'Praat rijk, luister lustig'



Vergelijkbare documenten
Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

taalstimulering en MeeRtalIGheId BIJ KIndeRen Van 0 tot 6 JaaR

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Pedagogie van het jonge kind

Notitieboekje. Allemaal Taal

Suggesties en tips voor het gebruik van de dvd

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders

Je spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind!

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven

Hoe kun je meertalige ouders bereiken en ondersteunen? Tips voor schoolteams

Vaardighedenlijst Taal stimuleren

TAAL- COMPETENTIE 16/10/2014. Overzicht. Pourquoi? Beleidskeuze 1

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

WAAROM VOORLEZEN? VOORWOORD WANNEER VOORLEZEN?

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING BASISONDERWIJS

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

Adviezen stimulatie taalontwikkeling

PUK! Spelkaartjes behorende bij spelbord Pak een Puk!, thema Woordenschat & Taal.

TAALSTIMULERING EN MEERTALIGHEID: HET WAARDEREN EN ONTWIKKELEN VAN ALLE TAALCOMPETENTIES BIJ JONGE KINDEREN

Praten leer je niet vanzelf

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Omgaan met. meer- en anderstaligheid. op school

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING. Kleuterklas

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Reader voor pedagogisch medewerkers

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEFOMGEVING IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG i

Aanvulling Woordenschat NT2

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG

TAALSTIMULERENDE TIPS

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT:

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Achtergrondinformatie over NT2

Communicatieve vaardigheden bij jongens met Klinefelter. Dorothy De Maesschalck Logopediste COS Brussel

Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

Meertaligheid: Hoe werkt dat?

Taalontwikkeling in een meertalige context

Als praten niet vanzelf gaat

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

Utrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind

Aan alle deelnemers onderweg een oprechte en warme dank! Chris

Reader Gespreksvoering

Maak een luister of een spreektaak

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.

Bijlage 2. Beoordelingsformulier Gesprekstechnieken LEH Summatief docentoordeel: goed (9)

Spraak-taal 0-1½ jaar

Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

Kan-beschrijvingen ERK A2

Voorlezen aan meertalige kinderen

Doelenlijst G-start voor VVKBaO

1. Omgaan met kinderen TIP EEN VASTE KINDERBEGELEIDER IS BELANGRIJK

1. Wat is taalontwikkeling?

Omgaan met mensen met een beperking

nieuwsbrief TAAL & ONDERWIJS december 2012 Taal de hele dag! Taal stimuleren tijdens dagelijkse routines

Introductie logopediepraktijk. Van brabbelen tot babbelen. Ons team van logopedisten. Doelstellingen informatieavond.

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

> Afasie Dienst logopedie/afasiologie

Taal(beleid) in de Huizen van het Kind - Stad Antwerpen

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.

Iedereen wordt graag respectvol behandeld, dus ook de persoon met een handicap. Enkele algemene tips voor het omgaan met personen met een handicap:

2018, Sukacita Foundation

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Waarom? Doel. Verloop 26/02/2015. Talensensibilisering in de kleuterklas TALENSENSIBILISERING IN DE KLEUTERKLAS

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Ambulante ondersteuning

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

Belangstellingscentrum. Ik ga op verkenning in de klas

Kinderen, lief maar. Wegwijzer Steenwijk Woensdag 12 november Carolien Boschma en Sjoukje Huisman Centrum voor Jeugd en Gezin

Type titel. Interactief voorlezen in 5 stappen. Type naam presentator. Hanneke van Bakel en Loes Luijten

U ontvangt deze folder, omdat bij een familielid of bekende afasie is geconstateerd. Afasie is een taalstoornis die ontstaat door niet aangeboren

Checklist duidelijk geschreven taal

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 4: Educatieve ondersteuning. Groepsopvang

kalender 2012 Kant-en-klare tips voor klare taal

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

Checklist Duidelijk Nederlands spreken

Speelse taalstimulering in de vrije tijd

VOORBEELD UIT HET PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN. VEILIGHEID EN GEBORGENHEID BIEDEN - BABY S

Startworkshop pilootproject Taalstimulering en meertaligheid

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Informatiebrochure Apraxie

Zelfevaluatie-instrument MeMoQ. Dimensie 4: Educatieve ondersteuning. Gezinsopvang

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal

Luisteren, hoe leren kinderen dat?

