OP EFRO Noord-Nederland

Vergelijkbare documenten
Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie

OP Zuid. Programmaperiode

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

EFRO Ed Meijerink

OP EFRO Noord-Nederland

Inhoud presentatie Cohesiebeleid Situatie Uitdaging EU2020

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Europa voor gemeenten en provincies

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland,

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van tot goedkeuring van bepaalde elementen van de partnerschapsovereenkomst met België

2 1 OKT. 20U /43/A.7, EZP Otten J.A. (050) n.v.t.

Mogelijkheden MKB in EFRO en INTERREG

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag Minimumbedrag 0

Europese Fondsen. Conferentie Europabewustzijn 30 november 2017

Concept. Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland. 23 mei 2013

COHESIEBELEID

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Europese programma s in Nederland

EU subsidies voor KRW opgaven

Europese Structuurfondsen Betty De Wachter

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

Inleiding RIS3 en OPZuid

Workshop Openstelling Koolstofarme economie. Eline de Graaff 20 juni 2019

Factsheet 2. Het opzetten van een project: van. partnerexpertise naar projectidee

Interreg V 2 zeeën Vlaanderen Nederland Grensoverschrijdend samenwerken voor groei

Optimaliseren slagingskans Zeeuwse innovatieve projecten. DOK 41 Vlissingen 14 oktober 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Europese subsidies voor de Sociale Economie

Europees Sociaal Fonds (ESF) en Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (EFMB)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Factsheet d.d. 11 december 2013 Limburgs plan van aanpak DuurzaamDoor : sociale innovatie voor een groene economie.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

HERZIEN. Spelregelkader EU-cofinanciering

Europese fondsen voor de steden in het OP Zuid

Subsidies in de regio

BESLUIT TECHNISCHE BIJSTAND KANSEN VOOR WEST

Concept. Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Financieringsinstrumenten

Interreg Vlaanderen-Nederland. Projectmogelijkheden onder Interreg V

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Europees Sociaal Fonds (ESF) en Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (EFMB)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

Voorlichtingsbijeenkomst OP EFRO Tender Valorisatie Joep Hoveling

Samenvatting Ex Ante Assessment Deel II

Workshop Projectvoorbereiding

~'1" ~ Emmen. ~1J...1Á Gemeente. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Jaar. stuknr. Raad. stuknr. B.enW. categoric/ agendanr RA16.

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Inhoud van presentatie. Het subsidiebeleid van de toekomst Europese programma s in Nederland. Vincent Ketelaars ERAC B.V.

Publiekssamenvatting Jaarverslag 2012 Operationeel Programma Noord-Nederland Versnelling is nodig

gelet op het Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland besluiten

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013

Hier komt uw titel te staan 1

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samen naar de Europese Agenda Stad

Provinciale Staten van Noord-Holland

Projectoproep- en selectieprocedure

Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven.

Informatiesessie. OPZuid Workshop Projectvoorbereiding

"Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa" Enquête onder de lokale en regionale overheden Samenvatting van de resultaten

Toekomst Europese programma s. Ivka Orbon Commissie Europa 13 oktober 2006

Wijzigingen ten opzichte van de herziene versies (corrigendum) van de Commissie van 14 maart 2012 zijn vetgedrukt weergegeven.

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

5 minuten versie voor Provinciale Staten

Europese Territoriale Samenwerking: INTERREG-programma s

OPERATIONEEL PROGRAMMA VOOR DE DOELSTELLING "INVESTEREN IN GROEI EN WERKGELEGENHEID"

Provinciale Staten van Noord-Holland

ESF Vlaanderen OP Sociale Economie Caroline Meyers. Opbouw OP

I. Conform artikel 16.1 van de statuten van de stichting Holdingfonds Economische Investeringen Den Haag in te stemmen met de aangepaste statuten.

Informatiebijeenkomst Europese fondsen

ESF Vlaanderen OP Sociale Economie Caroline Meyers.


Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel Rotterdam

Collegevoorstel STAF BESTUUR EN DIRECTIE. Ja, zonder beperkingen Dienstverlening. Landsdeel Zuid-Nederland

Bijeenkomst VNG. Frank van de Ven & Jan Hartholt Netwerk Platteland

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Koersdocument Subsidies 15 februari 2012

Subsidiebeschikking. in het kader van het EFRO Doelstelling 2 programma, Kansen voor West, programmadeel Amsterdam

Interreg V Vlaanderen-Nederland

Nota inzake Economic Development Board

Indicatorenfiche: prioriteit 3

Raadsvoorstel agendapunt

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Decentralisatie Jeugdzorg FoodValley: Elke jeugdige telt en doet mee. Afsprakenset Versie 23 januari 2013

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

Financieringsmogelijkheden vanuit de provincie Gelderland. Hans Cornet 30 januari 2012 Wijnfort Lent

Fondsreglement Fonds Delft 2040

Transcriptie:

OP EFRO Noord-Nederland Toelichting concept programma versie 23 mei 2013

OP EFRO Noord-Nederland 3 1. OP EFRO: Voorbereiding & planning Het Operationeel Programma voor de inzet van EFRO 1 middelen in Noord-Nederland (OP EFRO) is inmiddels enkele maanden in voorbereiding. Hoewel nog niet bekend is om hoeveel middelen het gaat en de Europese verordeningen nog in concept zijn, worden keuzes voorbereid om het OP tijdig gereed te hebben. Ieder landsdeel werkt aan haar programma document onder leiding van de beoogde Managementautoriteit. In Noord-Nederland is dit het SNN. Door het Ministerie van Economische Zaken (EZ) is in samenspraak met de landsdelen het tijdspad bepaald voor de uitwerking van het OP. Dit tijdspad wordt sterk gestuurd door vaststaande indienings momenten bij de Europese Commissie. Naast het OP EFRO wordt door EZ de Partnerschapsovereenkomst uitgewerkt. Dit is het nationale document dat samenvat op welke wijze de Europese gelden in Nederland worden ingezet, inclusief de beoogde synergie tussen de verschillende fondsen. De Partnerschapsovereenkomst wordt in het najaar van 2013 samen met de OP s aan de EC toegezonden voor beoordeling. De EC heeft een template aan de landsdelen ter beschikking gesteld dat strikt moet worden gevolgd, op basis van deze template is een verdeling van het proces in drie stappen mogelijk: Deel 1: eind mei 2013 Beschrijving proces voorbereiding OP en betrokkenheid partners Inhoudelijke keuzes, bijdrage aan Europa2020 strategie en financiële verdeling Beschrijving thematische prioriteits assen en investerings prioriteiten ( inclusief indicatoren en mijlpalen) Duurzame stedelijke ontwikkeling Dit is het deel dat in deze consultatie wordt voorgelegd voor reactie. Dit concept ligt ook ter beoordeling bij het ministerie EZ. Deel 1 heeft een conceptstatus. Het OP EFRO is pas definitief na afronding van deel 3 in september 2013. Deel 2: zomer 2013 Aanlevering van informatie ten behoeve van de Partnerschapsovereenkomst. Coördinatie en synergie tussen de Europese fondsen in Nederland, andere Europese fondsen en nationale fondsen Ex ante conditionaliteiten Territoriale onevenwichtigheden Horizontale principes (duurzame ontwikkeling, non-discriminatie) Reductie van administratieve lasten voor begunstigden Deel 3: september 2013 Uitgavencategorieën (keuze uit voorgeschreven lijst) Inzet van Technische Bijstand Financieringsplan (EU geld en cofinanciering) Samenwerking met begunstigden uit andere lidstaten Autoriteiten en betrokkenheid van partners tijdens de programmaperiode Voor de planning van de delen 2 en 3 is onder meer van belang dat tijdig duidelijkheid komt over de definitieve Europese verordeningen, het Meerjarig Financieel Kader en het budget van Nederland en de verdeling van de EU middelen over de landsdelen. De voorbereiding van het OP EFRO wordt gecoördineerd door een ambtelijke werkgroep met vertegenwoordigers van het SNN, de provincies en de steden. 2. Programmastrategie De inhoudelijke invulling van het OP EFRO is een onderwerp dat Noord-Nederland uiteraard in belangrijke mate zelf bepaalt. Aan de opbouw van het OP zijn echter strikte voorschriften verbonden. Enerzijds via de Europese verordeningen, anderzijds via richtsnoeren en voorschriften die tijdens overlegmomenten worden gedeeld. Template Zoals hiervoor is toegelicht moet de opbouw van het programmadocument het template volgen dat door de EC is uitgewerkt. Daarin is gedetailleerd vastgelegd wat wel en niet in het programma document moet worden opgenomen, inclusief verplichte tabellen en bijlagen. Dit maakt het programmadocument voor de neutrale lezer een relatief technisch document. Het moet echter borgen dat de Europese programmadocumenten onderling vergelijkbaar zijn en kunnen worden geaggregeerd. Programmastrategie De strategie van het programma moet worden opgebouwd aan de hand van thema s en investeringsprioriteiten. Door de EC zijn 11 thema s benoemd, ieder thema is uitgewerkt in een aantal zogenaamde investeringsprioriteiten. 1 EFRO staat voor: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

