Beleidsnota Plattelandswoningen. Beleid met betrekking tot aanwijzing van plattelandswoningen in de gemeente Wijchen

Vergelijkbare documenten
Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Verklaring. In verband met wijziging agrarische bedrijfswoning tot status plattelandswoning

Beleidsnota Plattelandswoningen gemeente Venray

Beleidsnota plattelandswoningen

Beleidsnota Plattelandswoning

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

BELEIDSNOTA PLATTELANDSWONINGEN

Besl ispu nten 1. Het bestemmingsplan Wegelaar 7 vast te stellen. 2. De ingekomen zienswijze te weerleggen.

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Zundertse Regelgeving

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

Kadernota bestemmingsplanherziening Buitengebied 2016 Module mestbeleid

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Discussienotitie Plattelandswoning

Wet plattelandswoning

Hoofdstuk 1 Het begrip plattelandswoning geïntroduceerd in de ruimtelijke ordening

Toelichting Wijzigingsplan Sint Jan ten Heereweg 1 Aagtekerke

Onderzoek Ruimtelijke Onderbouwing

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Aanleiding Adviesvraag Beoordeling

H.C. den Hartog Stokvisweg LK Culemborg

Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

bijlage 4: ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning 2016W2136

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Rapport zienswijzen 8, ambtshalve wijzigingen. Ontwerpwijzigingsplan

Reactienota Motie bestemmingsplan Buitengebied Wakker Emmen. Inhoud motie

Telefoonnummer: Datum: 24 september 2013 Referentie: NH/ML/MvD/ Faxnummer:

HEKKELMAN ADVOCATEN NOTARISSEN

De plattelandswoning in Someren

Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning

Nota van zienswijzen. Wijzigingsplan Duifhuizerweg 18 Uden NL.IMRO.0856BPDuifhuizerweg18-VA01.

notitie Hindercontouren rondom het plangebied Amerongerwetering 2 te Amerongen

BELEIDSREGELS TWEEDE (BEDRIJFS)WONINGEN IN HET BUITENGEBIED

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Nieuwe woning van 750 m³ met bijgebouw van 75 m² - sloop van 850 m² bebouwing.

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik

1 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Meilust-Woongebied

"Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem"

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen Gemeente Goirle

TOELICHTING. Boerderijsplitsing aan de Eerselseweg 41 te Knegsel. G.C.M. van de Ven Eerselseweg KL Knegsel. project.

Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'.

Nota bedrijfswoningen op verblijfsrecreatieterreinen

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

Vaststellen bestemmingsplan Elshout herziening Kapelstraat 14

Nieuwe kansen voor mijn locatie

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

VAB-bijeenkomst bedrijfsbeëindiging

Ruimtelijke onderbouwing

wijziging bestemming Hoofdweg 34 Geachte heer en mevrouw,

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

De gemeenteraad van Wijchen

Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen

Nr: Schipluiden: 31 maart Onderwerp: Gebiedsvisie Geur en Geurverordening. Aan de Raad

Beltweg EM Siebengewald. Rapportnummer: R Datum: 4 juni 2014 S T A M M E N

1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten

Beleidsnota plattelandswoningen Elburg

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

advies aan burgemeester en wethouders

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Besluit. Registratienr.: BP openbaar. Verzoek nieuwvestiging bedrijf Onrooi 12 Boxtel

Notitie Ruimte voor ruimte 2016, gemeente Drimmelen

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

R e g e l s rgl

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING

Beleidsnota. Plattelandswoningen

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Buitengebied Aalten 2004, wijziging Haartseweg 13

De Marke III te Hengevelde

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ

Zienswijzenverslag Bestemmingsplan plattelandswoningen, Locatie Heikomstraat 16

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

bestemmingsplan Veegplan De Streek voorontwerp

Vragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout

Wijzigingsplan Spierdijkerweg 89/89a Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bestemming agrarisch naar wonen.

Week 1 Bekendmakingen en omgevingsvergunningen. Ontwerpbestemmingsplan Nieuwendijk 143

Zoals te lezen in de concept-mvt (m.n. paragraaf 6 e.v.) bevat het wetsvoorstel twee centrale elementen:

BELEIDSNOTA HOBBY EN BEDRIJFSMATIG HOUDEN VAN PAARDEN EN HET OPRICHTEN VAN PAARDENBAKKEN

Inspraakreacties en vooroverleg

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied

Bestemmingsplan Buitengebied 1995, wijziging (Barchemseweg 71 Ruurlo)

N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Transcriptie:

Beleidsnota Plattelandswoningen Beleid met betrekking tot aanwijzing van plattelandswoningen in de gemeente Wijchen

2 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 2. Achtergrond 3. Het wetsvoorstel 4. Het feitelijke gevolg 5. Het beleid van de gemeente Wijchen 5.1 Bescherming tegen milieuhinder 5.2 Ruimtelijke inpassing 5.3 Andere beleidsmatige aspecten 6. Verankering van de plattelandswoning. 7. Concreet toetsingskader.

