De verschillende versies van Open en Alert bestaan uit handboeken en informatie voor cursisten.

Vergelijkbare documenten
Werkblad beschrijving interventie

Open en Alert. en drugsgebruik door (delinquente) jongeren met LVG. Els Bransen, projectleider

Programma. Problematisch middelengebruik voorkomen bij mensen met LVB. Alcohol- en drugsgebruik bij LVB. Definitie LVB

Interventie Open en Alert

Open & Alert. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad erkenningscommissie, versie mei 2015

Open en Alert: Alcohol- en drugspreventie in risicosettings

Integraal samenwerkingsproject Tactus Ambiq ( ) Visie en uitgangspunten. Doelgroepen. Doelen middelenbeleid.

Integraal samenwerkingsproject Tactus Ambiq ( )

Ondersteuningsaanbod op het terrein van mensen met een licht verstandelijke beperking die middelen gebruiken

Interventie Grip op Agressie

Auditinstrument. LVB & Middelengebruik

Integraal samenwerkingsproject Tactus Ambiq ( , e.v.)

Preventie en voorlichting

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Informatie opleiding Brains 4 Use (B4U)

Improving Mental Health by Sharing Knowledge. Effectieve interventies en aanpakken voor opvoeders van adolescenten

Middelengebruik bij mensen met een verstandelijke beperking. Arjetta Timmer Brijder Verslavingszorg

Clary van der Veen Lonneke van Leeuwen. Open en Alert. Procesevaluatie van de implementatie in JJI De Heuvelrug, locatie Overberg

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen

Preventie Wat werkt? Shereen Shaban

LVB en (cannabis)gebruik

Preventie en voorlichting

Cannabis preventie IrisZorg

DESKUNDIG AAN HET WERK MET JEUGD. Vergroten van kennis over psychiatrie en psychische gezondheid

Ervaren problemen door professionals

verslavingspreventie binnen het onderwijs

Informatie 7-daagse opleiding tot Brains4Use-consulent

Cursus Positief opvoeden volgens Triple P - Amsterdam

Actieplan verslavingspreventiebeleid. Gemeente Valkenswaard

Informatie 2-daagse opleiding Motiverende Gespreksvoering

Informatie 2-daagse opleiding tot TOPs!-coach

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Vakopleiding Wijk- en buurtbeheerder

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

verslavingspreventie binnen het onderwijs

Signaleren. en wat eraan vooraf gaat. Leernetwerkbijeenkomst Project LVB en verslaving 29 mei 2012 Marijke Bouts en Rianca den Ouden

Hoofdstuk 1 Implementatie van maatregelen ter bevordering van duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid Hoofdstuk 2

Informatie 2-daagse opleiding Motiverende Gespreksvoering

Jongeren. Experimenteren Zijn onzeker Overzien risico s niet of nauwelijks Kunnen moeilijk nee zeggen Voelen druk van buitenaf Willen indruk maken

Pilot Basistraining Ethiek in Sociaal Werk succesvol afgerond

Sport- en beweegaanbod

Preventie van middelengebruik wat kun je doen?

Effectief Actief. Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies

IrisZorg. verslavingszorg. en maatschappelijke opvang. dicht bij mensen, ver in zorg

Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Algemene basisvoorlichting

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Lessons Learned bij de Pilot Verbinden Erkenningstraject Interventies en Serious Games.

Zo kan het ook! Organisatie: Onbeperkt Sportief Contactpersoon: mevrouw Erna Mannen Contactpersoon 2: mevrouw Marjo Duijf Erkenningen:

Trainingsaanbod. Studiecentrum Bureau Jeugdzorg Utrecht Voor beroepskrachten die met ouders en kinderen werken

Informatie 4-daagse opleiding tot Leren van Delict trainer

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Middelengebruik en verslaving bij LVB

Seksueel misbruik Praat erover!

Individuele Cognitieve Gedragstherapie bij Middelengebruik en Gokken. Dagdeel 1 1-1

Effectiviteit van de Wiet-Check

Zorgstandaard. Problematisch Alcoholgebruik & Alcoholverslaving

De trekthermometer. Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ GGZ Drenthe Carin Wiering. Verpleegkundig Specialist GGZ

OVER HET PROGRAMMA. ZonMw financiert het programma (Zorg voor Beter)

DESKUNDIG AAN HET WERK. Vergroten van kennis over psychiatrie en psychische gezondheid bij volwassenen

Menukaart Gezonde School voortgezet onderwijs: Roken & Alcohol

Een kwestie van structureel onderhoud plegen!

LVB en verslaving nu en in de toekomst

Werkwijze Praktijktest

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

Back in Shape Organisatie: Mom in Balance Contactpersoon: mevrouw Esther van Diepen Contactpersoon 2: Erkenningen: Sport- en beweegaanbod

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d Pilot Jeugdpreventieteam

OVERZICHT INHOUD TRAINING

Wij nodigen iedereen die aan ons programma wil deelnemen of bijdragen uit om onze site verder te bezoeken en om contact met ons op te nemen.

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P Tieners

Aandacht voor Basiskracht.

Menukaart Gezonde School voortgezet onderwijs: Roken & Alcohol

De Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

TRAINING NIVEAU 4: GROEP TRIPLE P Tieners

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P Tieners

Vision without action is Daydreaming. Action without vision is a Nightmare Japanse spreuk. Ellen Loykens & Marieke Boelhouwer

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs

Format implementatieplan. Onderdeel van handreiking implementatie methodiek Signalering in de palliatieve fase

Tabel 2: Overzicht programma in middelen, doelen en leerstijlen in fase 2

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Positief. van elkaar. denken, doen en leren. Groepsprogramma voor jongeren met antisociaal of delinquent gedrag

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus

Nieuwsbrief ZOMER Mondriaan Preventie ondersteunt! In deze editie. Mondriaan Preventie

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Samenvatting Het draait om het kind

Mondriaan X. voor geestelijke gezondheid

Jaargang 2 nummer 1 16 dec 2010

Gecombineerde Leefstijl Interventie Depressieve klachten in een eerstelijns zorgvoorziening

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Verslavingspreventie in het Voortgezet Onderwijs

Transcriptie:

Interventie Open en Alert Samenvatting Doel Het doel van Open en Alert is een open en alerte houding te realiseren bij professionals in risicosettings tegenover alcohol en drugs en de (jonge) mensen die dit gebruiken.het uiteindelijke doel van Open en Alert is problematisch alcohol- en drugsgebruik te voorkomen of te verminderen bij jongeren en jongvolwassenen in risicosettings. Doelgroep De doelgroep zijn het management en medewerkers van een risicosetting, zoals de residentiële jeugdzorg, justitiële jeugdinrichting, jongerencentrum of LVG-(zorg)instelling (VG-instelling, MEE, sociale werkvoorziening). Aanpak Open en Alert is een gecombineerde beleids- en deskundigheidsbevorderingsinterventie: beleidsontwikkeling, scholing en samenwerking staan centraal. Voor het hele programma wordt doorgaans een jaar uitgetrokken. De scholing bestaat uit twee modules (basis- en vaardigheidscursus) van in totaal vijf bijeenkomsten van elk 3,5 uur. De preventiewerker van de verslavingspreventie ondersteunt het programma en verzorgt de scholing. Materiaal De verschillende versies van Open en Alert bestaan uit handboeken en informatie voor cursisten. Onderzoek effectiviteit Procesevaluaties in de justitiële jeugdzorg (van der Veen en van Leeuwen, 2009) en de LVG-zorg (Hilderink en Bransen, 2010) laten positieve resultaten zien. Ontwikkeld door Trimbos-instituut Postbus 725 3500 AS Utrecht Telefoon: 030-297 11 00 Contactpersoon: Els Bransen Email: ebransen@trimbos.nl Telefoon: 030-295 92 40 Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering d.d 17-02-2011 Oordeel: Goed onderbouwd De referentie naar dit document is: Els Bransen (Februari 2011). Databank effectieve jeugdinterventies: beschrijving 'Open en Alert'.Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut. Gedownload van www.nji.nl/jeugdinterventies 1. Toelichting naam van de interventie Open en Alert is de naam van de interventie en verwijst naar een open en alerte houding van management en professionals

ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik. Elke versie van Open en Alert voor een specifieke doelgroep heeft een toevoeging in de titel zoals "Alcohol- en drugspreventie in de Justi-tiële Jeugdinrichting" of "Alcohol- en drugspreventie in een LVG-setting". 2. Risico en/of probleem waar de interventie zich op richt De laatste jaren zien we een toename in het gebruik van middelen als alcohol, cannabis en harddrugs. Dit gebruik leidt steeds vaker tot problemen. Problematisch middelengebruik houdt in dat door het gebruik van alcohol en drugs lichamelijke, psychische of sociale problemen ontstaan, of dat maatschappelijke overlast ontstaat. Problematisch gebruik is niet altijd verslaving (van Laar, 2008). Hoe vaak problematisch gebruik van middelen voorkomt in de algemene bevolking is niet bekend. Wel is bekend dat probleemdrinken (alcoholgebruik boven bepaalde drempelwaarde en daardoor problemen ondervinden) bij 10% van de 16-69 jarige Nederlanders voorkomt en het meeste voorkomt bij mannen (34%) en vrouwen (9%) in de leeftijdsgroep van 16-24 jaar (Dijck & Knibbe, 2005). Alcoholvergiftiging kan een indicatie zijn voor probleemdrinken en is in de periode 2003-2008 bijna verdrievoudigd bij jongens en meer dan vervijfvoudigd bij meisjes (Valkenberg, 2010). In de afgelopen 10 jaar registreerde de verslavingszorg een sterke toename van het aantal jonge cannabisgebruikers. De hulpvraag neemt dus toe (IVZ, 2009; IVZ, 2010). Doelgroepen die meer risico lopen op problematisch middelengebruik zijn te vinden in settings als de residentiële jeugdzorg, justitiële inrichtingen, jongerencentra en (zorg)instellingen voor mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVG-settings). Dit noemen wij risicosettings. Hoe vaak problematisch gebruik van middelen voorkomt in deze settings is eveneens onbekend. Middelengebruik is echter sterk positief gecorreleerd met 'contact met institutionele zorg', zoals maatschappelijke opvang of een justitiële jeugdinrichting (Snoek et al., 2010). In de justitiële jeugdinrichting komt bij 55% van de jonge mannen middelenmisbruik of verslaving voor (Vreugdenhil et al., 2004). Een recent onderzoek in verschillende LVG-settings laat zien dat ongeveer 10-30% van de jongeren en jongvolwassenen met een lichte verstandelijke beperking problemen ervaart vanwege alcohol- en drugsgebruik (Dijkstra & Bransen, 2010). Gevolgen van problematisch middelengebruik zijn onder meer psychische ontregeling (agressie, suïcidale gedachten, psychoses), criminaliteit, ervaringen van misbruik (financieel, fysiek, psychologisch of seksueel) en een negatieve invloed op begeleiding of behandeling. Meerdere risicofactoren spelen een rol bij de ontwikkeling van problematisch middelengebruik. Het risico op verslaving is groter bij jongeren die op jonge leeftijd beginnen met drinken (Hingson & Zha, 2009). Andere risicofactoren zijn: adolescentie (jongvolwassenen van 18 tot 24 jaar), geslacht (man), laag opleidingsniveau (VMBO en speciaal onderwijs), psychische- en gedrags-problemen en middelengebruik en psychische problematiek van ouders.professionals die werkzaam zijn in risicosettings kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het inspelen op deze risicofactoren. Ze hebben een belangrijke rol bij vroegsignalering, begeleiding en doorverwijzing naar de verslavingszorg. Uit onderzoek is echter gebleken dat professionals van de genoemde risicosettings vaak onvoldoende kennis en vaardigheden bezitten om problematisch middelengebruik te herkennen en bespreekbaar te maken (Van Hasselt et al., 2010; Dijkstra & Bransen, 2010; Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Ook blijkt er vaak geen alcohol- en drugsbeleid te zijn, het beleid is verouderd of in de praktijk niet uitvoerbaar (Snoek et al., 2010; Dijkstra & Bransen, 2010; Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). 3. Doel van de interventie Het doel van Open en Alert is een open en alerte houding te realiseren bij professionals in risicosettings tegenover alcohol en drugs en de (jonge) mensen die dit gebruiken. Dit doel wordt bereikt door middel van de volgende tussendoelen: Opstellen van een breed gedragen alcohol- en drugsbeleid Vergroten van kennis over alcohol en drugs bij medewerkers in risicosettings Vergroten van vaardigheden voor het signaleren, begeleiden en bespreekbaar maken van alcohol- en drugsgebruik bij medewerkers in risicosettings Voorwaardelijke doelstellingen zijn: Een (financiële) infrastructuur opzetten in een risicosetting die voorwaarden schept voor het opstellen van instellingsbeleid en scholing van de medewerkers. Een structurele samenwerking opzetten tussen de risicosetting en de regionale instelling voor verslavingszorg voor scholing, doorverwijzing, ondersteuning en behandeling. Het uiteindelijke doel van Open en Alert is problematisch alcohol- en drugsgebruik te voorkomen of te verminderen bij jongeren en jongvolwassenen in risicosettings. 4. Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld Open en Alert richt zich op het management en de professionals van een risicosetting zoals de residentiële jeugdzorg, justitiële jeugdinrichting, jongerencentrum of LVG-(zorg)instelling (VG-instelling, MEE, sociale werkvoorziening). Professionals zijn

bijvoorbeeld psychologen, gedragsdeskundigen, groepsleiders, persoonlijk begeleiders, maatschappelijk werkers en welzijnswerkers die in contact staan met risicojongeren en -volwassenen. Per setting zijn meerdere instellingen verspreid over Nederland aanwezig. Er zijn verschillende versies van Open en Alert die zijn aangepast aan de specifieke risicosetting. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Risicosettings nemen contact op met de afdeling preventie van de regionale instelling voor verslavingszorg maar het omgekeerde kan ook. De risicosetting en de instelling voor verslavingszorg bepalen waar de knelpunten en behoeften liggen, waar Open en Alert bij kan aansluiten en wat de verslavingszorg daarin kan betekenen. Daarna wordt door beide organisaties besloten of ze met Open en Alert van start willen gaan. De uitvoering van Open en Alert kost tijd, minimaal een jaar. Een werkgroep en een stuurgroep worden vanuit de risicosetting samengesteld. De werkgroepleden moeten voldoende tijd en ruimte krijgen om met Open en Alert aan de slag te gaan. Medewerkers moeten tijd kunnen vrijmaken voor scholing. Directe communicatielijnen tussen de werkgroep en het management zijn nodig om de voortgang van het programma te bevorderen. Wanneer niet aan deze randvoorwaarden voldaan kan worden is dit een contra-indicatie voor de uitvoering van Open en Alert. Contra-indicaties Redenen om af te zien voor deelname aan Open en Alert zijn dus: Onvoldoende tijd (en financiering) van management en medewerkers voor Open en Alert Onvoldoende aandacht van management en medewerkers voor Open en Alert Tekortschietende samenwerking tussen een instelling voor verslavingszorg en van de risicosetting Toepassing bij migranten De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen en biedt geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. Migrantengroepen zijn wel vaak aanwezig in de risicosettings waar Open en Alert uitgevoerd kan worden, zoals Justitiële jeugdinrichtingen of LVG-settings. Open en Alert kan daarom wel migranten bereiken maar dan zal soms enige aanpassing van materialen nodig zijn. 5. Aanpak Opzet van de interventie Open en Alert is een beleids- en deskundigheidsbevorderingsinterventie waarin beleidsontwikkeling, scholing en samenwerking centraal staan. Er zijn meerdere versies van het programma ontwikkeld, namelijk: Open en Alert voor de residentiële jeugdhulpverlening (Van Leeuwen et al., 2006) Open en Alert voor jongerenwerkers (Bransen et al., 2007) Open en Alert in de Justitiële jeugdinrichting (Van Leeuwen & Van der Veen, 2009) Open en Alert in een LVG-setting (Bransen & Dijkstra, in press). De fundamentele onderdelen (basis) van Open en Alert zijn gelijk in alle versies. Het taalgebruik, de praktijkvoorbeelden en enkele opdrachten in de bijbehorende handboeken zijn aangepast aan de setting waarvoor de versie bedoeld is. Zo wordt in de versie Open en Alert in een LVG-setting gesproken over cliënten, mensen met LVG en LVG-organisaties. De vaardigheidscursus en de informatie voor cursisten bevat onder andere informatie over de invloed van alcohol- en drugsgebruik op mensen met LVG, de specifieke risicofactoren en de specifieke signalen van middelengebruik bij mensen met LVG. Deze informatie wijkt af van de informatie in de andere versies omdat de doelgroep anders is. De uitvoering van Open en Alert vindt plaats in de risicosetting, zoals een jongerencentrum of een (zorg)instelling voor mensen met een (lichte) verstandelijke beperking. De preventiewerker(s) van de verslavingszorg ondersteunt en begeleidt de organisatie bij de opzet van Open en Alert en voert het programma uit op de locatie(s) van de organisatie waar Open en Alert plaatsvindt. Open en Alert werkt met een vijffasenplan: 1. Contactlegging en oriëntatie 2. Voorbereiding 3. Uitvoering (beleidsontwikkeling, deskundigheidsbevordering en samenwerking met de verslavingszorg) 4. Evaluatie 5. Continuering Fase 1: Contactlegging en oriëntatie Dit onderdeel is reeds genoemd in paragraaf 3.2 waarin in een eerste gesprek wordt besloten om met Open en Alert van start

