Datum: 31 augustus Rapportnummer: 4491-R03, revisie: 1. Uitgangspuntendocument brandveiligheid. Beele Aalten Productiehal 1 (nieuwbouw)

Vergelijkbare documenten
<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Uitbreiding Farm Dairy te Lelystad Onderwerp Brandveiligheidsplan Projectnummer AN11476 Documentnummer BA-v1.0

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden

Brandveiligheidsadvies

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

Brandveiligheidsadvies

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp

Brandveiligheid. Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal "Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch" Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV

Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

Toetsing brandpreventie

KOZ Aleyda van Raephorst te Rotterdam Aanvraag omgevingsvergunning -brandveiligheid

Rapportage Brandveiligheid

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

Checklist woonfunctie

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

BRANDVEILIGHEID EN VLUCHTWEGEN

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Bijlage 1 Tekeningen brandcompartimentering

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

BRANDPREVENTIE TOETSING

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

Checklist bijeenkomstfunctie

project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2

Brandveiligheidsrapportage - Pastorie. Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum

In dit schrijven is de beoordeling en het gelijkwaardigheidsvoorstel weergegeven.

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

Rapenburg 34 Quickscan Definitief Ontwerp Brandveiligheid

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

OOSTERWIJK BRANDPREVENTIE-ADVIES ADVIES- EN TRAININGSBUREAU VOOR BRANDPREVENTIE EN -VEILIGHEID

Nieuwbouw bedrijfshal a/d Zeelandsedijk 1 te Volkel

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E jc Cotenoeverseweg 105, Brummen

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

Datacentrum Schiphol EdgeConnex 2, fase 2. Aanvraag omgevingsvergunning bouwen, integrale beoordeling brandveiligheid

Appartementen De Keern te Landsmeer

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

Gemeente Heerhugowaard D. Kooij Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Beste meneer Kooij,

datum 20 januari 2016 project Global Switch Amsterdam - tijdelijke vestiging Arnhem omgevingsvergunning kantoorunits uw kenmerk -

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink,

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

Standaardzinnen in het kader van toezicht en advisering handhaving brandveiligheid Bouwbesluit 2012

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

Beoordeling brandveiligheid t.b.v. aanvraag gebruiksvergunning

Verdiepingsmodule brandveiligheid. Programma Korte herhaling wijzigingen en begrippen algemeen Wijzigingen brandveiligheid

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat

Datacentrum Schiphol AMS03 - Brandveiligheid. Aanvraag omgevingsvergunning bouwen, integrale beoordeling brandveiligheid

Nieuwbouw bedrijfshal Aldenzee te Deurne Brandveiligheidsconcept. Documentcode: 16A032.RAP002.MvL.WL

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam

Van der Valk hotel Zuidas Amsterdam

Transcriptie:

Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer: 4491-R03, revisie: 1 Uitgangspuntendocument brandveiligheid Beele Aalten Productiehal 1 (nieuwbouw)

Colofon Opdrachtgever: Contactpersonen: Beele Group bv Beundijk 11 7122 NZ Aalten Dhr. J. Lansink (Architectenbureau John Velthuis) Dhr. D. Nijhuis (BBD Bouwmanagement) Rapport opsteller: Gecontroleerd door: Autorisatie: N. Warnshuis (Nieuwenhuijse Arends) N. Brinkman (Nieuwenhuijse Arends) R.J.M. Arends (Nieuwenhuijse Arends) Rapportnummer: 4491-R02 revisie 1 Datum: 31 augustus 2016 Post- & bezoekadres: Nieuwenhuijse Arends bv Marthalaan 10 7533 CD Enschede Telefoon: 053 431 30 00 E-mail: nw@nabr.nl / ra@nabr.nl Internet: www.nabr.nl Nieuwenhuijse Arends bv, Enschede. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 4491-R03, rev. 1 Pagina 2 van 15

Inhoud Inleiding... 4 1. Beheersbaarheid van brand... 6 1.1 Brandcompartimentering... 6 1.2 Subbrandcompartimentering... 8 1.3 Beschermde subbrandcompartimentering... 8 1.4 Voorkomen van brand... 8 1.5 Constructie-eisen... 9 1.6 Constructiematerialen en inrichtingseisen... 9 2. Vluchten, alarmering en ontruiming... 10 2.1 Vluchtroutes... 10 2.2 Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding... 11 2.3 Alarmering en ontruiming... 11 3. Brandbestrijding en hulpverlening... 12 3.1 Blusmiddelen... 12 3.2 Aanrijdroutes en opstelplaatsen voor brandweervoertuigen... 12 3.3 Bluswatervoorzieningen... 13 3.4 Hulpverlening brandweer... 13 Bijlage I - Plattegronden, brandcompartimentering en situatie... 14 4491-R03, rev. 1 Pagina 3 van 15

