Gemeente Hof van Twente Bestemmingsplan Het Wegdam 3

Vergelijkbare documenten
Toelichting 3. Regels 9

bestemmingsplan Bestemmingsplan appartementencomplex Bleekstraat te Goor Toelichting 3 Regels 279

PROJECTBESLUIT SCHONENBURGSEIND 40

De Whee e.o., herziening Rubensstraat 2 BESTEMMINGSPLAN. Datum: onherroepelijk NL.IMRO.1735.GOxrubens2-OH10

Delden Zuid 2015, wijzigingsplan kade Delden

1 van :15

Regels bestemmingsplan "3e herziening van het bestemmingsplan Oud- en Nieuw Krispijn, locatie Laan der VN"

Bestemmingsplan Kinderboerderij, Waspik. Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 6

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Inhoudsopgave. Heerde Dorp, Brede School Heerde West, 1 e herziening Vastgesteld

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Voorthuizerstraat 5(vastgesteld) Regels 3. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 8

Buitengebied, partiële herziening ontsluitingsweg Oude Rijksweg 395 te Rouveen O N T W E R P

Regels Bestemmingsplan Uitbreiding zorgcentrum Dekelhem, Gieten

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan Voetgangersverbinding. Castricum Limmen REGELS

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Transformatorstation Vijfhuizen. Regels

Regels. Groene Scheg- Oldenzaalsestraat

Regels bestemmingsplan "2e herziening van het bestemmingsplan Dubbeldam, locatie Haaswijkweg west 116"

REGELS Ontwerp bestemmingsplan Boomkwekerij nabij Akkerweg 9 Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Regels. Kenmerk: R05

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5

bestemmingsplan "Boomkwekerij nabij Akkerweg 9"

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

wijzigingsplan Dr Bouwdijkstraat

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Voorschriften aan projectbesluit "Hotel/appartementen Burgemeester Keijzerweg"

R e g e l s rgl

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Bestemmingsplan Mgr. Kuijpersplein 18, Borkel en Schaft. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

GEMEENTE HILLEGOM REGELS. onderdeel van het bestemmingsplan Fietspad Hillegom - Bennebroek van de gemeente Hillegom

R e g e l s rgl

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE REGELS... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

INHOUDSOPGAVE blz. 1 Artikel 2: Wijze van meten. HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Bedrijf - Nutsbedrijf. 4 Artikel 4: Bedrijf - Opstijgpunt

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

R e g e l s rgl

Inhoudsopgave. ontwerp gemeente Groningen - bestemmingsplan Gasleiding Groningen-Winschoten 2

Bestemmingsplan Luttermolenveld, 1e partiële herziening: Regels

Regels Grooterkamp-Gorssel Gemeente Lochem

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Regels. Bestemmingsplan Windturbines Netterden - Azewijn

Regels. Eynderhoof Plan ROS Adviesbureau voor ruimtelijke plannen

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

INHOUD 1 I N L E I D E N D E R E G E L S 1 2 B E S T E M M I N G S R E G E L S 5 3 A L G E M E N E R E G E L S 7

s-heerenberg, Zeddamseweg 13-19

wijzigingsplan Nieuwveenseweg 36a Inhoudsopgave Regels vastgesteld

Bestemmingsplan Taxiopstelstrook Leidsebosje

1.1 plan: het bestemmingsplan 'Varkenshouderij Laarstraat' van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde

Hertog Reinaldlaan 2, Horst

GEMEENTE ASSEN Vincent van Gogh, locatie Lariks

R e g e l s rgl

N307 Passage Dronten (9071)

Rypsterdyk 43 in Marsum. Menameradiel Plantype: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan

Van Alewijkstraat Beerzerveld

pompstation Breehei te Leunen REGELS

bebouwingspercentage: een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwvlak van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

Bestemmingsplan. N307 Passage Dronten (9071)

B i j l a g e 5 : R e g e l s b e h o r ende bij de ruimtelijke onderbouwing projectb es l u i t rgl

Bestemmingsplan. Woning Hammerweg. Gemeente Ommen. Regels. Datum: 15 mei 2012 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0175.

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS 9 Artikel 7 Antidubbeltelregel 9 Artikel 8 Algemene bouwregels 10 Artikel 9 Algemene ontheffingsregels 11

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1 Begrippen 1 Artikel 2 Wijze van meten 3

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Woongebied...

