HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR HET OVERBLIJVEN MONTESSORISCHOOL DRACHTEN Inleiding Op dit moment maken ongeveer 90 kinderen wekelijks gebruik van de mogelijkheid om tussen de middag op school over te blijven, hetzij vast één of meerdere dagen per week, hetzij incidenteel op een strippenkaart. Dagelijks dragen 6 overblijfkrachten (en op vrijdag 2) zorg voor een zo prettig en veilig mogelijk verloop van dit overblijfuur. In totaal bestaat het overblijfteam momenteel uit 10 vrijwilligers. Het overblijfteam wordt aangestuurd door de overblijfcoördinator, die in dienst is van de school. Om het overblijven in goede harmonie te laten verlopen, zijn duidelijke afspraken nodig, zowel voor de kinderen, de ouders als wel de overblijfkrachten. Voor de overblijfkrachten zijn duidelijke regels van belang, om inzicht te hebben in wat zij wel en wat zij niet kunnen verwachten van de opvang van de kind(eren) tijdens de middagpauze. Uitgangspunt bij dit reglement is dat het zo dicht mogelijk ligt bij de visie van de school omtrent de pedagogische benadering van kinderen en aansluit bij de dagelijkse praktijk van de school. Aan de ouders In de wet op het primair onderwijs is m.b.t. het overblijven het volgende geregeld: Het bevoegd gezag draagt zorg voor en is verantwoordelijk voor de tussentijdse opvang van de leerlingen en heeft een verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid van de overblijfkrachten. De oudergeleding van de MR krijgt instemmingsrecht over de wijze waarop het bevoegd gezag de tussentijdse opvang regelt. Het bevoegd gezag moet in de schoolgids vermelden hoe zij de tussentijds opvang heeft georganiseerd. Het overblijven op onze school wordt georganiseerd door bestuur, directie en overblijfcoördinator. Deze laatste stuurt het team van overblijfkrachten aan is tevens verantwoordelijk voor het inschrijven van leerlingen, voor de administratie, voor het zoeken van vrijwilligers en het (laten) uitbetalen van hun onkostenvergoeding, alsook voor het aanschaffen van duurzame gebruiks- en speelmaterialen Indien gewenst kunnen leerlingen, tegen vergoeding melk drinken.
Wanneer een leerling op vaste dagen gaat overblijven, dan kan dit aan het eind van het voorgaande schooljaar worden gemeld aan de overblijfcoördinator door middel van het zogenaamde Opgave formulier voor het vast overblijven. Nieuwe leerlingen kunnen dit ook aan het begin van of tijdens het nieuwe schooljaar opgeven. Bij de berekening wordt uitgegaan van 40 schoolweken per jaar. Bij tussentijdse aanmelding bij het begin van een maand wordt gekeken naar het resterende aantal schoolweken. Het verschuldigde bedrag wordt in 3 termijnen in rekening gebracht. Voor leerlingen die gewoonlijk thuis eten, maar één of meerdere keren op school overblijven, wordt een strippenkaart uitgeschreven. Deze kaart, waarop de overblijfkracht noteert wanneer de leerling is overgebleven, blijft op school. De kaart is geldig voor 10 keer overblijven. Wanneer een strippenkaart wordt uitgeschreven, ontvangen de ouders/verzorgers een rekening. Voor incidentele afwijkingen van het vaste overblijfpatroon, volgt geen restitutie van het overblijfgeld. Bij langdurige afwezigheid (bijv. door ziekte) of verandering van de overblijffrequentie is, in overleg, restitutie of bijbetaling mogelijk. Ouders/verzorgers worden geacht de rekeningen voor vast overblijven en strippenkaarten binnen 7 dagen na dagtekening te betalen. In geval in gebreke wordt gebleven, volgt een schriftelijke herinnering. Indien betaling uitblijft, behoudt de overblijfcommissie zich het recht voor om de betreffende leerling(en) (tijdelijk) niet meer toe te laten tot de overblijfvoorziening. Ouders/verzorgers worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. De bedragen voor vast overblijven en strippenkaarten worden jaarlijks uiterlijk 1 juni vastgesteld. Regels voor overblijfkrachten Overblijfkrachten zijn minimaal 5 minuten voor aanvang van de middagpauze aanwezig op school, volgens een in het begin van het schooljaar opgesteld overblijfrooster. In geval van verhindering zorgt de overblijfcoördinator voor vervanging. Overblijfkrachten hebben tot taak de lijsten van vaste overblijvers te controleren. In geval van afwezigheid dient te worden nagegaan of het betreffende kind met reden niet overblijft. In geval van twijfel wordt de leerkracht geraadpleegd. De overblijfcoördinator is verantwoordelijk voor de administratie van de uitgeschreven strippenkaarten.
