Benchmark Wmo Rapport Prestatieveld 1 Gemeente Gouda SGBO Postbus HE Den Haag

Vergelijkbare documenten
Bijlageboekje Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning

Benchmark Wmo 2008 Rapport Mantelzorg Gemeente Gouda 17 november 2008

Benchmark Wmo 2008 Rapport Vrijwilligers Gemeente Gouda 17 november 2008

MANAGEMENTSAMENVATTING MANTELZORG & VRIJWILLIGERS GEMEENTE HOUTEN

Benchmark Wmo Rapport Hulp bij het Huishouden 2008 Gemeente Gouda 1 december SGBO Postbus HE Den Haag

Benchmark Wmo Rapport Basisbenchmark Gemeente Maassluis 17 November SGBO Postbus HE Den Haag

Benchmark Wmo Rapport Basisbenchmark Gemeente Brummen 17 November SGBO Postbus HE Den Haag

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

Rapportage Wmo-benchmark 2008

Samenvatting Benchmark Wmo 2012

Advies 109. Advies van de Goudse Adviesraad voor mensen met een beperking over het Wmo-product: tevredenheidsonderzoek en horizontale verantwoording

2014, peiling 5 november hebben nog 178 Hengeloërs eenmalig de vragenlijst ingevuld. Het onderwerp van

MANAGEMENTSAMENVATTING HULP BIJ HET HUISHOUDEN GEMEENTE DOETINCHEM

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Onderzoek WIJK-, BUURT- EN DORPSBUDGET DEAL-gemeenten

Benchmark Wmo Rapport Module Algemene en Individuele Voorzieningen Gemeente Drechtsteden 17 november 2008

Wmo prestatieveld 4? Goed voor Elkaar!

Wmo-kanteling. Raadpleging Inwonerpanel Dongen

Samenvatting basisbenchmark en cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo

M Ondernemerschap en strategie in het MKB

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Korte schets over wat de Kanteling inhoudt, samenhang met Welzijn Nieuwe Stijl Kanteling in beleid en verordening Kanteling in de uitvoering

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

AVI-activiteiten Aanbod van programma Aandacht voor iedereen

Betreft: Opmerkingen bij de reactie van de gemeente op ons Advies: Beleidsplan Welzijn en zorg Barneveld van

ons kenmerk Wmo

SGBO Korte Houtstraat 20 A-B Postbus HE Den Haag Telefoon

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Heuvelrug Wonen

Gemeentelijke regisseurs. Regisseren en de kunst van de verleiding

Voorstel van de Rekenkamer

Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo Gemeente Almere

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Plan van Aanpak Vrijwilligerswerk 2007 tot Aanpakken Maar!

Cliëntervaringsonderzoek Wmo & Jeugd 2016

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Wonen Noordwest Friesland

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

LEERWIJZER JEUGD UITKOMSTEN VAN EEN ENQUÊTE ONDER DE BEZOEKERS VAN HET CONGRES TOEKOMST VAN DE JEUGDZORG

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Rapportage Wmo-benchmark 2011

Verordening Individuele Voorzieningen. Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem

Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll /10/2012

Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Zuid-hollandse raadsleden over sport

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Knelpunten Hieronder worden de 10 belangrijkste knelpunten bij de vormgeving van de regierol op het gebied van integrale veiligheid samengevat.

Lokale kwaliteit Maart/april 2015

WMO-raadpleging Gemeente Heemstede

Onderzoek Het contact tussen inwoners en de gemeente DEAL-gemeenten

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Wet maatschappelijke ondersteuning

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

JURYRAPPORT Van de prijs voor de best presterende gemeente op het gebied van ouderenbeleid

Inventarisatie van Wmo-raden de uitgewerkte antwoorden -

De makelaarsfunctie vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage: de stand van zaken begin 2009

IMPRESSIE BMT Inzicht door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie

Onderzoek naar het register van verwerkingen EEN ONDERZOEK NAAR HET REGISTER VAN VERWERKINGEN BIJ GEMEENTEN EN PROVINCIES

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Samenwerken. kwaliteit

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek De Goede Woning

9 DEC. DIV TE f. Gemeente Dordrecht T.a.v. mevrouw J. Storm Hoofd afdeling Zorg Sociale dienst Postbus AA Dordrecht. Datum: 14 december 2005

Stimuleringsprogramma lokale aanpak gezondheidsachterstanden

2-meting gemeentelijk vrijwilligerswerkbeleid. Herhalingsonderzoek stand van zaken vrijwilligerswerkbeleid

Tevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003

Decentralisatie van de AWBZ en de nieuwe Wmo: wat betekent dit voor ouderen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten; Gelet op het Subsidiebeleid Welzijn en Participatie gemeente Asten ;

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571).