te gaan. Fase 2: Voorbereiding De directie van de risicosetting stelt een werkgroep en een stuurgroep samen. De directie wijst voor de werkgroep een voorzitter en vicevoorzitter aan die de trekkers zijn van het project en voor de stuurgroep een voorzitter. De (vice) voorzitter van de werkgroep neemt tevens zitting in de stuurgroep. De werkgroep komt idealiter negen keer bijeen gedurende de looptijd van de invoering van Open en Alert, maar dit aantal kan aangepast worden als de situatie daarom vraagt. Medewerkers uit verschillende disciplines of uit verschillende voorzieningen nemen zitting in de werkgroep waardoor draagvlak gecreëerd wordt. De stuurgroep komt ten minste vier keer bijeen. De werkgroep voert in de voorbereidingsfase een probleemanalyse uit in de eigen organisatie, werkt de resultaten uit en verspreidt deze. De werkgroep stelt een werkplan op voor de uitvoering van Open en Alert dat door de stuurgroep geaccordeerd wordt. Fase 3: Uitvoering De werkgroep ontwikkelt beleidsplannen en protocollen waaronder een beleidsprotocol, een scholingsprotocol en een voorlichtingsprotocol voor jongeren/jongvolwassenen en ouders. Ook wordt in deze fase de deskundigheidsbevordering uitgevoerd, oftewel de scholing over alcohol en drugs voor medewerkers van de risicosetting. De scholing bestaat uit een basiscursus (twee bijeenkomsten) en een vaardigheidscursus (drie bijeenkomsten). De organisatie bepaalt (in samenwerking met de preventiewerker van de verslavingszorg) of beleidsontwikkeling vooraf, gelijktijdig of na de deskundigheidsbevordering plaatsvindt. Idealiter gaat beleidsontwikkeling vooraf aan of gelijktijdig met de scholing. Tenslotte wordt gedurende de uitvoeringsfase aandacht besteed aan het creëren van draagvlak en het bekendmaken van Open en Alert in de organisatie. Fase 4: Evaluatie Wanneer het beleid gepresenteerd is en de scholing is afgerond kan de werkgroep met behulp van evaluatieformulieren bekijken of er nog behoefte is aan scholing en hoe daarin kan worden voorzien. Ook wordt Open en Alert als geheel geëvalueerd. Evaluatieformulieren zijn als bijlage opgenomen in de handboeken. Fase 5: Continuering In de laatste fase van continuering komt de werkgroep minder vaak bijeen. Een aantal keer per jaar bekijkt de werkgroep de ontwikkelingen in de organisatie op het gebied van (problematisch) alcohol- en drugsgebruik. Protocollen worden actueel gehouden en nieuwe ontwikkelingen op de drugsmarkt worden (in eventuele vervolgscholingen) gevolgd. De samenwerking tussen de risicosetting en de verslavingszorg wordt gewaarborgd met aandacht voor het vastleggen van afspraken over begeleiding, doorverwijzing en behandeling van jongeren en jongvolwassenen naar de verslavingszorg. TijdsinvesteringVoor het uitvoeren van het vijffasenplan van Open en Alert moet doorgaans een jaar worden uitgetrokken. De eerste twee fasen duren ongeveer zes maanden. De tijd voor het uitvoeren van de deskundigheidsbevordering hangt samen met het aantal groepen dat de deskundigheidsbevordering volgt. Per groep zijn tien weken nodig om de totale deskundigheidsbevordering uit te kunnen voeren. Inhoud van de interventie In deze paragraaf wordt fase 3 van het programma Open en Alert meer concreet besproken. Deze fase bestaat uit het ontwikkelen van een beleidsplan en bijbehorende protocollen en het uitvoeren van de scholing. Beleidsplan inclusief protocollen In het beleidsplan legt de risicosetting vast hoe om te gaan met (problematisch) gebruik van alcohol en drugs. Beleidsontwikkeling wordt eveneens stapsgewijs aangepakt: 1. Planning en analyse 2. Onderzoeken van de wenselijke situatie 3. Draagvlak creëren 4. Aanpassen en vaststellen van wenselijk beleid 5. Uitvoering van beleid 6. Evaluatie en onderhoud Deze stappen sluiten aan bij het vijffasenmodel. Stap 1 en 2 horen bij de voorbereidingsfase, stap 3, 4 en 5 bij de uitvoeringsfase en stap 6 bij de fase van evaluatie en continuering. De werkgroep inventariseert wat het huidige (ongeschreven) beleid is voor (problematisch) gebruik. Zij maakt (met behulp van een enquête) een probleemanalyse. De preventiewerker van de verslavingszorg stimuleert discussies en gaat na in hoeverre de doelstellingen van Open en Alert aansluiten bij de doelstellingen van de risicosetting. De preventiewerker brengt deskundigheid over (problematisch) alcohol- en drugsgebruik in.

De vertegenwoordiging van alle disciplines/voorzieningen in de werkgroep zorgt voor draagvlak. Daarnaast worden één of meerdere activiteiten opgezet om extra draagvlak te creëren zoals regelmatige updates over de voortgang van het project in een interne nieuwsbrief, flyer of voorlichtingsavond, of het organiseren van een kick-off bijeenkomst. Het wenselijke beleid wordt door de stuurgroep of directie vastgesteld waarna de uitvoering van start gaat. De werkgroep beslist hoe het vastgestelde beleid een plaats krijgt binnen de verschillende disciplines: het organisatiebeleid wordt vertaald naar beleidsuitvoering vanuit de verschillende disciplines. De werkgroep is verantwoordelijk voor de evaluatie en het onderhoud van het alcohol- en drugsbeleid. Een standaard beleidsplan dat door alle organisaties gebruikt kan worden is niet voorhanden, omdat alcohol- en drugsbeleid moet aansluiten bij de visie die een organisatie heeft op probleemgedrag in het algemeen en problematisch alcohol- en drugsgebruik in het bijzonder. Aanbevolen wordt om in ieder geval de volgende protocollen op te stellen als onderdeel van het beleidsplan: Een scholingsprotocol waarin wordt vastgelegd wanneer welke teams scholing krijgen volgens Open en Alert en hoe dit wordt bijgehouden. Een voorlichtingsprotocol voor jongeren of jongvolwassenen en eventueel voor ouders waarin wordt vastgelegd of, en zo ja hoe, zij voorlichting krijgen over alcohol en drugs. De LVG-versie van Open en Alert bevat materiaal voor voorlichting (toolbox) waarvan gebruik kan worden gemaakt. Voorbeelden van beleidsplannen en protocollen zijn in de bijlage van de handboeken opgenomen. Scholing De scholing bestaat uit twee modules van in totaal vijf bijeenkomsten van elk 3,5 uur. Tijdens de basiscursus Open en Alert krijgen de deelnemers algemene informatie over alcohol en drugs en problematisch gebruik (twee bijeenkomsten). In de vaardigheidscursus Open en Alert komen de vaardigheden aan de orde die nodig zijn voor het voorkomen, signaleren en begeleiden van problematisch gebruik en het doorverwijzen naar een instelling voor verslavingszorg (drie bijeenkomsten). De scholing sluit zoveel mogelijk aan bij het (nieuw ontwikkelde) alcohol- en drugsbeleid. De scholing wordt verzorgd door de preventiewerker van de verslavingszorg met behulp van PowerPoint presentaties en het draaiboek uit de handleiding. In de laatste twee bijeenkomsten gaat een veldwerker/hulpverlener jeugd en/of LVG van de verslavingszorg mee om de koppeling tussen theorie en praktijk te verduidelijken, rollenspellen na te bespreken en het onderdeel over consultatie en doorverwijzing te behandelen. Voorafgaand aan de scholing voert de preventiewerker van de verslavingszorg idealiter intakegesprekken met medewerkers of afgevaardigden van de werkgroep om het programma af te stemmen op de te trainen medewerkers. In het handboek worden per bijeenkomst de doelstellingen genoemd, het programma, de inhoudelijke voorbereiding en de benodigde materialen. Daarna volgt het draaiboek met uitgebreide informatie over de te behandelen programmaonderdelen. De hoofdonderdelen en de opbouw zijn gelijk in de verschillende versies van Open en Alert, de inhoud is in sommige versies aangepast, in een andere volgorde gezet of verder uitgebreid. De hieronder genoemde hoofdonderdelen met enkele voorbeelden komen uit de meest recente versie van Open en Alert (voor de LVG-setting). Bijeenkomst 1: Algemene informatie alcohol en drugs Welkom en kennismaken Opdracht 'Gevaarlijk' Inleiding Open en Alert Kennistoets/ Opdracht 'Indeling naar effect' Informatie over alcohol en drugs Bespreking kennistoets Samenvatting Afsluiting De opdracht 'Gevaarlijk' gaat over de wijze waarop deelnemers verschillende middelen beoordelen. De deelnemers maken de opdracht schriftelijk en individueel. De opdracht luidt: "Zet de volgende middelen op volgorde van meest gevaarlijk: XTC, Alcohol, Tabak, Cannabis, Cocaïne, Speed". Daarna wordt de opdracht besproken met de deelnemers, wat staat bij de meeste deelnemers op nummer 1 en wat op nummer 6? Waarom? Bijeenkomst 2: Algemene informatie over alcohol- en drugsgebruik Welkom en terugblik Opdracht 'Eigen Gebruik' Stadia van gebruik en herstel

