the Learn4Work programme and to implement this network. Finally, two advices are given in order to increase commitment among the partners. It is advisable to focus on the partners involved to get to know each other better by following the advices given so far. The outcomes suggest that coming together by visits, meetings and so on, has a positive effect on the partners. It makes them enthusiastic and that increases the commitment. Therefore, the last advice is to work with this in a way that is achievable.

Voorwoord Het schrijven van deze afstudeerscriptie gebeurde in het kader van de opleiding Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Leiden. De opdracht voor dit onderzoek is afkomstig van de organisatie Edukans, die mij de mogelijkheid gaf mijn afstudeerproject bij hen uit te voeren. Ontwikkelingssamenwerking is een onderwerp waar ik al enkele jaren interesse in heb. De afgelopen maanden heb ik mij dan ook met plezier verdiept in het programma Learn4Work en de partnerschapstrategie tussen Nederland en Afrika. Een programma die zich inzet voor het verbeteren van het beroepsonderwijs in Afrika. De samenwerking tussen noordelijke en zuidelijke NGO s en scholen is een thema waar ik mij met veel interesse in wegwijs heb gemaakt. Graag bedank ik de personen die een bijdrage hebben geleverd aan dit onderzoek. Allereerst Hester Pronk, coördinator van Learn4Work, die mij de kans gaf een onderzoek te doen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zij heeft mij mede begeleid tijdens het proces om het onderzoek op een hoger niveau te brengen. Daarnaast gaf zij mij de mogelijkheid mijn onderzoeksuitkomsten te presenteren voor de betrokken partners in Kenia en een bijdrage te leveren aan de writeshop om mijn competenties verder te kunnen ontwikkelen. Dank voor je kennis, tijd en de geweldige leerzame ervaringen! Ten tweede wil ik de partners betrokken bij het Learn4Work programma bedanken. Zonder de interessante gesprekken met de partners was het niet gelukt om dit rapport te schrijven. Dank voor de tijd die jullie vrijgemaakt hebben om jullie ervaringen met mij te delen. Mede de partners van Local Expertise Centre Kenya, met name Aggrey, dank voor het organiseren van het bezoek in Kenia en de ervaren gastvrijheid! Mijn speciale dank gaat uit naar mijn vader Robert die mij in contact heeft gebracht met Hester en die mij geholpen heeft met mijn eerste ervaring van onderzoek doen. Dankzij hem is het een leerzame en positieve ervaring geworden. Mede wil ik mijn moeder Els bedanken voor het altijd achter mij staan en bemoedigen. Bedankt voor de ruimte die jullie mij gaven, het meedenken en jullie liefde! Tot slot wil ik mijn vrienden bedanken voor die mij de tijd gaven mijn opleiding af te ronden. Mede mijn lieve studiegenoten voor de leerzame en vooral gezellige jaren, mede dankzij jullie heb ik mij professioneel kunnen ontwikkelen en ben ik persoonlijk gegroeid. Sanne Marije Teune Maart 2011

Inhoudsopgave Samenvatting ---------------------------------------------------------- 3 Summary --------------------------------------------------------------- 6 Voorwoord -------------------------------------------------------------- 9 Hoofdstuk 1 Inleiding en achtergrond onderzoek ------------------- 12 1.1 Learn4Work ------------------------------------------------------- 12 Partnerschapstrategie Learn4Work ----------------------------- 13 1.2 Het onderzoek ---------------------------------------------------- 13 Aanleiding voor het onderzoek ---------------------------------- 13 Probleemstelling ------------------------------------------------- 14 Het doel ---------------------------------------------------------- 14 De adviesvraag en onderzoeksvragen -------------------------- 14 1.3 Opbouw van het rapport ----------------------------------------- 15 Hoofdstuk 2 Theoretisch kader --------------------------------------- 16 2.1 Ontwikkelingssamenwerking ------------------------------------- 16 Vormen van samenwerken -------------------------------------- 16 2.2 Succesfactoren van ontwikkelingssamenwerking --------------- 17 Hoofdstuk 3 Methode van onderzoek -------------------------------- 21 3.1 Onderzoeksgroep ------------------------------------------------- 21 3.2 Dataverzameling-------------------------------------------------- 21 Documenten Learn4Work---------------------------------------- 21 Literatuurbronnen------------------------------------------------ 22 Interviews -------------------------------------------------------- 22 3.3 Afnameprocedure van de interviews----------------------------- 22 3.4 Geldigheid en generalisatie--------------------------------------- 23 3.5 Intersubjectiviteit en validiteit ----------------------------------- 23 Hoofdstuk 4 Resultaten ----------------------------------------------- 25 4.1 Bereidheid--------------------------------------------------------- 25 4.2 Betrokkenheid----------------------------------------------------- 26 4.3 Loyaliteit tot beslissingen maken -------------------------------- 27