3 1. Aanleiding Op 10 juli 2012 is het wetsvoorstel ten aanzien van de plattelandswoning aangenomen door de eerste kamer 1. Dit wetsvoorstel treedt per 1 januari 2013 in werking. Om op een goede wijze uitvoering te geven aan dit wetsvoorstel heeft de gemeente Wijchen beleid opgesteld wanneer zij zal overgaan tot aanwijzing van een plattelandswoning. 2. Achtergrond Bijna alle agrarische bedrijven in Wijchen beschikken over één of twee (soms zelfs drie) bedrijfswoningen. Deze woningen zijn in het verleden planologisch mogelijk gemaakt om te voorzien in de behoefte van eigenaren en medewerkers om in de directe nabijheid van het agrarisch bedrijf te verblijven. Als gevolg van automatisering en modernisering in de agrarische sector worden bedrijfswoningen (met name tweede bedrijfswoningen) in een aantal gevallen overbodig. Deze woningen worden vervolgens verkocht aan personen die niet functioneel verbonden zijn aan het agrarisch bedrijf. Ook kan er sprake zijn van zogenaamde rustende boeren. Dit zijn voormalige agrariërs die hun bedrijf verkocht hebben, maar zelf nog wel in de bedrijfswoning willen blijven wonen. In beide gevallen zou er binnen het huidige juridische kader sprake zijn van strijdig gebruik. Immers een derde/burger bewoont een bedrijfswoning, die eigenlijk alleen door eigenaren/werknemers (zij die functioneel verbonden zijn) van het bedrijf mag worden bewoond. In beginsel is de gemeente verplicht hiertegen handhavend op te treden, hetgeen in het verleden in Wijchen ook is gebeurd. Naast strijdig gebruik is er meestal ook sprake van beperking van de 1 Wet 'wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen (plattelandswoningen)' (kamerstukken II, 2011-2012, 33 078) bedrijfsvoering van het achterblijvende agrarisch bedrijf. Immers tot op heden wordt bij de beoordeling van milieutechnische ontwikkelingsmogelijkheden gekeken naar het feitelijk gebruik en niet naar hetgeen planologisch is toegestaan. Dus op het moment dat een derde in een bedrijfswoning woont, is er niet alleen sprake van een illegale situatie, maar wordt ook het bedrijf waar de bedrijfswoning bij hoort én omliggende bedrijven beperkt in de ontwikkelingsmogelijkheden. In het kader van de milieuvergunningverlening de woning immers als burgerwoning (het feitelijk gebruik ) aangemerkt en als zodanig beschermd. De wetgever heeft beoogd hier een einde aan te maken. 3. Het wetsvoorstel Het wetsvoorstel (of eigenlijk een wijziging van de Wabo en een aantal aanverwante milieuwetten en regelingen) voorziet in de mogelijkheid om voormalige agrarische bedrijfswoningen door derden te laten bewonen. Om dit te regelen bevat het voorstel twee elementen. Het belangrijkste element is dat voormalige agrarische bedrijfswoningen niet langer worden beschermd tegen milieugevolgen van het (voormalige) bijbehorende bedrijf. Ook is voortaan het planologisch regime bepalend voor de bescherming tegen negatieve milieueffecten en niet langer het feitelijke gebruik. De wet maakt het mogelijk om de voormalige bedrijfswoning specifiek als plattelandswoning aan te wijzen en deze vervolgens een lager beschermingsregime dan een reguliere burgerwoning toe te kennen, gelijk aan dat van een bedrijfswoning. De woning blijft juridisch gezien onderdeel van de inrichting (het agrarisch bedrijf) waardoor ook omliggende bedrijven niet extra belemmerd worden door de aanwijzing. 4. Het feitelijke gevolg De oplettende lezer heeft wellicht al in de gaten dat hier eigenlijk sprake is van een juridisch trucje. De wetgever wil voorkomen dat toetsing aan het feitelijke gebruik leidt tot beperking van ontwikkelingsmogelijkheden van het eigen- en omliggende bedrijven. Daarom is bepaald dat voortaan de planologische status de basis is voor de milieutechnische toetsing. Tegelijk geeft de wetgever de gemeente een