Positieve en negatieve gevolgen Waarom een risicogroep? Visie op verslaving Over de instelling voor verslavingszorg Samenvatting en vragen Evaluatie Afsluiting De stadia van gebruik en herstel volgens Shaffer en Jones (zie Lowinson et al., 1997) worden uitgelegd. Elke versie van Open en Alert geeft daarnaast aanvullende informatie over de doelgroep waarop de stadia van toepassing zijn. In de versie voor de LVG-setting wordt bijvoorbeeld genoemd dat experimenteren door mensen met LVG gemakkelijk kan overgaan naar excessief gebruik vanwege de kwetsbaarheid in zelfsturend vermogen. Bijeenkomst 3: Voorkomen en signaleren Welkom Hoe alcohol- en drugsgebruik voorkomen? Signaleren: hoe doen jullie dat? Problematisch gebruik signaleren Casusbespreking: een signaleringsgesprek Samenvatten en vragen stellen Afsluiting en huiswerk Het onderdeel 'Signaleren: hoe doen jullie dat?' bestaat uit discussie en inventarisatie. Hoe signaleren medewerkers normaal dat een jongere of jongvolwassene kampt met (nieuwe) problemen? Hoe gaan de medewerker(s) dan te werk? Bespreken ze dit met collega's en de jongere of jongvolwassene en welke vragen stellen ze dan? Bijeenkomst 4: Gedragsverandering begeleiden Welkom Doel van de begeleiding nu Stadia van gedragsverandering Welke begeleiding in welk stadium Oefenen met de stadia van gedragsverandering: een rollenspel Samenvatting en vragenstellen Afsluiting en huiswerk In deze bijeenkomst worden de stadia van gedragsverandering volgens Prochaska en DiClemente (1993) behandeld. Met behulp van een rollenspel wordt geoefend met de stadia van gedragsverandering. Elk groepje ontvangt de rolbeschrijvingen en het observatieformulier die in de bijlage van het handboek voor preventiewerkers zijn opgenomen. De rollenspellen worden na afloop plenair nabesproken. Bijeenkomst 5: Gedragsverandering begeleiden en samenwerken met een instelling voor verslavingszorg Welkom Een gespreksmodel en gespreksvaardigheden Rollenspel: een gesprek met Patrick of Michelle Consultatie en doorverwijzen naar een instelling voor verslavingszorg Casusbespreking: in de praktijk Samenvatten, vragen en afsluitende opdracht Evaluatie en afsluiting In deze bijeenkomst wordt gebruik gemaakt van het gespreksmodel van Egan (1990) voor het voeren en structureren van gesprekken met de jongere of jongvolwassene. Ook worden de principes van motiverende gespreksvoering behandeld. Als vervolg op deze scholing kunnen medewerkers een erkende cursus volgen om motiverende gespreksvoering toe te kunnen passen.aan het eind van deze bijeenkomst vullen de deelnemers het evaluatieformulier in dat te vinden is in de bijlage van het handboek voor preventiewerkers. 6. Materialen en links Open en Alert is een programma met een vaste, gestructureerde opzet. Voor zowel de preventiewerker van de verslavingszorginstelling als voor de vertegenwoordiger van de risicosetting is een handboek beschikbaar. Het handboek voor preventiewerkers is uitgebreider en bevat naast het vijffasenplan en het ontwikkelen van beleid een draaiboek voor het

uitvoeren van de scholing. Daarnaast is een map met informatie voor cursisten beschikbaar. Deze map is bestemd voor de deelnemers aan de scholing. De verschillende versies van Open en Alert hebben elk specifieke handboeken. Alle materialen zijn te bestellen via het Trimbos-instituut: www.trimbos.nl/producten, onder vermelding van het artikelnummer. De volgende materialen zijn ontwikkeld en verkrijgbaar: Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in de residentiële jeugdhulpverlening. Handboek voor trainers (AF0675). Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in de residentiële jeugdhulpverlening. Informatie voor cursisten (AF0676). Handboek Open en Alert. Voor Jongerenwerkers (AF0769). Alcohol- en drugspreventie in de Justitiële Jeugdinrichting. Handboek voor preventiewerkers (AF0883). Alcohol- en drugspreventie in de Justitiële Jeugdinrichting. Handboek implementatie voor Justitiële Jeugdinrichtingen (AF0882). Alcohol- en drugspreventie in de Justitiële Jeugdinrichting. Informatie voor cursisten (AF0881). Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in een LVG-setting. Handboek voor preventiewerkers (AF0990). Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in een LVG-setting. Handboek implementatie (AF0991). Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in een LVG-setting. Informatie voor cursisten (AF0992). Cursisten ontvangen de informatie voor cursisten tijdens de eerste cursusbijeenkomst. In de informatie voor cursisten zijn tevens folders en brochures opgenomen over alcohol en drugs, eventueel aangevuld met specifiek foldermateriaal voor de doelgroep van de cursus zoals de brochures: 'Alcohol zonder flauwekul', 'Hasj en wiet zonder flauwekul' en 'XTC, cocaïne en speed zonder flauwekul' voor mensen met LVG. Preventiewerkers van de verslavingszorg en medewerkers van LVG-settings kunnen bovendien gebruik maken van een toolbox voor het geven van voorlichting over alcohol en drugs aan jongeren en (jong)volwassenen met LVG. Deze toolbox is eveneens verkrijgbaar via het Trimbos-instituut. Daarnaast zijn twee rapporten verschenen over studies naar (o.a.) Open en Alert die eveneens via het Trimbos-instituut verkrijgbaar zijn. Het gaat om: Alcohol- en drugspreventie in de Justitiële Jeugdinrichting. Resultaten procesevaluatie (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Voorkomen van problematisch middelengebruik door jongeren met een licht verstandelijke beperking. Een interventieprogramma (Hilderink & Bransen, 2010). 7. Verantwoording van de doelen, de doelgroep en de aanpak Probleemanalyse Jonge mannen en jongvolwassenen met een laag opleidingsniveau lopen het grootste risico op problematisch alcohol- en drugsgebruik (Hingson & Zha, 2009). Jongeren en jongvolwassenen die problematisch middelen gebruiken zijn voornamelijk te vinden in risicosettings als de residentiële jeugdzorg, justitiële inrichtingen, jongerencentra en (zorg)instellingen voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVG-settings). De gevolgen van problematisch middelengebruik zijn aanzienlijk voor het individu, zijn of haar directe omgeving en de maatschappij (Dijkstra & Bransen, 2010; Bransen et al., 2008; Brookman-Frazee et al., 2009; Knorth & Dubbeldam, 1995). Jongeren en jongvolwassen die naast de problemen waarvoor ze in een instelling verblijven, ook problematisch gebruiker zijn van alcohol en drugs, lopen bovendien (nog) meer kans op marginalisering. Ook kunnen de bestaande problemen door alcohol- en drugsgebruik vergroot worden. Jongeren en jongvolwassenen in risicosettings geven vaak aan dat zij alcohol en drugs gebruiken om bepaalde problemen in de thuissituatie of uit het verleden (zoals misbruik) te vergeten of om met deze problemen om te kunnen gaan. Kennis en vaardigheden van professionals over (het omgaan met) alcohol- en drugsgebruik zijn belangrijk om problematisch middelengebruik vroegtijdig te signaleren, problematisch middelengebruik van jongeren en jongvolwassenen te begeleiden en ze indien nodig met behulp van motiverende gespreksvoering voor behandeling te motiveren. Vervolgens moet de medewerker ondersteuning bieden bij het zoeken van de juiste hulpverlening. In de praktijk blijken kennis en vaardigheden van professionals in risicosettings over alcohol- en drugsgebruik echter onvoldoende aanwezig te zijn (Konijn, 1997; Van der Veen & Van Leeuwen, 2009; Dijkstra & Bransen, 2010). Ook is eenduidig en uitvoerbaar beleid nodig waar alle medewerkers van op de hoogte zijn en dit beleid daadwerkelijk ten uitvoer brengen. In de praktijk ontbreekt echter vaak alcohol- en drugsbeleid, is het opgestelde beleid niet (meer) uitvoerbaar, of is het verouderde beleid onvoldoende effectief (Dijk-stra & Bransen, 2010; Van de Veen & Van Leeuwen, 2009). Jongeren en jongvolwassenen in risicosettings vallen regelmatig tussen wal en schip wat betreft zorg- en hulpverlening (Dijkstra & Bransen, 2010). Als je kijkt naar de gedragsveranderingsmodellen (zoals Theory of Planned Behavior, ASE-model en de Sociaal-cognitieve theorie) dan is de sociale omgeving een belangrijke determinant om gewenst gedrag te kunnen bereiken (Brug et al., 2003). Of een persoon (problematisch) alcohol of drugs gaat gebruiken hangt volgens de theorie van Zinberg (1984) af van de 'drug', de 'set' en de 'setting', een benadering die ook door de WHO aanbevolen wordt (WHO, 1997). Drug verwijst naar de farmacologische eigenschappen van het middel zelf (bijvoorbeeld de risico's en de ingenomen hoeveelheid). Met Set worden

