NOTA VAN ZIENSWIJZEN GELUIDVERKAVELING GEBIEDSONTWIKKELING OOIJEN-WANSSUM

Vergelijkbare documenten
NOTA VAN ZIENSWIJZEN ONTWERP-BESLUIT HOGERE WAARDEN WEGVERKEERSLAWAAI GEBIEDSONTWIKKELING OOIJEN-WANSSUM

Geluidverkaveling Haven- en industrieterrein

Ontwerp Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder 7 bouwkavels Tiendzone te Papendrecht

Ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere grenswaarden in Frankrijk en omgeving Glindweg ex artikel 110a van de Wet geluidhinder

bestemmingsplan partiële herziening Vereenigde Binnenpolder 2005 geluidzone industrie Toelichting

Akoestisch inrichtingsplan 2011 Industrieterrein Axelse Vlakte II

Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg deelgebied 2 te Brielle Geluidsrapport ten behoeve van vaststellen hogere waarde in het kader van de Wet

Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder ten behoeve van het bestemmingsplan Noordeinde in Wormerveer

Ontwerpbesluit Hogere waarde Industrielawaai Wet geluidhinder Haven- en Industrieterrein Wanssum

Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a

BESLUIT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDEN bestemmingsplan Havenkwartier, 2e partiële herziening

Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder

Memo. Jennie ten Cate Gerrie Eleveld Advies, RUD Drenthe akoestische onderzoek Vaart 151, Gasselternijveen. Datum

Bijlage 1. NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Uitwerkingsplan Zevenhuizen-Zuid, fase 1

Besluit hogere waarden Wet geluidhinder Bestemmingsplan Lloydkwartier

Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o.

Gemeente Amsterdam. Ruimte & Duurzaamheid. Nota van beantwoording zienswijzen

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Akoestisch Onderzoek Industrielawaai. Partiële herziening geluidszone Bedrijventerrein BZOB

Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder ten behoeve van de wabo-procedure 'Euryza-West

AKOESTISCH ONDERZOEK INDUSTRIELAWAAI GROENKWARTIER NOORD

Bestemmingsplan Centrum-Oss Bijlage 6: Akoestisch onderzoek woningen Bram van den Berghstraat november 2012

BESLUIT WET GELUIDHINDER

2. Juridisch planologische procedure

Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Ontwerp/Besluit hogere waarden Wet geluidhinder Bestemmingsplan Lloydkwartier

Akoestisch onderzoek bestemmingsplan. (v5) Geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer en industrie

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER

Beschikking maatwerkvoorschriften

Onderwerp Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Torenpad Oost te Boskoop Datum 28 juni 2013 Uitgevoerd door J.M.B. Boere Kenmerk

Wet geluidhinder beschikking

Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder voor de woningen aan de Vincent van Goghweg 52 te Zaandam

Concept Akoestisch onderzoek Bestemmingsplan Geluidszone industrieterrein Heimanswetering. Gemeente Alphen aan de Rijn

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bouwplan Nieuwedijk maart 2015

Nota zienswijzen, ontheffing hogere grenswaarden Wet geluidhinder Briellaerd Noord Onderwerp Voornemen Procedure Zienswijzen

Beschikking Wet milieubeheer

(Ontwerp) besluit hogere waarden geluid voor één woning in het bestemmingsplan Voorweg 163.

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDEN

Beschikking Wet geluidhinder

De Wet geluidhinder gaat daarbij uit van een ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (voorkeurswaarde) en een maximaal toelaatbare grenswaarde.

V&V. Akoestisch onderzoek ten behoeve van nieuwbouwwoning Dorstseweg 36 te Bavel. Gemeente Breda. Bijlage 15 bij besluit 2016/1282-V1.

Rapport I R001 Bestemmingsplan Woonwijken Didam. Akoestisch onderzoek industrielawaai. Status: DEFINITIEF

Ontwerpbesluit Hogere waarde Industrielawaai Wet geluidhinder Bestemmingsplan Eerbeek

Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder VLK: Verbindingsweg Ladonk-Kapelweg, Boxtel Aanvraag


(Ontwerp) besluit hogere waarden geluid: bestemmingsplan Zorghart (BP00013)

Geluidbelasting ten gevolge van omliggende bedrijven. Project ''Churchilllaan te Rijswijk''. Datum 6 oktober 2011 Referentie

Ontheffingenbeleid hogere waardeprocedure Wet geluidhinder Gemeente Oirschot

Akoestisch onderzoek Schoutenhof II te Hardenberg

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder

gelezen de Wet geluidhinder, het Besluit geluidhinder en de Algemene wet bestuursrecht;

Akoestisch onderzoek bestemmingsplan. Geluidbelasting ten gevolge van wegverkeer en industrie

Locatie: De ligging van het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur.

Gemeentewerken Besluit hogere waarden Wet geluidhinder Bestemmingsplan Tarwewijk

mei 2017 Nota van beantwoording zienswijzen wijzigingsplan Eerste wijziging Afrikahaven

Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg. ontwerpbestemmingsplan. rboi. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening

Besluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder

Ontwerpbesluit Hogere waarde Industrielawaai Wet geluidhinder Haven- en Industrieterrein Wanssum

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDEN

Akoestisch onderzoek evenementen Landgoed kasteel de Berckt te Baarlo ten behoeve van een ruimtelijke onderbouwing

Wet geluidhinder. Ontwerp-beschikking

Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek

Wet geluidhinder. beschikking

Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder Bestemmingsplan Hoek van Holland Zuidwest

pagina 2 van 8 aftrek van 2 db gehanteerd.

Nota wijzigingen bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg n.a.v. Uitspraak Raad van State

Besluit hogere waarden Wet geluidhinder (Gebieds)bestemmingsplan IJsselmonde Centrum

Besluit Hogere waarde Industrielawaai Wet geluidhinder Haven- en Industrieterrein Wanssum

Bij dit besluit behoort het rapport: Akoestisch onderzoek weg- en railverkeer Hoog Dalem, herziening winkeleiland, SAB d.d. 5 oktober 2015.

Pondera Consult Onderzoek akoestiek en slagschaduw Windpark Zeewolde 30 september 2016 Concept V8

Hogere waarden Wet geluidhinder ONTWERP-BESLUIT

Wet geluidhinder Besluit hogere waarden woningen Havenstraat 151 en 155 in Zaandam. De hoctere waarde heeft betrekkinct oo het volctende ctercelen:

Geluidverdeelplan HoogTij Regels

Besluit tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting (Wet geluidhinder)

Ontwerp Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Reconstructieonderzoek aanpassing Kamperweg gemeente Noordoostpolder. Datum 13 november 2013

Akoestisch onderzoek bestemmingsplan Duinoord-Verhulstplein

Geluidverdeelplan HoogTij Regels

BESLUIT WET GELUIDHINDER

ontwerp-beschikking Wet geluidhinder

Hogere grenswaarden Wet geluidhinder BESLUIT

2015/28766 Besluit hogere waarden voor Uitwerkingsplan Poort Saendelft woningen west

Hogere waarden Wet geluidhinder Ontwerp-besluit

Bestemmingsplan Nieuw Wolfslaar, 3 locaties

Akoestisch onderzoek Koning Lodewijklaan 6

Hemkade 51 in Zaandam

Ontwerp besluit hogere waarde Wet geluidhinder. van het. bestemmingsplan Kadoelen- Oostzanerwerf III

Memorandum GAD Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Datum 20 februari 2009 Toelichting hogere grenswaarde woningen. 1.

Nota zienswijzen vaststelling hogere waarden, Wet Geluidhinder, Oud Gastel Noord

ONTWERPBESLUIT WET GELUIDHINDER

ADROMI GROEP. De betonmortelcentrale is gevestigd op de volgende kadastrale percelen: Papendrecht C 3213, 3815, 3817, 3541 en 4504.