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg

Benchmark Sturen op veiligheid 2011 BENCHMARK STUREN OP VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Interactief bestuur. Omnibus 2015

t Marheem is een brede welzijnsinstelling die gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning uitvoert.

Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning. Hoe doen we het? Hoe doen we het landelijk? uitgave juli 2009

Deze tijd vraagt om creativiteit

Notitie koppeling hoofdproces en rollen partners t.b.v. gebiedsgericht werken.

Uw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk

Van Wmo-adviesraad naar een Adviesraad Sociaal Domein Katwijk

De stand van mediation

Tweede monitor Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen

Bestuursopdracht Wmo Alblasserdam

Allochtonen, burgerinitiatieven en participatie IIP

Noorden veldwerker. Zorg. De Noordenveldwerker Wegwijzer in welzijn, wonen en zorg. Brochure Noorderveldwerker.indd :26

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

De rol van de raad bij de omgevingswet

Methode. Begroting en Verantwoording

Transcriptie:

Benchmark Wmo 2008 Rapport Prestatieveld 1 Gemeente Gouda 20081121 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3800

VOORWOORD De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is per 1 januari 2007 ingegaan. De Wmo is een participatiewet, maatschappelijke ondersteuning omvat activiteiten die het mensen mogelijk maken om mee te doen in de samenleving. Dat kan bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk en mantelzorg, maar ook met goede informatie en advies, opvoedingsondersteuning en huishoudelijke hulp. Het begrip maatschappelijke ondersteuning is in de Wmo verwoord in negen prestatievelden. Het ministerie van VWS geeft de kaders aan waarbinnen elke gemeente haar eigen beleid kan maken. Een beleid dat afgestemd is op de wensen en samenstelling van de inwoners. De invoering van een nieuwe wet gaat gepaard met een veelheid aan veranderingen. Veranderingen in organisatie, processen en informatiehuishouding. De benchmark Wmo kan daarbij een hulpmiddel zijn. Een van de ideeën achter de Wmo is dat de gemeente bij uitstek in staat is om lokaal maatwerk te leveren, en de burgers die dat nodig hebben de juiste ondersteuning te bieden. Dit lijkt op gespannen voet te staan met benchmarken, de lokale situaties verschillen immers. Daarom zal het bij deze benchmark Wmo niet altijd mogelijk zijn een waardeoordeel aan een bepaalde prestatie te hangen; de waarde van de prestatie is immers afhankelijk van de lokale keuzes. Het neemt niet weg dat de gemeente er belang bij heeft de eigen prestaties in beeld te hebben en zich af te vragen of verschillen inderdaad het gevolg zijn van verschillen in lokale situaties. De benchmark Wmo draagt bij aan het verkrijgen van inzicht in de prestaties van de eigen gemeente en biedt de mogelijkheid om te leren van andere gemeenten. In deze rapportage toont de benchmarkorganisatie u de resultaten van de gegevens die u samen met de andere deelnemers hebt aangeleverd. De rapportage is het vertrekpunt om het verhaal achter de cijfers in uw gemeente boven tafel te krijgen. Natuurlijk is het interessant om de prestaties van uw gemeente te kunnen vergelijken met die van andere gemeenten. Belangrijker echter is om naar aanleiding van de verschillen op zoek te gaan naar verbetermogelijkheden in uw eigen organisatie en goede voorbeelden bij andere. Gemeenten kunnen van elkaar leren door zogenaamde good practices te identificeren en als voorbeeld te gebruiken. Naast leren door vergelijken stelt de benchmark u in staat om te voldoen aan de verplichting tot horizontale verantwoording, zoals neergelegd in artikel 9 lid 1. De basisbenchmark Wmo biedt op hoofdlijnen een Wmo-breed beeld van uw gemeente over alle prestatievelden heen. Voor verdieping van bepaalde onderdelen biedt SGBO verdiepingsmodules aan. Op dit moment zijn dat de modules Algemene en individuele Voorzieningen, Hulp bij het huishouden, Mantelzorg- en vrijwilligersbeleid, Sturen met subsidies, Sociale samenhang en leefbaarheid en Prestatievelden 7, 8 en 9 Elk model is een vereenvoudiging van de werkelijkheid. Dat geldt ook voor de benchmark Wmo. De resultaten zijn een indicatie voor de keuzen en prestaties van de gemeente op het Wmo-terrein en dienen als zodanig te worden beschouwd.