Regels bestemmingsplan Camperstandplaatsen Balk. Planstatus: ontwerp Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0653.BPL ON01 Auteur: Ontwikkeling

Inhoudsopgave. Regels 3

Westsingel. Datum 22 juni 2009

Hoofdstuk 1 Inleidende regels...3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels...7. Hoofdstuk 3 Algemene regels Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels...

bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Nieuwleusen 2007 (Bos Bedden)

1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 5. 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Verkeer 6

Brandweerkazerne Halfweg

1 Inleidende regels Bestemmingsregels Algemene regels Overgangs- en slotregels... 11

REGELS. van het bestemmingsplan. Spoorwegonderdoorgang Den Dolder. van de GEMEENTE ZEIST

Regels bestemmingsplan 4e Herziening Wielwijk, locatie Krabbestein

1. INLEIDENDE REGELS 2 Artikel 1 - Begrippen 2 Artikel 2 - Wijze van meten 5

BESTEMMINGSPLAN RUINERWEG, ECHTEN BOS BIJ VAN HARTE

bestemmingsplan Brandweerkazerne GAE ontwerp

Fietspad Melderslo - Broekhuizen (Tracédeel C)

Hoofdstuk 1 Inleidende regels... 2 Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten... 5

Purmerweg 35/35a

R e g e l s rgl

Wijzigingsplan SWLM M20

R e g e l s rgl

R e g e l s rgl

Buitengebied herziening 2010, Laarstraat

1.1 plan: het bestemmingsplan "Nibbelinklaan 12 Sinderen: koffieboerderij "Groot-Nibbelink" van de gemeente Oude IJsselstreek; 1.

Broek 6, 8 en 10 te Sevenum Deze standaard is gebaseerd op de Bro (juni 2007) en SVBP2008 (22 februari 2008).

Regels bestemmingsplan Anne Franklaan 50 / Joop Westerweelstraat 18

Regels wijzigingsplan Zeedijk 5f

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Zuidelijk Molenveld, Beatrixstraat - Prins Bernhardplein

Bestemmingsplanregels Provincie Utrecht

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen... 2 Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels... 7

NL.IMRO BP001PH

R e g e l s rgl

Brantjesstraat bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro. Status: vastgesteld. Gemeente Purmerend Ruimtelijk Domein

Bestemmingsplan. de Vlaas, zonnepanelenpark. Gemeente Deurne. Regels

Wijzigingsplan: `Heide 45 Swalmen

Transcriptie:

Gemeente Hof van Twente Bestemmingsplan Het Wegdam 3 Datum: Augustus 2011 Project: GHO233 OOSTZEE stedenbouw Tivolilaan 205 6824 BV Arnhem Tel (026) 442 33 42 Fax (026) 445 85 12 info@oostzee.nl www.oostzee.nl

OOSTZEE stedenbouw 2

Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Plangebied 7 1.3 Vigerende bestemmingsplannen 8 1.4 Opzet van de toelichting 8 Hoofdstuk 2 De beschrijving van het plangebied 9 2.1 Ontwikkeling van het plangebied 9 2.2 De ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied 9 Hoofdstuk 3 Inventarisatie van relevant beleid 11 3.1 Rijksbeleid 11 3.2 Provinciaal beleid 11 3.3 Beleid van het Waterschap 13 3.4 Gemeentelijk beleid 13 3.5 Conclusie 19 Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheidsaspecten/onderzoek 21 4.1 Inleiding 21 4.2 Bodem en grondwaterkwaliteit 21 4.3 Archeologie 21 4.4 Interne milieuzonering 22 4.5 Water 23 4.6 Externe veiligheid 24 4.7 Ecologische waarden 24 4.8 Geluidhinder 25 4.9 Luchtkwaliteit 26 Hoofdstuk 5 Planbeschrijving 27 Hoofdstuk 6 Juridische vormgeving 29 6.1 Toelichting op het juridisch systeem 29 6.2 Toelichting op de bestemmingen 29 Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 31 Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 33 Bijlagen Bijlage 1 Bodemonderzoek, april 2007 Regels 35 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 37 Artikel 1 Begrippen 37 Artikel 2 Wijze van meten 40 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 41 3 OOSTZEE stedenbouw

Artikel 3 Bedrijventerrein 41 Artikel 4 Groen 43 Artikel 5 Waarde - Archeologie 2 44 Hoofdstuk 3 Algemene regels 45 Artikel 6 Anti-dubbeltelbepaling 45 Artikel 7 Algemene gebruiksregels 46 Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 47 Artikel 9 Overige regels 48 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 49 Artikel 10 Overgangsrecht 49 Artikel 11 Slotregel 50 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Staat van bedrijven Parkeernormen gemeente Hof van Twente OOSTZEE stedenbouw 4

Regels 35 OOSTZEE stedenbouw

OOSTZEE stedenbouw 36

Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan: het bestemmingsplan Het Wegdam 3 van de gemeente Hof van Twente; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1735.HExWegdam3-OP10 met de bijbehorende regels en bijlage; 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.6 bebouwingspercentage: een in het plan aangeduid percentage, dat de grootte van het in de regels aangegeven bouwvlak of erf aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd; 1.7 bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; 1.8 bedrijf: het bedrijfsmatig vervaardigen of repareren van goederen, dan wel het verrichten van ambachtelijke diensten; 1.9 bestaand: 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning; 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een ander planologische toestemming; 1.10 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.11 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.12 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.13 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 37 OOSTZEE stedenbouw