4.4 Transparantheid -------------------------------------------------- 28 4.5 Communicatie----------------------------------------------------- 28 4.6 Ervaren meerwaarde --------------------------------------------- 29 Hoofdstuk 5 Conclusie ------------------------------------------------ 32 Hoofdstuk 6 Discussie------------------------------------------------- 35 6.1 Discussie resultaten ---------------------------------------------- 35 Doelstelling en adviesvraag ------------------------------------- 35 Literatuur--------------------------------------------------------- 35 6.2 Kanttekeningen bij de uitvoering van het onderzoek ----------- 36 Onderzoeksmethode --------------------------------------------- 36 6.3 Suggesties voor vervolgonderzoek ------------------------------ 36 Hoofdstuk 7 Adviezen------------------------------------------------- 38 7.1 Adviezen gebaseerd op de vragen van de betrokken partners - 38 Advies 1 ---------------------------------------------------------- 38 Advies 2 ---------------------------------------------------------- 39 Advies 3 ---------------------------------------------------------- 40 Advies 4 ---------------------------------------------------------- 41 Advies 5 ---------------------------------------------------------- 41 7.2 Adviezen van de onderzoeker aan Learn4Work ----------------- 41 Advies 1 ---------------------------------------------------------- 42 Advies 2 ---------------------------------------------------------- 43 Advies 3 ---------------------------------------------------------- 43 Advies 4 --------------------------------------------------------- 44 Advies 5 ---------------------------------------------------------- 44 Literatuurlijst ----------------------------------------------------------- 46 Bijlage 1 Programmastructuur Learn4Work ------------------------- 48 Bijlage 2 Topiclist interview ------------------------------------------ 49 Bijlage 3 Interpretatie-instrument topiclist -------------------------- 51 Bijlage 4 Protocol het nemen van beslissingen --------------------- 54

Hoofdstuk 1 Inleiding en achtergrond onderzoek In dit hoofdstuk wordt allereerst een inleiding gegeven over Learn4Work, een programma binnen de Nederlandse organisatie Edukans. Mede wordt de partnerschapstrategie van Learn4Work beschreven. Vervolgens wordt de aanleiding en de doelstelling van het onderzoek uitgelegd. Tot slot zal de opbouw van het onderzoeksrapport beschreven worden. 1.1 Learn4Work In het jaar 2000 zijn regeringsleiders van 189 landen het eens geworden over serieuze inspanningen voor armoedebestrijding en om acht concrete ontwikkelingsdoelen voor 2015 te behalen, beter bekend als de Millennium Ontwikkeling Doelen (MDGs). In Nederland heeft de overheid in 2007 het Akkoord van Schokland in het leven geroepen (www.hetakkoordvanschokland.nl). Dit bevat zevenentwintig akkoorden die een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van de millenniumdoelen in 2015. Voor het uitvoeren van deze akkoorden wordt vijftig miljoen euro beschikbaar gesteld door het kabinet. Zesendertig akkoorden zijn op het moment afgesloten met in totaal vierhonderd bedrijven, instellingen en organisaties. Binnen Schokland staat het betrekken van nieuwe partijen, dat wil zeggen andere dan de traditionele ontwikkelingssamenwerkingorganisaties, bij ontwikkelingssamenwerking centraal. De niet-gouvernementele organisatie Edukans valt niet onder deze nieuwe partijen maar heeft wel een nieuw programma ontwikkelt onder de naam Learn4Work. Vijftien verschillende partijen, waaronder Learn4Work, hebben het contract ondertekend voor één van de akkoorden binnen het Akkoord van Schokland welke luidt als volgt: Verbeteren van de toegang tot en de kwaliteit van het beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden. Hieronder valt voor Learn4Work het niet goed aansluiten van de lesstof, lage status van TVET, het ontvangen van weinig aandacht en geld van overheid, het lastig verkrijgen van goede docenten en het moeilijk kunnen krijgen van toegang tot onderwijs voor sommige groepen jongeren. In het Learn4Work programma werken teams van ten minste vier organisaties samen aan een project. Elk team bestaat uit zowel Afrikaanse (het zuiden) als Nederlandse (het noorden) organisaties met verschillende afkomst: ontwikkelingsorganisaties, niet-gouvernementele organisaties (NGO s), scholen, kenniscentra, bedrijven of overheidsorganisaties. Zo ontstaat er een mix van alle kennis en vaardigheden die nodig zijn om daadwerkelijk iets te kunnen bereiken. Daarnaast kunnen de teams en andere betrokkenen hun inzichten uitwisselen op de diverse workshops die worden georganiseerd. Elk project heeft een leadpartner, dat is de partner die een coördinerende functie heeft en die de voortgang van het project terugkoppelt aan Learn4Work. Na uitvoerig onderzoek naar de situatie ter plekke in Ethiopië, Ghana, Kenia en Zambia zijn in 2009 acht projecten van start gegaan. Op dit moment worden de eerste resultaten geboekt. De teams ontwikkelen lesprogramma s die beter aansluiten op de arbeidsmarkt, ze zetten bijscholingen op voor leerkrachten, ze begeleiden afgestudeerde studenten bij het vinden van een