Overblijfkrachten geven melk aan de kinderen die daarvoor zijn aangemeld. Voordat met eten wordt begonnen vraagt de overblijfkracht een moment stilte. Dit hoeft uiteraard niet te betekenen dat iedereen moet bidden, maar de gelegenheid wordt wel geboden en van de kinderen mag onderling respect worden verwacht. Daarna wordt met de woorden eet smakelijk of met een liedje (o.i.d.), het sein gegeven dat met eten kan worden begonnen. Overblijfkrachten letten er op dat de kinderen hun brood zo goed mogelijk opeten. In geval van structureel slecht eten wordt door de overblijfkracht d.m.v. een briefje contact opgenomen met de ouder(s)/ verzorger(s). Niet opgegeten brood verdwijnt niet in de prullenbak, maar gaat in het broodtrommeltje mee terug naar huis. Het kind krijgt een briefje mee in het broodbakje wat de reden is waarom het kind niet alles op heeft gegeten. Overblijfkrachten zorgen ervoor dat de kinderen rustig de tijd krijgen/nemen om te eten. D.w.z. dat er tijdens het eten niet wordt gelopen en dat iedereen aan tafel blijft totdat de meerderheid van de kinderen klaar is met eten. Dan kan rustig worden begonnen met opruimen, jas aantrekken etc. Kinderen mogen niet eerder dan 15 minuten na aanvang van de pauze naar buiten. Overblijfkrachten dragen gezamenlijk de zorg voor een prettige, veilige en ontspannen sfeer tijdens het overblijven. Dat houdt tevens in dat alle overblijfkrachten in principe verantwoordelijk zijn voor alle kinderen. Kinderen kunnen dus ook door een ander dan de eigen overblijfkracht worden aangesproken op hun gedrag. In geval van problemen en conflicten probeert de overblijfkracht altijd rustig te blijven en niet te schreeuwen. Lichamelijk contact met de kinderen dient te worden vermeden. Een probleem/conflict wordt wel altijd even gemeld aan de leerkracht (waar ging het om en hoe is het opgelost). De overblijfkracht waarschuwt een van de leerkrachten als het niet lukt om een probleem/conflict op te lossen. Bij herhaaldelijk ongewenst gedrag kan de overblijfcoördinator (na overleg met leerkracht en directeur) contact opnemen met de ouders van het betreffende kind om aan te geven dat het gedrag van het kind echt zal moeten veranderen en dat het kind anders niet meer mag overblijven. We spreken hier van een officiële waarschuwing naar ouders en kind. Bij een tweede officiële waarschuwing wordt het kind in overleg met de leerkracht, de overblijfcoördinator en de directeur 4 keer (een week), of maximaal 2 weken uitgesloten van het overblijven.
Als na terugkeer het ongewenste gedrag weer vertoond wordt kan het kind voor een langere periode worden uitgesloten van het overblijven. In uitzonderlijke gevallen kan het mogelijk zijn dat een kind zonder een officiële waarschuwing toch gedurende 5 keer, of maximaal 2 weken niet mag overblijven. Dit altijd in samenspraak met overblijfkracht/ coördinator, leerkracht en directeur. Overblijfkrachten hebben een geheimhoudingsplicht ten aanzien van zaken betreffende kinderen, ouders en personeel, die hun (toevallig) ter ore komen. Overblijfkrachten zorgen er samen met de kinderen voor, dat de lokalen na het overblijven weer schoon en opgeruimd zijn (denk aan tafels, melkbekers, vaatdoekjes, speelgoed etc.). De administratiemappen worden na het overblijven bewaard op de kast bij de personeelskamer in de blauwe bak. De overblijfkracht die in de bovenbouw staat, zorgt ervoor dat het speelmateriaal in de bakken buiten wordt neergezet. De overblijfkracht die het laatste naar binnen gaat zorgt ervoor dat het speelmateriaal weer wordt binnen gezet op de daarvoor bestemde plaats. Om zo goed mogelijk toezicht te kunnen houden, verdelen de overblijfkrachten zich tijdens het buitenspelen over het plein. Per plein houdt een overblijfkracht de deur in de gaten om onnodig in- en uitlopen te voorkomen en om na de bel op te letten of er niet met zand- en modderschoenen naar binnen wordt gelopen. Regels voor de kinderen De kinderen eten allemaal aan hun/ een eigen tafel. In overleg met de overblijfkracht kan hier eventueel van worden afgeweken. Tijdens het eten mag er rustig gepraat worden. Wie nog bezig is met eten, loopt niet van tafel. Wie al wel klaar is met eten, blijft nog zitten totdat een meerderheid van de kinderen ook klaar is. Daarna kan rustig worden begonnen met opruimen, jas aantrekken etc. Kinderen mogen niet eerder dan 15 minuten na aanvang van de pauze naar buiten. Van alle kinderen wordt verwacht dat zij zich naar behoren gedragen. Wanneer een kind, in plaats van over te blijven, eens bij een vriend(innet)je thuis gaat eten, dan wordt de ouder/verzorger geacht vooraf aan de leerkracht mee te delen, middels een briefje, dat hierover tussen de betreffende ouders afspraken zijn gemaakt. Dit om te voorkomen dat kinderen samen op stap gaan en noch de ouder/verzorger noch de school toezicht heeft.
