Eén tablet Pergolide Mylan 0,05 mg bevat een hoeveelheid pergolidemesilaat, overeenkomend met 0,05 mg pergolide.

Vergelijkbare documenten
Voor langdurige behandeling: bewijs van cardiale valvulopathie als vastgesteld door middel van echocardiografie voorafgaand aan de behandeling.

PATIËNTENINFORMATIE PERMAX

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Pergolide 0,25 mg Teva, tabletten Pergolide 1 mg Teva, tabletten pergolide

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

ANNEX III AANPASSINGEN VAN DE SAMENVATTING VAN PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITER

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of Product Characteristics

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of product characteristics

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

CINNARIZINE TEVA 25 MG tabletten. Cinnarizine Teva 25 mg bevat 25 gram cinnarizine per tablet.

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Elke tablet bevat 0,25 mg pramipexoldihydrochloride-monohydraat, wat overeenkomt met 0,18 mg pramipexol.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

1 sachet à 5 gram bevat 3,25 gram psylliumvezels (fijngemalen en gegranuleerde vezels van de Plantago ovata).

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

LACTULOSE KELA 500ML FLES

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953).

Summary of the Product Characteristics

De tabletten zijn geel, rond, vlak met een breukstreep en de inscriptie Ac. Fol. 5.

1.3. PRODUCT INFORMATION

Hulpstoffen met bekend effect: 8,8 mg propyleenglycol, 1,1 g glucose en 1,4 g sucrose.

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

Licht blauwe, ronde, biconvexe omhulde tablet. Diameter van de tablet ongeveer 12,4 mm, hoogte van de tablet ongeveer 7,5 mm.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

RVG Version 2017_06 Page 1 of 5

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride per ml.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of Product Characteristics

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Eén tablet Betahistine EG 24 mg bevat 24 mg betahistinedihydrochloride.

MEGESTROLACETAAT TEVA 160 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 20 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Voor volwassen vrouwen bij het optreden van milde menstruatiepijn: 2 maal per dag 3 capsules.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Beclometason Sandoz Nevel 50, neusspray suspensie 50 microgram/dosis

Summary of product characteristics / 1 van 5

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt voor de korte-termijn preventie en behandeling van een verkoudheid.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Bijsluiter Bladzijde : 1

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

FOLIUMZUUR TEVA 0,5 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 februari : productinformatie Bladzijde : 1

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 16 juli : productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Samenvatting van de Productkenmerken

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Hydergine FAS 4,5 mg, maagsapresistente tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik

Eldepryl Part IB2: Patiëntenbijsluiter

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Clobazam 2 mg, capsule

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

Bijlage : relevante rubrieken van de bijsluiter die werden herwerkt (de veranderingen in de tekst zijn onderlijnd)

Transcriptie:

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pergolide Mylan 0,05 mg, tabletten Pergolide Mylan 0,25 mg, tabletten Pergolide Mylan 1,0 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén tablet Pergolide Mylan 0,05 mg bevat een hoeveelheid pergolidemesilaat, overeenkomend met 0,05 mg pergolide. Eén tablet Pergolide Mylan 0,25 mg bevat een hoeveelheid pergolidemesilaat, overeenkomend met 0,25 mg pergolide. Eén tablet Pergolide Mylan 1,0 mg bevat een hoeveelheid pergolidemesilaat, overeenkomend met 1,0 mg pergolide. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1 3. FARMACEUTISCHE VORM Tablet. Pergolide Mylan 0,05 mg: lichtgeel gekleurde, rechthoekige tablet met breukstreep aan één zijde en de inscriptie "G" op de andere zijde. Pergolide Mylan 0,25 mg: lichtgroen gekleurde, rechthoekige tablet met breukstreep aan één zijde en de inscriptie "G" op de andere zijde. Pergolide Mylan 1,0 mg: lichtroze gekleurde, rechthoekige tablet met breukstreep aan één zijde en de inscriptie "G" op de andere zijde. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Indien behandeling met een dopamine agonist wordt overwogen, komt Pergolide Mylan als tweedelijnstherapie in aanmerking bij die patiënten die niet reageren op een non-ergot geneesmiddel of die het niet verdragen.voor monotherapie (zonder levodopa) en voor aanvullende therapie, bij patienten die reeds levodopa gebruiken (al of niet in combinatie met een perifere decarboxylaseremmer), bij de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson. Behandeling moet geïnitieerd worden onder supervisie van een medisch specialist. De voordelen van langdurige behandeling moeten regelmatig herbeoordeeld worden met in achtneming van het risico op fibrotische reacties en valvulopathie (zie rubriek 4.3, 4.4 en 4.8). 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering: Pagina 1 van 11