baan, ze kijken of het management van een opleidingsinstituut kan worden verbeterd en zorgen voor betere onderwijsmiddelen. Ondertussen zijn ook veel Nederlandse studenten en leerkrachten bij de projecten betrokken, die in ons land bijdragen aan bewustwording en fondsenwerving. In bijlage 1 is de programmastructuur van Learn4Work te vinden. Partnerschapstrategie Learn4Work In een aantal verschillende documenten staan de afspraken en regels beschreven van het Learn4Work programma, evenals afspraken met betrekking tot de samenwerking tussen de partners. Samen vormen deze documenten de partnerschapstrategie van Learn4Work. Aan het begin van het programma is er een document ontwikkeld genaamd Guidelines Learn4Work. Dit bevat alle informatie over het programma. Er worden richtlijnen gegeven voor de projectvoorstellen, Memorandum of Understanding (MoU) en het bevat een contract. De projectvoorstellen bevatten de afspraken tussen de partners die samenwerken in één van de acht lopende projecten alsook de afspraken tussen deze acht partnerschappen en Learn4Work. Deze afspraken hebben betrekking op de doelen die ze willen behalen, de gegevens over de financiering, welke verantwoordelijkheden ze tegenover elkaar hebben, bijvoorbeeld over de communicatie, en de activiteiten waar elke partner verantwoordelijk voor is. Deze activiteiten bestaan onder andere uit trainen van het managementteam, bezoeken regelen, studenten uitwisselen etc. In de Memorandum of Understanding (MoU) worden de algemene voorwaarden wat betreft de samenwerking tussen de partners van een partnerschap vastgesteld. Ook de overeenkomsten per project worden beschreven. Elke partner legt in de MoU vast actief te zullen participeren in het netwerk van Schokland TVET, door hun ervaringen te delen met de andere betrokken partners in het noorden en zuiden. Het contract wordt opgesteld tussen de lead-organisaties en Edukans. Hierin komen partijen afspraken overeen over de te behalen resultaten, de toegekende subsidie en verschillende activiteiten omtrent het coördineren van een partnerschapproject. 1.2 Het onderzoek Aanleiding voor het onderzoek Het programma Learn4Work is gestart in 2009 en zal in 2012 eindigen. Gerekend vanaf de start bevindt het programma zich op dit moment halverwege en is het relevant om de toegevoegde waarde van de partnerschapstrategie te evalueren. Door dit onderzoek uit te voeren met behulp van de betrokken partners als ervaringsdeskundigen ontstaat er een beeld van de ervaren meerwaarde, de effectiviteit van de samenwerking, de eventuele noodzaak voor versterking van het programma en mogelijke kansen voor toepassing ervan met andere externe organisaties.

Probleemstelling De programma opzet van Learn4Work is nieuw en de partnerschapstrategie wordt voor het eerst in de praktijk wordt toegepast. Ook om deze reden is het relevant om lopende het programma te onderzoeken of er bij de betrokken partners sprake is van een ervaren meerwaarde van de partnerschapstrategie. De uitkomsten van dit onderzoek zijn nodig om de partnerschapstrategie, wanneer nodig, om te buigen naar de wenselijke situatie. Het in kaart brengen van de ervaren meerwaarde van de partnerschapstrategie is niet eenvoudig vanwege de grote diversiteit van betrokken partners die binnen het programma ook eigen doelen en subdoelen hebben. Om deze zelfde reden kan het ook zijn dat er sprake is van verschillende vormen van ervaren meerwaarde. Concluderend kan er gesteld worden dat de meest relevante onderwerpen voor onderzoek bestaan uit de vraag naar de ervaren meerwaarde én naar de ervaren effectiviteit van de samenwerking tussen de betrokken partners onderling. Het doel Het doel van dit onderzoek is vast te stellen hoe de huidige partnerschapstrategie van Learn4Work in de praktijk verloopt en of deze als toegevoegde waarde wordt ervaren door de betrokken NGO s en scholen in het noorden en het zuiden. Op basis van een literatuuronderzoek en de resultaten worden er adviezen geformuleerd voor de toekomst betreffende de partnerschapstrategie van Learn4Work. Met de reden de samenwerking tussen de betrokken partners te verbeteren. De adviesvraag en onderzoeksvragen dragen aan het verzamelen van de benodigde informatie bij. De tijdsperiode van het onderzoek is van eind september 2010 tot maart 2011. Tussentijdse resultaten zullen gepresenteerd worden tijdens de conferentie in februari 2011 in Kenia voor de vertegenwoordigers van de betrokken organisaties. Het eindrapport zal overgedragen worden aan Hester Pronk, coördinator van Learn4Work. de adviesvraag en de onderzoeksvragen De adviesvraag van dit onderzoek is: - Hoe ervaren de partner van Learn4Work de samenwerking met verschillende partners uit het noorden en zuiden met NGO s en educatieve instellingen als achtergrond? Mede om deze adviesvraag te beantwoorden zijn er drie onderzoeksvragen geformuleerd: - Wat zijn volgens de recente theorie de succesfactoren bij ontwikkelingssamenwerking? - Hoe uiten de succesfactoren zich in de Learn4Work partnerschappen? - Welke ervaren meerwaarde biedt de huidige partnerschapstrategie van Learn4Work bij de samenwerking van de partners uit het noorden en het zuiden?