Help uw kind bij het leren van taal. Een handleiding voor ouders en verzorgers

Transcriptie:

'Praat rijk, luister lustig' Tips voor taalstimulering en meertaligheid in de voor- en vroegschoolse sector Door Caroline Moons, Sien Joos en Machteld Verhelst, CTO-medewerkers In opdracht van Kind & Gezin schreef het Centrum voor Taal en Onderwijs het rapport "Taalstimulering en meertaligheid bij kinderen van 0 tot 6 jaar". Dit thema staat hoog op de agenda van het beleid rond kansen creëren voor jonge kinderen. Taalstimulering en meertaligheid roepen veel vragen op bij al diegenen die betrokken zijn bij de opvoeding van jonge kinderen. Totnogtoe werden echter alleen maar adviezen ad hoc gegeven. De bedoeling van de studieopdracht was dan ook bestaande en gefundeerde richtlijnen en informatie te bundelen en zo te komen tot een set adviezen. Op basis van gesprekken met tweede- en derdelijnsorganisaties uit de voor- en vroegschoolse sector, literatuurstudie en de eigen CTO-expertise rond het thema worden in het rapport wetenschappelijk onderbouwde adviezen geformuleerd. Hieronder volgen enkele concrete taalstimulerende tips uit het rapport. Foto: Kinderbegeleidster Nicky zorgt voor levendige praktijkvoorbeelden tijdens de persvoorstelling van het rapport in multicultureel kinderopvanginitiatief 'Wigwam'. Zorg voor een rijk taalaanbod TAALSTIMULERENDE TIPS In de communicatie met baby s en jonge kinderen is de verleiding vaak groot om je taal te vereenvoudigen, bvb. door voorwerpen aan te wijzen en er de aandacht op te vestigen met woordjes als dat, hier, kijk, zo, enz. Het is echter belangrijk dat je op een rijke, niet vereenvoudigde manier tot kinderen spreekt. Gewone situaties vormen een buitengewone gelegenheid om kinderen een rijk taalaanbod te geven dat ze meteen kunnen vasthaken aan een concrete ervaring. Praat op een natuurlijke manier met kinderen, zonder je taal te reduceren. Baby s en jonge kinderen leren klanken, woorden en intonatie wanneer je in gewone, dagdagelijkse situaties verwoordt wat je ziet en wat je doet.

Praat spontaan en natuurlijk over wat het kind doet en beleeft. Gebruik een rijke en gevarieerde taal. Spreek in korte, maar volledige zinnen, en praat rustig. Leg de nadruk op kernwoorden (door verandering in toonhoogte, tempo, volume, plaats in de zin, herhaling). Wanneer je met jonge kinderen praat, is het onvermijdelijk dat je woorden en uitdrukkingen gebruikt die het kind nog niet (actief) beheerst. Rijke taal loopt vooruit op wat kinderen al zelf kunnen zeggen. Door nieuwe taal aan te bieden geef je impulsen aan de talige groei van kinderen. Nieuwe woorden moeten wel begrijpelijk gemaakt worden. Kinderen leren het best wanneer ze het onbekende kunnen vasthangen aan iets bekends. Belangrijk is dat de begeleider actief opvolgt of kinderen de boodschap begrijpen en zo nodig het taalaanbod herhaalt of aanpast om het begrip te bevorderen. Maak nieuwe taal zichtbaar en tastbaar door je woorden visueel te ondersteunen met behulp van prenten, gebaren, voorwerpen, aanwijzen, Bied een context aan voor het nieuwe taalaanbod. Verbind het nieuwe taalaanbod met: een handeling ( rijden : voer ze uit met een echt autootje), een visuele, auditieve of tactiele ervaring (laat het kind de handeling doen en maak ondertussen zelf het bijhorende geluid ( brrrr )), eerder taalaanbod dat het kind kent ("de auto rijdt op de tafel, de auto rijdt op de mat, de auto rijdt op de stoel "), eerdere ervaringen of kennis van de wereld van het kind (ga aan het raam staan en wijs naar de rijdende auto's op straat). Gebruik alle mogelijke middelen om het begrip te verhogen. Herhaal waar nodig. Volg actief op of de kinderen begrijpen wat je zegt. Bied meer spreekkansen Het is belangrijk dat kinderen heel veel kansen krijgen om, op hun niveau, allerlei boodschappen te produceren: om over zichzelf te vertellen, over wat ze aan het doen zijn, over hun omgeving, hun familie, hun emoties, hun fantasieën, enz. Kinderen die een nieuwe taal leren, gaan eerst door een non-verbale of stille periode. Ook in de periode waarin kinderen niet spreken, zijn ze bezig met taalverwerving. Ze luisteren, leren nieuwe woorden, worden zich bewust van (zins)patronen, enz. Voer daarom vaak gesprekjes met kinderen zodat ze voldoende kansen krijgen om taal te leren en te spreken. Kom op ooghoogte met het kind. Zorg voor een veilige en uitnodigende sfeer waarin kinderen zich op hun gemak voelen. Stimuleer kinderen om te spreken, maar dwing hen nooit.

