Bijlage 1 bij de brief aan de commissie Samenleving over het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011.

Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Geachte voorzitter van de Commissie Jeugd en Burgerschap,

Informatienota voor de raad

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Aan de Colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten i.a.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Informele raadscommissie Sociaal

Transitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Ervaringen van een RAAK-regio

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

0 6 HAART Aan de leden van de gemeenteraad Haarlemmermeer

Advies aan de gemeenteraad

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Transitie jeugdzorg: gevolgen voor de jeugdreclassering en bescherming. 31 januari 2013 Wim Kemp Wethouder gemeente Roermond

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Wat is provinciale jeugdzorg?

de jeugd is onze toekomst

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

HENRIQUE SACHSE ARTS M&G, JEUGDARTS, VERTROUWENSARTS

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

Medisch specialist ziekenhuis

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Raadsvoorstel. Visie op decentralisatie Jeugdzorg. Maatschappelijke participatie. Beleid en regie. Vaststellen Perspectief op zorg voor jeugd Oostzaan

Verwijsindex risicojongeren

Presentatie. Kortdurende Pedagogische Hulpverlening in het Centrum voor Jeugd en Gezin te Apeldoorn. CJG structuur Interventie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten

Nieuwe zorgtaken voor de gemeente

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over jong ouderschap (2017Z00272).

De bestuurders van de gemeente Den Haag, Bureau Jeugdzorg Haaglanden en het Stadsgewest Haaglanden

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

INLEIDING. Openingsfilm

Hoor je mij wel? Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking

Factsheet pedagogische hulp in Haaglanden 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

L. van de Ven raad00716

Onderwerp Convenant Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Regio Brabant Noord

Onderwerpen. Jeugdzorg Noordoost Brabant

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk

Hoor je mij wel? Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Zorg- en adviesteams in het hele land

Factsheet pedagogische hulp in Holland Rijnland 2013: welke plaats in het nieuwe jeugdbeleid?

Raadsvoorstel. Vergadering : 20 november Agendapunt : 9 : Besluitvormend Programma : (6) Welzijn Portefeuillehouder : D. Fokkema. Aan de Raad.

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Toekomstmodel Jeugdstelsel. Waarom het anders moet & hoe het anders kan

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Stelselwijziging & Jeugdzorg

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Advies 10 Notitie Jeugdbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing

Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO)

: 29 april Datum raadsvergadering : SMD/04/21. Nummer. : Nota Jeugdbeleid. Onderwerp. Aan de gemeenteraad, Voorstel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bestuurlijke afspraken Opvoeden in de Buurt

Geachte voorzitter, van de minister van BZK aan de Tweede Kamer (TK , , nr.333)

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013

Wethoudersoverleg Sociaal Domein

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

De aanpak en de resultaten in 2007

Transcriptie:

Bijlage 1 bij de brief aan de commissie Samenleving over het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011. Hieronder de beantwoording van de vragen van de leden van de commissie Samenleving aan de wethouder Jeugd, Welzijn en Sport van Den Haag, de heer Karsten Klein. Mevrouw Mulder Voor de vragen 1 t/m 4 van mevrouw Mulder: zie de beantwoording door Haaglanden. Wat betreft de beschikbaarheid van Haaglandse deelnota s voor Haagse raadsleden nog het volgende. Van de 65 leden van het Algemeen Bestuur Haaglanden zijn er 25 door de Haagse raad gekozen. Ik ga ervan uit dat de Haagse raadsleden uit dien hoofde inzage in de gewenste stukken kunnen krijgen. Mevrouw Waanders Voor de vragen 5 t/m 8 en 10 van mevrouw Waanders: zie de beantwoording door Haaglanden. Bij vraag 5 over welke onderdelen van de jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeente gebracht gaan worden, verwijs ik ter aanvulling, wellicht ten overvloede, naar mijn presentatie op 19 januari 2011 in de werkbespreking van de commissie Samenleving over de toekomst van de jeugdzorg. Wat betreft vraag 9 over de samenhang tussen CJG/BJZ en de brede school, het volgende. Op elke basisschool functioneert een interne zorgcommissie waarin o.a. de intern begeleider van de school, de schoolmaatschappelijk werker (SMW) en een vertegenwoordiger van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) deelnemen. Die laatste twee participeren vanuit het CJG alwaar ze rechtstreeks contact hebben met BJZ. In elk CJG is BJZ vertegenwoordigd. Op de brede scholen is er aanvullend daarop bijzondere aandacht voor de bestrijding van achterstanden middels bijvoorbeeld opvoedcursussen, ouderbetrokkenheid en de leerkansenprofielen waarbij de onderwijstijd wordt verlengd. Mevrouw Abels Voor de vragen 11 t/m 14 van mevrouw Abels verwijs ik naar de beantwoording door Haaglanden. Bij vraag 12 over de inzet van middelen voor preventie, wil ik het antwoord aanvullen met de volgende informatie. In 2010 heeft de gemeente Den Haag van het stadsgewest een bedrag van 780.000,- ontvangen voor versterking van lokale preventieve activiteiten. Dit betrof oorspronkelijk provinciale gelden voor de Regionale Agenda Samenleving (RAS). Deze RASmiddelen zijn in Den Haag benut voor de volgende preventieve activiteiten: 1. Cursussen voor kinderen en moeders die getuige zijn geweest van huiselijk geweld (Kids Club). 2. Eigen Kracht Conferenties, waarbij de eigen omgeving van een kind of gezin met problemen wordt gemobiliseerd bij het vinden en realiseren van oplossingen. 3. Stevig Ouderschap; extra steun voor risicogezinnen met kinderen tot 4 jaar. 4. Stut en Steun, d.w.z. ondersteuning van ouders met een verstandelijke beperking, een verslaving of een psychiatrische ziekte. 5. Thuisbegeleiding voor disfunctionerende gezinnen.