Inleiding In Aalten wordt de Beele Campus Sealing Valley aan de Industriestraat in meerdere fasen gerealiseerd. Fase 1 van het project bestaat uit de nieuwbouw van: Productiehal 1 Pilotplants 1 Pilotplants 2 R&D Gebouw 1 R&D Gebouw 2 Dit uitgangspuntendocument richt zich op de nieuwbouw van de productiehal 1 van Beele. Het gebouw kent een industrie-, bijeenkomst en overige gebruiksfunctie, verdeeld over twee bouwlagen (begane grond en 1 e verdieping). Nieuwenhuijse Arends bv is gevraagd om het ontwerp te beoordelen en te toetsen aan de gestelde eisen ten aanzien van brandveiligheid, zoals deze zijn gesteld in de hedendaagse wet- en regelgeving. Aan de hand van de ontvangen tekeningen is dit adviesdocument brandveiligheid opgesteld. Dit rapport (uitgangspuntendocument brandveiligheid) omvat een integraal adviesdocument, waarbij alle aspecten van brandveiligheid zijn behandeld en worden toegelicht. Hierbij wordt ingegaan op de bouwkundige en installatietechnische eisen in samenhang tot organisatorische voorschriften m.b.t. brandveilig gebruik van het gebouw. Het Bouwbesluit 2012 niveau nieuwbouw is hierbij de basis. Eisen voortkomend uit het Bouwbesluit 2012 worden op een duidelijke, transparante wijze omschreven en toegelicht. Tevens wordt aangegeven hoe gestelde eisen geïmplementeerd moeten worden binnen de productiehal 1. De volgende tekeningen/documenten zijn gebruikt voor dit uitgangspuntendocument: Tekening: Definitief ontwerp plattegrond production plant; status: concept; projectnummer: 201508; bladnummer: 13; getekend door: Architectenbureau John Velthuis; d.d. 01-03-2016; laatst gewijzigd: 22-07-2016; Tekening: Definitief ontwerp gevels production plant; status: concept; projectnummer: 201508; bladnummer: 15; getekend door: Architectenbureau John Velthuis; d.d. 26-08-2016; Oppervlaktestaat-01; opgesteld door: Architectenbureau John Velthuis; versie: 01; d.d. 26-08-2016; BvB-rapportage productiehal 1 Beele; kenmerk: 4491-R02 revisie 1; opgesteld door: Nieuwenhuijse Arends; d.d. 31-08-2016. 4491-R03, rev. 1 Pagina 4 van 15

Het rapport is als volgt ingedeeld: 1. Beheersbaarheid van Brand; In dit hoofdstuk zijn de eisen betreffende de brandcompartimentering, de subbrandcompartimentering, de (hoofd)draagconstructie, de constructie-eisen, het materiaalgebruik en de situering ten opzichte van andere gebouwen beschreven. 2. Vluchten, alarmering en ontruiming; In dit hoofdstuk zijn de eisen betreffende de vluchtveiligheid, routering, loopafstanden, beschermde status van vluchtroutes, ontsluitingsvereisten, brandmelding, alarmering en ontruiming, noodverlichting en vluchtrouteaanduiding beschreven. 3. Brandbestrijding en hulpverlening; In dit hoofdstuk zijn de eisen betreffende blusmiddelen, aanrijdroutes en opstelplaatsen van brandweervoertuigen, bluswatervoorzieningen en hulpverlening beschreven. 4491-R03, rev. 1 Pagina 5 van 15