Voer individuele gesprekjes en gesprekjes in kleinere kring. Op die manier zullen kinderen spontaner praten. Wacht! Geef kinderen tijd om te reageren. Neem het woord niet te snel over. Bewaak de spreekkansen van individuele kinderen. Zorg ervoor dat niet enkel assertieve kinderen aan het woord zijn. Toon oprechte aandacht voor wat het kind zegt en doet. Reageer spontaan en zorg onmiddellijk voor nieuwe spreekkansen. Lok spontane reacties uit door zelf iets geks of fouts te zeggen. Om kinderen meer spreekkansen te bieden stel je vragen. Het soort vragen die je als volwassene aan kinderen stelt, bepalen de spreekruimte en het verdere verloop van het gesprek. Zo zijn open vragen moeilijker, maar wel een pak stimulerender dan gesloten vragen. Wat belangrijk is bij 0- tot 6-jarigen is dat je varieert in je vraagstelling, dat je vragen afwisselt met rustmomenten en momenten waarin je uitleg geeft en woorden aanreikt en dat je luistert naar de antwoorden die kinderen geven. Stel vaak genoeg vragen om kinderen spreekkansen te geven. Overval kinderen niet met een opeenstapeling van vragen over verschillende onderwerpen. Eén vraag per spreekbeurt waar je dan op kunt doorgaan, is beter. Stel aan ieder kind verschillende soorten vragen. Stem je vraag af op wat het kind aankan, maar daag kinderen ook uit. Stel natuurlijke vragen, vragen die voortvloeien uit waar het kind mee bezig is of over iets wat het kind boeit. Speel in op taaluitingen Als jonge kinderen spontaan iets zeggen of als ze antwoorden op een vraag, is het van groot belang om daar positief op te reageren. Je kunt op zeer verschillende manieren reageren op taaluitingen van kinderen: door uit te breiden, vragen te stellen ter bevestiging, uit te dagen, door te vragen, en terug te kaatsen. Ook is het belangrijk dat je jonge kinderen helpt verwoorden wat ze willen vertellen en dat je de tijd neemt om uit te zoeken wat het kind precies bedoelt. Stel vragen die naar meer details of nieuwe aspecten vragen. Zo breid je de spreekkansen uit en toon je dat je geïnteresseerd bent in wat het kind te vertellen heeft. Wanneer je niet goed weet wat een kind bedoelt, herhaal dan zijn uiting op een vraagtoon om bevestiging te krijgen.

Daag kinderen uit door te reageren op een speelse, plagende of uitdagende manier op wat ze doen en zeggen. Met doorvragen kan je meer informatie achterhalen over wat het kind doet/denkt/voelt. Reageer op foutjes door in je antwoord de juiste vorm aan te bieden. Dit terugkaatsen is erg voedend voor de taalverwerving. Bij jonge kinderen heeft het zeer weinig effect om fouten expliciet te verbeteren. Ze hebben niet altijd door waarop de verbetering slaat en zijn ook veel meer bezig met de betekenis van taal dan met de vorm. Bovendien is hun brein er nog niet aan toe om expliciete informatie over de vorm van een taal netjes op te slaan en op het gepaste moment weer boven te halen. De geleidelijke, natuurlijke taalverwerving die kinderen opbouwen vanuit mondelinge gesprekken neemt altijd weer de bovenhand. Het is daarom beter om jonge kinderen in natuurlijke gesprekken te voeden met rijk en correct taalaanbod, veeleer dan hen expliciet op hun vormfouten te wijzen. Berisp kinderen niet wanneer ze fouten maken. Herhaal de uiting van het kind en bied in je herhaling het juiste model aan (terugkaatsen). Lok met je reactie meteen nieuwe taalproductie uit bij het kind. Zo bekrachtig je het kind in zijn taalgebruik. Ondersteun meertalige kinderen Een positieve omgang met meertaligheid met aandacht voor de thuistaal van anderstalige kinderen, bevordert hun taalontwikkeling. Plan het gebruik van andere talen dan het Nederlands (meertalige begeleiders/ouders kunnen activiteiten organiseren waarbij de thuistaal van de kinderen gebruikt wordt, bvb. het vertellen van een verhaal, het zingen van een liedje, of het meespelen en daarbij in de eigen taal te ondersteunen, bv. door extra uitleg te geven). Foto: Ouders spelen een actieve rol binnen het kinderdagverblijf Wigwam.