Ontwerp besluit hogere waarden wegverkeerslawaai voor woningbouwproject Duinvallei fase 10, Katwijk aan Zee (v /K2V 11765)

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg

Nota van Beantwoording Ontvangen zienswijzen en beantwoording zienswijzen op

Versie 1 30 april Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder Bestemmingsplan Vierde partiële herziening Buiksloterham

De gemeente heeft gevraagd de geluidcontouren ten gevolge van het te ontwikkelen bedrijventerrein Larserknoop inzichtelijk te maken.

Ontwerp-Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder Molengraafseweg 3 te Boxtel

BESCHIKKING. Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit. datum: 11 augustus 2017 Gemeente Bronckhorst kenmerk: 2017W0074

Transcriptie:

NOTA VAN ZIENSWIJZEN GELUIDVERKAVELING GEBIEDSONTWIKKELING OOIJEN-WANSSUM Behoort bij het besluit van Provinciale Staten van Limburg van 13 mei 2016 inzake de vaststelling van het Provinciaal Inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen- Wanssum. Maastricht, 13 mei 2016 1/21

NOTA VAN ZIENSWIJZEN GELUIDVERKAVLING GEBIEDSONTWIKKELING OOIJEN-WANSSUM A. INLEIDING Het ontwerp-inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum met de bijbehorende stukken, waaronder het milieueffectrapport, heeft van 18 juni 2015 tot en met 29 juli 2015 voor een ieder ter inzage gelegen. Van deze terinzagelegging is vooraf kennis gegeven door publicaties in de Staatscourant en in de lokale bladen Hallo Horst aan de Maas en Peel en Maas en via de provinciale website, via de projectwebsite en via de websites van de gemeente Horst aan de Maas en de gemeente Venray. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze op het ontwerp-inpassingsplan en het milieueffectrapport indienen. Op het ontwerp-inpassingsplan en het milieueffectrapport zijn 157 zienswijzen ingediend. Van 17 december 2015 tot en met 27 januari 2016 heeft een aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan voor een ieder ter inzage gelegen, te weten planregels, plantoelichting en bijbehorende stukken voor de geluidverkaveling van het Haven- en Industrieterrein Wanssum. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder zowel mondeling al schriftelijk een zienswijze op de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan indienen. Ook hebben van 17 december 2015 tot en met 27 januari 2016 het ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai en het ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai ter inzage gelegen. Een aanvullend ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai heeft vanaf 24 februari 2016 tot en met 5 april 2016 ter inzage gelegen. Op deze ontwerpbesluiten konden belanghebbenden zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze indienen. Op 5 november 2015 is het ontwerp-inpassingsplan aan de Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken voor advies voorgelegd. De commissie heeft over het plan positief geadviseerd. De ingediende zienswijzen op het ontwerp-inpassingsplan, het milieueffectrapport en de aanvulling van het ontwerp-inpassingsplan worden door Provinciale Staten bij hun besluit over de vaststelling van het inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum betrokken. De ingediende zienswijzen op de ontwerpbesluiten hogere waarden worden door Gedeputeerde Staten respectievelijk Burgemeester en Wethouders van Venray bij het nemen van de besluiten tot vaststelling van hogere waarden betrokken. Ten behoeve van de afweging van de zienswijzen in de besluitvorming is deze Nota van Zienswijzen opgesteld. Deze nota heeft alleen betrekking op de zienswijzen die tegen de aanvulling op het ontwerpinpassingsplan zijn ingediend. Voor zover de zienswijzen die tegen de aanvulling op het ontwerpinpassingsplan zijn ingediend, ook ingaan op andere onderwerpen, worden deze zienswijzen niet meer inhoudelijk besproken. Wat betreft de zienswijzen die zijn ingediend op het ontwerp-inpassingsplan en de ontwerpbesluiten, zijn aparte nota s van zienswijzen opgesteld. De nota van zienswijzen die betrekking heeft op het ontwerp-inpassingsplan (de Nota van Zienswijzen ontwerp inpassingsplan en milieueffectrapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum ), zal evenals deze nota als bijlage bij het inpassingsplan worden gevoegd. De andere nota s (Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum' en de Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai Haven- en industrieterrein Wanssum) zullen als bijlagen bij de definitieve besluiten tot vaststelling van hogere waarden worden gevoegd. In deze nota zijn de zienswijzen samengevat weergegeven en van een reactie voorzien. Als zienswijzen tot aanpassing van het ontwerp-inpassingsplan (planverbeelding en/of planregels) hebben geleid, dan is dit in de reactie op de zienswijze benoemd. Voor een overzicht van de wijzigingen van de planverbeelding en de planregels ten opzichte van het ontwerp-inpassingsplan verwijzen wij naar de aparte nota, getiteld Nota van Wijzigingen ontwerp inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen- Wanssum. 2/47

B. OVERZICHTSTABEL ZIENSWIJZEN GELUIDVERKAVLING Zienswijze: 001 mevrouw J.G.M. van Enckevort-Hermans 002 Holcim Nederland Bouwmaterialen BV 003 fam. R. Wijnhoven 004 Geelen Beton B.V., Belangengemeenschap Wanssum B.V. en C.J. Geelen Beheer B.V. 005 Cementbouw (Heemex B.V., Cementbouw B.V., Cementbouw Mineralen B.V., Cementbouw Bindmiddelen B.V., Cementbouw Zand & Grind B.V., Wanssum's Truck Techniek B.V) 006 de heer en mevrouw Huijs, inclusief aanvulling op zienswijze 007 de heer en mevrouw Arts, inclusief aanvulling op zienswijze 008 de heer M.C. Lamers, inclusief aanvulling op zienswijze 009 de heer A.P.J. Vullings, inclusief aanvulling op zienswijze 010 mevrouw E. Houwen - Aarts, inclusief aanvulling op zienswijze 011 mevrouw A. Janssen, inclusief aanvulling op zienswijze 012 Roparu Rozen B.V. 013 de heer J.L.M. van Susante 014 Topterra Holland B.V., Legro beheer B.V. 015 Agrifirm Feed BV 016 de heer A.R.A. Staneke 017 de heer T.F.P.Vliegenberg 018 de heer A.J.M. Jakobs 019 de heer G.G.J. Frederix 020 de heer G.J.P.A. Litjens 021 de heer C.J.W. Jakobs 022 mevrouw W.G.P. Gielen-Litjens, mevrouw A.M.A.P. Gielen en mevrouw B.M. Gielen 023 de heer P.M.A.H. Steeghs, inclusief aanvulling 024 Havenbedrijf Rotterdam N.V., BCTN Venray B.V. en BCTN B.V. 025 Niba Bouwgrondstoffen B.V. (rechtsopvolger van SDH Handel B.V.) 026 Kersten Europe Holding B.V. en Kersten Europe B.V. 3/47

C. BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN GELUIDVERKAVELING Zienswijze: 001 mevrouw J.G.M. van Enckevort-Hermans 1.1 Indiener is van mening dat de geluidshinder te hoog is voor een leefbare situatie op de Geijsterseweg 15 in Wanssum. Het lijkt indiener onmogelijk dat bij afwezigheid van een geluidluwe gevel van haar huis en een toename van geluidshinder door industrie, havenuitbreiding, verkeer rondweg er geen wezenlijke verslechtering van het akoestisch klimaat ter plaatse wordt veroorzaakt. In het hogere waarden besluit wordt volgens indiener aangegeven dat er alleen een hogere waarde kan worden vastgesteld als het geluidgevoelige object tenminste een geluidluwe gevel heeft. Dit is bij de woning van indiener volgens indiener niet het geval. Indiener stelt dat in hetzelfde besluit is vastgesteld dat er geen enkele geluidluwe gevel is aan de woning aan de Geijsterseweg 15 na realisatie van de rondweg en het toekomstig haven- en industrieterrein. Voorts wordt de normale voorkeurswaarde hoe dan ook overschreden en daarmee is voor indiener een leefbare woonsituatie verwoest. Ook worden niet alleen hogere geluidswaarden toegekend voor de buitenzijde van de woning, maar zal de geluidhinder ook in huis drastisch toenemen en daarmee haar woongenot aanzienlijk verslechteren. Een verslechtering van het akoestisch klimaat in en rondom haar huis en leefomgeving neemt drastisch toe. Er waait volgens indiener meestal een westenwind, waardoor de geluidhinder en fijnstofvervuiling van het toekomstig verkeer op de rondweg en industrie allemaal haar kant op waaien. Dit is voor indiener niet leefbaar en daarmee onacceptabel. Indiener meent verder dat de aangenomen decibelwaarden voor de toekomst in feite slechts een inschatting blijven. Het is volgens indiener mogelijk dat de daadwerkelijke decibelwaarden in de realiteit nog hoger gaan uitpakken, wat een verdere verslechtering van haar leef- en woonkwaliteit betekent. Indiener vraagt zich af wat er gedaan wordt indien blijkt dat de verhoogde maximaal bepaalde voorkeurswaarde wordt overschreden. De mogelijk te nemen maatregelen zijn door het vaststellen van een hogere waarden besluit volgens indiener bij voorbaat al verworpen, met uitzondering van het toepassen van geluidreducerend asfalt voor de rondweg. Indiener vraagt zich af welke bedrijven zich in de toekomst gaan vestigen op het nieuwe deel van het haven- en industrieterrein en wat voor lawaai en extra zwaar verkeer of transport daarmee verbonden zal zijn. Indiener leidt uit de uitkomst van het akoestisch onderzoek (cumulatieve geluidsbelasting) af dat er al zoveel industrielawaai zal zijn dat maatregelen geen wezenlijk effect meer hebben op de woningen aan de Geijsterseweg 13 en 15. Tevens leidt indiener uit het ontwerpbesluit af dat omdat de gecumuleerde geluidbelasting niet leidt tot een onaanvaardbare geluidbelasting, een hogere waarde van de geluidbelasting toelaatbaar wordt geacht. Indiener vraagt zich af waarom het huis van de buren (de Geijsterseweg 15a) twee jaar geleden is gekocht, in verband met een onaanvaardbare woon- en leefsituatie door de plannen aanleg rondweg Wanssum en uitbreiding haven- en industriegebied. In die tijd was er nog geen sprake van het verhogen van de maximaal toegestane geluidswaarden. Nu is men kennelijk van oordeel dat het geen probleem is met de geluidoverlast. Indiener heeft problemen met dit oordeel. Indiener stelt ten slotte dat bij een eventuele overschrijding van de binnengrenswaarde er een aanvaardbaar geluidsniveau wordt gegarandeerd binnen de woning door isolatiemaatregelen. Indiener vraagt zich af wanneer deze maatregelen worden genomen en om welke maatregelen het dan precies gaat. De bovenstaande door indiener ingebrachte zienswijze heeft geen betrekking op de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, te weten de planregels en plantoelichting en bijbehorende stukken voor de geluidverkaveling van het Haven- en industrieterrein Wanssum. Uit het akoestisch rapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, PIP, onderzoek geluid [kenmerk MD-AF20150614, versie Def2.2, d.d. 1 april 2016] blijkt dat ten gevolge van de rondweg van een geluidbelasting ter plaatse van de woning van indiener sprake zal zijn van ten hoogste 51 db. De geluidsbelasting ligt daarmee ruim beneden de maximaal te verlenen 4/47

hogere waarde van 63 db. De geluidsbelasting vanwege het Haven- en Industrieterrein Wanssum bedraagt maximaal 58 db(a) en ligt daarmee onder de maximaal te verlenen hogere waarde van 60 db(a). De gecumuleerde geluidbelasting bedraagt maximaal 61 db. Van een onaanvaardbare geluidsituatie ten gevolge van het inpassingsplan is voor indiener geen sprake. Ter toelichting wijzen wij verder op het genoemde akoestische rapport en de hierna genoemde nota s. Indiener heeft een zienswijze van gelijke strekking ingebracht tegen het ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai en het ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai. Voor een reactie op bovenstaande zienswijze aangaande die ontwerpbesluiten verwijzen wij indiener naar de beantwoording van de zienswijze in de Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum' en in de Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai Haven- en industrieterrein Wanssum. 1.2 Indiener vraagt naar de onderzoeken en metingen ten aanzien van de toename van fijnstofvervuiling. Indiener vraagt zich af of dat nog gaat plaatsvinden en wat daarvoor de toegestane waarden en wettelijke regels zijn. De bovenstaande door indiener ingebrachte zienswijze heeft geen betrekking op de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, te weten de planregels en plantoelichting en bijbehorende stukken voor de geluidverkaveling van het Haven- en industrieterrein Wanssum, maar op het ontwerp-inpassingsplan. Dit ontwerpinpassingsplan heeft met de bijbehorende stukken van 18 juni 2015 tot en met 29 juli 2015 voor een ieder ter inzage gelegen. Van deze terinzagelegging is vooraf kennis gegeven door publicaties in de Staatscourant en in de lokale bladen Hallo Horst aan de Maas en Peel en Maas en via de provinciale website, via de projectwebsite en via de websites van de gemeente Horst aan de Maas en de gemeente Venray. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze op het ontwerp-inpassingsplan en het milieueffectrapport indienen. Indiener heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen tegen het ontwerp-inpassingsplan. In de kennisgeving van de terinzagelegging van de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan (geluidverkaveling) is aangegeven dat het indienen van zienswijzen op andere onderdelen van het ontwerp-inpassingsplan dan de aanvulling niet meer mogelijk is. Bovenstaande zienswijze wordt daarom hier niet meer inhoudelijk behandeld. 1.3 Indiener vraagt zich af hoe het zit met de verhoging van het externe veiligheidsrisico doordat er een toename zal zijn in de omgeving van transporten met gevaarlijke stoffen en een toename van vestigingen van bedrijven die met allerlei gevaarlijke stoffen werken. Wij verwijzen naar het gestelde onder punt 1.2 van deze nota. Zienswijze: 002 Holcim Nederland Bouwmaterialen BV 2.1 Indiener acht het van belang dat in het inpassingsplan en het geluidverkavelingsplan dat daarvan deel uitmaakt voldoende ruimte wordt gelaten voor ontwikkelingen die op korte termijn spelen bij de Betoncentrale te Wanssum om de betonmortelactiviteiten in Wanssum toekomstbestendig te houden. Het gaat daarbij ten eerste om uitbreiding van de bedrijfstijden naar 24 uur en/of continue. Op korte termijn gaat het om uitbreiding naar 24-uurs productie gedurende in ieder geval 3 keer 4 weken per jaar. Ten tweede gaat het om 3 dagen per jaar doelmatige verwerking van eigen betonafval door een mobiele puinbreker. Ten derde gaat het om een uitbreiding van de levering van betonmortel in de avond- en nachtperiode; dit gebeurt nu op beperkte schaal op basis van een melding in het kader van het Activiteitenbesluit. Met deze uitbreiding op beperkte schaal is volgens indiener wel rekening gehouden in het 5/47