de eigenschappen van de persoon die het middel tot zich neemt bedoeld, zoals attitude ten opzichte van gebruik en motieven voor gebruik, en met de setting de eigenschappen van de fysieke, sociale en maatschappelijke omgeving. Vanuit algemeen gezondheidsperspectief ligt de focus bij voorkeur meer op de omgeving dan enkel op individuele risicofactoren (Marmot, 1998). De determinanten in de setting bieden de beste mogelijkheden voor preventie: omgevingsfactoren zijn makkelijker te beïnvloeden dan persoon of middel (Bellis et al., 2002). Opgeleide medewerkers en eenduidig en uitvoerbaar beleid zijn belangrijke veranderbare factoren in de risicosetting, oftewel de directe omgeving van de jongere of jongvolwassene. Deskundigheid van medewerkers en eenduidig beleid in een instelling zijn tevens belangrijke voorwaarden (Brug et al., 2003) om de vaak ernstige gevolgen van problematisch middelengebruik bij jongeren en jongvolwassenen uiteindelijk te kunnen voorkomen of te reduceren. Open en Alert richt zich daarom op deze voorwaardelijke en veranderbare elementen (beleid en deskundigheidsbevordering). Pas daarna zouden interventies gericht op de einddoelgroep georganiseerd kunnen worden ter voorkoming van alcohol- en drugsgebruik, omdat de kaders en de visie over alcohol en drugs dan bekend en gevormd zijn. Voorbeelden van interventies voor de einddoelgroep zijn voorlichtingsbijeenkomsten en motivatietraining. Doel, doelgroep en methodiek Al eerder is genoemd dat professionals in risicosettings een belangrijke rol spelen in het leven van de jongeren en jongvolwassenen die in de risicosetting verblijven. Deze rol is te vergelijken met de rol van ouders. Een aantal vaardigheden van ouders blijken beschermende factoren te zijn voor alcohol- en drugsgebruik door jongeren en jongvolwassenen (Van der Vorst et al., 2007; Koning et al., 2009; Vermeulen-Smit et al., 2010): Een open communicatie met jongeren en jongvolwassenen in het algemeen en over alcohol en drugs in het bijzonder Bewust zijn van wat zich afspeelt in het leven van de jongere en jongvolwassene en met ze onderhandelen om invloed te houden op wat de jongere of jongvolwassene doet Duidelijke en heldere grenzen stellen. Open en Alert maakt gebruik van deze vaardigheden door open communicatie en bewustzijn bij professionals te vergroten en duidelijke grenzen in beleid vast te leggen. Het doel van Open en Alert is dan ook een open en alerte houding te realiseren bij professionals in risicosettings tegenover alcohol en drugs en de mensen die dit gebruiken.dit doel wordt bereikt door: Het opstellen van een breed gedragen alcohol- en drugsbeleid Het vergroten van kennis over alcohol en drugs bij medewerkers in risicosettings Het vergroten van vaardigheden voor het signaleren, begeleiden en bespreekbaar maken van alcohol- en drugsgebruik bij medewerkers in risicosettings Management en professionals (zoals psychologen, gedragsdeskundigen en groepsleiders) die in contact staan met risicojongeren en -volwassenen vor-men daarmee de doelgroep van Open en Alert. Het einddoel van Open en Alert is alcohol- en drugsgebruik onder jongeren en jongvolwassenen in risicosettings te verminderen of te voorkomen. Dit is echter niet het primaire doel van Open en Alert. Dit lange termijn doel zal aangetoond moeten worden met behulp van monitoring en vervolgonderzoek (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009; Dijkstra & Bransen, 2010). Het is aannemelijk dat Open en Alert niet alleen geschikt is voor het behalen van de directe doelen, maar ook voor het bereiken van het einddoel, omdat de interventie werkt aan de voorwaardelijke elementen die nodig zijn om vervolgens preventieve interventies aan jongeren en jongvolwassenen in risicosettings aan te kunnen bieden. De methodiek van Open en Alert bestaat uit drie kernonderdelen, namelijk beleid, scholing en samenwerking. Hieronder leggen we de drie onderdelen uit. Vervolgens gaan we in op de werkzame factoren van Open en Alert en waarom voor deze kernonderdelen gekozen is. Beleid Niet in alle risicosettings is een duidelijk alcohol- en drugsbeleid aanwezig (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009; Dijkstra & Bransen, 2010) of wordt het alcohol- en drugsbeleid voldoende nageleefd (Kepper et al., 2010). Duidelijke grenzen ontbreken bijvoorbeeld en afwezigheid van beleid kan leiden tot een ondoorzichtige en tegenstrijdige aanpak van professionals. Een verbod op middelengebruik is niet altijd haalbaar en effectief gebleken (Kepper et al., 2010; Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Zo gebruiken jongeren in JJI's ook tijdens het verblijf alcohol en drugs, ondanks het verbod op middelenbezit en - gebruik (Kepper et al., 2010; Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Uit een nulmeting onder 35 medewerkers van een JJI kwam naar voren dat het zero tolerance beleid, dat dertien jaar eerder was opgesteld, bij 46% niet bekend was. Ook gaf 77% van deze medewerkers aan dat er verschil bestond tussen de regels op papier en de toepassing ervan in de praktijk (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Wanneer gebruik van middelen geen onderwerp van gesprek is, biedt het beleid weinig ruimte voor preventie van problematisch middelengebruik. In risicosettings is daarom het opstellen (of aanpassen) van een niet-restrictief maar werkbaar beleid (praktisch haalbaar, eenduidige regels en werkwijze) noodzakelijk. Beleid is maatwerk en een standaard beleidsplan voor alle risicosettings is dan ook niet voorhanden. Open en Alert biedt handvatten voor het (gezamenlijk binnen

een instelling) opstellen van een niet-restrictief beleid en bijbehorende protocollen waarin niet-gebruik van alcohol en drugs gestimuleerd wordt. Draagvlak creëren, medewerkers mee laten denken en regelmatig informeren over het nieuwe beleid zijn enkele van deze handvatten die ervoor zorgen dat dit beleid ook wordt nageleefd (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Scholing Zoals aangegeven laat de kennis en vaardigheden van professionals in risico-settings over (het omgaan met) alcohol- en drugsgebruik nog te vaak te wensen over. Professionals in risicosettings geven bovendien zelf aan behoefte te hebben aan scholing en informatie over signalering van alcohol- en drugs-problematiek, het bieden van de juiste begeleiding en over doorverwijzing (Dijkstra & Bransen, 2010; Van Hasselt et al., 2010). Uit een expertmeeting blijkt dat het opleiden van diverse professionals die in contact komen met kwetsbare jongeren een hoge prioriteit heeft, omdat daarmee risico's van alcohol en drugs vroegtijdig gesignaleerd kunnen worden en er vervolgens gehandeld of doorverwezen kan worden (Van Hasselt et al., 2010). De scholing van Open en Alert bestaat uit een basiscursus van twee dagdelen en een vaardigheidscursus van drie dagdelen. In de basiscursus wordt informatie over alcohol en drugs, de werking daarvan en redenen voor gebruik gegeven. Op een interactieve manier worden de verschillende onderwerpen behandeld. In de vaardigheidscursus wordt actief gewerkt aan het vergroten van de vaardigheden voor het signaleren, bespreekbaar maken en begeleiden van jongeren en jongvolwassenen die middelen gebruiken. Dit gebeurt onder ander door het doen van rollenspellen en het inbrengen en bespreken van actuele casussen. Ook krijgen professionals informatie over de stadia van gedragsverandering, gesprekstechnieken en de mogelijkheden van de verslavingszorg. Motiverende gespreksvoering is effectief gebleken in het terugdringen van middelengebruik onder jongeren en wordt behandeld in de scholing van Open en Alert (zie Van Hasselt et al., 2010) Medewerkers van een JJI die de scholing van Open en Alert volgden, hadden na afloop meer kennis over middelen en (problematisch) gebruik en waren vaardiger geworden in signaleren, begeleiden en doorverwijzen. Ook kon het overgrote deel deze kennis en vaardigheden in praktijk brengen. Medewerkers die de scholing hadden gevolgd vonden het nieuwe beleid bovendien duidelijk en helder in tegenstelling tot medewerkers die de scholing niet hadden gevolgd (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Samenwerking Jongeren en jongvolwassen in risicosettings vallen vaak tussen wal en schip wanneer het gaat over jeugdhulpverlening en zorg (Borghuis, 1994; Snoek et al., 2010: Dijkstra & Bransen, 2010). Voor een effectieve aanpak van problematisch alcohol- en drugsgebruik is de expertise van zowel de verslavingszorg als de risicosetting nodig. Een goede samenwerking tussen medewerkers van de risicosetting en medewerkers van een instelling voor verslavingszorg is daarom een belangrijke voorwaarde om jongeren en jongvolwassenen die alcohol- en drugs gebruiken goed te kunnen begeleiden. Deze samenwerking ontbreekt vaak in de praktijk (Bransen et al., 2008; Dijkstra & Bransen, 2010). In Open en Alert wordt vanaf het begin gewerkt aan het opzetten van een structurele samenwerking tussen de risicosetting en de verslavingszorg. In de scholing van de medewerkers wordt aandacht besteed aan de samenwerking en doorverwijzing naar de verslavingszorg. In het beleid wordt eveneens aandacht besteed aan de samenwerking, doorverwijzing en continuering van de samenwerking. Uit de pilotstudie in de Justitiële Jeugdinrichting blijkt dat de samenwerking tussen de JJI en de verslavingszorg goed verliep en structurele inbedding van de gemaakte afspraken gewenst was (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Werkzame factoren Enkele verandertheorieën liggen ten grondslag aan de methodiek van Open en Alert. Educatieve theorieën zijn gericht op de motivatie van professionals om te leren en te veranderen. Deze theorieën gaan ervan uit dat professionals zelf problemen ervaren in de praktijk en gemotiveerd zijn iets aan deze problemen te doen: probleemgericht leren (Grol & Wensing, 2006). Open en Alert is een werkwijze die ervan uitgaat dat professionals in risicosettings problemen ervaren door gebruik van alcohol en drugs door jongeren en jong-volwassen in de instelling. Uit studies in justitiële jeugdinrichtingen en LVG-settings is inderdaad gebleken dat deze behoefte groot is (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009; Bransen et al., 2008; Dijkstra & Bransen, 2010). De eerste aanleiding voor het ontwikkelen van Open en Alert kwam eveneens vanuit professionals uit het werkveld die veel problematisch alcohol- en drugsgebruik signaleerden en dit structureel wilden aanpakken in de instelling. Een verandering in de organisatie en onder professionals was daarvoor nodig. Open en Alert bevat daarom een educatieve component (scholing) en twee organisatorische componenten (beleid en samenwerking). Uit onderzoek is gebleken dat combinaties van verschillende interventies effectief zijn als meerdere ervaren knelpunten worden aangepakt. De effecten zijn voornamelijk gemeten op het niveau van directe uitkomstmaten (verhogen van kennis van professionals, aanwezigheid van beleid). Een combinatie van te veel interventies kan juist weer minder effectief zijn. Voor Open en Alert geldt dat zowel het kennistekort bij professionals als organisatorische belemmeringen worden bestreden. Bovendien wordt gebruik gemaakt van kleinschalige, interactieve, educatieve bijeenkomsten. Deze zijn effectief gebleken in het veranderen van gedrag van professionals (Grol & Wensing, 2006). Enkele determinanten van scholing zijn op effectiviteit onderzocht (Grol & Wensing, 2006): Duur van de scholing: Scholing van enkele dagen is effectiever dan scholing van één dag. Open en Alert bestaat uit vijf