6. Opvoeden in de Buurt; ambulante kortdurende hulp aan jeugdigen en ouders vanuit de geestelijke gezondheidszorg (GGZ; De Jutters en Jeugdformaat). De heer Yilmaz Bij punt 15, een opmerking van de heer Yilmaz, wil ik graag ingaan op de vragen door hem gesteld in zijn email van 24 januari 2011, waarin hij in het bijzonder de relatie tussen het onderwijs en de jeugdzorg aan de orde stelt. - Scholen kunnen altijd een melding doen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Daar zijn geen uitzonderingen op. Wel is het zo dat het de voorkeur verdient om eerst de netwerken op of bij de school in te schakelen bij zorgen rond leerlingen. Dus om een probleem aan te kaarten in een Zorg Advies Team (een ZAT is er op elke school voor voortgezet onderwijs) of bij een Centrum voor Jeugd en Gezin (alle scholen voor primair onderwijs hebben een relatie met een CJG). Bureau Jeugdzorg (BJZ) is in elke ZAT en CJG vertegenwoordigd. BJZ kan via deze netwerken advies geven of een zaak daadwerkelijk oppakken. Een AMK-melding buiten deze netwerken om kán dus altijd, maar kan betekenen dat er geen gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden die er wellicht zijn binnen de netwerken. - Jeugdzorg erkent een probleem van een kind als zodanig, ook wanneer het alleen op school speelt en niet thuis. In de praktijk is het dan soms wél moeilijk om de medewerking van de ouders te krijgen, omdat zij het probleem niet ervaren of herkennen. Dit levert soms zelfs wrijving op tussen de school en de ouders. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor het schoolmaatschappelijk werk en moet er geïnvesteerd worden in het bespreken van schoolzorgen met de ouders. - Wanneer Bureau Jeugdzorg een traject inzet dan mag van haar verwacht worden dat daarover wordt teruggekoppeld naar de school van het kind. Inhoudelijke informatie mag echter alleen worden verschaft in overleg met de ouders. Ook uitvoerende hulpverleners moeten een balans vinden tussen de privacybescherming en het zo adequaat mogelijk informeren van betrokken instanties zoals scholen. - Het is juist dat BJZ geen observaties op scholen uitvoert. Observatie van een leerling kan via de school worden aangevraagd bij het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding (HCO) of worden uitgevoerd door een schoolmaatschappelijk werker. BJZ kan vervolgens bij de bespreking van een leerling betrokken worden via een ZAT of via een CJG (zie boven). - Scholen zijn een zeer belangrijke vindplaats van jongeren met problemen. De signalen die scholen daarover afgeven zijn dan ook van groot gewicht. Op alle scholen voor voortgezet onderwijs en voor speciaal onderwijs zijn, weliswaar niet continu, medewerkers van BJZ aanwezig. In 2011 wordt ook extra aandacht besteed aan de relatie onderwijs-jeugdzorg zoals is vastgelegd in het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011. Helaas is het niet mogelijk om op elke basisschool een BJZ-medewerker te stationeren, daarvoor is het aantal basisscholen met 130 veel te groot. Tegenwoordig beschikt echter elke basisschool over een interne zorgcommissie die een directe lijn heeft met het dichtstbijzijnde Centrum voor Jeugd en Gezin en, zoals eerder reeds is gesteld, is in elk CJG de jeugdzorg (BJZ) vertegenwoordigd.