geluidverkavelingsplan. Voor het bepalen van de ligging van de nieuwe geluidzone en voor het bepalen van de geluidbelasting binnen deze zone is het digitale zonebeheermodel van het bestaande Havenen Industrieterrein Wanssum als basis gebruikt. Voor bestaande vergunningplichtige bedrijven en bestaande bedrijven met maatwerkvoorschriften ten aanzien van geluid geldt dat minimaal de nu vergunde geluidproductie is meegenomen. Voor de overige bestaande bedrijven is een geluidproductie gehanteerd die overeenkomt met de standaardvoorschriften voor niet vergunningplichtige bedrijven op een gezoneerd industrieterrein, te weten: 50 db(a) op 50 meter van de inrichtingsgrens (etmaalwaarde). Zoals indiener al stelt, houdt het geluidverkavelingsplan rekening met de door indiener gedane melding in het kader van het Activiteitenbesluit en wordt derhalve de vigerende legale situatie van het bedrijf van indiener bij het bepalen van de geluidbelasting betrokken. Om eventuele toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken is voor de bestaande bedrijven welke al gelegen zijn op het huidige gezoneerde industrieterrein 1 db(a) geluidruimte voor alle bestaande bedrijven gereserveerd. Van de totaal beschikbare geluidruimte is daarmee 20% als reservegeluidruimte beschikbaar. Dit reservebudget komt toe aan de bestaande bedrijven welke zijn gelegen binnen kavel I. Het bedrijf van indiener is gelegen binnen dit kavel en kan derhalve voor eventuele toekomstige ontwikkelingen een beroep doen op de reserveruimte. 2.2 Ten behoeve van de hiervoor genoemde melding in het kader van het Activiteitenbesluit is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de geactualiseerde situatie bij het bedrijf van indiener, inclusief de gewenste ontwikkelingen, op diverse toetspunten afwijkt van de situatie die ten grondslag ligt aan de geluidverkaveling in het inpassingsplan. Dit betekent dat direct na inwerkingtreding van het inpassingsplan al een afwijking nodig is van de gebruiksregels voor de geluidverkaveling, wat zorgt voor onzekerheid en administratieve lasten. Indiener is van mening dat ontwikkelingen op korte termijn en bekende omissies onverkort in het inpassingsplan moeten worden meegenomen c.q. hersteld. Voorts moet in het geluidverkavelingsplan rekening worden gehouden met het geluid als gevolg van het lossen van schepen ter plaatse van het terrein van indiener. Zoals indiener opmerkt, heeft zij ten behoeve van de melding Activiteitenbesluit akoestisch onderzoek verricht waarin alle door haar gewenste toekomstige ontwikkelingen zijn meegenomen. Omdat deze activiteiten niet inpasbaar waren binnen de bestaande geluidzone, is een melding gedaan voor de activiteiten die wel akoestisch mogelijk waren. Dat het door indiener destijds verrichte akoestische onderzoek afwijkt van de uitgangspunten van de geluidverkaveling in het onderhavige inpassingsplan is inherent aan het feit dat in het inpassingsplan wordt uitgegaan van de vergunde legale situatie (inclusief de melding voor de akoestisch mogelijke bedrijfsactiviteiten) van het bedrijf. Voorts wijzigt als gevolg van de uitbreiding van het Haven- en Industrieterrein Wanssum ook de bestaande geluidzone met bijbehorende toetspunten. Ook om die reden is de situatie inclusief gewenste uitbreiding niet één-op-één te vergelijken met de situatie die ten grondslag ligt aan de geluidverkaveling met bijbehorende toetspunten. Van omissies is naar ons oordeel dan ook geen sprake aangezien, zoals hierboven al vermeld, bij de bepaling van de geluidzone uitgegaan is van de vergunde legale situatie (inclusief de melding) van het bedrijf. Tot slot wordt opgemerkt dat scheepsontlading met een loskraan niet is vergund aan indiener en derhalve ook niet is meegerekend bij het bepalen van de geluidruimte voor indiener. Zienswijze: 003 fam. R. Wijnhoven 3.1 Indiener woont met zijn gezin aan de Geijsterseweg 20 te Wanssum. Momenteel is het volgens indiener nog zeer onduidelijk welke extra geluidshinder zal ontstaan als gevolg van 6/47

de hogere waarden van de geluidsbelasting. De hinder die indiener met zijn gezin extra gaat ondervinden zijn volgens indiener van toepassing op het gebied van (extra en zwaar) wegverkeer alsmede industrie geluidsoverlast. Op welke wijze deze nieuwe ontwikkelingen / bedrijvigheid eruit gaat zien is momenteel nog niet (geheel) bekend. Indiener verwacht bij de daadwerkelijke realisatie van de plannen een zo groot mogelijke beperking van deze geluidsoverlast. Daarnaast verwacht indiener compensatie als gevolg van de extra (geluid)hinder en compenserende maatregelen voor de woning om de geluidsoverlast zo goed mogelijk te beperken. Indiener verzoekt voorschriften aan de vergunning te verbinden met betrekking tot inpassing van groene ruimte en beperking van de geluidsoverlast en strengere voorschriften aan de vergunning voor bedrijven in het havengebied te verbinden om overlast tot een minimum te beperken. De bovenstaande door indiener ingebrachte zienswijze heeft geen betrekking op de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, te weten de planregels en plantoelichting en bijbehorende stukken voor de geluidverkaveling van het Haven- en industrieterrein Wanssum, maar op het ontwerp-inpassingsplan en op het ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai. Het ontwerp-inpassingsplan heeft met de bijbehorende stukken van 18 juni 2015 tot en met 29 juli 2015 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze op het ontwerp-inpassingsplan en het milieueffectrapport indienen. Indiener heeft gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. In zijn zienswijze tegen het ontwerp-inpassingsplan is indiener ingegaan op de geluidoverlast en de door hem gewenste groene inpassing en voorschriften voor bedrijven. Wij verwijzen indiener naar de reacties onder de punten 52.1 en 52.2 van de Nota van Zienswijzen ontwerp inpassingsplan en milieueffectrapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. Uit het akoestisch rapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, PIP, onderzoek geluid [kenmerk MD-AF20150614, versie Def2.2, d.d. 1 april 2016] blijkt dat de wijziging van de aansluiting van de verplaatste Geijsterseweg niet leidt tot overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 db. De geluidbelasting is maximaal 47 db. Deze geluidbelasting verbetert ten opzichte van de huidige situatie. Voor industrielawaai wordt de voorkeursgrenswaarde wel overschreden en wordt een hogere waarde van 60 db(a) vastgesteld. De gecumuleerde geluidbelasting bedraagt maximaal 61 db. Van een onaanvaardbare geluidsituatie ten gevolge van het inpassingsplan is voor indiener geen sprake. Ter toelichting wijzen wij verder op het genoemde akoestische rapport en de hierna genoemde nota s. Indiener heeft een zienswijze van gelijke strekking ingebracht tegen het ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai en het ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai. Voor een reactie op bovenstaande zienswijze aangaande die ontwerpbesluiten verwijzen wij indiener naar de beantwoording van de zienswijze in de Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum' en in de Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai Haven- en industrieterrein Wanssum. 3.2 Door de verkeerstoename wordt de verkeersveiligheid rond en de toegankelijkheid van de woning mogelijk belemmerd. Bovendien is de logistieke route naar Wanssum omslachtiger. De concentraties fijnstof in de lucht nemen volgens indiener toe. De bovenstaande door indiener ingebrachte zienswijze heeft geen betrekking op de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, te weten de planregels en plantoelichting en bijbehorende stukken voor de geluidverkaveling van het Haven- en industrieterrein Wanssum, maar op het ontwerp-inpassingsplan. Indiener heeft een zienswijzen ingediend tegen het ontwerp-inpassingsplan en is daarin ook ingegaan op verkeersveiligheid en luchtkwaliteit. Wij verwijzen indiener naar de reactie onder punt 52.1 van de Nota van Zienswijzen ontwerp inpassingsplan en milieueffectrapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. 7/47