1. Beheersbaarheid van brand 1.1 Brandcompartimentering Brandcompartimentering is in beginsel noodzakelijk om een brand beheersbaar te maken. Door gebruik te maken van brandcompartimentering wordt voorkomen dat brand zich uitbreidt over een te groot oppervlak. Omvang brandcompartimentering Een brandcompartiment met een bijeenkomst- en overige gebruiksfunctie mag een maximaal gebruiksoppervlak hebben van 1.000 m 2. De omvang van een brandcompartiment met een industriefunctie mag maximaal 2.500 m² bedragen (artikel 2.83 lid 1 van het Bouwbesluit). Het gebouw is uitgevoerd als één brandcompartiment met een totale omvang van circa 2.820 m². Middels een vuurlastberekening (conform BvB 2007) is beroep gedaan op gelijkwaardigheid, conform artikel 1.3 van het Bouwbesluit. De rapportage van de uitgevoerde vuurlastberekening is in een separaat document opgenomen (kenmerk: 4491-R02 revisie 0). Op de 1 e verdieping van het BvB-compartiment zijn een aantal installaties gesitueerd (geen stooktoestellen). In overleg met de brandweer is besloten om deze ruimte gezien het aanwezige risico niet als separaat brandcompartiment uit te voeren. Het brandwerend afscheiden van de installaties t.o.v. de rest van het gebouw leidt niet tot een significante verbetering van de brandveiligheid. Binnen de productiehal op de begane grond is een trafo-ruimte aanwezig. Deze trafo-ruimte is uitgevoerd als separaat brandcompartiment met een omvang van 7 m². De brandcompartimentering is visueel weergegeven in bijlage I van dit rapport. WBDBO (Weerstand tegen Branddoorslag en Brandoverslag) Een brandcompartiment kan pas als brandcompartiment functioneren als aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) van een brandcompartiment wordt voldaan. De vloeren/wanden die onderdeel zijn van de brandcompartimentering moeten een bepaalde mate van brandwerendheid bezitten. Het Bouwbesluit stelt een basis WBDBO tussen brandcompartimenten van ten minste 60 minuten (conform NEN 6068; zie artikel 2.84 lid 1 van het Bouwbesluit). Gezien middels een vuurlastberekening een beroep op gelijkwaardigheid is gedaan, wordt de WBDBO-eis van het brandcompartiment door de maatgevende vuurlast bepaald, met een minimum van 60 minuten. Het resultaat van de uitgevoerde vuurlastberekening levert een WBDBO-eis van ten minste 90 minuten op. Voor de rapportage van de uitgevoerde vuurlastberekening wordt verwezen naar de BvB-rapportage (kenmerk: 4491-R02 revisie 0). In overleg met Brandweer Noord- en Oost-Gelderland is besloten om de traforuimte met een WBDBO van ten minste 60 minuten uit te voeren. Vanuit het BvB compartiment naar een ander brandcompartiment geldt echter een WBDBO-eis van ten minste 90 minuten. Het primaire en functionele doel van de compartimentering van de traforuimte is, om een beginnende brand binnen de traforuimte beheersbaar te maken en vroegtijdige brandvoortplanting te voorkomen. 4491-R03, rev. 1 Pagina 6 van 15