BENCHMARK WMO RAPPORT SOCIALE SAMENHANG EN LEEFBAARHEID GEMEENTE GOUDA Gemeente Gouda heeft in 2008 samen met 40 andere gemeenten deelgenomen aan de module Sociale samenhang en Leefbaarheid van de benchmark Wmo. In deze module is informatie verzameld over het beleid op prestatieveld 1. Dit rapport geeft een beknopt overzicht van de uitkomsten van de module Sociale samenhang en Leefbaarheid voor uw gemeente. BENCHMARKING Benchmarking is het vergelijken van organisaties. Voor deze vergelijking hebben alle benchmarkdeelnemers een vragenlijst beantwoord. De vragenlijst bevat zowel vragen naar kwantitatieve gegevens (aantallen en uitgaven) als naar kwalitatieve gegevens (beleidskeuzes, organisatie- en uitvoeringsaspecten). De kernindicatoren dienen als indicatoren voor een complexe en snel veranderende werkelijkheid. Ook de uitkomsten zelf moet u met de nodige voorzichtigheid benaderen. Het is bijvoorbeeld vaak niet mogelijk om een waardeoordeel te geven, zonder hierin het verhaal achter de cijfers te betrekken. Dit jaar is het eerste jaar dat de vragenlijst Sociale samenhang en Leefbaarheid wordt gebruikt. Tijdens de workshops over prestatieveld 1 bij de benchmarkdagen in juni en september is gebleken dat de ene vraag voor gemeenten relevanter is en/of eenvoudiger te beantwoorden, dan de andere. Ook bleek dat in sommige gevallen niet zozeer het antwoord op de vraag zelf interessant was, maar wel het verhaal achter de vraag en de uitwisseling van ervaringen met het thema. In deze rapportage is dit bij enkele vragen aangegeven en op de website www.benchmarkwmo.nl, op de pagina van de module prestatieveld 1 vindt u de verslagen van bijeenkomsten, aangevuld met documenten van gemeenten en achtergrondartikelen. De vragenlijst is een ontwikkelinstrument waarvan de inhoud tot stand komt in samenspraak met de deelnemende gemeenten. Voor de benchmark 2009 zullen naar aanleiding van suggesties van gemeenten daar waar mogelijk vragen worden gewijzigd, toegevoegd of juist worden verwijderd, zodat de inhoud steeds beter aansluit bij de gemeentelijke beleidspraktijk. RAPPORTAGE In deze eindrapportage staan de belangrijkste bevindingen uit de module sociale samenhang en leefbaarheid van de Wmo benchmark 2008. Sociale samenhang en leefbaarheid zijn thema s zijn die moeilijk uit te drukken zijn in concrete cijfers, de vragen in deze benchmarkmodule zijn dan ook kwalitatief van aard. In deze rapportage ligt de nadruk op gemeente overstijgende resultaten en minder op gemeente specifieke scores. De grafieken tonen de gegevens van alle 41 gemeenten gezamenlijk. Per onderdeel wordt ter vergelijking vervolgens ook de score van uw eigen gemeente weergegeven. Tenslotte zijn de resultaten van drie verschillende gemeentegrootten geanalyseerd (kleinere gemeenten met een inwoneraantal van: 0 < 25000, middelgrote gemeenten: 25.000 < 75000 en grotere gemeenten met meer dan 75. 000 inwoners). Daar waar opvallende verschillen tussen gemeentegrootten zichtbaar zijn, is dit in het rapport weergegeven. Gezien het beperkt aantal respondenten per gemeentegrootte klasse (respectievelijk n = 12, n = 22, n=7) zijn de resultaten slechts indicatief. De grafieken behorende bij deze analyse vindt u op de website www.benchmarkwmo.nl onder module prestatieveld 1. 1

