oktober 2011 vanaf 4 jaar Doei! tekst en muziek: Chris Winsemius Intro & E G A E G A œ Couplet & E G œ Doei roept de boer, A ik ga weg!' E Jam-merjam-mer jam - mer, & A E wat een pech. G C œ Hé roeptde koe, G C œ œ da s een goed i - dee!' Stapelen: Stapelen: & A oe A 1. 2. Ik E ga mee A Ik C7 ga mee b F A & b œ Doei roept de boer, C ik ga weg!' F C Jam-mer jam-mer jam - mer, C F A D A D & b œ œ œ wat een pech. Hé roept de koe da s een goed i - dee!' Stapelen: & b eeh 1. 2. C F C C 7 Ik ga mee Ik ga mee & F A œ Doei roept de boer, C ik ga weg!' F A Jam-mer jam-mer jam - mer,
& C F A D A D œ œ œ wat een pech. Hé roept de koe, da s een goed i - dee!' Stapelen: & Waf C F Ik ga mee & F A œ Ho roept de boer, C nee nee nee! F A œ Ik neem echt geen & C F A D A D œ die - ren mee Goed, dan blij - ven wij wel hier & Dáág! œ Veel C œ ple F œ Ó - zier!' Illustratie: Hans Meijer
DOEI! tekst en muziek: Chris Winsemius 1 Hé, roept de koe (koe: ) oe Ik ga mee! 2 Hé, roept het varken (varken: ) Knor 3 Hé, roept het schaap (schaap: ) eeh (varken: ) Knor 4 Hé, roept de kip (kip: ) Tok! (schaap: ) eeh (varken: ) Knor 5 Hé, roept de hond (hond: ) Waf (kip: ) Tok! (schaap: ) eeh (varken: ) Knor slot: Ho, roept de boer, nee nee nee! Ik neem echt geen dieren mee. (allen: ) Goed, dan blijven wij wel hier Dáág! Veel plezier!
oer ram gaat wandelen Marian van Gog oer ram is altijd druk. Wat doet hij dan? Hij melkt de koe en hij voert het varken. Hij raapt eieren bij de kip. Hij scheert het schaap en hij laat de hond uit. Elke dag is er van alles te doen op de boerderij. oer ram vindt dat niet erg. Hij doet het graag. Maar er is nóg iets dat hij graag doet: wandelen. En daarom neemt hij elke woensdagmiddag vrij. Hij zorgt dat de koe is gemolken, dat het varken genoeg voer heeft en dat er geen eieren meer in het kippenhok liggen. Hij kamt de mooie witte schapenvacht nog een keer, hij laat de hond uit en dan trekt hij zijn woensdagse wandelbroek aan. Doei, zegt hij tegen de dieren. Ik ga wandelen met Marieke van hiernaast. Hij loopt naar de boerderij die naast de zijne ligt. Daar staat Marieke al klaar in haar woensdagse wandeljurk. Samen gaan ze wandelen. Naar het dorp, want daar is markt. Of naar het bos, want daar ruikt het zo lekker. Of naar de stad, want daar is soms kermis. Ze blijven de hele middag weg. Dan brengt boer ram Marieke weer thuis. Fijn gewandeld, zegt hij. Ja, het was leuk, zegt Marieke. Tot volgende week. En dan gaan ze weer aan het werk. De dieren van boer ram zijn een beetje jaloers. Ik wil ook wandelen, loeit de koe. Ik heb nog nooit gewandeld, knort het varken. Wandelen lijkt mij é-nig! kakelt de kip. Alleen de hond blaft: Hmmm... Wandelen is gewoon... wandelen. Dat doe ik zo vaak. De koe heeft een plan. Op dinsdagavond zegt ze tegen de boer: Morgen willen wij mee wandelen. Nee, zegt boer ram. Wandelen is alleen voor Marieke en mij. Dan geef ik geen melk meer, zegt de koe. En ik leg geen eieren meer, kakelt de kip. En ik... eh... rol net zolang en zo erg door de modder, dat het overal heen spat. En dan wordt het mooie witte schaap helemaal vies en bruin, knort het varken. oer ram zucht. Vooruit dan maar, zegt hij. Jullie mogen mee. Het is woensdagmiddag. oer ram komt naar buiten in zijn woensdagse wandelbroek. Zijn jullie klaar? vraagt hij aan de dieren. En daar gaan ze. Ze lopen door de wei naar de voorkant van de boerderij. En dan over het pad van de boerderij naar de weg. Hoe moet ik hier lopen? vraagt de koe. Ik loop altijd op gras. Die stenen doen zeer aan mijn poten. Niet zo snel! roept het varken. Jullie gaan veel te snel. Ik heb maar korte pootjes. Is het nog ver? vraagt de kip. We lopen al zo lang. Van lopen krijg je het warm hè, mekkert het schaap. Alleen de hond zegt niets. Die rent heen en weer met zijn tong uit zijn bek en blaft vrolijk. oer ram zucht. Want ze zijn nog niet eens van het erf af! Ze lopen verder. Eerst moeten ze een klein stukje over de weg om bij de boerderij van Marieke te komen. Poeh, poeh, wat een eind hè, kakelt de kip. Ik zie nergens modder. Er is onderweg toch wel een modderpoel om even in de rollen? vraagt het varken. Ik wist niet dat we zo lang moesten lopen, loeit de koe. En dat het zo warm zou zijn, zucht het schaap. Alleen de hond blaft vrolijk.