De adviesvraag en onderzoeksvragen zijn in samenspraak met Learn4Work geformuleerd. De onderwerpen waarop de vragen antwoord moeten geven zijn gedeelte afkomstig uit de vraag vanuit Learn4Work en gedeeltelijk uit het literatuuronderzoek. 1.3 Opbouw van het rapport Dit onderzoeksrapport is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk twee bestaat uit het theoretisch kader. Hier wordt het begrip ontwikkelingssamenwerking uitgelegd, vormen van samenwerken besproken en zijn een aantal succesfactoren van samenwerken beschreven. De methode van onderzoek is in hoofdstuk drie geschetst. Daarin een beschrijving en toelichting van de gekozen methode en onderzoeksvormen. Hoofdstuk vier bevat de resultaten van het onderzoek, per succesfactor beschreven. De analyse van de resultaten is te vinden op de bijgevoegde cdrom. In hoofdstuk vijf is er per onderzoeksvraag een conclusie getrokken. Daarnaast is aan het eind van dit hoofdstuk de adviesvraag beantwoord. De discussie, beschreven in hoofdstuk zes, bevat zaken die het onderzoek en de resultaten hebben kunnen beïnvloeden. Daarnaast zijn er kanttekeningen geplaatst bij de uitvoering en staan er tot slot suggesties voor vervolgonderzoek. Naar aanleiding van de uitkomsten worden er in hoofdstuk zeven adviezen gegeven om de partnerschapstrategie van Learn4Work in de toekomst te verbeteren. Tot slot zijn er in de bijlage benodigdheden terug te vinden die zijn ingezet gedurende het onderzoek.

Hoofdstuk 2 Theoretisch kader In dit hoofdstuk wordt de basis gelegd voor het onderzoek. Deze basis bestaat uit de toelichting op de gebruikte concepten en een overzicht van het literatuuronderzoek. Centraal in dit hoofdstuk staan de volgende vragen: wat is de achtergrond ontwikkelingssamenwerking en wat wordt er onder ontwikkelingssamenwerking verstaan? Welke vormen van samenwerken zijn er en welke factoren maken een partnerschap een succes? Welke succesfactoren voor samenwerking worden er beschreven in relevante onderzoeken? Naar aanleiding van verschillende onderzoeken is er voor dit rapport een selectie gemaakt uit vier succesfactoren die relevant zijn voor de partnerschap van Learn4Work, aangevuld met de overkoepelende factor communicatie. In dit hoofdstuk worden de bovenstaande vragen beantwoord en zijn de vijf factoren beschreven. 2.1 Ontwikkelingssamenwerking Aanvankelijk werd ontwikkelingssamenwerking hulp aan onderontwikkelde gebieden genoemd en daaropvolgend ontwikkelingshulp. Ontwikkelingshulp werd ten dele gedaan door diverse partijen vanuit nobele en belangeloze beweegredenen met als voornaamste doel de armoede en ontwikkelingsachterstanden te bestrijden. Later kwam ook meer het bedrijfsleven naar voren. Dit maakt duidelijk dat de vaderlijke houding die de donorlanden hadden ten opzichte van de hulpontvangende landen in de loop der tijd plaatsgemaakt heeft voor een meer gelijkwaardige relatie tussen beide partijen (Van Nederpelt, 2004). Uiteindelijk wordt vandaag de dag meestal gesproken over ontwikkelingssamenwerking. Armoede en onderontwikkeling wordt op twee niveaus bestreden volgens Van Nederpelt (2004). De eerste is het niveau van de internationale gemeenschap en de tweede is het niveau van tweezijdige samenwerkingsverbanden, rechtstreeks tussen arme en rijke landen. Hierbij stelt het donorland financiële middelen, goederen, kennis en technologie ter beschikking aan het ontwikkelende land. Op dit laatste niveau werkt het programma Learn4Work. Vormen van samenwerken Uitgaande van Kaats, Van Klaaveren en Opheij (2005) is samenwerking een manier van organiseren waarbij autonome organisaties samen langdurige afspraken aangaan om samen bij te dragen aan gezamenlijke doelen. Samenwerken kan bestaan uit verschillende vormen zoals netwerken, allianties en partnerschappen. Learn4Work heeft voor het laatste gekozen waarvan verschillende auteurs zeggen dat het karakter vooral gefocust is op een duurzame relatie. Volgens Fowler (2000) moet er bij partnerschappen altijd sprake zijn van een bepaalde minimumkwaliteit van de relatie. Fowler (2000) benoemd tien minimumkwaliteiten, waarvan de volgende boven aan de lijst staat: een partnerschap is samenwerken om de gezamenlijk afgesproken resultaten te bereiken, doormiddel van een geaccepteerde gezamenlijke