WEERGAVE De resultaten zijn weergegeven in staafgrafieken. In de staafgrafieken is per indicator de gezamenlijke score van alle deelnemende gemeenten zichtbaar. Bij iedere grafiek staat vervolgens in een begeleidende tekst wat de score van de eigen gemeente is op dit onderdeel. 5 4 3 2 1 70% 63% Score van de gemeente op prestatieveld 1 vanuit de basisbenchmark Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in wijken, dorpen en buurten blijkt zeer lastig te vatten in indicatoren die in alle gemeenten op dezelfde wijze gemeten kunnen worden. Vooralsnog is de score opgebouwd aan de hand van de inzet van de gemeente om het sociale klimaat en de leefbaarheid te bevorderen en de schaalscores voor sociale en fysieke kwaliteit. Wanneer er geen schaalscores beschikbaar zijn, wordt de gemiddelde score gebruikt van de gemeenten die wel een score hebben ingevuld. Een extra complicerende factor is dat het meetniveau voor dit prestatieveld eigenlijk niet de gemeente, maar de afzonderlijke wijken, dorpen en buurten is. Desalniettemin zijn hogere schaalscores op gemeenteniveau het resultaat van hogere scores op wijkniveau. 1. Leefbaarheid: Inzet (gemeentelijke activiteiten) bevorderen sociale klimaat en leefbaarheid 2. Leefbaarheid: schaalscore sociale kwaliteit 3. Leefbaarheid: schaalscore fysieke kwaliteit Uw gemeente scoort beter dan het gemiddelde van de benchmark (opm.: de gemiddelden van deze scores zijn ook bekend voor de grootteklassen). Uw gemeentelijke score biedt nog enige ruimte voor verbetering. ANALYSE VAN DE RESULTATEN VRAGENLIJST SOCIALE SAMENHANG EN LEEFBAARHEID Betrokkenheid van interne en externe partners bij vorming en uitvoering van het beleid gericht op sociale samenhang en leefbaarheid Sociale samenhang en leefbaarheid is binnen de Wmo een apart prestatieveld. Voor de komst van de Wmo waren gemeenten echter ook al actief op deze gebieden. Veel gemeenten voeren beleid dat verder reikt dan de prestatievelden van de Wmo. Bij het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid komen vaak ook aanpalende beleidsterreinen in beeld; zowel sociale als fysieke peilers in de gemeentelijke organisatie hebben een rol wanneer het gaat om sociale samenhang en leefbaarheid in wijken, dorpen en buurten. Externe partijen zijn evenzo van belang bij beleidsvorming en uitvoering. Gemeenten maken keuzes in de partijen die zij betrekken. Hierdoor kan het beleid op prestatieveld 1 in de ene gemeente een ander accent krijgen dan in de andere gemeente. De afdeling veiligheid kijkt met een andere blik naar sociale samenhang dan de afdeling welzijn, hetzelfde geldt voor externe partners als scholen, politie of woningbouwcorporaties. 2

Deze paragraaf brengt de betrokkenheid van interne en externe partijen bij prestatieveld 1 in gemeenten in beeld. Voor het bepalen van de mate van betrokkenheid maken we gebruik van de participatieladder. In de praktijk is het onderscheid tussen elkaar opvolgende categorieën soms lastig te maken. Wanneer is bijvoorbeeld sprake van informeren en wanneer kan beter gesproken worden over raadplegen?. De gehanteerde schaalverdeling dient daarom vooral als indicatie van de mate van betrokkenheid. Wanneer in de rapportage gesproken wordt over weinig betrokken, vallen hieronder de categorieën niet en informeren, onder sterk betrokken vallen categorieën als medeontwerper en trekker. Figuur 1: Interne betrokkenheid: : Welzijn belangrijkste trekker, er, bijgestaan door jeugd Wijze van betrokkenheid beleidsterreinen bij beleidsvorming pv 1 ( n = 41) Welzijn % gemeenten dat beleidsterrein noemt 0% 20% 40% 60% 80% 100% Jeugd Ruimtelijke ordening/ wonen Veiligheid Werk en inkomen Gemeente werken/ beheer openbare ruimte Ander beleidsterrein/ afdeling niet informeren raadplegen/ adviseren medeontwerpen trekker/ initiatiefnemer Bij de beleidsvorming op prestatieveld 1 zijn de beleidsterreinen Welzijn en Jeugd het sterkst betrokken. In de meeste gevallen treedt Welzijn op als interne trekker van de beleidsontwikkeling. Werk & inkomen en openbare werken worden in veel minder mate door gemeenten aangeduid als beleidsterreinen die een belangrijke rol spelen bij de beleidsontwikkeling rondom Sociale samenhang en leefbaarheid, zij vervullen meer een informerende en raadplegende rol. Veiligheid en ruimtelijke ordening worden wel veel geraadpleegd, maar zitten niet vast aan tafel bij de beleidsvorming. Opvallend is dat met name bij middelgrote gemeenten (25.000 tot 75.000 inwoners) veiligheid wel een belangrijke rol speelt als medeontwikkelaar én trekker van het beleid. In de 22 gemeenten die tot deze groep behoren is in 30% van de gevallen is veiligheid medeontwikkelaar en in 20% van de gevallen trekker. In gemeente Gouda wordt het beleidsterrein welzijn het meest betrokken bij de beleidsvorming op het gebied van sociale samenhang en leefbaarheid. De overige beleidsterreinen worden geraadpleegd en geven advies. 3