4 Uit deze thema s en investerings prioriteiten moet worden gekozen. Zowel de EC als het Ministerie van EZ benadrukken daarbij het belang van focus. Er wordt nadrukkelijk gestuurd op een keuze voor een zo beperkt mogelijk aantal thema s en investeringsprioriteiten. Overigens is dit voor Noord-Nederland niet zonder meer nadelig. Een beperkt aantal thema s en investeringsprioriteiten bevordert bijvoorbeeld de uitvoering van een OP, omdat er meer flexibiliteit is om gedurende de uitvoeringsperiode accenten te verschuiven zonder dat goedkeuring van de EC benodigd is. Het OP EFRO van Noord-Nederland maakt een keuze voor twee thema s: Thema 1 Onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie Thema 4 Overgang naar een koolstof arme economie Thema 4 is een thema dat verplicht moet worden gekozen en waaraan minimaal 20% van de EFRO middelen moet worden besteed. Overigens kiest ieder landsdeel binnen Nederland voor deze twee thema s in haar OP EFRO. Tijdens de voorbereiding van het OP EFRO is vastgesteld dat de gewenste inhoudelijke invulling van het OP EFRO door Noord-Nederland binnen deze twee thema s past alsmede binnen de investeringsprioriteiten die voor beide thema s zijn gekozen. Deze conclusie is eerder getrokken in informeel ambtelijk overleg met vertegenwoordigers van het EZ en de EC. Om die reden is onder meer gekozen om maatregelen op het gebied van human capital (zoals voorzien in de RIS3) te integreren in thema 1 in plaats van de keuze voor een afzonderlijk thema. 3. Rol van de RIS3 Vooruitlopend op het OP EFRO is de Research and Innovation Strategy for Smart Specialisation (RIS3) opgesteld. De RIS3 is een verplichte bijlage van het OP EFRO. In het OP EFRO is ervoor gekozen om de RIS3 als centraal kader te positioneren. De RIS3 kiest voor vier maatschappelijke uitdagingen én voor een valorisatiepad op basis van Kennis, Koöperatie, Koopman. Het OP EFRO moet daar een bijdrage aan leveren. De uitgangspunten van de RIS3 vormen om die reden leidende principes voor de beoogde selectie van projecten binnen het OP EFRO. Of het nu gaat om projecten binnen het thema gericht op innovatie of het thema over koolstofarme economie. Dat wil niet zeggen dat alle activiteiten die passen binnen de RIS ook mogelijk zijn binnen het OP. Er is met name beoordeeld of additionele financiering via het OP nodig is. Ook is gekeken of activiteiten aansluiten bij de Europese (concept)verordening. Daarnaast maakt de verwachte beperkte omvang van het EFRO budget scherpe keuzes noodzakelijk. Zo zijn, de RIS3 indachtig, onder meer de volgende uitgangspunten tot stand gekomen: Acties gericht op fundamenteel onderzoek of onderzoek zonder directe betrokkenheid van bedrijfsleven zijn geen onderdeel van het OP EFRO. Ze moeten gefinancierd worden met onderzoeksprogramma s als Horizon. Het OP EFRO richt zich meer op toegepaste vormen van onderzoek, waarbij het bedrijfsleven reeds rechtstreeks betrokken is. Projecten kunnen zich niet richten op de oprichting of financiering van (onderzoeks/kennis)instituten. Het gaat om activiteitenprogramma s. Het OP EFRO is terughoudend als het gaat om financiering van intermediaire organisaties. Het programma financiert geen organisaties, alleen specifieke activiteiten. Human capital is een onderdeel dat Noord- Nederland meeneemt als integraal onderdeel van het OP EFRO. Om de RIS3 te realiseren in de vorm van maatschappelijk en economisch rendement moet ook worden geïnvesteerd in human capital. Stimulering van export past zonder meer in de visie van de RIS3 (koopman), maar is een taak die reeds door organisaties als de KvK wordt ingevuld. Noord-Nederland neemt exportbevordering niet mee in het OP. Internationalisering is wel onderdeel van het OP EFRO voor zover het bijdraagt aan innovatie bevordering zoals beoogd in de RIS3. 4. Thema s, investeringsprioriteiten en specifieke doelstellingen Conform de voorschriften wordt het inhoudelijke gedeelte van het OP EFRO opgebouwd aan de hand van de voorgeschreven thema s en investeringsprioriteiten. Per investeringsprioriteit worden één of meer specifieke doelstellingen bepaald. Dit zijn feitelijk de actielijnen van het OP waarbinnen projecten worden ondersteund.