4 handvat om een voormalige agrarische bedrijfswoning een status te geven die burgerbewoning mogelijk maakt zonder dat deze de eigenen omliggende bedrijven in de ontwikkelingsmogelijkheden beperkt. Planologisch blijft er sprake van een bedrijfswoning. Concreet betekent dit dat de voormalige bedrijfswoning door derden bewoond kan worden of blijven, zonder dat hierdoor omliggende bedrijven worden beperkt. Maar tegelijk betekent dat dus ook dat die woningen te maken kunnen krijgen met hogere milieuhinder dan reguliere burgerwoningen! 5. Het beleid van de gemeente Wijchen De gemeente Wijchen heeft een goed woon- en leefklimaat van haar inwoners hoog in het vaandel staan. Dit is één van de belangrijkste uitgangspunten van haar structuurvisie. Daarom willen we niet overal zomaar plattelandswoningen toestaan. Bewoners en kopers van een plattelandswoning verdienen immers ook een goed woon- en leefklimaat. Dit woon- en leefklimaat wordt onder andere bepaald door de mate van blootstelling aan: Geurhinder Stofhinder Geluidhinder Gevaarlijke stoffen Ook speelt nadrukkelijk het aspect van dierziektes (zogenaamde zoönoses) Voorkomen moet worden dat er onleefbare situaties ontstaan, of situaties die niet passen bij het beoogde gebruik van de plattelandswoning. Een bedrijfsvoerder heeft de mate van hinderproductie veelal zelf in de hand en kan sturen in de bedrijfsvoering. De bewoner van de plattelandswoning kan dat niet. En wat als er een dierziekte uitbreekt en een bedrijf moet in quarantaine? Hoe gaat dat dan met de plattelandswoning en het welzijn van haar bewoners? Om een goed woon- en leefklimaat te borgen heeft de gemeente Wijchen in haar geur- en geluidbeleid gekozen om de wettelijk geldende normen over te nemen. Dit betekent een maximale geurbelasting van 8 odeureenheden bij intensieve veehouderijen, een vaste afstand van minimaal 50 m bij overige agrarische bedrijven en een maximale geluidbelasting van 50 dba (etmaalwaarde). Deze normen gelden ook voor plattelandswoningen. We dienen ons daarnaast goed te realiseren dat het wetsvoorstel in feite alleen de juridische hinder wegneemt, niet de feitelijke hinder. Indien de verstandhouding tussen bedrijfsvoerder en plattelandswoningbewoner verslechtert, kan niet worden voorkomen dat er weerstand ontstaat tegen de bedrijfsvoering of verdere bedrijfsontwikkeling van zowel het achterblijvende bedrijf als omliggende bedrijven. Het veroorzaken van hinder kan immers nog steeds privaatrechtelijk worden aangevochten als zijnde onrechtmatige daad. Bij veelvuldige aanwijzig van plattelandswoningen is een beperking van de ontwikkelingsmogelijkheid van de agrarische sector dus niet uitgesloten. Zorgvuldigheid is derhalve geboden. 5.1 Bescherming tegen milieuhinder Het uitgangspunt van het beleid van de gemeente Wijchen is dat de plattelandswoningen dezelfde bescherming verdienen als reguliere burgerwoningen. Een aanvraag om een plattelandswoning zal hier als eerste aan getoetst worden. Het ligt in de lijn der verwachting dat een