dagdelen. Groepssamenstelling: Scholing van één professionele groep (bijvoorbeeld maatschappelijk werkers) is even effectief als scholing van een multidisciplinaire groep. Scholing is effectiever wanneer deelnemers uit één organisatie afkomstig zijn. Open en Alert wordt in één organisatie gehouden, de groepssamenstelling kan per organisatie variëren van dezelfde professionals tot een multidisciplinaire groep. Behoeftepeiling: Identificatie van knelpunten en behoeften die professionals ervaren met betrekking tot het onderwerp van de scholing (of verandering) en op deze knelpunten en behoeften aansluiten lijkt bij te dragen aan de effectiviteit van de scholing. Voordat de scholing van start gaat wordt met de werkgroep, en/of vertegenwoordigers van een te scholen groep, een intakegesprek gehouden. Tijdens dit gesprek kunnen de leerdoelen geïnventariseerd worden met behulp van de bijlage in het handboek. Deze inventarisatie kan in plaats van tijdens de intake ook tijdens de eerste les met alle deelnemers worden gedaan. De preventiewerker van de verslavingszorg sluit in de scholing aan op de uitkomsten. Tijdens de scholing houdt de preventiewerker een 'knelpuntenlijst' (tevens te vinden in de bijlage van het handboek) bij met knelpunten of onduidelijkheden die deelnemers tijdens de scholing tegenkomen. Actieve participatie: De effectiviteit wordt vergroot wanneer professionals actief participeren tijdens de scholing (bijvoorbeeld door discussies en rollenspellen). In de scholing wordt naast collegevormen veel gebruik gemaakt van interactieve vormen. In groepjes worden opdrachten gemaakt, opdrachten worden klassikaal besproken, over onderwerpen wordt gediscussieerd, rollenspellen worden gespeeld, deelnemers brengen een eigen casus in, etc. Deze determinanten komen terug in Open en Alert. Daarnaast is het wenselijk om op de behoeften en ervaringen van management en professionals aan te sluiten (Grol & Wensing, 2006). In Open en Alert wordt gebruik gemaakt van een werken stuurgroep waarin verschillende disciplines/voorzieningen vertegenwoordigd zijn. Een probleemanalyse wordt uitgevoerd waarmee de knelpunten van management en professionals in kaart worden gebracht. Vervolgens wordt gezamenlijk beleid opgesteld. Ook de inhoud van de scholing wordt aangepast aan de behoeften van de deelnemers doordat de preventiewerker van de verslavingszorg intakegesprekken voert. 8. Samenvatting van de onderbouwing Open en Alert richt zich op het realiseren van een open en alerte houding bij management en professionals in risicosettings tegenover alcohol en drugsgebruik bij jongeren en jongvolwassenen. Het programma bevat een educatieve component (scholing) en twee organisatorische componenten (beleid en samenwerking) met effectieve onderdelen als identificatie van knelpunten voor het opzetten van beleid en interactieve scholing (rollenspellen, discussies, inbreng van eigen casussen). 9. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Eisen ten aanzien van opleiding Voor het behalen van de doelen van Open en Alert speelt de preventiewerker van de verslavingszorg een sleutelrol. De preventiewerker biedt ondersteuning bij het ontwikkelen van alcohol- en drugsbeleid en neemt bijvoorbeeld zitting in de werkgroep van de risicosetting. De preventiewerker heeft een adviserende rol. Daarnaast verzorgt de preventiewerker de scholing aan de teams binnen de risicosetting. Hij of zij sluit daarbij aan op de aanwezige kennis en vaardigheden van medewerkers over (begeleiden van) alcohol- en drugsgebruik. Het is belangrijk dat de preventiemedewerker van de verslavingszorg niet alleen deskundig is op het gebied van alcohol en drugs maar ook in het ondersteunen bij de ontwikkeling van beleid. Voor de uitvoering van Open en Alert is het belangrijk dat de preventiewerker de volgende ken-nis en vaardigheden bezit: Het doel van Open en Alert kunnen uitleggen bijv. aan de directie om het belang van de interventie te benadrukken. Kennis van de specifieke risicosetting Kennis van de doelgroepen voor Open en Alert (jongeren en jong-volwassenen in risicosettings, management en professionals zoals welzijnswerkers of gedragsdeskundigen) Kennis hebben over de cijfers en ontwikkelingen in alcohol- en drugsgebruik ter onderbouwing van Open en Alert Ervaring hebben in het geven van cursussen en trainingen aan professionals Trainingsmateriaal kunnen maken zoals het schrijven van rollenspellen. Met het oog op de begeleiding van (problematisch) gebruikende jongeren en jongvolwassenen is het belangrijk om een jeugden/of LVG-specialist van de verslavingszorg in te schakelen bij de scholing. Deze veldwerker of hulpverlener kan een rol krijgen in consultatie aan de medewerkers van een risicosetting. Competenties die de veldwerker/hulpverlener van de verslavingszorg nodig heeft voor de uitvoering van Open en Alert zijn: Hulpverleningservaring met jongeren en jongvolwassenen op het gebied van (problematisch) middelengebruik Didactische kwaliteiten voor het geven van een deel van de training en ervaring met het geven van cursussen en trainingen Kunnen hanteren van de methodiek van Egan (1990) en het model van Prochaska & DiClemente (1993) Kennis hebben van de risicosetting

Ervaring hebben met het geven van consultatie aan professionals. Het handboek voor preventiewerkers ondersteunt de preventiewerker en jeugdspecialist van de verslavingszorg bij de opzet en uitvoering van Open en Alert. Protocol / handleiding Open en Alert is goed overdraagbaar. Voor de risicosetting is een handboek implementatie beschikbaar waarin stapsgewijs de ontwikkeling, implementatie en consolidatie van alcohol- en drugsbeleid beschreven wordt. Uit de aard en omvangstudie in de Nederlandse GGZ- en verslavingspreventie blijkt dat in 2007 door ongeveer de helft van de instellingen voor verslavingszorg (n=5) Open en Alert "Alcohol en drugspreventie in het jongerenwerk" uitgevoerd werd (De Jonge & Ruiter, 2010). Daarmee werden 1652 personen in de doelgroep bereikt. In 2008 werd deze interventie door drie instellingen uitgevoerd waarmee 446 intermediairs bereikt werden. Door twee instellingen werd de versie Open en Alert "Alcohol en drugspreventie in Justitiële Jeugdinrichtingen" uitgevoerd met een bereik van 327 intermediairs. In 2008 heeft Open en Alert dus 773 intermediairs bereikt.de verkoopcijfers van het Trimbos-instituut laten zien dat de handleiding voor preventiewerkers van Open en Alert voor de residentiële jeugdhulpverlening tussen 2006 en 2009 37 keer verkocht is en de informatie voor cursisten 634 keer. Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking De wijze van kwaliteitsbewaking wordt bepaald door de uitvoerder. In het handboek voor preventiewerkers zijn evaluatieformulieren opgenomen die gebruikt kunnen worden voor de evaluatie van de deskundigheidsbevordering. Daarnaast is "Evaluatie" een vast onderdeel van het vijffasenplan van Open en Alert. De gegevens van de evaluatie worden echter alleen door de uitvoerder gebruikt en niet landelijk verzameld. In de jaarlijkse aard- en omvangstudie van het Trimbos-instituut (vanaf 2011 aangevuld door het CGL) wordt gemonitord waar Open en Alert wordt uitgevoerd en hoe groot het bereik van deze interventie is. Kosten De totale kosten voor Open en Alert zijn op voorhand moeilijk aan te geven omdat de tijdsinvestering van (uitvoerende) medewerkers per project verschilt. De preventiewerker van de verslavingszorg is afhankelijk van de wensen die een risicosetting heeft, zoals het aantal medewerkers dat getraind moet worden. Ook hangen de kosten (en tijdsinvestering) af van de noodzaak van een risicosetting om een alcohol- en drugsbeleid op te zetten. Een project komt sneller van de grond wanneer de risicosetting behoefte heeft aan een project als Open en Alert dan wanneer de risicosetting eerst nog overtuigd dient te worden van het belang van bijvoorbeeld een alcohol- en drugsbeleid. De uitvoering van alle fasen van Open en Alert kost doorgaans een jaar. De uurprijs van de inzet van een preventiewerker was in 2009 78,42 euro. Me-dewerkers van de risicosetting die plaats nemen in de werkgroep investeren bovendien tijd in Open en Alert net als de medewerkers die de scholing volgen. Deze loonkosten worden betaald door de risicosetting. Een JJI heeft de tijdsbesteding van de eigen werknemers in kaart gebracht tijdens de pilotstu-die van Open en Alert. Om een inschatting te krijgen van het totaal aantal uren voor de risicosetting staan hieronder de uren die aan fase 2 tot en met 5 zijn besteed: Voorzitter: 168 uur Vice-voorzitter: 14 uur Ieder werkgroeplid: 51 uur Iedere medewerker die deelneemt aan de scholing: 18 uur De kosten van de materialen zijn: Open en Alert voor de residentiële jeugdhulpverlening (Van Leeuwen et al., 2006) Handboek voor trainers: 40 euro Informatie voor cursisten: 18,50 euro Open en Alert voor jongerenwerkers (Bransen et al., 2007) Handboek voor jongerenwerkers: 40 euro Open en Alert in de Justitiële Jeugdinrichting (Van Leeuwen & Van der Veen, 2009) Handboek voor preventiewerkers: 35 euro Handboek implementatie: 25 euro Informatie voor cursisten: 20 euro Open en Alert in een LVG-setting (Bransen & Dijkstra, in press). Handboek voor preventiewerkers: vanaf 2011 Handboek implementatie: vanaf 2011 Informatie voor cursisten: vanaf 2011