Spelen na het eten algemeen Na het eten en opruimen kan worden gespeeld. De kinderen gaan in principe naar buiten, maar het kan zijn dat de overblijfkracht bepaalt dat er gekozen mag worden. De bovenbouw en Tussenbouw gaan eerst 10 minuten naar buiten en mogen dan eventueel weer naar binnen, mits ze een plan hebben wat ze gaan doen. Dit moet eerst gevraagd worden aan de overblijfkracht. De kinderen van de BB doen dan een rustige activiteit in de gemeenschappelijke ruimte. In geval van slecht weer wordt binnen gespeeld, waarbij de kinderen zoveel mogelijk in het lokaal blijven spelen. Er wordt dan niet gespeeld in de gemeenschappelijke ruimte. Wanneer zowel binnen als buiten wordt gespeeld, mogen de kinderen na hun eerste keuze tussen binnen of buiten, nog één keer van idee veranderen. De kinderen van een bouw spelen binnen in hun eigen lokaal van de betreffende bouw. Hier is ook permanent een overblijfkracht aanwezig. Deze kan eventueel eenvoudige (creatieve) activiteiten met de kinderen uitvoeren. Per keer mogen maximaal twee kinderen uit de midden- en bovenbouw komen helpen bij de kleuters, weliswaar in overleg met de betreffende overblijfkrachten. Alle speelmateriaal dat de kinderen tijdens het overblijven ter beschikking staat, mag creatief, maar niet oneigenlijk gebruikt worden. D.w.z. dat er wel op allerlei manieren van de glijbaan gegleden mag worden, maar dat er niet op mag worden gelopen, dat stelten geen slaghout, etc. Veiligheid van de kinderen en behoudt van het speelmateriaal zijn hiervoor de voornaamste reden. Kleuters ruimen hun speelmateriaal samen met en onder verantwoordelijkheid van de overblijfkrachten op. Om 12.40 uur gaat de bel en gaan alle kinderen tegelijk weer naar hun klas. De overblijfkrachten zorgen ervoor dat alle kinderen om 12.45 uur weer in de klas zitten. Regels voor het buitenspelen Wie ziek is, of om andere redenen niet naar buiten kan of mag, blijft binnen. Kinderen gaan niet eerder naar buiten dan wanneer er een overblijfkracht op het plein aanwezig is. In ieder geval is dat niet eerder dan 15 minuten na aanvang van de pauze. De kleuters blijven op het kleuterplein. Kinderen van de midden- en bovenbouw spelen op het grote plein.
Het speelveld bij school mag gebruikt worden om te voetballen en te spelen. Echter niet als het veld nat en vies is. De beslissing of er wel of niet gespeeld mag worden op het veld ligt in twijfelgevallen bij de leerkrachten. De groenstrook met bomen aan de achterzijde van het plein, evenals de boomwal en de sloot, behoren nadrukkelijk niet tot het speelveld! Ook niet achter de heg. Op het plein mogen balspelen worden gedaan, zoals basketbal, overgooien e.d. Voetballen doen we uit veiligheidsoverwegingen alleen op het veld. Kinderen mogen niet door de heg lopen of kruipen en de heg is ook geen verstopplek. Regels voor het binnenspelen Kinderen mogen in school niet rennen, schreeuwen, tikkertje of verstoppertje spelen, e.d. Bij het binnen spelen wordt in de lokalen gespeeld. Voor het oefenen van een dansje/ toneelstukje, doorwerken, bordtekening wordt voor de pauze toestemming aan de leerkracht gevraagd. De computer gaat tijdens de middagpauze niet aan, tenzij de leerkracht anders heeft bepaald. Kinderen van BB1 en BB2 mogen gebruik maken van de zwarte I- pad. Ze hanteren hierbij de regels die tijdens de les gelden. Het digibord mag alleen gebruikt worden als er toezicht is. Kinderen die niet overblijven De kinderen die niet overblijven, zijn tien minuten( 12.30) aanvang van de les weer welkom op het schoolplein. Bij slecht weer, als de overblijvende kinderen binnen spelen, mogen de kinderen die naar huis zijn geweest vanaf vijf minuten voor aanvang van de les weer in school.