Zienswijze: 004 Geelen Beton B.V., Belangengemeenschap Wanssum B.V. en C.J. Geelen Beheer B.V. 4.1 In het geluidrapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum kenmerk MD-AF20150614 van december 2015 is ten onrechte niet de juiste vergunde geluidsituatie van indieners als uitgangspunt genomen. Er is namelijk geen rekening gehouden met de omgevingsvergunning die op 29 december 2015 aan indieners is toegezonden en het daaraan ten grondslag liggende akoestisch onderzoeksrapport Akoestisch onderzoeksrapport Geelen Beton, V201517, versie 02, november 2015). Indieners verzoeken om de meest recente akoestische bedrijfsvoering op te nemen in de rekenmodellen en hieraan gerelateerde documenten en de toelichting en regels van de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan op juistheid te checken. Ditzelfde geldt voor de vast te stellen hogere waarden (industrielawaai). Ten tijde van de terinzagelegging van de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan, te weten planregels, plantoelichting en bijbehorende stukken voor de geluidverkaveling van het Havenen Industrieterrein Wanssum, was de omgevingsvergunning waarnaar indieners verwijzen nog niet verleend. Deze omgevingsvergunning dateert immers van 23 december 2015. Bij de vaststelling van het inpassingsplan wordt in de rekenmodellen en in de overige van toepassing zijnde documenten wel rekening gehouden met de door indieners gememoreerde omgevingsvergunning en wordt derhalve uitgegaan van de juiste vergunde geluidsituatie van indieners. 4.2 Het is niet inzichtelijk of de geluidruimte die aan indieners is toebedeeld, toereikend is. Door de wijziging van het bedrijfsperceel zal de interne bedrijfslogistiek veranderen, wat gevolgen kan hebben voor de akoestische situatie. Deze wijziging vloeit direct voort uit het inpassingsplan en indieners verzoeken daarom nu al rekening te houden met extra flexibiliteit (boven op de standaard van + 1 db) en de berekende vergunde geluidbelasting, in de vorm van een verhoging van de waarden in de toetstabellen met 2 à 3 db. Het huidige terrein van indieners wijzigt niet als gevolg van het inpassingsplan. De interne bedrijfslogistiek zoals thans vergund aan indieners, kan derhalve onveranderd worden voortgezet onder het inpassingsplan. Voor zover door indiener wordt gedoeld op de wijziging van de bedrijfslogistiek bij toekomstige uitbreiding van het perceel, wordt opgemerkt dat deze uitbreiding geen deel uitmaakt van de aan indiener vergunde activiteiten en derhalve buiten beschouwing blijft bij het bepalen van de geluidruimte voor de huidige bedrijfsactiviteiten. Bij een eventuele toekomstige intensivering van activiteiten binnen het bestaande terrein kan aanspraak gemaakt worden op de 1 db groeiruimte voor bestaande bedrijven bovenop de reeds voor indiener gereserveerde geluidruimte op grond van de vergunde legale activiteiten. Voor een uitbreiding van activiteiten die samenhangt met een fysieke uitbreiding van het bestaande terrein kan voorts aanspraak gemaakt worden op de gereserveerde geluidruimte voor het uit te geven terreindeel (deelgebied IV van de Verkaveling industrieterrein). Naar ons oordeel wordt daarmee voldoende flexibiliteit en geluidruimte voor toekomstige ontwikkelingen geboden aan indieners. 4.3 De weergave van het geluidgezoneerde industrieterrein in de aanvulling van het inpassingsplan komt niet overeen met de geluidzonering op de verbeelding van het ontwerpinpassingsplan. Indieners verzoeken dit met elkaar in overeenstemming te brengen. Op kavel IV én kavel III zijn bedrijven tot en met categorie 4.2 toegestaan; de toegekende geluidruimte verschilt echter: 60 db(a)/m2, respectievelijk 65 db(a)/m2. Vestiging van bedrijven in categorie 4.2 op kavel IV lijkt in de praktijk onmogelijk, terwijl indieners in deze kavel de bedrijfsvoering uitbreidt. Indieners verzoeken om een toelichting. In sommige uitbreidingskavels liggen ook nog gronden met de bestemming verkeer, die niet uitgeefbaar zijn, maar wel zijn meegenomen in de oppervlakte van dit kavel. Dit kan volgens indieners leiden tot geluidruimte die als reserve zou kunnen worden gebruikt. 8/47

Op de verbeelding van het ontwerp-inpassingsplan is de gebiedsaanduiding geluidzone industrie onjuist weergegeven. Per abuis ligt deze zone in het ontwerp-inpassingsplan ook over het betreffende gezoneerde industrieterrein. In het vast te stellen inpassingsplan wordt dit gecorrigeerd en ligt de zone niet meer over maar rondom het gezoneerde industrieterrein. Daarnaast wordt de gebiedsaanduiding overige zone geluidruimte opgenomen. Deze aanduiding en bijbehorende regels regelen de verdeling van de totale beschikbare geluidruimte op het gezoneerde industrieterrein. Indiener stelt terecht dat het inpassingsplan op kavel III en IV bedrijven tot milieucategorie 4.2 toestaat en dat de toegekende geluidruimte verschilt. De oorzaak voor dit verschil is gelegen in het feit dat kavel IV (60 db(a)/m 2 ) dichter bij de woonkern van Wanssum is gelegen dan kavel III (65 db(a)/m 2 ). Het situeren van kavels met de grootste geluidemissie op grotere afstand tot de woonkern van Wanssum draagt bij aan het handhaven van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Een geluidruimte van 60 db(a)/m2 is evenwel voldoende ruim dat bedrijven uit categorie 4.2 dan wel bedrijfsactiviteiten van bedrijven uit categorie 4.2 mogelijk zijn. Dat geldt ook voor de door indieners voorziene bedrijfsactiviteiten op kavel IV. Wij zijn het dan ook niet eens met de stelling van indieners dat vestiging van bedrijven in categorie 4.2 op kavel IV in de praktijk onmogelijk lijkt. In dit kader merken wij nog op dat de kavelwaarden gezien moeten worden als een indicatie voor de mogelijke activiteiten. Behalve de kavelwaarde zijn ook het oppervlak en de oriëntatie van het kavel, toekomstige afschermende en of reflecterende bouwwerken, bronkenmerken etc. bepalend voor welke activiteiten inpasbaar zijn. Op basis van de planregels bij onderhavig inpassingsplan kan indiener zelf bepalen welke activiteiten op welke locatie en onder welke voorwaarden mogelijk zijn binnen de geluidverkaveling. Dat geldt ook voor de uitbreiding van de bedrijfsvoering van indiener. Wat betreft de bestemming Verkeer welke is gelegen op de uitbreidingskavels gaan wij er van uit dat indieners hiermee doelen op de bestemming Verkeer welke is gelegen op de gronden die in toekomst tot het bedrijf van indieners moeten gaan behoren. Mede naar aanleiding van de zienswijze van indieners tegen het ontwerp-inpassingsplan, zal de bestemming Verkeer op de betreffende gronden in het definitieve inpassingsplan worden gewijzigd in de bestemming Bedrijventerrein - 2. Die betreffende gronden zijn dus ook uitgeefbaar en om die reden meegenomen in de oppervlakte van de kavels. 4.4 Bij uitvoering van de berekeningen met de toegezonden rekenmodellen door indieners, wordt de volgende foutmelding gegeven: foutieve koppeling voor puntbron 2221 16 gebouw afzuiging. Het is indieners niet duidelijk waarom deze fout optreedt; mogelijk ligt het aan de software. Dit verdient volgens indieners nadere aandacht. Voor bepaalde oppervlaktebronnen is een bronhoogte van 2 meter aangehouden, terwijl 5 meter meer voor de hand ligt, gezien de aard van de bestemmingen en de bouwhoogten in het inpassingsplan. Indieners vrezen dat vestiging van bedrijven in categorie 4.2 hierdoor in de praktijk onmogelijk wordt. Indieners verzoeken om een toelichting. Er is volgens indieners ten onrechte geen verkeer gemodelleerd over het nieuwe tracé van de Geijsterseweg langs het perceel van indiener en het nieuwe tracé van de N207. De door indieners gemelde foutmelding doet zich niet voor in de versie van het rekenmodel dat ten grondslag ligt aan het definitieve inpassingsplan. Mogelijk is de foutmelding veroorzaakt doordat indieners een andere versie van het rekenmodel en softwarepakket hebben gebruikt. De te gebruiken versie van het rekenmodel en het softwarepakket wordt bindend in de regels van het definitieve inpassingsplan voorgeschreven. Ten aanzien van de bronhoogte voor kavelbronnen voor nieuw uit te geven kavels wordt allereerst opgemerkt dat deze ziet op een gemiddelde bronhoogte zodat geluidemissies op grotere en lagere hoogten daarin zijn verdisconteerd. De door indieners aangehaalde maximaal toegestane bouwhoogte is daarbij geen goede maat voor een gemiddelde bronhoogte, aangezien ook bij hoogbouw relevante geluidemissies vlak boven maaiveld kunnen plaatsvinden. Voorbeelden hiervan zijn intern heftrucktransport, op- en overslag en andere activiteiten die in de buitenlucht plaatsvinden. Ten overvloede wordt opgemerkt dat ook voor de geluidemissie van gebouwen geldt dat emissies zich op lagere hoogte dan de 9/47