verantwoordelijkheid. Pitsis, Kornberger en Clegg (2005) zeggen dat je pas van een partnerschap kan spreken wanneer de autonome organisaties die samenwerken samensmelten tot een duurzaam nieuw geheel, zoals het partnerschap van Learn4Work. Conclusie uit het bovenstaande is dat de factor duurzaamheid, in termen van een langdurige samenwerking, een belangrijke invloed heeft op de effectiviteit van de samenwerking. Boonstra (2007) stelt dat deze duurzaamheid op verschillende niveaus gewaarborgd dient te worden: 1. Organisatieniveau: management dient actief betrokken te zijn bij het ontwikkelen en handhaven van de samenwerking. Dit kunnen zij doen door het eens te zijn met de beoogde (sub)doelen, middelen, mensen en bevoegdheden en deze te faciliteren. Mocht een van deze punten wegvallen dat is het mede de taak van het management om voor vervanging te zorgen. 2. Individueel niveau: de betrokken mensen dienen de competenties en commitment hebben om hun taak zorgvuldig uit te kunnen voeren om zo een constructieve bijdrage te leveren aan de partnerschap. 2.2 Succesfactoren van ontwikkelingssamenwerking In de literatuur wordt beschreven dat samenwerking bestaat uit diverse factoren om het succesvol te laten zijn. Een universele verzameling factoren bestaat er echter niet. Eenvoudigweg omdat samenwerking ook gemoeid gaat met complexe sociale processen die lastig te plannen zijn. Wel is er wetenschappelijk aangetoond dat er een aantal voorwaarden is met betrekking tot de houding van de betrokken partners op samenwerking in het algemeen. Uit de studies van Kaats, et al. (2005), De Bruin & Ten Heuvelhof (2004) en Schruijer & Vansina (2007) zijn de volgende vier succesfactoren gekozen voor het onderzoek naar de partnerschapstrategie van Learn4Work: bereidheid, betrokkenheid, loyaliteit tot besluitvorming en transparantie. Over het algemeen ontstaan de eerste drie alleen als er een gedeelde perceptie is van het probleem dat door samenwerking opgelost kan worden. Het is niet realistisch om er vanuit te gaan dat voorafgaand aan het samenwerken de probleemperceptie volledig helder is tussen de betrokken partners. Dit is een proces dat verder ontwikkeld wordt als het programma al loopt. De aard van de eigen doelstellingen van de deelnemende partners kunnen verschillen van het gezamenlijke doel van de samenwerking en zijn vaak meer aanvullend dan complementair. De succesfactor bereidheid om samen te werken is één van de belangrijkste factoren van de deelnemende partners. In de praktijk is het niet altijd vanzelfsprekend dat de partners bereid zijn met andere organisaties/instellingen samen te werken, al lijkt het wel voor de handliggend. Er van uitgaande dat de samenwerking op vrijwillige basis is ontstaan, zijn de personen die voor hun organisatie beslissen wie er deelneemt aan de partnerschap niet altijd de personen die direct betrokken zijn in het samenwerkingsproces. Zoals bij punt 1 in de vorige paragraaf besproken is moet het management actief betrokken zijn en het draagvlak zijn voor de personen die met de praktische vormen van de samenwerking te maken hebben (Kaats, et al. 2005).