De bescherming van de traforuimte tegen een brand in het BvB-compartiment is gezien de situatie en ligging niet relevant en zinloos. Dit betekent dat de brandweer bij een brand binnen het BvBcompartiment geen binnenaanval zal uitvoeren om de traforuimte te beschermen. Het omgekeerde, de bescherming van het BvB-compartiment tegen brand in de traforuimte staat centraal. Derhalve wordt het risico afdoende beperkt door het realiseren van een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van ten minste 60 minuten. Brandoverslag Horizontale brandoverslag is mogelijk aanwezig tussen de twee brandcompartiment (productiehal en trafo-ruimte) en naar omliggende (fictieve) gebouwen. In de uitgevoerde vuurlastberekening is de kans op horizontale brandoverslag naar omliggende gebouwen berekend. Het resultaat van deze berekening is, dat (met uitzondering van de westgevel) alle gevels voldoende afstand tot de erfgrens/tegenoverliggende gebouw hebben om de volledige WBDBO uit de buitenlucht te halen. De huidige westgevel van de productiehal fungeert in fase 2 van het project als interne brandscheiding tussen productiehal 1 en productiehal 2. Derhalve wordt deze gevel 90 minuten brandwerend uitgevoerd. Deze brandscheiding wordt ½ meter boven het dak doorgezet, om horizontale brandoverslag naar de productiehal 2 (fase 2) te voorkomen. Bij de trafo-ruimte worden voorzieningen gerealiseerd om verticale en horizontale brandoverslag tussen de twee brandcompartimenten te voorkomen. Doorvoeringen Indien binnen het gebouw diverse leidingen, schachten, goten, buizen e.d. door brandwerende scheidingen voeren, moeten deze ten minste 90/60 minuten brandwerend worden afgewerkt, e.e.a. conform NEN 6068/6069 (zie artikel 2.84 lid 1 van het Bouwbesluit & 7.1.3 van NEN 6068 WBDBO). Op deze wijze zullen de brandwerende scheidingen optimaal kunnen functioneren. Na uitvoering/afwerking van deze werkzaamhedenmoeten certificaten/attesten worden opgevraagd, waarmee kan worden aangetoond dat de afwerking de benodigde brandwerendheid bezit en de doorvoering conform gestelde norm is afgewerkt. Brandwerende deuren en beglazing Deuren gelegen in brandscheidingen moeten eenzelfde mate van brandwerendheid bezitten als de scheidingsconstructie zelf (zie artikel 2.84 lid 1 van het Bouwbesluit & 7.1.3 van NEN 6068 WBDBO). Van deze deuren moet een certificaat worden opgevraagd, waarmee kan worden aangetoond dat de brandwerende deur voldoet aan de gestelde WBDBO-eis van ten minste 90/60 minuten. Deze deuren moeten voldoen aan de criteria EW. De montage van de deuren moet overeenkomstig het certificaat zijn. Aangaande de zelfsluitendheid van brandwerende deuren geldt het volgende. Vanuit het Bouwbesluit is vastgesteld dat alle deuren met een brandwerende functie zelfsluitend moeten zijn, met uitzondering van niet gemeenschappelijke doorgangen (zie artikel 6.26 lid 1 van het Bouwbesluit). Voor de productiehal betekent dit, dat alle deuren met een brandwerende functie zelfsluitend moeten zijn uitgevoerd. Hetzelfde principe geldt voor brandwerend glas. Glas in een brandwerende scheiding mag geen afbreuk doen aan de brandwerendheid van de scheiding. 4491-R03, rev. 1 Pagina 7 van 15

Indien brandwerende deuren worden voorzien van brandwerend glas, moet dit glas de classificatie EW90/60 bezitten. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het brandwerend glas moet worden gemonteerd conform de montagevoorschriften uit het betrokken certificaat van het brandwerende glas en kozijn. In het huidige ontwerp zijn geen deuren/beglazing in brandscheidingen aanwezig, waardoor aan de gestelde eis wordt voldaan. 1.2 Subbrandcompartimentering Een subbrandcompartiment is een besloten deel dat bestemd is als maximaal verspreidingsgebied voor rook om zodoende veilig te kunnen vluchten. Een subbrandcompartiment moet volgens de huidige bouwregelgeving te allen tijde in een brandcompartiment liggen. De maximale loopafstand tussen een punt in het gebruiksgebied en een uitgang van het subbrandcompartiment bedraagt 30 meter (artikel 2.102 lid 5). Voor de industriefunctie geldt bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 30 m² een maximale loopafstand van 60 meter (artikel 1.102 lid 7). Gezien binnen de productiehal 10 personen verblijven wordt aan lid 7 van dit artikel voldaan, waardoor de loopafstand mag worden verlengd. Gezien o.a. wordt voldaan aan de maximaal gestelde loopafstanden (zie artikel 2.102 lid 4 & lid 5 van het Bouwbesluit) is het niet noodzakelijk de brandcompartimenten verder in te delen in subbrandcompartimenten. Het brandcompartiment binnen het gebouw is tevens één subbrandcompartiment. 1.3 Beschermde subbrandcompartimentering Eisen met betrekking tot beschermde subbrandcompartimentering zijn voor de productiehal niet van toepassing. De (sub-)brandcompartimenten moeten niet ingedeeld worden in beschermde subbrandcompartimenten (zie aansturingstabel 2.91 van het Bouwbesluit). 1.4 Voorkomen van brand Op basis van artikel 2.71 lid 1 van het Bouwbesluit mag het dak van de productiehal niet brandgevaarlijk zijn, zoals vastgesteld in NEN 6063. Het dak van het gebouw bestaat uit een staaldak met bitumineuze dakbekleding. Hiermee voldoet het ontwerp aan de gestelde eisen vanuit NEN 6063. Ten aanzien van aardgas en brandgevaarlijke stoffen, elektriciteit en bijbehorende apparatuur en technische installaties moeten de gebruikelijke NEN-normen en leverancierseisen worden aangehouden (zie artikel 6.7 t/m 6.10 & artikel 7.6 t/m 7.7 van het Bouwbesluit). 4491-R03, rev. 1 Pagina 8 van 15