Dan lopen ze het pad op naar de boerderij van Marieke. Marieke kijkt verbaasd. Eindelijk, we zijn er, kakelt de kip. Het werd tijd, loeit de koe. Wandelen jullie altijd zo n eind? vraagt het varken. Kan ik mijn warme vacht niet even afdoen? vraagt het schaap. Alleen de hond springt vrolijk tegen Marieke op. Wat gezellig dat jullie er zijn, zegt Marieke. We mochten mee wandelen, zegt de koe. Helemaal hier naartoe, kakelt de kip. Het hele eind... zegt het varken. Maar de wandeling moet nog beginnen! roept Marieke. Nog beginnen? roept het schaap. We zijn al zo moe! Marieke lacht. Dan willen jullie vast wel een ijsje, zegt ze. Even later zitten ze met een ijsje in het gras: de koe, het schaap, het varken, de kip en de hond. Als het ijs op is, lopen ze met z n allen terug naar de boerderij van boer ram. Op de boerderij gaan alle dieren terug naar hun wei, hok en stal. Hè, hè, zucht het schaap. Fijn gewandeld, zegt de koe. Maar wel érg ver, zegt de kip. Gaan jullie nog eens mee? vraagt boer ram. Maar de dieren schudden hun kop. Zo ver willen ze nooit meer lopen. WIJ gaan nog even naar het bos, hoor, zegt Marieke. Marieke en boer ram lopen het erf af en de straat uit. De dieren kijken hen na. Wandelen is leuk, zegt het schaap. Maar meer iets voor ménsen. En voor honden, zegt de hond, en als enige rent hij snel achter Marieke en boer ram aan. Wacht op mij, ik ga mee. Waf! Versje Marian van Gog Tel de poten De koe loopt weg. Ze heeft plezier. Het zijn er vier. Het schaap komt terug. Van daar naar hier. Het zijn er vier. De eend loopt weg. En ik loop mee. Het zijn er twee. Daar gaat de kip. Maar wat ik zie... Het zijn er drie. DRIE...? Eerlijk waar en geen gejok. Dat komt, de kip loopt met een stok!
Extra bij Doei ij het liedje Laat alle kinderen luid loeien, knorren, kakelen, blaffen enzovoort. Verdeel de kinderen dan in groepjes. Er is een groepje koeien, schapen, varkens, kippen en honden. Elk groepje maakt het goede geluid op het juiste moment. U kunt ook steeds 5 andere kinderen aanwijzen die elk koe, schaap, varken, kip of hond mogen zijn. Kennen de kinderen het liedje goed? Speel het dan uit. Wijs een boer aan die steeds weggaat en de dieren nazwaait. Laat steeds een ander kind de boer zijn. ij het verhaal Ook het verhaal kunt u leuk als toneelstukje laten uitbeelden. Laat de kinderen eerst naar het verhaal luisteren. Vertel het daarna samen na, u stelt vragen (wat gebeurde er toen?) en laat de kinderen antwoorden. Daarna laat u het verhaal door de kinderen naspelen. Eerst vertelt u en de kinderen spelen. Daarna kunt u de kinderen kleine dialoogjes laten zeggen. De dieren mopperen een beetje omdat het zo ver is, zo lang duurt, het zo warm is, ze zo moe zijn, enzovoort. oer ram en Marieke blijven vrolijk en ook de hond rent en blaft vrolijk. Dieren raden Welke dieren wonen op een boerderij? Welke dieren wonen in huis? Welke dieren wonen in een dierentuin? Kunnen kinderen nog meer plaatsen noemen waar dieren wonen? Noem steeds een dier. De kinderen raden waar het dier woont. kip kat zeehond olifant beer gans schaap slang geit vogel krokodil koe Ook met dierengeluiden kunt u dieren laten raden. Maak het geluid en laat de kinderen het dier raden. Of noem het dier en laat kinderen het geluid nadoen. Creatief De kinderen maken een kijkdoos over een boerderij. U kunt ze zelf de dieren laten tekenen of laat ze plaatjes knippen en plakken (bv. van internet). Denk ook aan bv. een tractor, een hondenhok en een vogelverschrikker. Met de plaatjes en een schoenendoos (van huis meebrengen) knutselen de kinderen een kijkdoos. Een leuk uitgangspunt voor boerderijfiguren is bijvoorbeeld: http://www.knutselmap.nl/tab/ boerderij
Kleurplaat