The roots of true achievement lie in the will to become the best that you can become. Harold Taylor Actieve betrokkenheid is ook sterk bepalend voor het succes van de samenwerking. Bereidheid en betrokkenheid lijken op elkaar maar hebben niet dezelfde betekenis. Voor betrokkenheid is bereidheid onmisbaar, maar andersom leidt bereidheid niet vanzelfsprekend tot betrokkenheid. Een aspect van betrokkenheid is de inzet van de betrokken partners, deze wordt niet altijd bijgehouden. Tevens zou er in de betrokkenheid van iedere partnerschap ook sprake moeten zijn van een zekere mate van wederzijdsheid. Deze kan bestaan uit het enthousiast maken en betrokken houden van elkaar of een persoon de rol geven om dit proces te leiden. (De Bruin et al. 2004). Actieve betrokkenheid speelt ook een centrale rol bij effectief en efficiënt gedrag in een partnerschap. Als een persoon veel commitment toont door middel van actieve betrokkenheid zal dit ten goede komen aan het programma (Bloemers & Hagedoorn, 2006). In een onderzoek van Aidenvironment (Millenniumakkoorden Mid-term Review, 2010) komt naar voren dat het van belang dat iedereen partner vanaf het begin van een partnerschap betrokken is. Dit verhoogd het succes van het partnerschap. Ook komt naar voren dat het een voordeel is als de berokkenpartners elkaar al kennen uit eerdere projecten. Mocht dit niet het geval zijn is het belangrijk hier aandacht aan te besteden aan het begin van het programma. Be the change you wish to see in the world. Mahathma Ghandi De derde succesfactor, loyaliteit tot beslissingen maken vanuit de betrokken partners, is met name belangrijk in relatie tot de samenwerking. Het kan zijn dat de ene partner meer zeggenschap heeft in besluitvorming, maar het blijft belangrijk dat alle betrokkenen zich committeren aan de besluiten die genomen worden voor het desbetreffende programma of project. Wanneer hier geen sprake van is kan men verstrikt raken in een nietszeggend relatiespel en kunnen betrokken partners snel gedemotiveerd raken. (De Bruin & Ten heuvelhof 2004, Van Marrewijk 2005 en Kessler & Claasen 2010). Het is belangrijk dat de betrokken personen de beslissingen accepteren. Als dit niet gebeurt zal de uitvoering van het besluit niet werken (George en Jones 2002). It always seems impossible until it s done. Nelson Mandela De volgende succesfactor is transparantie en deze is nauw verbonden met de andere, met name die van loyaliteit tot beslissingen. Transparantie heeft te maken met het elkaar informeren over de beschikbare en relevante informatie. Sommige gegevens zijn bij alle partners bekend, andere gegevens alleen bij enkele partners. Soms hebben betrokken personen hebben informatie die bij geen van de anderen bekend is. Elk groepslid is verantwoordelijk om wat hij of zij weet te delen met de andere. Ook heeft iedere persoon in het partnerschap de verantwoordelijkheid om na te gaan of anderen over informatie beschikken die hij of zij zelf niet heeft. Hierbij is het belangrijk dat iedere partner de juiste communicatievaardigheden beschikken (Johnson & Johnson 2008). Wanneer er geen openheid en duidelijkheid is tussen de samenwerkende partijen kan er wantrouwen ontstaan. Wantrouwen kan fataal zijn voor de samenwerking tussen verschillende

partners. Open kaart spelen en geen verborgen agenda s hebben is een voorwaarde voor effectief partnerschap moeten zijn. (Van den Hoek & Spanjersberg 2005). Do what you say and say what you do! Anonymous Naast deze vier factoren is er een overkoepelende factor die ook erg belangrijk is bij een partnerschap: communicatie. Vanaf het begin van een programma is het belangrijk dat communicatie veel aandacht krijgt (Kessler et al. 2010). Om effectief te kunnen functioneren in een partnerschap is het belangrijk dat de betrokken partners moeiteloos en efficiënt kunnen communiceren. Om de communicatie te organiseren kan een communicatienetwerk helpen (figuur 1). Er zijn verschillende vormen van netwerken en elk heeft zijn eigen effect en invloed op de stemming van de partners, effectiviteit waarmee problemen worden opgelost etc. Elk netwerk heeft ook zijn eigen voor en nadelen. Kenmerkend is dat het moreel van een partnerschap in een gedecentraliseerd communicatienetwerk (cirkel, open) beter is dan in een gecentraliseerd netwerk (keten, Y, wiel). Het is verstandig een netwerk te kiezen die aansluit op de doelen van een programma of project (Leavitt, 1951; Shaw, 1964 in Groepsdynamica en Johnson et al. 2008). Figuur 1 (groepsdynamica) Wanneer personen van verschillende culturen met elkaar samenwerken kunnen er communicatie problemen ontstaan omdat ze verschillen in linguïstische stijlen. Een linguïstische stijl is een persoon zijn kenmerkende manier van spreken, inclusief de toon van de stem, het volume, snelheid, pauzes, directheid of indirectheid, keuze van woorden, vragen stellen of grappen maken en bereidheid om credits te nemen voor ideeën. Binnen één cultuur kunnen de linguïstische stijlen al variëren, in verschillende culturen verschillen linguïstische stijlen nog veel sterker en dit kan leiden tot moeilijkheden binnen de communicatie. Crossculturele communicatieve moeilijkheden kunnen overwonnen worden door de verschillende linguïstische stijlen van elkaar te begrijpen. Voorafgaand aan het contact hebben met de verschillende partners zouden de partners zich zoveel mogelijk moeten verdiepen in de linguïstische stijlen van de andere culturen. Bijvoorbeeld door met personen te praten die veel ervaring met de andere cultuur heeft (George et al. 2002). Beide partijen moeten welwillend en openstaan tegenover de ander en moeten bereid zijn van elkaar te leren (Bloemers et al. 2006). There is all the difference in the world between having something to say and having to say something John Dewey