Figuur 2: Externe betrokkenheid: : Wmo-raad en wijkraden belangrijke adviesfunctie bij beleidsvorming Mate van betrokkenheid externe partners beleidsvorming pv 1 (n = 41) 0% 10 % gemeenten 20 30 dat 40 externe 50 60 partner 70 80 noemt 90 % % % % % % % % % 100 % externe partner Woningcorporatie(s) Welzijninstelling (Thuis)Zorgaanbieders Vrijwilligersorganisaties/ belangenorganisaties Sportverenigingen Buurtverenigingen Wmo raad/ wmo platform Wijkraden/ dorpsraden Scholen Politie GGD Bibliotheken Individuele burgers Niet Informeren Raadplegen Adviseren Medeontwerpen Als externe partners bij de beleidsvorming op prestatieveld 1 zijn woningcorporaties en welzijnsinstellingen de belangrijkste spelers voor gemeenten. In 49% van de gemeenten treedt de woningbouwcorporatie op als medeontwerper, voor welzijn geldt een percentage van 34%. Opvallend is de belangrijke adviesfunctie van Wmo-raad en wijkraden/ dorpsraden op dit vlak. Als het gaat om de betrokkenheid van overige burgers (zowel in georganiseerd verband in vrijwilligersorganisaties, buurtverenigingen, sportverenigingen als in ongeorganiseerd verband) treden deze nauwelijks op als medeontwerper en is hun rol beperkt tot informeren en raadplegen/adviseren. Wanneer we kijken naar verschillen tussen kleinere en grotere gemeenten, dan lijkt naar mate gemeenten groter zijn, de rol van woningbouwcorporaties op het gebied van leefbaarheid en sociale samenhang toe te nemen. In kleine gemeenten zijn in plaats van woningbouwcorporaties, naast welzijn vooral politie en GGD belangrijke medeontwerpers. Verder betrekken grotere gemeenten burgers vaker in georganiseerd verband via wijkraden, terwijl kleinere gemeenten vaker individuele burgers om advies vragen. In gemeente Gouda zijn wmo-raad en wijkraden de belangrijkste externe partners bij de beleidsvorming op het gebied van sociale samenhang en leefbaarheid. Vrijwililgers, sportverenigingen, buurtverenigingen, politie, bibliotheken en individuele burgers worden nauwelijks/ niet betrokken. 4

Figuur 3: Beleidsuitvoering door externe partners: Woningcorporaties en welzijnsinstellingen trekken de kar Mate van betrokkenheid externe partners bij beleidsuitvoering pv 1 (n=40) % gemeenten dat externe partner betrekt 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100 % Woningbouwcorporatie(s) Welzijninstelling (Thuis)Zorgaanbieders Vrijwilligersorganisaties/ belangenorganisaties Sportverenigingen Buurtverenigingen Wijkraden/ dorpsraden Scholen Politie GGD Bibliotheken Individuele burgers Niet Informeren Raadplegen Adviseren Medeuitvoerder Trekker Bij de uitvoering van het beleid ten aanzien van sociale samenhang en leefbaarheid wordt het merendeel van de externe partijen gezien als medeuitvoerder van het beleid. De partijen die hierin de grootste rol vervullen zijn woningcorporaties en welzijnsinstellingen (resp. 73% en 65%). Ook zorgaanbieders, buurtverenigingen en politie zijn belangrijke medeuitvoerders. De minst actieve rol in de uitvoering van het beleid spelen de sportverenigingen. Opvallend is dat in bijna een derde van de gemeenten ( 29%) de individuele burgers gezien worden als uitvoerder van het beleid. In de kleine en middelgrote gemeenten hebben de woningcorporaties de meest actieve rol in de uitvoering van het beleid. In de grotere gemeenten zijn dit de welzijnsinstellingen en de politie (beide 71%). Grotere gemeenten zien individuele burgers vaker als medeuitvoerder van het beleid (33%) dan kleinere gemeenten, die in 27% van de gevallen individuele burgers helemaal niet betrekken bij de beleidsuitvoering. Sportverenigingen zijn in meer dan de helft (57%) van de grotere gemeenten medeuitvoerder, terwijl dat in een derde van de middelgrote gemeenten en in een kwart van de kleinere gemeenten het geval is. Naar mate gemeenten groter worden, besteden zij de uitvoering van het beleid op het gebied van sociale samenhang en leefbaarheid vaker uit aan een externe partner. Kleinere gemeenten zijn meestal zelf trekker. In gemeente Gouda zijn woningcorporaties, welzijnsinstellingen, (thuis)zorgaanbieders, vrijwilligersorganisaties en politie de belangrijkste externe partners bij de beleidsuitvoering op het gebied van sociale samenhang en leefbaarheid. Sportverenigingen, buurtverenigingen, GGD, bibliotheken en individuele burgers worden nauwelijks/ niet betrokken. Gemeentelijke regie op prestatieveld 1 Bij de uitvoering van het beleid op sociale samenhang en leefbaarheid zijn veel partijen actief. De gemeente kan als regisseur sturen op een sluitend aanbod en een integrale aanpak door de verschillende partijen. Niet altijd heeft de gemeente echter dezelfde sturingsmogelijkheden. Daarbij komt dat Sociale 5