1.5 Constructie-eisen Met ingang van het Bouwbesluit 2012 is NEN 6702 komen te vervallen. Deze norm definieerde het begrip hoofddraagconstructie bij brand. De vigerende Eurocode kent het begrip hoofddraagconstructie bij brand niet. Van toepassing is het Bouwbesluit 2012, artikel 2.10 lid 1. Uitgangspunt is dat het sub- of brandcompartiment waarin een brand heerst mag bezwijken, zolang dit binnen een bepaalde tijdsduur maar niet leidt tot het bezwijken van bouwconstructies buiten dit sub- of brandcompartiment. Het gaat om het voorkomen van voortschrijdende instorting: er bezwijkt een bouwconstructie door brand en hierdoor bezwijken andere bouwconstructies, bijvoorbeeld omdat zij afhankelijk zijn van de draagkracht van deze bouwconstructie. De brandwerendheid met betrekking tot bezwijken moet voor de productiehal ten minste 60 minuten bedragen (basiseis; zie artikel 2.10 & tabel 2.102.2 van het Bouwbesluit). In afwijking hiervan kan met 30 minuten worden gereduceerd, indien de permanente vuurbelasting van het (maatgevende) brandcompartiment niet groter is dan 500 MJ/m 2 (zie artikel 2.10 lid 6 van het Bouwbesluit). Hier zal niet aan worden voldaan (576 MJ/m²), waardoor de reductiemogelijkheid niet toepasbaar is. De brandwerendheid m.b.t. bezwijken moet ten minste 60 minuten bedragen. Dit betekent dat een brand in een (sub)brandcompartiment niet binnen 60 minuten mag leiden tot instorting van naastgelegen (sub)brandcompartimenten. Aan de hand van de bevindingen (stabiliteitsberekening) van een constructeur kan worden vastgesteld in hoeverre voldaan zal worden aan de gestelde eisen. 1.6 Constructiematerialen en inrichtingseisen Deze eisen zijn gericht op het voorkomen dat een beginnende brand zich snel uitbreidt, respectievelijk dat zich snel een te grote rookdichtheid zal ontwikkelen. Beide aspecten spelen een belangrijke rol bij het veilig kunnen vluchten uit het gebouw en het beperken van de ontwikkeling van de omvang van de brand. Buitenlucht Op basis van artikel 2.68 lid 1 moet een constructieonderdeel van een gebouw dat grenst aan de buitenlucht voldoen aan brandklasse D, zoals deze is gesteld in NEN-EN 13501-1. Dit betreft de basiseis. De gevels van de productiehal bestaan uit sandwichpanelen met PIR isolatie. Met de aanwezige constructiematerialen wordt voldaan aan de voorschriften. Binnenlucht Op basis van artikel 2.67 lid 1 van het Bouwbesluit moet een constructieonderdeel binnen de productiehal dat grenst aan de binnenlucht voldoen aan brandklasse D en rookklasse S2, zoals deze is gesteld in NEN-EN 13501-1 (basiseis). De binnenwanden bestaan uit metselwerk. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen. 4491-R03, rev. 1 Pagina 9 van 15