bouwhoogte kunnen bevinden (open poorten). Omdat het effect van de bronhoogte van kavelbronnen op de geluidruimte voor nog uit te geven gronden in de praktijk bovendien beperkt, is zien wij geen aanleiding om de bronhoogte aan te passen. In het geluidmodel behorende bij het definitieve inpassingsplan is het verkeer over het tracé van de verlegde Geijsterseweg langs het perceel van indiener eveneens gemodelleerd. 4.5 In de eerste plaats staat bij Wijze van meten en berekenen vermeld dat bij nieuwe kavels en bij het berekenen van de geluidruimte door gebruik van een kavel, de omgevingssituatie in het rekenmodel gelijk dient te zijn aan de omgevingssituatie zoals die is opgenomen bij het inpassingsplan (aanvulling) gevoegde geluidsrapport. Voor praktisch gebruik zou hieraan het gebruikte rekenmodel (met kenmerken) als basismodel moeten worden gekoppeld. Indieners verzoeken dit te borgen in de planregels. In de tweede plaats staat bij Wijze van meten en berekenen eveneens vermeld dat berekeningen (bij afwijking van de gebruiksregels) moeten worden uitgevoerd op basis van de actuele omgevingssituatie ten tijde van het indienen van de aanvraag. Borging hiervan dient te geschieden via een rekenmodel dat actueel wordt gehouden door de zonebeheerder. Indieners verzoeken dit te borgen in de planregels. In de derde plaats is in artikel 1.2 sub c vermeld dat de geluidruimte moet worden bepaald met het rekenmodel Geomilieu versie 3.11. Geomilieu is echter het rekenprogramma. Volgens indieners kan beter worden verwezen naar het rekenmodel op basis waarvan het geluidrapport bij de aanvulling op het inpassingsplan is opgesteld, waarbij wordt aangegeven dat berekeningen met het rekenmodel moeten plaatsvinden met Geomilieu 3.11. In de vierde plaats is de aanduiding overige zone geluidruimte niet op kaartmateriaal terug te vinden. Indieners gaan er van uit dat dit ziet op percelen met de bestemming bedrijventerrein 1 of 2. In de vijfde plaats ziet artikel 1.2 op de begrenzing van inrichtingen op een bestaand kavel, maar deze begrenzing is niet gewaarborgd en dit artikel kan daardoor leiden tot verwarring. Verplichtingen met betrekking tot het berekenen van de geluidruimte staan op meerdere plekken in de planregels. Ter verduidelijking zal aan de bepalingen over het berekenen van de geluidruimte (de artikelen 2.13, 2.14 en 2.15 van het inpassingsplan) worden toegevoegd dat berekeningen uitgevoerd dienen te worden met Geomilieu versie 3.11. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan het verzoek van indieners op dat punt. Door indieners wordt er terecht op gewezen dat als het gaat om het berekenen van de geluidruimte ten behoeve van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels, uit wordt gegaan van de actuele omgevingssituatie. In het kader van die omgevingsvergunningverlening (waarbij sprake is van een nadere afweging en waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend) kan voldoende worden verzekerd dat door het bevoegd gezag, dat in de meeste gevallen ook zonebeheerder is, uit wordt gegaan van de juiste actuele omgevingssituatie. Om die reden achten wij een nadere borging in de planregels van het actueel houden van het rekenmodel niet nodig. Daarbij komt dat de Wet geluidhinder al in de nodige borging voorziet. Op grond van artikel 163 van de Wet geluidhinder zorgen burgemeester en wethouders van de gemeente waarin een industrieterrein geheel of in hoofdzaak is gelegen ervoor dat er voldoende informatie beschikbaar is over de geluidsruimte binnen de zone. Daarmee is geborgd dat wijzigingen in de omgevingssituatie, voor zover bepalend voor actuele geluidruimte, worden bijgehouden door de gemeente Venray. In het definitieve inpassingsplan is de gebiedsaanduiding overige zone geluidruimte opgenomen op de verbeelding. Deze gebiedsaanduiding ligt op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 1 en Bedrijventerrein - 2. De aanname van indieners is dus terecht. Indieners stellen dat de begrenzing van inrichtingen op een bestaand kavel, zoals verwoord in artikel 1.2, kan leiden tot verwarring, nu die begrenzing niet is gewaarborgd. Volgens artikel 1.23 van de planregels wordt onder een bestaand kavel verstaan: gronden behorend bij een ten tijde van de vaststelling van het plan bestaande inrichting, als weergeven in de toetsingstabellen. Artikel 26.5.3 onder b regelt vervolgens dat onder gebruik van de gronden in strijd met de bestemming in ieder geval wordt begrepen het in gebruik hebben van een inrichting op een bestaand kavel, waarbij de grenzen van de inrichting afwijken van de grenzen van de inrichting als genoemd in de bij deze regels behorende toetsingstabellen. Hieruit volgt, dat de geluidruimte voor de bestaande kavels is verdeeld op basis van de ten 10/47