samenhang en leefbaarheid iets is wat in samenwerking met burgers en maatschappelijke organisaties tot stand komt en wat gemeente niet eenzijdig op kunnen leggen. In deze module zijn een aantal vragen opgenomen die inzicht proberen te geven in de manier waarop de gemeente kan sturen. In onderstaande grafiek staat weergegeven in hoeverre gemeenten gebruik maken van formele sturingsinstrumenten ter bevordering van samenwerking tussen partijen. Figuur 4: Stimuleren van samenwerking door gemeenten: formeel geregeld, praktische uitvoering grootste hobbel Manier waarop gemeenten samenwerking tussen partijen formeel stimuleren (n=40) % gemeenten dat gebruik maakt van methode 0% 20% 40% 60% 80% 100% Samenwerking opgenomen in de subsidievoorwaarden van de gemeente methode Samenwerking opgenomen in de prestatieafspraken Ja Nee Samenwerking geformaliseerd in een convenant tussen partijen De resultaten laten zien dat in de kleinere gemeenten de samenwerking het minst geformaliseerd is. In de middelgrote en grotere gemeenten is de samenwerking opgenomen in de prestatieafspraken (resp. 55% en 86%). In 66% van de grotere gemeenten is samenwerking opgenomen in de subsidievoorwaarden van de gemeenten. In de workshops tijdens de benchmarkdagen gaven gemeenten aan dat het formeel stimuleren van samenwerking tussen partijen weinig problemen met zich meebrengt, echter de crux zit hem volgens hen in het sturen op de praktische uitvoering van deze samenwerking. Om deze reden heeft bijvoorbeeld de gemeente Venray ervoor gekozen samenwerking te stimuleren door een speciaal samenwerkingsbudget in het leven te roepen. Organisaties die een goed idee hebben voor een gezamenlijke activiteit, kunnen in aanmerking komen voor dit budget, dat bovenop hun reguliere subsidiegelden komt. De gemeente Gouda stimuleert de samenwerking tussen partijen formeel door de samenwerking op te nemen in prestatieafspraken van de gemeente en er is ook een convenant tussen de partijen. Gemeenten enten meestal zelf coördinator bij de uitvoering van het beleid op prestatieveld 1 Het overgrote deel van de gemeenten geeft aan zelf de coördinatie van de beleidsuitvoering te organiseren (85%), een klein deel van de gemeenten heeft deze rol belegd bij de welzijnsinstelling (15%). Hierin verschillen kleine en grotere gemeenten niet van elkaar. Wel blijkt uit de uitwisseling tijdens de benchmarkdagen, dat in de praktijk soms niet kan worden gesproken over dé coördinator, omdat bij verschillende onderdelen van het beleid, verschillende actoren deze functie kunnen vervullen. Een interessante vraag die met dit onderwerp samenhangt is wie kan de rol van coördinator het beste 6