OP EFRO Noord-Nederland 5 Voor de keuze van de specifieke doel stellingen is het begrip interventielogica geïntroduceerd. De EC (en de ex ante evaluator) beoordelen nadrukkelijk of het OP volgens heldere lijnen wordt opgebouwd. Iedere specifieke doel stelling moet gekoppeld zijn aan een heldere probleembeschrijving, scherpe keuze van mogelijke projecttypen en een beperkt aantal indicatoren. In het OP EFRO is dit nader uitgewerkt. Onderstaand schema bevat een samenvatting. Thema 1 Onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie 1.A 1.A 1.B Specifieke doelstelling A: Bevordering kennisopname MKB door human capital Specifieke doelstelling B: Ontwikkeling van kennis door of met MKB Specifieke doelstelling C: Stimulering van innovatietrajecten Invulling qua activiteiten gebaseerd op invalshoek Techniekpact, projecten kunnen echter verder gaan dan alleen techniek. Samenwerking onderwijs-bedrijfsleven, projecten als CIV en CoE, inzet en beperking uitval van jongeren, mobiliteit, kenniswerkers. Gerelateerd aan vier maatschappelijke uitdagingen RIS3: voeding, gezondheid, water, energie Toegepast onderzoek en kennisontwikkeling door kennisinstellingen en bedrijven of door bedrijven onderling. Bevordering samenwerking bedrijven of bedrijven en kennisinstellingen gericht op toegang tot en inzicht in kennisbronnen. Gerelateerd aan drie maatschappelijke uitdagingen RIS3: voeding, gezondheid, water Innovatietrajecten gericht op ontwikkeling van innovatieve producten en diensten door individuele bedrijven of clusters van bedrijven en/of kennisinstellingen. Innovatietrajecten en voorzieningen gericht op het testen van nieuwe producten op basis van regionale en internationale vraag. Gerelateerd aan drie maatschappelijke uitdagingen RIS3: voeding, gezondheid, water Thema 4 Overgang naar een koolstofarme economie 4.F 4.F Specifieke doelstelling D: Ontwikkeling van kennis en innovatietrajecten Specifieke doelstelling E: Innovatieve toepassing van producten, diensten en concepten (slimme uitrol) Invulling vergelijkbaar met specifieke doelstelling B en C, maar dan geheel gericht op energie. Toegepast onderzoek en kennisontwikkeling, bevordering samenwerking. Innovatietrajecten gericht op ontwikkeling en testen van nieuwe producten en diensten. Nader te bepalen of dit op voorhand wordt beperkt tot specifieke thema s binnen het energiedomein. Gerelateerd aan maatschappelijke uitdaging: energie Gericht op de eerste fase van uitrol (slimme uitrol), van nieuwe producten, diensten en concepten die bijdragen aan energiebesparing, nieuwe energie e.d. Dit gaat verder dan testen cq. demosites: het gaat om toepassing in de praktijk in een fase waarin nog sterk rekening moet worden gehouden met maatschappelijk draagvlak, kinderziektes, afstemming over samenwerking en toepassingsproblemen. Projecten leiden tot implementatie, praktijkkennis én voorbeeldfuncties. Uitrol op grotere schaal wordt niet gefinancierd vanuit het OP, maar vanuit andere bronnen zoals provinciale of landelijke energiefondsen. Gerelateerd aan maatschappelijke uitdaging: energie De nu beschreven specifieke doelen geven weer voor welke typen activiteiten het OP EFRO mogelijkheden wil bieden. Op grond van bijvoorbeeld reacties van de ex ante evaluator, het Ministerie van EZ of de EC kan blijken dat de indeling van de specifieke doelstellingen moet worden gewijzigd om de zichtbaarheid van de interventie logica te versterken. 5. Financiële tabel Deel 1 van het OP EFRO moet een indicatieve verdeling bevatten van het EFRO budget over de thema s en specifieke doelstellingen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: Er is voorgeschreven dat minimaal 20% van de EFRO middelen wordt besteed aan thema 4, gericht op koolstof arme economie. Dat betekent dat hiermee een belangrijke bijdrage kan worden geleverd aan de maatschappelijke doelstelling van zekere, schone en efficiënte energie die in de RIS3 is gekozen. Maximaal 4% van de EFRO middelen kan worden gereserveerd voor Technische Bijstand, de zogenaamde uitvoeringskosten van het programma. De opstelling van de financiële tabel is mede afhankelijk van de totale hoeveelheid EFRO geld. Deze is vooralsnog niet bekend. Afhankelijk van de hoogte van de EFRO middelen kan er aanleiding zijn om de onderstaande verde-