tijde van de vaststelling van het inpassingsplan aanwezige en met naam en adres in de toetsingstabellen genoemde inrichtingen en de bij die inrichting behorende geluidbronnen als opgenomen in het bij het plan gevoegde geluidrapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum registratienummer: MD-AF20150614 d.d. 22 februari 2016. Voor elk van die inrichtingen is op basis van de omgevingsvergunning milieu dan wel de melding op grond van het Activiteitenbesluit duidelijk welke gronden het betreft, zeker voor de betreffende drijver van de inrichting dan wel diens rechtverkrijgende zelf. Wij menen dan ook dat van verwarring geen sprake kan zijn. Zienswijze: 005 Cementbouw (Heemex B.V., Cementbouw B.V., Cementbouw Mineralen B.V., Cementbouw Bindmiddelen B.V., Cementbouw Zand & Grind B.V., Wanssum's Truck Techniek B.V) 5.1 Volgens indieners is het ontwerp-inpassingsplan, voor wat betreft de geluidverkaveling, ten onrechte niet op ruimtelijkeplannen.nl gepubliceerd, terwijl dit verplicht is op grond van artikel 1.2.1 Besluit ruimtelijke ordening. Op de websites waar de stukken wel zijn gepubliceerd ontbreekt de verbeelding, zodat de bestemming van het perceel van indieners en de gevolgen voor de bedrijfsvoering van indieners hiervan niet met zekerheid kan worden vastgesteld. In combinatie met het voorgaande zijn de planregels in strijd met de rechtszekerheid onvoldoende duidelijk. Artikel 1.2 sub b van de planregels verwijst naar een aanduiding overige zone geluidruimte, maar er kan niet met zekerheid worden vastgesteld waar zich de aanduiding Overige zone geluidruimte bevindt, door het ontbreken van een verbeelding. Daarnaast is ook de verwijzing in deze planregel onvoldoende duidelijk. Het artikel biedt de mogelijkheid af te wijken van de grenzen van de inrichting als genoemd in de toetsingstabellen. In de tabellen zijn alleen de adressen van inrichtingen opgenomen, niet de begrenzingen. Daardoor is het onduidelijk welke grenzen in acht moeten worden genomen. Volgens indieners is dit in strijd met de rechtszekerheid. Indieners stellen terecht dat geen publicatie op de website ruimtelijkeplannen.nl heeft plaatsgevonden en dat tevens de verbeelding niet ter inzage is gelegd. Het was om technische redenen niet mogelijk om tijdig enkel de op de geluidverkaveling betrekking hebbende stukken te publiceren op ruimtelijkeplannen.nl. Er had ook voor gekozen kunnen worden de op de geluidverkaveling betrekking hebbende documenten samen met het definitieve inpassingsplan ter visie te leggen en te publiceren op ruimtelijkeplannen.nl. Wij vonden het echter wenselijk om de regels en toelichting voor de geluidverkaveling al in een eerder stadium bekend te maken. De betreffende stukken hebben voor een ieder ter inzage gelegen in het Gouvernement, het projectbureau Ooijen-Wanssum en het gemeentehuis van de gemeente Venray. Van de terinzagelegging is in de Staatscourant, via de provinciale website, via de projectwebsite en via de website van de gemeente Venray kennisgegeven. Daarnaast wordt het definitieve inpassingsplan inclusief alle op de geluidverkaveling betrekking hebbende stukken eveneens gepubliceerd op de website ruimtelijkeplannen.nl. In het definitieve inpassingsplan is de gebiedsaanduiding overige zone geluidruimte opgenomen op de verbeelding. Deze gebiedsaanduiding ligt op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 1 en Bedrijventerrein - 2. Wat betreft de onduidelijkheid van de grenzen van de inrichtingen welke in acht genomen moeten worden, geldt dat artikel 1.23 van de planregels onder een bestaand kavel verstaat: gronden behorend bij een ten tijde van de vaststelling van het plan bestaande inrichting, als weergeven in de toetsingstabellen. Artikel 26.5.3 onder b regelt vervolgens dat onder gebruik van de gronden in strijd met de bestemming in ieder geval wordt begrepen het in gebruik hebben van een inrichting op een bestaand kavel, waarbij de grenzen van de inrichting afwijken van de grenzen van de inrichting als genoemd in de bij deze regels behorende toetsingstabellen. Hieruit volgt, dat de geluidruimte voor de bestaande kavels is verdeeld op basis van de ten tijde van de vaststelling van het inpassingsplan aanwezige en met naam en adres in de toetsingstabellen genoemde inrichtingen en de bij die inrichting behorende 11/47

geluidbronnen als opgenomen in het bij het plan gevoegde geluidrapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum registratienummer: MD-AF20150614 d.d. 22 februari 2016. Voor elk van die inrichtingen is op basis van de omgevingsvergunning milieu dan wel de melding op grond van het Activiteitenbesluit duidelijk welke gronden het betreft, zeker voor de betreffende drijver van de inrichting dan wel diens rechtverkrijgende zelf. Wij menen dan ook dat van verwarring geen sprake kan zijn. 5.2 In het geluidverkavelingsplan is niet uitgegaan van de vergunde situatie van het bedrijf van indieners. Onder verwijzing naar een (als bijlage bij de zienswijze opgenomen) berekening voeren indieners aan dat de vergunde grenswaarden voor indieners hoger zijn dan waar in het ontwerp-inpassingsplan van is uitgegaan. Nu het de bedoeling is van het ontwerpinpassingsplan om van de vergunde situatie uit te gaan, komt het ontwerp-inpassingsplan hier in zoverre niet mee overeen. Bovendien vormt dit ten onrechte een beperking van de geluidruimte van indieners. Indieners verzoeken het ontwerp-inpassingsplan aan te passen, in die zin dat alsnog van de vergunde situatie uit wordt gegaan. Over de door indiener opgestelde notitie Cementbouw Mineralen BV - beoordeling geluidverkaveling inpassingsplan (kenmerk DVI/WH//F 20915-1-NO, d.d. 14 januari 2016) merken wij het volgende op. Uit de notitie volgt dat er een marginaal verschil is tussen berekende geluidruimte met het akoestisch model behorende bij het inpassingsplan en vergunde geluidruimte berekend met het akoestisch model ten tijde van de vergunningaanvraag. Dit verschil is inherent aan het gebruik van verschillende rekenmodellen. Wij bestrijden echter dat uit dit verschil zou blijken dat indieners worden beperkt in hun vergunde bedrijfsvoering. Immers, de berekende geluidruimte in de geluidverkaveling is gebaseerd op de vergunde activiteiten van indieners en in het inpassingsplan is vastgelegd met welk rekenmodel deze geluidruimte bepaald is. In dit kader verwijzen wij ook naar hoofdstuk 4 van voornoemde notitie waarin wordt bevestigd dat is uitgegaan van de vergunde activiteiten van indiener bij het bepalen van de geluidruimte: Er is in het ontwerpinpassingsplan uitgegaan van de vergunde activiteiten van Cementbouw. Zienswijze: 006 de heer en mevrouw Huijs 6.1 Indieners wonen in de directe omgeving van het plangebied en vrezen voor een toename van geluidhinder, luchtverontreiniging en veiligheidsrisico s en daarmee voor een onaanvaardbare verslechtering van woon- en leefomstandigheden. Hierbij wijzen zij er op dat de plannen voor de rondweg en het industrieterrein onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en als geheel tot onacceptabele effecten leiden; er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening. Naar de mening van indieners is onvoldoende onderzocht of wat betreft geluidshinder in en rond de woning van indieners een aanvaardbaar leefklimaat aanwezig zal zijn, althans dat hun belangen hierbij ondergeschikt zijn gemaakt. Realisatie van de plannen zo dicht bij de woning heeft grote milieuhinder tot gevolg die het woon- en leefklimaat van indieners onevenredig aantast. Vanwege de ruimtelijke ontwikkelingen zal de geluidsbelasting - mede vanwege de gecumuleerde effecten op gevoelige objecten onevenredig en onacceptabel toenemen. Hier is naar de mening van indieners onvoldoende onderzoek naar gedaan. De belangen van indieners zijn onvoldoende meegewogen, dan wel worden onevenredig aangetast. Er zijn onvoldoende alternatieven voor de rondweg onderzocht, dan wel zijn deze nooit als een serieuze optie beschouwd. De gedeeltelijk verdiepte ligging biedt geen uitkomst voor het woongebied. Het nu gekozen tracé zorgt voor een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van met name de bewoners langs de Meerlosebaan en Venrayseweg. Het plan is niet op zorgvuldige wijze tot stand gekomen. De bovenstaande door indieners ingebrachte zienswijze heeft (grotendeels) geen betrekking op de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, te 12/47