1.14 bouwlaag: het geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw, uitgezonderd kelders; 1.15 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.16 bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; 1.17 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.18 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.19 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.20 detailhandel in volumineuze goederen: detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van detailhandel in auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen; 1.21 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.22 gebruik: het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken; 1.23 kantoor: een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening -niet zijnde detailhandel- al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie; 1.24 risicovolle inrichting: 1. een inrichting, waarvoor op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een veiligheidsafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; 2. een AMvB-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid; OOSTZEE stedenbouw 38

1.25 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 39 OOSTZEE stedenbouw

Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.2 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.3 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken van dakkapellen; 2.4 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.5 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens: vanaf de zijdelingse grens van een bouwperceel tot enig punt van een gebouw; 2.6 peil: 1. Voor een bouwwerk in een bouwvlak, waar het peil ter plaatse is aangeduid: het niveau van 15 cm tot 35 cm boven de hoogte van de bij deze aanduiding gelegen aansluitende bestaande openbare ruimte; 2. Indien ter plaatse geen aanduiding in een bouwvlak is aangegeven: het niveau van 15 cm tot 35 cm boven de hoogte van de aansluitende bestaande openbare ruimte, dan wel de bestaande afwijking tot de mate waarin een bouwwerk van het in de aanhef genoemde niveau afwijkt. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden. OOSTZEE stedenbouw 40

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Bedrijventerrein 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor of 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven en instellingen zoals vermeld in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de bij deze regels behorende bijlage 'Staat van bedrijven', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': categorie 1, 2, 3.1 en 3.2 zijn toegestaan; b. groenvoorzieningen en water; c. verkeers- en verblijfsdoeleinden; d. openbare nutsvoorzieningen; met dien verstande dat: in de bestemming seksinrichtingen, inrichtingen bedoeld in artikel 40 juncto artikel 1 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet zijn begrepen; onder waterdoeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater worden begrepen; bedrijven wat betreft parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad of losruimte dienen te voorzien op eigen terrein. 3.2 Bouwregels a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak; 2. de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogten; 3. het maximum bebouwingspercentage van het bouwvlak dient ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' in acht te worden genomen. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 3 m; 3.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, sub b, ten behoeve van een bouwhoogte van 6 m. 3.4 Specifieke gebruiksregels Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met uitzondering van ondergeschikte productiegebonden detailhandel. 41 OOSTZEE stedenbouw

3.5 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor de vestiging van bedrijven welke in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten worden genoemd in een naast hogere categorie en andere niet genoemde bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven die wel zijn toegestaan. OOSTZEE stedenbouw 42

Artikel 4 Groen 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. voet- en fietspaden, alsmede toegangspaden en inritten naar omliggende bestemmingen; c. water in de vorm van waterlopen en -partijen; d. openbare nutsvoorzieningen; Onder water worden de doeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater begrepen. 4.2 Bouwregels a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m. 4.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: - lid 4.2, sub b: ten behoeve van een bouwhoogte van 6 m. 43 OOSTZEE stedenbouw

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. 5.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan 2500 m2 en dieper dan 40 cm: 1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen; 2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen; 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 4. het verlagen van het waterpeil in gebieden; 5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd. a. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 5.2, sub a wordt slechts verleend indien de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verleend, winnen zij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie. b. De onder 5.2, sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: 1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden; 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; 3. het normale onderhoud betreffen; 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning; 5. op archeologisch onderzoek zijn gericht; 6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven. 5.3 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 2, deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. OOSTZEE stedenbouw 44

Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 6 Anti-dubbeltelbepaling Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 45 OOSTZEE stedenbouw

Artikel 7 Algemene gebruiksregels Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in elk geval wordt begrepen het (zelfstandig) bewonen van vrijstaande gebouwen, niet zijnde woningen. OOSTZEE stedenbouw 46

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: 1. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; 2. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings of bouwgrenzen worden overschreden indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft. b. De onder sub a bedoelde omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de brandveiligheid; de verkeersveiligheid. Bij de toepassing van deze bevoegdheid dienen onder andere effecten op het woongenot van aangrenzende percelen, de milieuhinder, de mate van verkeersaantrekking, bij de beoordeling te worden betrokken. 47 OOSTZEE stedenbouw

Artikel 9 Overige regels Indien de (wijziging van de) omvang, het bouwen van en/of de bestemming van een gebouw danwel het terrein daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht, conform bijlage 2 Parkeernormen gemeente Hof van Twente, op eigen terrein in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw danwel die functie behoort. a. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5 m en ten hoogste 3,25 m bij 6 m bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5 m bedragen. b. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a en c: 1. indien het voldoen aan die bepalingen op overwegende bezwaren stuit; of 2. voor zover op andere redelijke wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimtem, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien. OOSTZEE stedenbouw 48

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 10 Overgangsrecht 10.1 Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 10.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 49 OOSTZEE stedenbouw

Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan Het Wegdam 3'. OOSTZEE stedenbouw 50