Vloeren Bovenzijden van een voor personen bestemde vloer moeten (op basis van artikel 2.69 lid 1 van het Bouwbesluit) voldoen aan brandklasse D fl en rookklasse S1 fl, bepaald volgens NEN-EN 13501-1. Deze specifieke brandklassen zijn afgestemd op het feit dat de brandvoortplanting op een horizontaal vlak anders verloopt dan op een verticaal vlak of een vlak aan de onderzijde van een vloer of van een ander constructieonderdeel. De vloeren zijn geconstrueerd uit beton, hiermee wordt voldaan aan de betrokken voorschriften. 2. Vluchten, alarmering en ontruiming 2.1 Vluchtroutes Als er een brand ontstaat binnen het gebouw is het in eerste instantie van belang dat personen daar zo snel mogelijk en op een veilige wijze uit kunnen komen. De productiehal moet zodanig zijn ingericht dat bij brand personen binnen een redelijke termijn en op een veilige manier kunnen vluchten naar de verzamelplaats en van daaruit naar de openbare weg. Loopafstanden In artikel 2.102 & tabel 2.102 van het Bouwbesluit 2012 is bepaald dat de maximale loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en een uitgang van het subbrandcompartiment waarin dat gebruiksgebied ligt niet groter mag zijn dan 30 meter. Voor de industriefunctie mag deze loopafstand, op basis van de bezetting (minder dan 1 persoon per 30 m²) met 30 meter worden verlengd. Hierdoor geldt voor de industriefunctie een maximale loopafstand van 60 meter. Vanuit elk subbrandcompartiment wordt hieraan voldaan. Vluchtroutes Op elk punt binnen het gebouw begint een vluchtroute die leidt naar het aansluitende terrein en vandaar naar de openbare weg (zie artikel 2.102 lid 1). Eisen met betrekking tot (extra) beschermde vluchtroutering zijn voor de productiehal niet van toepassing. Vluchtdeuren Deuren gelegen in vluchtroutes moeten VD/E (vluchtveilig) worden uitgevoerd. Dit betekent dat de deuren waardoor gevlucht moet worden, zonder het gebruik van een sleutel of ander los voorwerp te allen tijde van binnenuit geopend kunnen worden (zie artikel 7.12 lid 1 van het Bouwbesluit). Dit dient in één handeling te kunnen gebeuren. Alle deuren in het gebouw die gebruikt worden om te vluchten zijn voorzien van een knopcilinder, een elektrisch slot (zodat de deur te allen tijde van binnenuit te openen is) etc., e.e.a. conform NEN-EN 179 om te kunnen voldoen aan de eisen met betrekking tot vluchtveiligheid. Hoogte en breedte van deuren Op basis van artikel 4.22 lid 1 van het Bouwbesluit moeten alle deuren binnen het gebouw worden uitgevoerd met een minimumhoogte van 2,30 meter en een minimumbreedte van 0,85 meter. Hiermee wordt voldaan aan de geldende nieuwbouweis. 4491-R03, rev. 1 Pagina 10 van 15

Draairichting deuren Deuren op een vluchtroute waarop meer dan 37 personen zijn aangewezen draaien bij het openen niet tegen de vluchtrichting in (zie artikel 6.25 lid 3 van het Bouwbesluit). Gezien binnen de productiehal niet meer dan 37 personen verblijven is de draairichting van de deuren akkoord. 2.2 Noodverlichting en vluchtrouteaanduiding Noodverlichting Gezien binnen de productiehal geen ruimten bestemd voor het verblijf van meer dan 75 personen aanwezig zijn en de aanwezige vluchtroutes geen beschermde status hebben, is noodverlichting binnen het gebouw niet vereist. Hierbij is geen rekening gehouden met gevaarlijke werkzaamheden conform de Arbeidsomstandighedenwet. Vluchtrouteaanduiding Een verblijfsruimte bestemd voor meer dan 50 personen en een ruimte waardoor een verkeersroute voert, moet volgens art. 6.24 lid 1 van het Bouwbesluit voorzien zijn van vluchtrouteaanduiding. Gezien binnen de productiehal geen ruimten bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen aanwezig zijn, is vluchtrouteaanduiding alleen in de verkeersruimten vereist. De vluchtrouteaanduiding wordt aangebracht op een duidelijk waarneembare plaats (zie artikel 6.24 lid 3 van het Bouwbesluit). 2.3 Alarmering en ontruiming Brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie Op basis van artikel 6.20 lid 1 van het Bouwbesluit wordt het gebouw voorzien van een niet automatische brandmeldinstallatie zonder doormelding naar de regionale alarmcentrale (RAC) en zonder inspectiecertificaat, conform NEN 2535 (zie tabel bijlage 1 Bouwbesluit 2012). Hetzelfde geldt voor een ontruimingsalarminstallatie conform NEN 2575 (zie artikel 6.23 lid 1 van het Bouwbesluit). In het gebouw wordt een type A ontruimingsinstallatie geïnstalleerd (handmelders & ontruimingsalarm middels slow whoop). Ontruimingsplan Een ontruimingsplan is verplicht bij een verplichting tot het hebben van een brandmeldinstallatie (artikel 6.23 lid 1 van het Bouwbesluit). Gezien een brandmeldinstallatie verplicht is, is het hebben van een ontruimingsplan direct verplicht vanuit het Bouwbesluit. Voor de productiehal wordt een ontruimingsplan conform NEN 8112 opgesteld. 4491-R03, rev. 1 Pagina 11 van 15