vervullen? Welke competenties zijn hiervoor nodig?. Deelnemende gemeenten geven aan dat het niet zozeer uitmaakt welke partij de coördinatie vervult. De competenties van deze coördinator zijn van veel grotere invloed op het effectief kunnen uitvoeren van de functie. In gemeente Gouda vervult de gemeente zelf de rol van coördinator van de beleidsuitvoering. Figuur 5: Wat wíl en kan de burger? Behoeftepeiling B en het stimuleren van burgerinitiatieven Manier van behoeftepeiling voorzieningen en activiteiten onder burgers (n=41) % gemeenten dat gebruik maakt van methode 100 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% % Gesprekken met dorps-, w ijk-, buurtraden Gesprekken met de w elzijnsorganisatie methode Gesprekken met de w oningbouw corporatie/ huurdersvereniging Behoefteonderzoek onder burgers Ja Nee Anders Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid is onmogelijk zonder consultatie en participatie van burgers zelf. Uiteindelijk zijn het de burgers zelf die een buurt leefbaar maken, of juist voor overlast zorgen. Om met het gemeentelijk beleid zoveel mogelijk aan te sluiten bij burgers is het belangrijk zicht te hebben op de vraag van burgers. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat vrijwel alle gemeenten op diverse manieren de behoeften van burgers peilen. Opvallend verschil tussen kleine en grotere gemeenten is, dat kleinere gemeenten hiertoe vaak themabijeenkomsten en groepsgesprekken organiseren, terwijl grotere gemeenten meer gebruik maken van tevredenheidonderzoeken en navraag doen bij georganiseerde burgers (verenigingen, wijk- en buurtraden). Hoe krijgen gemeenten zicht op het aanbod van burgers aan de sociale samenhang en leefbaarheid? Een vraag die hiermee samenhangt is de vraag naar burgerinitiatieven. Veel gemeenten verstrekken subsidies om burgerinitiatieven te bevorderen. Dit kunnen buurtbarbecues zijn, financiële ondersteuning of facilitaire ondersteuning in de vorm van het afzetten van een straat of het bieden van accommodatie. Uit de benchmark resultaten blijkt dat bijna drie kwart (73%) van de gemeenten een visie heeft op het bevorderen van burgerinitiatieven. Het aantal aanvragen voor ondersteuning door niet-georganiseerde burgers en de toekenning ervan is door gemeenten lastig in kaart te brengen. Omdat de diversiteit aan burgerinitiatieven groot is, het vaak om kleinere bedragen gaat, of om facilitaire ondersteuning, wordt de toekenning niet in alle gemeenten vanuit één punt gecoördineerd. Een definitie van burgerinitiatieven is door de diversiteit lastig te formuleren en in beleid op te nemen. Sommige gemeenten kiezen er daarom bewust voor geen specifiek beleid op burgerinitiatieven te voeren, terwijl andere gemeenten dit wel doen. Uit de analyse van 7

de vragenlijst blijkt dat vooral middelgrote en grotere gemeenten aanvragen en honoreringen van burgerinitiatieven registeren. De gemeente Gouda heeft een vastgelegde visie op burgerinitiatieven. In 2007 zijn 99 burgerinitiatieven aangevraagd, 90 initiatieven zijn gehonoreerd. De vragen over burgerinitiatieven en behoefteonderzoek onder burgers waren tijdens de benchmarkdagen aanleiding tot discussie over de vraag wie is nu verantwoordelijk wanneer het gaat om het bevorderen van de sociale samenhang en de leefbaarheid in de wijken, dorpen en buurten? Waar begint en eindigt de verantwoordelijkheid van de gemeente? Burgers zijn belangrijke producenten van hun eigen samenleving, maar hoe spreek je hen aan op deze rol? Op www.benchmarkwmo.l vindt u naast de verslagen van deze benchmarkbijeenkomsten ook verschillende concrete aanpakken van gemeenten ter bevordering van burgerinitiatieven en achtergrondinformatie over dit thema. Integrale visie sport, kunst & cultuur, onderwijs & educatie gericht op sociale samenhang en leefbaarheid Vanuit de rijksoverheid wordt steeds meer aandacht besteed aan de versterking van de wijkfunctie. Om het aanbod goed aan te laten sluiten op de behoeften van de burgers aan voorzieningen en activiteiten in de wijk, worden op verschillende manieren behoeftepeilingen gehouden. In het merendeel van de gemeenten (98%) worden gesprekken gevoerd met de welzijnsinstellingen om inzicht te krijgen in de behoefte. In 88% van de gemeenten wordt contact gezocht met de woningcorporatie en in 85% wordt met dorps-, wijk- of buurtraden gesproken. Het valt op dat in de grotere gemeenten hoog wordt ingezet om de behoefte van burgers aan voorzieningen of activiteiten inzichtelijk te maken. Alle grotere gemeenten geven aan met welzijnsinstellingen, woningcorporatie, en dorps-, wijk- of buurtraden te spreken en voeren bovendien allen een behoefteonderzoek uit (een onderzoek waarin specifiek naar de behoefte van burgers wordt gevraagd). In de kleinere gemeenten worden vaker wijkgesprekken georganiseerd. Figuur 6: Bijdrage van sport, onderwijs, kunst & cultuur aan leefbaarheid en sociale samenhang: : meerderheid van gemeenten legt verbinding tussen de verschillende terreinen Visies sport, kunst & cultuur, onderwijs & educatie met een link naar prestatieveld 1 ( n=41) beleidsveld Visie vastgelegd onderw ijs en educatie Visie vastgelegd kunst en cultuur Ja Nee Visie vastgelegd sport 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% % gemeenten dat verbinding tussen beleidsveld en prestatieveld 1 legt 8