Afspraken en regels voor het overblijven: Voor het TSO-team: Vijf minuten voor aanvang aanwezig zijn. Bij verhindering overblijfcoördinator bellen; Ineke: 06-23303881 Yvonne: 06-46500632 Absentielijst controleren. Kinderen die er niet zijn met leerkracht overleggen. Stil zijn voor het eten. Kinderen moeten netjes eten. Een kwartier zit iedereen aan zijn tafel ook al ben je klaar met eten. Rustig blijven bij conflicten en geen lichamelijk contact, melden bij leerkracht. Je waarschuwt het kind 1x en zegt duidelijk dat je het gedrag niet weer wil zien. Mocht het kind door gaan dan moet het kind naar binnen en zich melden bij Ineke of Yvonne. Conflict niet op te lossen dan Ineke of Yvonne waarschuwen. Je hebt een geheimhoudingsplicht omtrent schoolzaken. Lokaal na overblijven schoon achterlaten. Administratiemappen bewaren in blauwe bak in de gang bij de teamkamer. Verdeel je over het plein bij het buitenspelen. Let op dat kinderen niet onnodig in en uit lopen. Het is leuk om actief met kinderen mee te spelen. Het TSO-team zorgt ervoor dat het speelmateriaal, samen met de kinderen, netjes wordt opgeruimd. Voor kinderen: De tafels zijn leeg voordat het overblijven begint. Lesmateriaal wat niet verplaatst kan worden, mag blijven liggen. Het kind zoekt dan een ander plekje om te eten. Kinderen eten aan hun eigen tafel. Op vrijdag mogen kinderen ook aanschuiven bij andere tafels. Tijdens het eten mag je niet meer ruilen. Je bent verantwoordelijk voor de plek waar je zit. Een kwartier zit iedereen aan zijn tafel ook al ben je klaar met eten. Trage eters krijgen tot maximaal 12.10 uur tijd om te eten. Tijdens het eten zit je recht aan tafel en je praat alleen binnen je groepje. Als je niet overblijft omdat je bij iemand anders eet, moet je een briefje meenemen.
Na het eten kan iedereen gaan spelen. De bovenbouw gaat eerst 10 minuten naar buiten. Als je weer naar binnen wil dan vraag je dit aan de overblijfkracht. Er mag dan een rustige activiteit gedaan worden in de gemeenschappelijke ruimte. Je mag nog één keer wisselen van binnen en buiten spelen. Binnen spelen betekent een rustige activiteit doen aan tafel of op een kleedje. Wees voorzichtig met speelmateriaal. Gebruik dingen waarvoor ze zijn (niet zitten op tafeltennistafel, niet lopen op glijbaan etc.) Kinderen ruimen zelf het speelgoed op dat ze gebruikt hebben onder leiding van de overblijfouder Kinderen die niet overblijven mogen na 12.30 uur weer op school komen. Zij blijven dan buiten. Voetballen mag op het veld, niet op het plein. Tussen de middag wordt er niet op de computers gewerkt of gespeeld. Er zijn twee i-pads beschikbaar; eentje voor BB1 en één voor BB2. De overblijf coördinator beslist of er wel of niet op het veld gespeeld kan worden. Als het heel warm is mogen kinderen wel onder de bomen bij het veld. Kinderen mogen nooit door de heg. We starten een roulatieschema voor de corveeploeg (coördinatie door Yvonne) Kinderen uit de bovenbouw kunnen eten en assisteren in de onderbouw (coördinatie door Yvonne) Voor de leerkrachten: Er spelen tijdens de TSO geen kinderen in de klas. De leerkrachten hebben pauze van 11.45-12.30 uur. De leerkrachten zijn vanaf 12.30 uur weer in het lokaal. Om 12.30 uur kan er informatie vanuit het TSO-team overgedragen worden.