5 voormalige bedrijfswoning bij een akkerbouwbedrijf eerder voor het predicaat plattelandswoning in aanmerking komt dan een woning op 10 meter van een varkensstal. De concrete toetsingskaders kunnen zijn: Om wat voor type agrarisch bedrijf gaat het (akkerbouw of veeteelt, intensief of niet intensief, soort dieren)? Wat is de afstand tot bedrijfsactiviteiten en bedrijfsbebouwing (opslagloods op 50 meter of varkensschuur op 10 meter) en hoe is deze geborgd (aanpassing bouwblok)? Hoe ziet de fysieke relatie er uit, wat zijn de mogelijkheden tot afscheiding/afscherming en is er sprake van autonomie in gebruik (haag, sloot, eigen (calamiteiten)ontsluiting e.d.)? Wat is de leeftijd en technische staat van het bedrijf (modern bedrijf met best beschikbare technieken of oude open stallen)? 5.2 Ruimtelijke inpassing Niet alleen milieutechnische aspecten spelen een rol bij de afweging om een plattelandswoning toe te staan. Ook ruimtelijke ordening, landschappelijke inpassing en duurzaam toekomstig gebruik spelen een belangrijke rol. Een van de belangrijkste aandachtspunten is dat agrarische erven waarop niet gewoond wordt, vaak een minder fraaie ruimtelijke uitstraling hebben dan huiskavels. Huiskavels (dus een agrarisch bedrijf waarbij ook gewoond wordt) moeten voor de gebruiker ook een prettige woonomgeving vormen. Beheer, onderhoud en uitstraling van het erf heeft hier vaak een hogere prioriteit dan bij bedrijfskavels zonder woning. Bovendien is er op huiskavels meer toezicht, bijvoorbeeld tegen vandalisme of criminaliteit. 5.3 Andere beleidsmatige aspecten Een ander aspect dat speelt bij de aanwijzing van een plattelandswoning is de vraag wat er gebeurd als er in de toekomst opnieuw behoefte of noodzaak voor een (of een tweede) bedrijfswoning ontstaat. We willen niet een ongebreidelde groei van woningen in het buitengebied. Dus als we weten dat een (tweede) bedrijfswoning noodzakelijk is, dan zal er niet snel overgegaan worden tot aanwijzing van een plattelandswoning. Het gevaar van een vicieuze cirkel van afsplitsenaanvragen-afsplitsen ligt dan bovendien op de loer. Daarnaast speelt de verhouding tot het functieveranderingbeleid. Momenteel kent het bestemmingsplan buitengebied een regeling om op het moment dat er sprake is van bedrijfsbeëindiging, de bestemming van een agrarisch perceel te wijzigen naar woondoeleinden. Indien sanering van VAB s aan de orde is, kan er verevening plaatsvinden, bijvoorbeeld door een grotere oppervlakte aan bijgebouwen toe te staan, of de mogelijkheid voor de realisatie van een extra woning. In iedergeval verdwijnt er een agrarisch bouwblok en vindt er een landschappelijke verbetering plaats door sanering van de VAB s. Bij toewijzing van een plattelandswoning is dat niet het geval. Wellicht wordt een agrarisch bedrijf tegen beter weten in, in stand gehouden in plaats van gesaneerd. We zullen ons er derhalve van moeten vergewissen dat er een levensvatbaar bedrijf achterblijft bij toewijzing van een plattelandswoning. Zo niet, dan ligt functieverandering meer voor de hand. 6. Verankering van de plattelandswoning. Aanwijzing van een plattelandswoning vindt plaats door middel van een bestemmingsplanwijziging. De plattelandswoning blijft een agrarische bestemming behouden maar krijgt een specifieke aanduiding. Door te kiezen voor dit instrument in plaats van omgevingsvergun-

6 ning/projectafwijkingsbesluit (art 2.12 lid 1 sub a-3 Wabo), wordt een plattelandswoning ook echt geduid op de plankaart. Er kan geen misverstand over de aanwijzing ontstaan. Bovendien kunnen eventuele andere maatregelen/aanpassingen direct meegenomen worden. Denk bijvoorbeeld aan de aanpassing van een bouwblok om voldoende afstand tot de plattelandswoning te borgen, of het opnemen van een afschermde voorziening. Bovendien zijn de leges voor een wijzigingsbevoegdheid lager dan een projectafwijkingsbesluit 7. Concreet toetsingskader. Het kader voor de aanwijzing van de plattelandswoning ziet er als volgt uit: De gemeenteraad kan ten behoeve van de aanwijzing van een plattelandswoning het bestemmingsplan wijzigen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. Er dient sprake te zijn van een goed woon- en leefmilieu. Deze dient in iedergeval niet minderwaardig te zijn dan die van reguliere burgerwoningen in het buitengebied. Van een goed woon- en leefklimaat is in ieder geval sprake indien: i. De geurbelasting lager is dan 8 odeureenheden in geval van intensieve agrarische bedrijven; ii. De afstand tot de agrarische bedrijfsactiviteiten groter is dan 50 m in geval van niet overige agrarische bedrijven; iii. Een maximale geluidbelasting van 50 dba (etmaalwaarde) van bedrijfslawaai. b. Het achterblijvende bedrijf dient een economisch levensvatbaar bedrijf te zijn, hetzij zelfstandig, hetzij al onderdeel van een ander agrarisch bedrijf; c. Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van zowel de plattelandswoning als van het bedrijfsperceel; d. De aanwijzing mag niet leiden tot aanvraag van nieuwe 1 e, 2 e of 3 e bedrijfswoning op enige termijn. De plattelandswoning behoud zijn agrarische bestemming; e. Indien bedrijfsbeëindiging meer voor de hand ligt dan aanwijzing van een plattelandswoning, moet er gebruik gemaakt worden van de wijzigingsbevoegdheid in de bestemming Wonen.