Mevrouw Rambaran Voor de vragen 16 en 18 van mevrouw Rambaran verwijs ik naar de beantwoording van stadsgewest Haaglanden. Ter aanvulling bij het antwoord op vraag 18 over de bezuinigingen, breng ik in herinnering dat op de gemeentelijke subsidie voor 2011 in de beleidsvelden welzijn, jeugd en volksgezondheid een incidentele generieke korting van 7,7% is toegepast en dat voor 2012 en volgende jaren op basis van bestuurlijke en beleidsmatige overwegingen invulling wordt gegeven aan de bezuinigingstaakstelling (zie de brief BOW/2010.299 van 8 juli 2010). - Wat betreft vraag 17 over de toekomst van de jeugdzorg verwijs ik naar mijn presentatie in de commissie Samenleving op 19 januari jongstleden over het transitie-proces. Ik heb toen gewezen op de voorhoederol die de gemeente kan en wil spelen en op een tweetal experimenten met ontschotte zorg voor gezinnen die met het oog daarop zijn gestart. Tevens zal ik met een transitieplan komen, maar daarvoor is eerst meer helderheid vanuit het Rijk noodzakelijk. Ik verwacht dit voorjaar een beleidsbrief van de staatssecretaris met vervolgstappen ten aanzien van de wetgeving en fasering. Zodra die brief binnen is, zal ik de commissie een meer uitgewerkt plan voorleggen. - Wat betreft vraag 19 en 20 over problemen van jongeren met o.a. verslaving, geweld, e.d. wil ik in de eerste plaats verwijzen naar De Staat van de Jeugd, een rapport waarin een veelheid aan gegevens kan worden aangetroffen over verschillende leefgebieden van de Haagse jeugd. Dit rapport is te vinden via www.denhaag.nl en de zoekopdracht jeugd. Voor de uitwerking van het Haagse jeugdbeleid kom ik in het voorjaar met een Programma Jeugd en Gezin 2011-2014. Daarin zal ik mijn visie op een kindvriendelijke stad concreet maken en de speerpunten voor de komende jaren aangeven. Vanzelfsprekend wordt dit Programma aan de commissie Samenleving voorgelegd en zal er gelegenheid zijn tot meer diepgaande en gedetailleerde bespreking. - Wat betreft vraag 21 over preventie en nazorg ben ik van mening dat de aandacht voor deze onderwerpen in het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 ruim voldoende is. De afstemming tussen de regionale geïndiceerde zorg en de lokale preventieve voorzieningen wordt ook in de praktijk voortdurend nagestreefd. Dagelijks vinden er contacten plaats tussen bijvoorbeeld de (regionale) instellingen zoals Bureau Jeugdzorg en Jeugdformaat en (lokale) voorzieningen zoals het maatschappelijk werk. De Centra voor Jeugd en Gezin worden sámen gedragen. Het uitvoeringsprogramma legt dit in voldoende mate vast. - Wat betreft vraag 22 over eventuele wachtlijsten voor de hulpverlening in Den Haag het volgende. Over de regionale jeugdzorgvoorzieningen (BJZ en Jeugdformaat) meldt Haaglanden dat er per 1 maart 2011 geen wachttijden meer zijn die de wettelijke norm van maximaal 9 weken overschrijden. Daar wordt nu gewerkt aan het verder terugdringen van de wachttijden bínnen de wettelijke norm voor de geïndiceerde zorg, naar maximaal 6 weken (zie: www.haaglanden.nl). Ten aanzien van de gemeentelijke voorzieningen is blijvende aandacht voor wachttijden en wachtlijsten wenselijk. De druk op lokale voorzieningen is onverminderd hoog. Zo is in 2010 bij het Jeugd Interventie Team (JIT) een te lange rij wachtenden ontstaan. Door zorgvuldig wachtlijstbeheer, bestaande uit scherpe prioriteitstelling en low-profilecontacten bij minder ernstige problemen, wordt deze wachtlijst aangepakt. Waar nodig wordt doorverwezen naar het maatschappelijk werk of vindt extra inzet plaats. Mevrouw De Groot Op de vragen 23 t/m 27 van mevrouw De Groot over de relatie tussen dierenmishandeling en (huiselijk) geweld tussen mensen is in de brief van stadsgewest Haaglanden reeds een antwoord gegeven vanuit het gezichtspunt van de regionale jeugdzorg. Ik wil daar mijnerzijds vanuit het