De hierboven beschreven succesfactoren voor samenwerking zijn de basis voor het onderzoek. Zowel in de vragen van de interviews als ook in de analyses en conclusies worden deze succesfactoren dan ook toegepast.

Hoofdstuk 3 Methode van onderzoek In dit hoofdstuk zal de opbouw van dit onderzoek uitgelegd worden. Allereerst is de werkwijze van dit onderzoek uitgewerkt in een beschrijving van de onderzoeksgroep. Vervolgens wordt de dataverzameling uitgelegd. Tot slot komen de geldigheid, generalisatie, intersubjectiviteit en validiteit aan bod. 3.1 Onderzoeksgroep Het onderzoek is gericht op de partnerschappen van Learn4Work en de daarbij betrokken partners. De partners zijn elk betrokken in één of twee van de acht projecten. De partners zijn werkzaam binnen NGO s en educatieve instellingen en van Nederlandse en Afrikaanse afkomst. Binnen hun eigen organisaties hebben ze elk hun eigen rollen. Hierbij kan gedacht worden aan schooldirectie, coördinatoren, docenten, trainers tot financieel adviseur. Figuur 2 In elk project werken minimaal vier partners samen, de voorwaarde vanuit Learn4Work is dat er minimaal één noordelijke NGO en school betrokken moet zijn. De twee noordelijke partners moeten beiden een partner in het zuiden hebben. Voor de aard van deze partner is geen voorwaarde. Op deze manier zijn de projecten samengesteld (figuur 2). 3.2 Dataverzameling In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van documenten van de organisatie Edukans, literatuurbronnen en interviews om hiermee de adviesvraag en onderzoeksvragen te beantwoorden. Daarnaast heeft de onderzoeker zelf deelgenomen aan een werkconferentie en daar ter plekke informatie verzameld en ervaringen opgedaan die het onderzoek hebben ondersteund. Documenten Learn4Work Onder de documenten van Learn4Work vallen de Guidelines Learn4Work, de projectvoorstellen, de MoU s, de contracten en de Terms of References (TOR). Uit de documenten is een beeld geschetst van Learn4Work en de partnerschapstrategie. Alsmede is inzicht verkregen in de afspraken tussen Learn4Work en de (lead) partners, alsook de afspraken tussen de leden van de partnerschappen.

Literatuurbronnen Met het bestuderen van relevante literatuur is er inzicht verkregen in hedendaagse gangbare theorieën en standpunten over ontwikkelingssamenwerking en samenwerking in het algemeen. Daarnaast is er op basis van de gevonden informatie de topiclist voor de interviews ontwikkeld, evenals een labelsysteem om de uitkomsten te analyseren. De topiclijst is in bijlage 2 te vinden. Op basis van andere onderzoeken over ontwikkelingssamenwerking, waarin succesfactoren verschillende keren naar voren kwamen, en in samenspraak met de opdrachtgever is er een selectie gemaakt uit vier succesfactoren met communicatie als overkoepelende factor. De succesfactor bereidheid is in samenspraak met de opdrachtgever gedeeltelijk losgelaten. Naar aanleiding van een overleg met de opdrachtgever zijn er betreft deze factor nieuwe interviewvragen ontwikkeld, bereidheid is vertaald naar gedragingen die in de praktijk meetbaar zijn. Tevens wordt er in de literatuur gesproken over crossculturele communicatie en linguïstische stijlen. Binnen het kader van dit onderzoek is er in overleg met de opdrachtgever besloten deze factor niet expliciet in het onderzoek mee te nemen om de volgende reden: de opdrachtgever verondersteld dat de betrokken partners genoeg ervaringen hebben met deze twee factoren. Interviews De gedeeltelijk gestructureerde interviews (Baarda et al., 2005) zijn bij twintig van de circa veertig betrokken partners van Learn4Work afgenomen om een beeld te krijgen over hoe zij de samenwerking met verschillende instellingen en cultuurachtergronden ervaren. Van de twintig partners is er een vrijwel gelijk aantal op verschillende gebieden geïnterviewd. Van elk project is in ieder geval de lead-partner geïnterviewd en geprobeerd minimaal één van de noordelijke en zuidelijk partners te interviewen. De duur van de interviews varieerde van dertig tot zestig minuten en zijn voornamelijk via Skype 1 afgenomen. De redenen om Skype te gebruiken zijn de lage kosten, er kan gemakkelijk een geluidsopname gemaakt worden, het is een manier die vaker gebruikt wordt bij het communicatie tussen noord en zuid en op deze manier waren de communicatie omstandigheden tijdens de interviews bij noord en zuid gelijk. Bij drie noordelijke en twee zuidelijke partners is het interview face-to-face afgenomen. Alle uitkomsten zijn anoniem gerapporteerd. Met de uitkomsten van het onderzoek is de hoofdvraag beantwoord. 3.3 Afnameprocedure van de interviews Om in gesprek te komen met de partners is er allereerst een email vanuit Learn4Work verstuurd met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek. Tevens is in de email de onderzoeker voorgesteld. Deze kennismaking is herhaald bij het afnemen van de interviews, hierbij benoemde de onderzoeker ook de doelstelling van het onderzoek en de onderwerpen die naar voren zouden komen in het interview. Het kennismaken, benoemen van het doel en de 1 Skype is a software application that allows users to make voice calls over the Internet. Calls to other users within the Skype service are free, while calls to both traditional landline telephones and mobile phones can be made for a fee using a debitbased user account system. (bron: wikipedia.com)