3. Brandbestrijding en hulpverlening 3.1 Blusmiddelen Brandslanghaspels Op basis van artikel 6.28 lid 1 dient het gebouw te worden voorzien van brandslanghaspels. De gecorrigeerde loopafstand tussen een brandslanghaspel en een punt in het gebruiksgebied is niet groter dan de lengte van de brandslang, vermeerderd met 5 m (zie artikel 6. 28 lid 3 van het Bouwbesluit). De aanwezige brandslanghaspels hebben een slanglengte van 30 m. Op basis hiervan bedraagt de gecorrigeerde loopafstand 25 m. Het bereik van de aanwezige haspels is dekkend. Mobiele blusapparatuur Mobiele blusapparatuur heeft in principe enkel een aanvullende functie t.o.v. de brandslanghaspels (zie artikel 6.13 lid 1 van het Bouwbesluit). Gezien het bereik van de aanwezige brandslanghaspels dekkend is, is het niet noodzakelijk aanvullend handbrandblussers te plaatsen. 3.2 Aanrijdroutes en opstelplaatsen voor brandweervoertuigen De brandweer moet ten tijde van een mogelijk noodzakelijke repressie het gebouw goed kunnen bereiken. Er moeten een aantal opstelplaatsen voor de brandweer worden benoemd, e.e.a. voor het opstellen van tankautospuiten. Deze opstelplaatsen moeten zijn gesitueerd binnen 40 meter van de brandweeringangen van het gebouw (zie artikel 6.30 lid 3 van het Bouwbesluit). De plaats die een blusvoertuig inneemt betreft in het algemeen een lengte van 10 meter met een breedte van 4 meter (zie hoofdstuk 4 Bereikbaarheid van de handleiding bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid van de brandweer). In de nabijheid van het bouwwerk is voldoende ruimte om een blusvoertuig te situeren. De brandweer kan het gebouw via de Industriestraat (noordzijde) bereiken (zie tekening bestrating riolering, opgesteld door: Architectenbureau John Velthuis; projectnummer: 201508; bladnummer 19; d.d. 2016). 4491-R03, rev. 1 Pagina 12 van 15

3.3 Bluswatervoorzieningen Op grond van het Bouwbesluit 2012 kan een indiener van een Omgevingsvergunning activiteit Bouwen worden verplicht niet-openbare bluswatervoorzieningen aan te leggen (zie artikel 6.30 lid 1 van het Bouwbesluit). De afstand tussen een bluswatervoorziening en een brandweeringang mag ten hoogste 40 meter bedragen. Als vuistregel is gesteld dat na het bereiken van de opstelplaats het brandweervoertuig binnen 3 minuten over bluswater moet kunnen beschikken. Brandkranen moeten krachtens de richtlijnen binnen 15 meter liggen van de opstelplaats met betrekking tot het blusvoertuig (zie hoofdstuk 4 Bereikbaarheid van de handreiking bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid van de brandweer). Gezien de beperkte bereikbaarheid van Productiehal 1, de locatie van aanwezige brandkranen en de locatie van de brandweeringang/opstelplaats brandweer (noordzijde gebouw), worden er aanvullende bluswatervoorzieningen gerealiseerd, die aan de handreiking Opstellen Bluswaterbeleid van de brandweer Nederland moeten voldoen. Bij het bepalen van de aard, hoeveelheid en de locaties van de te realiseren bluswatervoorzieningen dient aandacht aan fase 2 en 3 van het nieuwbouwproject te worden besteed. 3.4 Hulpverlening brandweer Om een snelle en adequate inzet mogelijk te maken, moet de brandweer een bouwwerk op eenvoudige wijze kunnen betreden. Het is daarom van groot belang dat de brandweer direct weet hoe het bouwwerk kan worden betreden. Vanuit het Bouwbesluit 2012 is vastgesteld dat een bouwwerk waarin personen kunnen verblijven, een brandweeringang moet hebben (zie artikel 6.36 lid 1). Een brandweeringang is niet nodig indien het bevoegd gezag dat gezien de aard, de ligging of het gebruik van het betreffende bouwwerk dit niet nodig vindt. De drie ingangen aan de noordzijde van het gebouw fungeren als brandweeringangen. 4491-R03, rev. 1 Pagina 13 van 15

Bijlage I - Plattegronden, brandcompartimentering en situatie Situatie 4491-R03, rev. 1 Pagina 14 van 15

Compartimentering Productiehal 1 Beele 4491-R03, rev. 1 Pagina 15 van 15