Haags perspectief het volgende over kwijt. Het verband tussen dierenmishandeling en (huiselijk) geweld tussen mensen is eerder aan de orde geweest in de gemeenteraad en de raadscommissie Bestuur. Dat heeft geresulteerd in een uitvoerige brief van burgemeester Van Aartsen over dit thema (brief van 1 februari 2011 met als onderwerp Rapport Cirkel van Geweld BSD/2011.12 RIS 178628). Kort samengevat komen de conclusies van de heer Van Aartsen neer op: 1. de erkenning van een relatie tussen dierenmishandeling en (huiselijk) geweld tussen mensen, 2. het belang van meer aandacht voor dit verband bij betrokken professionals zoals politie, dierenartsen en hulpverleners; zonder hiervoor nieuwe structuren in het leven te roepen, 3. het voornemen om contact op te nemen met betrokken professionals om de informatieuitwisseling over dit onderwerp te bevorderen, óók over voorkomende gevallen, en eind 2011 verslag te doen van de stand van zaken. Bij deze conclusies van de burgemeester sluit ik me volledig aan. Eveneens heb ik inmiddels kennis genomen van de inwerkingtreding van een landelijke meldcode voor dierenartsen dit voorjaar. Dit betekent dat bij dierenmishandeling en een vermoeden dat er meer aan de hand is de dierenartsen voortaan zullen aankloppen bij een Steunpunt Huiselijk Geweld (zie voorpagina AD Haagsche Courant 9 februari 2011). De heer Van Doorn Vraag 28 van de heer Van Doorn over de voortgangsrapportage m.b.t. de transitie van de jeugdzorg is beantwoord door stadsgewest Haaglanden. In de bijeenkomst van de commissie Samenleving van 19 januari 2011 heb ik aangekondigd halfjaarlijks over de voortgang van de transitie van de jeugdzorg van Haaglanden naar de gemeente te willen rapporteren. En verder zo vaak als nodig is. Tijdens diezelfde bijeenkomst heb ik een antwoord gegeven op de vraag (29) naar de toekomstige financiële vormgeving voor zo ver dat nu al mogelijk is. Ik heb aangegeven dat in het regeerakkoord wordt gestreefd naar één financieringssysteem voor de preventieve jeugdzorg (nu gemeente), de geïndiceerde jeugdzorg (nu Haaglanden), de zorg voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking (nu AWBZ), de jeugd-geestelijke gezondheidszorg (nu Zorgverzekeringswet) en de gedwongen jeugdzorg (nu Justitie). In het regeerakkoord is sprake van een gefaseerde overheveling naar de gemeenten, inclusief het gedwongen kader (jeugdbescherming en jeugdreclassering). Het gaat landelijk om bruto 3 miljard euro, waarop een korting wordt toegepast van 10%. Vanaf 2015 zal bij uithuisplaatsing een eigen bijdrage van 3400 euro in rekening worden gebracht. De precieze bedragen per gemeente zijn nog niet bekend, evenmin als de verdeelsystematiek. Uitgaande van een gemiddeld aandeel van 3 tot 4 procent, gaat het voor Den Haag om zo n 100 miljoen euro per jaar. - Vraag 30 over de aanwezige kennis en deskundigheid t.a.v. de jeugdzorg is gesteld aan Haaglanden. Zie het antwoord in de brief van het stadsgewest. Met vraag 31 wordt geïnformeerd naar hetzelfde onderwerp, maar dan voor de Haagse situatie. Zowel op ambtelijk en bestuurlijk als op uitvoerend niveau is er al veel kennis en deskundigheid bij de gemeente voorhanden. Tal van dwarsverbanden en vormen van samenwerking dragen daaraan bij. De Centra voor Jeugd en Gezin, waarin concreet en praktisch samen wordt opgetrokken, hebben in dit opzicht zeker een belangrijke katalyserende rol gespeeld. In het transitie-proces zal tevens veel expertise mee over komen. En waar nodig zal de gewenste deskundigheid worden aangevuld.

- De vragen 32 t/m 37 zijn expliciet gesteld aan stadsgewest Haaglanden en worden in de brief van de heer Buddenberg beantwoord. - Vraag 38 betreft de wenselijkheid van voorlichting/preventie rond inteelt. Stadsgewest Haaglanden gaat in haar beantwoording uitgebreid in op deze vraag. Vanuit de Haagse optiek doe ik twee constateringen: 1. Er worden rond het thema huwelijken tussen bloedverwanten in Den Haag door de GGD geen speciale voorlichtings- of preventieprogramma s uitgevoerd. 2. De GGD heeft geen gegevens over aantallen huwelijken tussen bloedverwanten. Uitspraken over de mate waarin dit als een substantieel probleem in de gezondheidszorg ervaren wordt, kunnen niet gedaan worden. Wel is het onderwerp als zodanig op de zogenoemde signalenlijst bij epidemiologie geplaatst. Mochten er in de toekomst uit de stad of op basis van onderzoeken serieuze aanwijzingen komen dat er sprake is van risico s voor de gezondheid van groepen bewoners dan wordt er zeker aandacht aan besteed.