onderwerpen heeft als doel gehad een vertrouwensband tussen de partners en de onderzoeker te creëren. Na de kennismaking start het interview met de beginvraag: kunt u iets vertellen over uw rol en taken binnen het desbetreffende project? De beginvraag heeft als doel gehad het interview te starten. Tijdens het interviewen zijn de gegeven antwoorden regelmatig samengevat. Hiermee werd er getoetst of de onderzoeker de gegeven antwoorden goed heeft begrepen en kregen de partners de mogelijkheid de antwoorden aan te vullen. Na de laatste vraag uit de topiclijst gaf de onderzoeker aan dat hierbij het interview afgelopen was. Vervolgens kregen de partners de ruimte om aanvullingen en/of hun mening te geven betreft het programma en het interview. Door eerst te benoemen dat het interview voorbij is en daarna te vragen of ze nog aanvullingen hadden werd de eventuele ervaren druk bij de partners weggenomen en konden ze vrijuit hun ervaring delen met de onderzoeker. Hiermee werd aanvullende informatie verkregen. Tot slot werden de partners bedankt voor hun bijdrage aan het onderzoek. 3.4 Geldigheid en generalisatie Bij een kwalitatief onderzoek spreekt men liever over geldigheid dan validiteit. Het heeft te maken met de juistheid van de onderzoeksresultaten (Baarda et al., 2005). In hoeverre kan Learn4Work vertrouwen op de uitkomsten van dit onderzoek? Door gebruik te maken van kwalitatieve onderzoeksmethoden is de geldigheid geprobeerd hoog te houden. Mede hierdoor en de hoge intersubjectiviteit kan Learn4Work vertrouwen op de uitkomsten van het onderzoek. Het is belangrijk dat een onderzoek een zekere mate van geldigheid heeft. Hoe groter de geldigheid is hoe meer de adviezen uit het onderzoek toe te passen zijn. In dit onderzoek is in de opzet en uitwerking geprobeerd een zo hoog mogelijke geldigheid te behalen. Dit is gedaan door kritisch te kijken welke manier van onderzoeken het meest aansluit op de vraag van Learn4Work, ook wel interne geldigheid genoemd (Baarda et al., 2005). Het toepassen van conclusies van een onderzoek op een vergelijkbare situatie wordt generaliseren genoemd. In kwalitatief onderzoek wordt gesproken over inhoudelijke generalisatie dat houdt in dat de resultaten uit een onderzoek overdraagbaar zijn op vergelijkbare of overeenkomstige situaties (Baarda et al., 2005). In dit onderzoek is er in zekere mate sprake van inhoudelijke generalisatie, omdat er sprake is van geldigheid. Er is hier zowel in de voorbereiding als in de uitvoering rekeningen mee gehouden. Echter omdat het onderzoek specifiek voor het programma Learn4Work uitgevoerd is zijn de resultaten niet statistisch generaliseerbaar. De reden hiervoor is een specifieke topiclist, mede gebaseerd op de specifieke vraag van Learn4Work. 3.5 Intersubjectiviteit en validiteit In tegenstelling tot kwantitatief onderzoek ligt het belang van kwalitatief onderzoek in de ervaringen en processen die mensen ervaren. De diepte en breedte van deze ervaringen en meningen is in dit onderzoek het uitgangspunt geweest.