10. Onderzoek naar de uitvoering van de interventies Open en Alert in de Justitiële Jeugdinrichting Open en Alert is in 2007/2008 als pilot getest binnen de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) de Heuvelrug op de locatie Overberg in samenwerking met Centrum Maliebaan (verslavingszorg) (Van der Veen & Van Leeuwen, 2009). Het Trimbos-instituut heeft een procesevaluatie uitgevoerd met als doel het ontwikkelen van een good-practice interventie (Open en Alert), een interventie die bruikbaar, werkbaar, succesvol en relevant is voor Justitiële Jeugdinrichtingen. Meerdere methoden zijn toegepast, namelijk: Interviews met medewerkers van de Heuvelrug en Centrum Maliebaan (CM) Observatie van werkgroep overleg, stuurgroep overleg en trainingen Logboek van de werkgroep voorzitter en preventiewerker CM Vergelijking van beleidsstukken voor- en na de interventie Voor- en nameting van de deelnemers aan de scholing Registratiecijfers van CM (doorverwijzing en behandeling) Open en Alert is op vier van de zeven groepen (twee open en twee gesloten groepen) binnen de Heuvelrug, locatie Overberg, uitgetest. Resultaten Beleid Voorafgaand aan de uitvoering van Open en Alert was restrictief beleid aanwezig bestaande uit sancties indien alcohol of drugs gebruikt werden. Voor alle jongeren gold dezelfde aanpak. Het beleid was vrijwel onbekend bij de medewerkers en werd niet nageleefd. Na afloop van Open en Alert was er een preventief middelenbeleid met een positieve invalshoek. Belonen van niet-gebruik en het minderen van gebruik stonden centraal en door de positieve invalshoek kon het gesprek worden aangegaan om jongeren met problematisch alcohol- en drugsgebruik te motiveren daar iets aan te doen. Ook was er ruimte voor een individuele aanpak. Het beleid is vastgelegd. Meer medewerkers waren na afloop bekend met dit nieuwe beleid en pasten de protocollen daadwerkelijk toe in de praktijk. Getrainde medewerkers vinden het beleid en de protocollen helder en duidelijk. Ongetrainde medewerkers vinden het beleid en de protocollen te soepel en te soft.het is onduidelijk of, twee jaar later, het beleid is bijgehouden, medewerkers op de hoogte zijn van het beleid en het beleid naleven. Begeleiding Voor de uitvoering van Open en Alert werden jongens die (problematisch) alcohol en drugs gebruiken niet begeleid. Ook vond er geen toeleiding naar de regionale instelling voor verslavingszorg plaats vanwege verschil in visie en het ontbreken van directe contactpersonen. Door Open en Alert is de samenwerking tussen de Heuvelrug en CM goed op gang gekomen. Na afloop waren elf jongens met problematisch gebruik bij de verslavingszorg in behandeling. Ook werd de visie over begeleiding en behandeling afgestemd tussen de verslavingszorg en de JJI. Daarin werd de motivatie van de jongere centraal gesteld. Middelengebruik Voordat Open en Alert uitgevoerd werd bleek middelengebruik geen gespreksonderwerp te zijn in de JJI. Daardoor ontstond stiekem gedrag rondom middelengebruik en een soort 'kat-en-muis spel'. Nadat Open en Alert uitgevoerd was bleek de openheid van de jongeren toegenomen te zijn. Professionals werden meer alert op middelengebruik. De kennis over alcohol en drugs en de vaardigheden in het signaleren, begeleiden en doorverwijzen bij de medewerkers zijn door Open en Alert toegenomen. Zo hanteerden meer medewerkers een andere aanpak in het bespreken van middelengebruik en werd het model van Prochaska en DiClemente (1993) over de stadia van gedragsverandering significant vaker toegepast in de begeleiding dan voor Open en Alert. Ook geven medewerkers aan door het nieuwe beleid (opgesteld door Open en Alert) vaker een gesprek te hebben gevoerd met jongeren over middelengebruik. Het is onduidelijk of er sprake is van een afname van het middelengebruik. Daarvoor is een lange monitoring van Open en Alert nodig. Aanbevelingen Tenslotte komen enkele belangrijke randvoorwaarden uit de procesevaluatie naar voren die een succesvolle implementatie van Open en Alert bevorderen: Korte communicatielijnen (tussen werk- en stuurgroep; vaste aanspreekpunten van participerende instellingen) Draagvlak en inbedding van Open en Alert vergroten door een breed samenwerkingsverband binnen de instelling (alle disciplines vertegenwoordigd) Helderheid in werkwijze, taakomschrijving en tijdsbesteding Helder communiceren over de doelstellingen van Open en Alert Delen van successen Tijdig informeren van samenwerkende partijen voor behandeling en doorverwijzing Formaliseren van samenwerkingsafspraken door het afsluiten van een contract Multidisciplinaire teamsamenstelling

Conclusie Geconcludeerd wordt dat Open en Alert een good-practice interventie is die voor Justitiële Jeugdinrichtingen bruikbaar, werkbaar, succesvol en relevant is gebleken. Dit wordt ondersteund door de World Health Organisation (WHO) met de uitreiking van de prijs 'Best Practice Award for Health in Prisons 2009'. Deze prijs werd onder meer uitgedeeld vanwege de succesvolle proefimplementatie in de justitiële jeugdinrichting. Open en Alert in een LVG-setting Open en Alert is in een pilotstudie in 2009 uitgetest in de LVG-zorg (Hilderink & Bransen, 2010). Vier instellingen voor jongeren en jongvolwassenen met een (lichte) verstandelijke beperking deden aan de pilotstudie mee in samenwerking met de regionale instelling voor verslavingszorg. Het doel van deze pilotstudie was de uitvoerbaarheid van het programma in de LVG-zorg en de tevredenheid van de deelnemers te evalueren. Met behulp van observatie, telefonische interviews en schriftelijke vragenlijsten werden gegevens verzameld bij de pilotcoördinatoren van de LVG-zorginstelling, de preventiewerkers van de verslavingszorg en de deelnemers aan de deskundigheidsbevordering (medewerkers in de LVG-zorg). Resultaten Uit de evaluatie blijkt dat twee instellingen Open en Alert hebben uitgevoerd volgens de opzet van dit programma. Dit kan te maken hebben met de relatief korte looptijd van de pilotstudie. Minder dan een jaar hadden instellingen de tijd om Open en Alert uit te voeren. De resultaten die hieronder besproken worden, zijn op deze twee instellingen gebaseerd. Open en Alert blijkt met enige aanpassingen aan de LVG-doelgroep goed uitvoerbaar te zijn in de LVG-zorg. De inhoud, materialen en werkvormen van Open en Alert werden over het algemeen positief gewaardeerd door de preventiewerkers van de verslavingszorg en de medewerkers van de LVG-zorg. Het merendeel van de medewerkers aan de deskundigheidsbevordering vond dat zij het geleerde in de praktijk konden toepassen. De kennis en vaardigheden van deze medewerkers blijkt echter niet eenduidig te zijn toegenomen ondanks de positieve waardering van de medewerkers. De inschatting van de eigen kennis en vaardigheden komt niet overeen met de daadwerkelijke kennis en vaardigheden van medewerkers in de LVG-zorg. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het moment van de nameting. Deze vond direct na afloop van de laatste scholingsbijeenkomst plaats waardoor medewerkers weinig mogelijkheden hadden om de nieuw geleerde kennis en vaardigheden ook daadwerkelijk in de praktijk toe te passen tussen het volgen van de scholing en de nameting. Aanbevelingen Preventiewerkers van de verslavingszorg vonden dat de inhoud nog beter aangepast zou moeten worden aan specifieke informatie over LVG, zoals de specifieke risico's van middelengebruik voor mensen met LVG en de toepassingsmogelijkheden van motiverende gespreksvoering bij deze doelgroep. Ook werd aanbevolen meer casuïstiekbesprekingen in de werkvormen toe te passen. Lopend onderzoekin 2010 is Open en Alert voor de LVG-setting op onder andere bovenstaande aanbevelingen aangepast in samenwerking met een gedragsdeskundige van een VG-instelling (verstandelijk gehandicaptenzorg). Een extra casus is toegevoegd en in kaders is specifieke informatie uitgewerkt over onder andere de risico's van middelengebruik voor mensen met LVG, de do's en dont's in een eerste signaleringsgesprek, de toepassing van de stadia van gedragsverandering bij mensen met LVG en motiverende gespreksvoering bij mensen met LVG. Eind 2010 wordt deze versie van Open en Alert getest in diverse LVG-settings in samenwerking met de regionale instelling voor verslavingszorg. Indien nodig zal na de evaluatie in deze settings het materiaal opnieuw aangepast worden waarna ook deze versie van Open en Alert beschikbaar komt via de webwinkel van het Trimbos-instituut. 11. Nederlandse effectstudies Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Niet bekend 12. Buitenlandse effectstudies Niet bekend 13. Uitvoering van de interventies Open en Alert is ontwikkeld door het Trimbos-instituut in samenwerking met de verslavingszorg (Mondriaan, Bouman GGZ, Centrum Maliebaan). Daarnaast zijn de verschillende versies van Open en Alert doorontwikkeld en indien nodig aangepast op basis van ervaringen van: De Grift, Parnassia Preventie, Jellinek, CAD Zwolle, VNN Friesland, Stichting Jeugdhulpverlening Flevoland, Leo Stichting Groep, K2 Brabants kenniscentrum jeugd Jeugd-punt, LOJIK, Programma Bureau Veilig Rotterdam, ROC Amsterdam, Nederlands Jeugd Instituut, JJI de Heuvelrug, 's Heeren Loo Kwadrant; De Koraalgroep, OPL/Lijn 5, Amarant.