weten de planregels en plantoelichting en bijbehorende stukken voor de geluidverkaveling van het Haven- en industrieterrein Wanssum, maar op het ontwerp-inpassingsplan. In de kennisgeving van de terinzagelegging van de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan (geluidverkaveling) is aangegeven dat het indienen van zienswijzen op andere onderdelen van het ontwerpinpassingsplan dan de aanvulling niet meer mogelijk is. Het ontwerp-inpassingsplan heeft met de bijbehorende stukken van 18 juni 2015 tot en met 29 juli 2015 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van terinzagelegging kon een ieder zowel mondeling als schriftelijk een zienswijze op het ontwerp-inpassingsplan en het milieueffectrapport indienen. Indieners hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt; zij hebben twee zienswijzen ingediend. In deze zienswijzen zijn indieners op de door hen gevreesde (geluids-)hinder, het onderzoek naar alternatieven voor de rondweg, de leefbaarheid ten gevolge van de rondweg en de verkeerscijfers ingegaan. Wij verwijzen indieners naar de reacties onder de punten 77.2, 77.3 en 124.2 van de Nota van Zienswijzen ontwerp inpassingsplan en milieueffectrapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum. Uit het akoestisch rapport Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, PIP, onderzoek geluid [kenmerk MD-AF20150614, versie Def2.2, d.d. 1 april 2016] blijkt dat ten gevolge van de rondweg van een geluidbelasting ter plaatse van de woning van indieners sprake zal zijn van ten hoogste 47 db. De wettelijke voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt hiermee niet overschreden. De woning van indieners is op meer dan 470 meter afstand gesitueerd van de geluidzone rondom het geluidgezoneerd industrieterrein, oftewel op 470 meter afstand van de grens van de geluidzone daar waar de geluidbelasting ten gevolge van het industrielawaai (de wettelijke grenswaarde) 50 db(a) bedraagt. Van een onaanvaardbare geluidsituatie ten gevolge van het inpassingsplan is voor indieners dan ook geen sprake. Indieners hebben een zienswijze van gelijke strekking ingebracht tegen het ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai en het ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai. Voor een reactie op bovenstaande zienswijze aangaande die ontwerpbesluiten verwijzen wij indiener naar de beantwoording van de zienswijze in de Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden wegverkeerslawaai Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum' en in de Nota van zienswijzen ontwerpbesluit hogere waarden industrielawaai Haven- en industrieterrein Wanssum. 6.2 De gevolgen voor de gezondheid zijn in het kader van het onderzoek naar luchtkwaliteit niet of onvoldoende aan bod gekomen. Er is naar de mening van indieners onvoldoende beoordeeld wat de gevolgen van het plan zijn voor de concentraties zeer fijn stof en of de grenswaarden daarvoor kunnen worden gehaald. De belangen van indieners zijn daardoor ook onvoldoende meegewogen. Het project zal volgens indieners een onevenredig negatief effect hebben op de luchtkwaliteit in en rond Wanssum. Het woon- en leefklimaat zal hierdoor onevenredig worden aangetast. Indieners bestrijden de nu voorliggende rapporten en verzoeken om nader onderzoek en aanpassing van de plannen. De bovenstaande zienswijze heeft geen betrekking op de aanvulling op het ontwerpinpassingsplan (geluidverkaveling) maar op het ontwerp-inpassingsplan. Onder verwijzing naar het gestelde onder punt 6.1 van deze nota wordt deze zienswijze hier niet meer inhoudelijk besproken. 6.3 Anders dan in het Kwaliteitskader wordt gesteld, zorgt de nieuwe rondweg volgens indieners voor een verslechtering van de leefbaarheid in Wanssum. Het probleem wordt immers verlegd, niet opgelost. Verder zijn de oplossingen voor waterveiligheid, leefbaarheid en economie onvoldoende in het inpassingsplan gewaarborgd. Daarbij is er volgens indieners geen sprake van draagvlak, in ieder geval niet in Wanssum, en is er onvoldoende communicatie geweest en wisselende informatie verstrekt. Anders dan wordt gesteld, zijn naar de mening van indieners de wensen en eisen van bewoners en andere belanghebbenden niet meegenomen in het gebiedsplan en de onderliggende ontwerpen. De bovenstaande zienswijze heeft geen betrekking op de aanvulling op het ontwerpinpassingsplan (geluidverkaveling) maar op het ontwerp-inpassingsplan. Onder verwijzing naar het gestelde onder punt 6.1 van deze nota wordt deze zienswijze hier niet meer 13/47

inhoudelijk besproken. 6.4 Het is niet helder hoe de cijfers ten aanzien van de verkeersintensiteit in en rond Wanssum, in het MER-rapport verkeer en vervoer, tot stand zijn gekomen. Verder gaat het rapport uit van aannames, waardoor naar de mening van indieners niet zomaar van dit rapport uit kan worden gegaan. De bovenstaande zienswijze heeft geen betrekking op de aanvulling op het ontwerpinpassingsplan (geluidverkaveling) maar op het ontwerp-inpassingsplan. Onder verwijzing naar het gestelde onder punt 6.1 van deze nota wordt deze zienswijze hier niet meer inhoudelijk besproken. 6.5 6.6 Indieners stellen dat het akoestisch onderzoek erg onduidelijk en onvolledig is. Bijlagen zijn lastig te lezen en te controleren en er zijn geen ondergronden opgenomen. Ook blijkt niet duidelijk waarom de Meerlosebaan 9, 11 en 13 en de Venrayseweg 50 niet zijn opgenomen in de tabel met geluidbelasting vanwege de rondweg. Ook de G. Houbenstraat 57 komt niet voor in de tabel met rekenresultaten van de nieuwe rondweg, terwijl uit de cumulatieve geluidbelasting blijkt dat er naast het industrieterrein nog een relevante geluidbron is. Het onderzoek maakt echter niet duidelijk om welke bron het gaat. Er bestaat een reële kans dat de geluidbelasting op deze woning hoger is dan de voorkeursgrenswaarden en er dus een hogere waarde verleend had moeten worden. Daarnaast is figuur 1 onduidelijk voor de nieten wel geluidgevoelige bestemmingen en zijn de woningen aan de Meerloseweg niet weergegeven. In bijlage 2 zijn diverse wegvakken met verschillende wegdekgegevens met 1 nummer weergegeven en is niet herleidbaar waar welk wegvak gesitueerd is. Daarnaast stellen indieners dat bodemgebieden niet als vlak worden weergegeven en onduidelijk is welke bodemfactor gehanteerd is. In bijlage 3. Industrielawaai is informatie over gehanteerde bronnen niet terug te herleiden en zijn wegen niet ingevoerd als harde bodem. Ook zijn figuren van gebouwhoogtes moeilijk te herleiden zonder andere items en ontbreekt een ondergrond. De rekenpunt Id s waarnaar in bijlage 4 wordt verwezen zijn niet in de bijlagen terug te vinden. In bijlage 5 zijn geen reken Id s opgenomen, maar alleen adressen met soms een geveloriëntatie. In geen van de bijlage staan rekenpunten. Het akoestisch rapport is daarom niet goed te verifiëren en controleren. Voor zover indieners stellen dat een aantal onderdelen in het akoestisch rapport (dat met de aanvulling op het ontwerp-inpassingsplan ter inzage heeft gelegen) onduidelijk en niet verifieerbaar zijn, wordt opgemerkt dat in het akoestisch onderzoek alle voor de besluitvorming relevante uitgangspunten beschreven staan dan wel dat deze zijn opgenomen in de bijlagen. Teneinde de verifieerbaarheid c.q. traceerbaarheid van deze uitgangspunten voor indieners te vergroten, zijn de enkele aanpassingen doorgevoerd aan het akoestisch onderzoek [kenmerk MD-AF20150614, versie Def2.2, d.d. 1 april 2016]. Te weten: - aan de samenvatting van de resultaatoverzichten per aders (bijlagen 4.1 en 5.1) zijn de rekenpunt-id s toegevoegd ; - in bijlagen 3.3a t/m 3.3ah zijn, gesorteerd naar bedrijf, alle relevante geluidbronnen inclusief eigenschappen opgenomen; - in bijlagen 3.6a t/m 3.8y is een ondergrond (GBKN) van de bestaande situatie opgenomen; - in bijlagen 3.8a t/m 3.8z is de positie van rekenpunten in het rekenmodel weergeven; - deelbijdragen van brongroepen zijn in aanvulling op de integrale rekenresultaten per rekenpunt gepresenteerd in bijlage 6; - bijlage 2a t/m 2c zijn zodanig aangepast dat per wegvak de gehanteerde rekenparameters waaronder de wegverharding en onderliggend bodemgebied zijn af te leiden. Daarenboven dient nog te worden opgemerkt dat de woningen aan de Meerlosebaan 9, 11 en 13, de Venrayseweg 50 en de G. Houbenstraat 57 allen in de tabel met rekenresultaten vanwege de nieuwe rondweg zijn opgenomen. Figuur 1 dient slechts om het plangebied weer te geven en heeft voor het overige geen functie. 14/47