6 ling te herzien. Bij een relatief laag bedrag kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om specifieke doelstelling E, gericht op slimme uitrol, te laten vervallen (tevens informeel advies EC). Thema 1 Innovatie & onderzoek 76% Doelstelling A Human capital 16% Doelstelling B Kennis MKB 30% Doelstelling C Innovatietrajecten 30% Thema 4 Koofstofarme economie 20% Doelstelling D Kennis en innovatietrajecten 10% Doelstelling E Slimme uitrol 10% Technische bijstand 4% 6. Keuze instrumenten De stimuleringsinstrumenten die met EFRO geld bekostigd kunnen worden zullen worden afgestemd op de gewenste interventie per specifieke doelstelling en activiteit. Er kan steun worden verstrekt op basis van subsidie, maar er kan ook worden gekozen voor revolverende steun in de vorm van krediet, garantie of participatie. Subsidie ligt voor de hand voor activiteiten zonder (of met beperkt) terugverdienpotentieel. Onder meer specifieke doelstelling A, B en D ondersteunen dergelijke projecten. Revolverende instrumenten kunnen passend zijn voor activiteiten met een terugverdienpotentieel. In het bijzonder Doelstelling C, D (gedeeltelijk) en E zullen dit type projecten ondersteunen. Op dit moment hoeft de wijze waarop het OP EFRO steun verstrekt nog niet in detail te worden uitgewerkt. Wel is het nodig dat wordt aangegeven of Noord- Nederland inzet van revolverende fondsen overweegt. Hiervoor is in het OP EFRO nu ruimte gecreëerd. Voor de verdere uitwerking wordt onder meer beoordeeld in hoeverre instrumenten passen bij fondsen die regionaal of nationaal bestaan of worden voorbereid. Ook moet rekening worden gehouden met de aanbevelingen van de EC. Zo heeft de EC aangegeven dat zij de inzet van revolverende fondsen alleen kansrijk acht als er een relatief groot bedrag mee is gemoeid. 7. Consultatie en betrokkenheid van partners De betrokkenheid van regionale partners bij de totstandkoming van het OP EFRO is een voorwaarde van de EC en een regionale wens om tot een programma met draagvlak te komen. De betrokkenheid van regionale partners wordt in een aantal stappen georganiseerd. Voorgenomen of reeds gerealiseerde stappen zijn: a) Een groot aantal bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden is (meermaals) geconsulteerd voor de RIS3. Aangezien de RIS3 een basis is onder de keuzes in het OP EFRO, is deze consultatieronde ook van invloed op het OP. b) In de werkgroep die de totstandkoming van het OP EFRO coördineert zijn provincies en steden vertegenwoordigd. c) In de werkgroep participeren ook deskundigen op het gebied van arbeidsmarkt en energie. Zij bereiden keuzes voor in samenwerking met collega s in hun werkveld. d) Voor deskundigen op het gebied van arbeidsmarkt is Noord-Nederland in samenwerking met het Ministerie van SZW een bijeenkomst over EFRO en ESF georganiseerd. e) De clusterorganisaties is inmiddels om een reactie gevraagd op de keuzes in het concept OP EFRO. f) Begin juni zijn de keuzes in het concept OP EFRO gepresenteerd aan de Programmaraad SNN. g) De op te richten Taskforce RIS3 zal om een reactie en inbreng worden gevraagd, in ieder geval als het gaat om de inhoudelijke selectiecriteria. Daarnaast kan zij een rol spelen in verdere consultatie acties richting doelgroepen. h) In juni wordt een gezamenlijke statenbijeenkomst voorzien waar het OP EFRO kan worden gepresenteerd. i) Eind juni wordt een nieuwsbrief verzonden vanuit SNN over het OP EFRO en de andere Europese programma s. j) Met verschillende organisaties worden directe contacten gelegd om hen uit te nodigen te reageren op het concept OP. k) Middels een webconsultatie worden stakeholders uit heel Noord-Nederland uitgenodigd om te reageren op het concept OP.

www.snn.eu