Open en Alert wordt uitgevoerd door de verslavingspreventie in samenwerking met de risicosetting. Settings die gebruik maken van Open en Alert zijn: Residentiële Jeugdhulpverlening Jongerenwerk Justitiële Jeugdinrichtingen LVG-settings zoals VG-instellingen, MEE en sociale werkvoorzieningen In paragraaf 8.2 is al genoemd dat de verslavingszorg in 2007 en 2008 minimaal één versie van Open en Alert toepast. 14. Overeenkomsten met andere interventies Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies. 15. Lijst met aangehaalde literatuur Bellis, M.A., Hughes, K., & Lowey, H. (2002) Healthy nightclubs and recreational substance use. From a harm minimisation to a healthy settings approach. Addictive Behaviors, 27, 1025-1035. Borghuis, M. (1994). Doorschuiven of samenwerken? Een samenwerkingsproject van jeugdhulpverlening en verslavingszorg. Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk, vanaf p.19. Bransen, E., & Dijkstra, M. (in press). Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in een LVG-setting. Utrecht: Trimbos-instituut. Bransen, E., Schipper, H., Mutsaers, K., Haverman, M., & Blekman, J. (2008). Aard en omvang van middelengebruik bij licht verstandelijk gehandicapte jongeren. Een eerste verkenning bij jongeren zelf en hun begeleiders. Utrecht: Trimbos-instituut. Bransen, M., Govers, A., & De Knegt, V. (2007). Handboek Open en Alert. Voor jongerenwerkers. Utrecht: Trimbos-instituut. Brookman-Frazee, L., Baker-Ericzen, M., Stahmer, A., Mandell, D., Haine, R.A., Hough, R.L. (2009). Involvement of Youths with Autism Spectrum Disorders or Intellectual Disabilities in Multiple Public Service Systems. Journal of Mental Health Research in Intellectual Disability, 2(3): 201-219. Brug, J., Schaalma, H., Kok, G., Meertens, R.M., & Van der Molen, H.T. (2003) Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planmatige aanpak. Assen: Koninklijke van Gorcum. De Jonge, M., & Ruiter, M. (2010). Aard en omvang GGZ- en verslavingspreventie 2008. Ontwikkelingen in de inhoud, organisatie en omvang van de GGZ- en verslavingspreventie. Utrecht: Trimbos-instituut. Dijck, D., & Knibb, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland. Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht. Dijkstra, M., & Bransen, E. (2010). Middelengebruik bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. Een verkennend onderzoek. Utrecht: Trimbos-instituut. DJI, Dienst Justitiële Jeugdinrichtingen (2008). www.dji.nl Egan, G. (1990). Deskundig hulpverlenen. Assen: Dekker & van de Vegt. Grol, R., & Wensing, M. (2006). Implementatie. Effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Hilderink, I., & Bransen, E. (2010). Voorkomen van problematisch middelengebruik door jongeren met een licht verstandelijke beperking. Een interventieprogramma. Utrecht: Trimbos-instituut. Hingson, R., & Zha, W. (2009). Age of drinking onset, alcohol use disorders, frequent heavy drinking, and unintentionally injuring oneself and others after drinking. Pedriatrics, 123 (6), 1477-1484. IVZ (2009). LADIS nieuwsflits kerncijfers 2008: hulpvraag in Nederland. Houten: Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ). IVZ/Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (2010). Jongeren in de ambulante verslavingszorg in Nederland (2004-2008). Houten: Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ). Kepper, A., Veen, V., Monshouwer, K., Stevens, G., Drost, W., De Vroome, T., Vollebergh, W. (2010). Middelengebruik bij jongens in Justitiële Jeugdinrichtingen. Het gebruik van tabak, alcohol, cannabis en harddrugs bij jongens met en zonder PIJmaatregel. Utrecht: Universiteit Utrecht. Knorth, E.J., & Dubbeldam, J.W.E. (1995). Plaatsing in de jeugdhulpverlening. Een onderzoek bij 119 adolescenten. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 34, 115-127. Konijn, C. (1997). "Ik blow nog maar af en toe". Drugspreventieproject op internaat Hoenderloo. Tijdschrift 0/25, 14-19. Koning, I.M., Vollebergh, W.A.M., Smit, F., Verdurmen, J.E.E., Van den Eijnden, R.J.J.M., Ter Bogt, T.F.M., Stattin, H., Engels, & R.C.M.E. (2009). Preventing heavy alcohol use in adolescents (PAS): cluster randomized trial of a parent and student intervention offered separately and simultaneously. Addiction, 104(10): 1669-1678. Lowinson, J.H., Ruiz, P., Millman, R.B. (1997). Substance abuse: a comprehensive textbook. Baltimore: Williams and Wilkins. Prochaska, J.O., en Diclemente, C.C. (1993). In search of how people change: applications to addictive behaviors. In: Annual review of Addictions Research and Treatment, 3, 245-260. Eerder verschenen in: American Psychologist 1992, 47, 1102-1114. Snoek, A., Wits, E., Van der Stel, J., & Van de Mheen, D. (2010). Kwetsbare groepen. Kwetsbare groepen jeugdigen en (problematisch) middelengebruik: visie en interventiematrix. Rotterdam: IVO. Valkenberg, H. (2010). Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar. Amsterdam: Stichting Consument en Veiligheid.

Van der Veen, C. & Van Leeuwen, L. (2009). Open en Alert. Alcohol- drugspreventie in de justitiële jeugdinrichting. Resultaten procesevaluatie. Utrecht: Trimbos-instituut. Van der Vorst, H., Engels, R., Dekovic, M., Meeus, W., & Vermulst, A. (2007). Alcohol-specific rules, personality and adolescents' alcohol use: a longitudinal personenvironment study. Addiction, 102, 1064-1075. Van Hasselt, N., van Laar, M., Onrust, S., Verdurmen, J. (2010) Preventie van schadelijk alcoholgebruik en drugsgebruik onder jongeren. Utrecht: Trimbos-instituut. Van Laar, M.W., Cruts, A.A.N., Verdurmen, J.E.E., Van Ooyen-Houben, & Meijer, R.F. (2008). Nationale Drugs Monitor, jaarbericht 2007. Utrecht: Trimbos-instituut. Van Leeuwen, L., & Van der Veen, C. (2009). Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in de Justitiële Jeugdinrichting. Utrecht: Trimbos-instituut. Van Leeuwen, L., Beckers, Y., & Bouts, M. (2006). Open en Alert. Alcohol- en drugspreventie in de residentiële jeugdhulpverlening. Utrecht: Trimbos-instituut. Vermeulen-Smit, E., Van der Eijnden, R., Verdurmen, J., Spruijt, R., & Schulten, I. (2010). Integrale aanpak opvoedingsadviezen ten aanzien van roken, drinken, drugsgebruik, seksueel risicogedrag en gehoorschade. Utrecht/Den Haag: Trimbosinsituut/Universiteit Utrecht/Stivoro. Vreugdenhil, C., Dorelijers, T.A.H., Vermeieren, R., Wouters, L.F.J.M., & Van den Brink, W. (2004). Psychiatric disorders in a representative sample of incarcerated boys in the Netherlands. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 43, 97-104. WHO. (1997) Jakarta Declaration on Leading Health Promotion into the 21st Century. Jakarta, The Fourth International Conference on Health Promotion, 21-25 July 1997: World Health Organisation.Zinberg, N.E. (1984) Drug, set, and setting : the basis for controlled intoxicant use. New Haven: Yale University Press. Deze informatie is op 16 oktober 2017 gedownload van www.nji.nl.

Samenwerking erkenningstraject Het erkenningstraject wordt in samenwerking uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het RIVM Centrum Gezond Leven (CGL), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE. Door samen te werken aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria streven wij naar kwaliteitsverbetering in de betrokken werkvelden.