Uit bovenstaande grafiek blijk dat het merendeel van de gemeenten een visie heeft vastgelegd op het inzetten van onderwijs, sport en kunst en cultuur als middel om de sociale samenhang en leefbaarheid te vergroten. Uit de analyse van de verschillende gemeentegrootten blijkt dat kleinere gemeenten minder vaak een visie hebben vastgelegd dan grotere gemeenten; de helft heeft geen visie op het inzetten van sport en kunst en cultuur en zelfs 67% niet op het inzetten van onderwijs en educatie. De middelgrote gemeenten dichten vooral sport een belangrijke rol toe bij het vergroten van de leefbaarheid (86%). Van de grotere gemeenten heeft 57% geen visie op de inzetten van kunst en cultuur ten behoeve van prestatieveld 1. In gemeente Gouda wordt in de beleidsvisie sport een verbinding gelegd met de bijdrage van dit beleidsveld aan de sociale samenhang en leefbaarheid. In de beleidsvisies kunst & cultuur en onderwijs & educatie wordt deze verbinding niet gelegd. Gebruik van subsidieregelingen ter bevordering van sociale samenhang en leefbaarheid Om de sociale samenhang en leefbaarheid te bevorderen kunnen gemeenten een beroep doen op verschillende van de EU, het Rijk en de provincie. Iets meer dan de helft van de deelnemende gemeenten (56%) maakt hier gebruik van. Wanneer we kijken naar de uitsplitsing van de resultaten naar gemeentegrootte is opvallend dat de grootste gemeenten veel vaker aanspraak maken op subsidieregelingen (86%) dan middelgrote en kleine gemeenten (50%). De gemeente Gouda maakt wel gebruik van subsidiemogelijkheden ter bevordering van sociale samenhang en leefbaarheid. 9

VER SGBO OVER Begonnen in 1964 als een onderzoeksbureau van de VNG, zijn wij na onze verzelfstandiging in 2001 uitgegroeid tot een veelzijdige one-stop-shop, waar u voor alle aspecten van uw bestuurs- en organisatievraagstukken terecht kunt. Met ruim vijfenveertig zeer professionele adviseurs en onderzoekers kunnen wij die veelzijdigheid ook waarmaken. Per 1 januari 2008 maakt SGBO onderdeel uit van de BMC groep. Vertrouwen van de burger vormt het fundament van de publieke zaak. Vanuit deze visie biedt SGBO daarom aan gemeenten, provincies, waterschappen, ministeries en non-profitinstellingen al vele jaren actuele hulpmiddelen voor goed en betrouwbaar bestuur: gedegen onderzoeken, scherpe analyses, geïnspireerde beleidsadviezen en efficiënte implementatie van uw beleid. Hiermee kunt u zich steeds weer optimaal tegenover de burger verantwoorden. Wij kunnen u van dienst zijn op alle beleidsterreinen waar het openbaar bestuur mee te maken heeft: werk en inkomen, organisatie en kwaliteit, bestuur, gebiedsontwikkeling, Wmo, wonen en zorg, veiligheid, maatschappelijke ontwikkeling en jeugd & onderwijs. Onze organisatie kent specialisten op elk van deze terreinen. Per opdracht wordt een team van de geschiktste personen samengesteld. Onze mensen hebben een grote kennis van processen binnen overheidsorganisaties en een goed gevoel voor politieke verhoudingen. Het helpen creëren van draagvlak voor uw plannen zien wij dan ook als een onderdeel van ons vak. Toch zijn wij genoeg buitenstaander om u een frisse blik te kunnen leveren. We werken altijd vanuit een visie op het grote geheel, maar landen graag zo snel mogelijk weer op vaste grond met concrete oplossingen en resultaten. Wij vinden het werk van het openbaar bestuur van grote waarde. Daaraan te mogen meewerken zien wij als een voorrecht voor alle betrokkenen. Die overtuiging ziet u terug in onze hele bedrijfsvoering, waarin integriteit, transparantie, duurzaamheid en onafhankelijkheid zijn gewaarborgd. Die overtuiging ziet u overigens ook terug in onze tarieven. Natuurlijk, wij zijn een commercieel bedrijf, maar wij houden daarbij de verhouding tussen beloning en resultaat altijd scherp in de gaten. Het inschakelen van externen voor de publieke zaak wordt nu eenmaal heel kritisch bekeken. En terecht!