Zorg dat meertalige materialen zoals (digitale) prenten boeken en cd s binnen handbereik zijn. Moedig (ouders van) kinderen aan cd s en dvd s mee te brengen waarop andere talen te horen zijn. Zoek uit wat sleutelwoorden zijn in de thuistaal van het kind, bvb. hallo, toilet, drinken, eten, tot ziens (schrijf die woorden uit zoals ze uitgesproken worden en deel ze met collega s). Moedig meertalige kinderen aan hun liedjes en rijmpjes te delen in hun thuistaal. Maak meertalige labels voor de ruimte, bvb. tafel, kast, toilet. Zorg voor een aanbod aan tekst die te zien is in alledaagse context, bvb. op verpakkingen, affiches, magazines in verschillende talen in concrete spelsituaties, bvb. winkeltje spelen; dit geeft een gevoel van erkenning en werkt leesbevorderend. Volgende strategieën helpen kinderen specifiek bij het opnemen van de taal die ze horen en bij het ontwikkelen van een gevoel voor patronen, betekenissen en variatie van taalfuncties in een nieuwe (taal)omgeving: Gebruik de thuistaal om de te leren taal begrijpelijker te maken (schakel meertalige begeleiders/ouders in of leer zelf veelvoorkomende woorden/ zinnen). Zorg voor momenten waarop het kind samen kan spelen met anderen die dezelfde taal spreken, zodat kinderen elkaar kunnen helpen als ze iets niet verstaan. Speel meertalige muziek; gebruik gebaren om de liedjes verstaanbaar te maken. Zorg voor activiteiten en routines die kind-kind interactie stimuleren. Betrek het kind in kleine groepjes met andere kinderen die een goed rolmodel vormen van de te leren taal. Zorg voor activiteiten die taalgebruik stimuleren in het spel. Als een kind de taal ook nodig heeft bij het spel, dan zal het er meer aandacht aan geven en dan beklijft de taal beter. Zorg voor veilige activiteiten die taal natuurlijk met zich meebrengt op een nietbedreigende manier, bvb. zand- en waterspel: er staat geen einddoel voorop, dus is er ook geen angst om fouten te maken. Ondersteun communicatie (breng informatie over met een gebaar, een actie of een directe blik). Gebruik visuele tekens en materialen - prenten, boeken, foto s, voorwerpen, poppen. Betrek het kind in sociale verantwoordelijkheden zoals het uitdelen van koekjes of werkjes. Zorg voor antwoordkansen door herhaling van woorden en rijmen (bvb. bij het vertellen van een verhaal). Blijf praten zelfs wanneer kinderen niet reageren. Aanvaard non-verbale antwoorden - oogcontact en knikken. Bemoedig elke poging tot communicatie en elk gebruik van humor.

Gebruik de naam van het kind regelmatig zodat het zich betrokken voelt. Betrek andere kinderen als focus in een gesprek, en moedig kinderen aan om goed te luisteren naar elkaar. Gebruik rijke taal in combinatie met eenvoudige opdrachten, bvb. Eerst gaan we onze handen wassen. Was je handen maar met deze zeep. Hmmm, die ruikt zo heerlijk. Materialen - François, S. en Verhelst, M. (2008). Peuterprikkels. Leuven: Centrum voor Taal en Onderwijs. - Verhelst, M., Joos, S. en Moons, C. (2011). Taalstimulering en meertaligheid bij kinderen van 0 tot 6 jaar. - VBJK en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (2009). Het verhaal van taal [DVD]. Gent: VBJK.( www.vbjk.be) - Verhelst, M. (2011). De peuterwereld: een krachtige taalomgeving. KIDDO, 12 (3), p. 24-27. Meer informatie over taalstimulering en meertaligheid - De website www.meertaligheid.be bundelt achtergrondinformatie, materiaal, aankondigingen van vormingsinitiatieven, projecten en links rond het thema meertaligheid. De site omvat ook een groot arsenaal aan beantwoorde veelgestelde vragen. - Op www.taalbeleid.org vind je een kijkwijzer die concretiseert hoe je binnen de voor- en naschoolse sector een taalbeleid uitwerkt. Deze kijkwijzer kan dienen om je bewust te maken van wat er allemaal mogelijk is en als reflectie-instrument op je werking. - Op de website van het CTO (http://cteno.be/startpagina) vind je het rapport waar deze taaltip uit gedistilleerd is.