Alleen geschikt voor oraal gebruik bij volwassenen. Kinderen: De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld. Doseringen van pergolide mesilaat boven 3 mg/dag (3000 microgram/dag) mogen niet worden gebruikt als monotherapie of met levodopa vanwege het risico van fibrotische hartklepaandoeningen (zie rubriek 4.4), waarvan de frequentie kan toenemen door hogere dagelijkse doseringen of door een cumulatieve blootstelling. Echter, valvulopathie en fibrotische reacties zijn gemeld tijdens de behandeling met pergolide bij een verscheidenheid aan doseringen die lager waren dan 3 mg/day. Zoals bij andere dopamine-agonisten dient de behandeling met pergolide langzaam afgebouwd te worden. Monotherapie: Het volgende titratieschema dient te worden gebruikt voor het initiëren van pergolide als monotherapie Dag s morgens s middags s avonds Totale dagdosering 1 - - 0.05 mg 0.05 mg 2-4 - 0.05 mg 0.05 mg 0.1 mg 5-7 0.05 mg 0.05 mg 0.1 mg 0.2 mg 8-10 0.1 mg 0.1 mg 0.1 mg 0.3 mg 11-13 0.1 mg 0.15 mg 0.15 mg 0.4 mg 14-17 0.2 mg 0.2 mg 0.2 mg 0.6 mg 18-21 0.25 mg 0.25 mg 0.25 mg 0.75 mg 22-24 0.5 mg 0.25 mg 0.25 mg 1.00 mg 25-27 0.5 mg 0.5 mg 0.25 mg 1.25 mg 28-30 0.5 mg 0.5 mg 0.5 mg 1.5 mg Na dag 30 dient de dagelijkse dosering met maximaal 0.25 mg twee maal per week te worden verhoogd totdat een optimale therapeutische respons is bereikt. Pergolide wordt gewoonlijk drie maal daags toegediend. In klinische studies met pergolide als monotherapie was de gemiddelde dosis na 3 maanden 2.1 mg en na 1 jaar behandeling 2.51 mg per dag. Toediening als aanvullende therapie: Toediening van pergolide dient geleidelijk opgebouwd te worden: gedurende de eerste twee dagen eenmaal daags 0.05 mg; gedurende de daarop volgende twaalf dagen dient om de drie dagen de dosis geleidelijk opgevoerd te worden met 0.1-0.15 mg/dag; de dosis kan daarna om de derde dag met 0.25 mg/dag verhoogd worden, totdat een optimale therapeutische dosis bereikt is. Pergolide wordt gewoonlijk driemaal daags toegediend. Gedurende het geleidelijk verhogen van de dosis kan de dosis van levodopa/carbidopa voorzichtig verlaagd worden. Na dag 30 dient de dagelijkse dosering met maximaal 0,25 mg twee maal per week te worden verhoogd totdat een optimale therapeutische respons is bereikt, maar de dosering mag niet 3 mg/dag overschrijden (zie rubriek 4.4). Er is enig bewijs dat hogere doses en/of cumulatieve blootstelling het risico op valvulopathie doen toenemen. In klinische studies waarin pergolide werd toegediend naast levodopa bedroeg de doses 1-5 mg/dag. De gemiddelde doses van levodopa/carbidopa bedroeg 650 mg per dag. Tijdens het begin van de behandeling Pagina 2 van 11

kan domperidon worden toegediend volgens de aanbevolen dosering om gastro-intestinale symptomen te minimaliseren. 4.3 Contra-indicaties Pergolide is gecontra-indiceerd bij patiënten met: overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen; overgevoeligheid voor andere ergotderivaten; zwangerschap en borstvoeding; een voorgeschiedenis van fibrotische stoornissen; bewijs van hartklepaandoening (valvulopathie), vastgesteld door middel van echocardiografie voorafgaand aan de behandeling; ernstige perifere doorbloedingsstoornissen en coronaire insufficiëntie; ernstige nier- en/of leverinsufficiëntie omdat niet bekend is op welke wijze pergolide wordt gemetaboliseerd. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Bij patiënten, die neigen tot ritmestoornissen, is voorzichtigheid geboden, wanneer pergolide wordt toegediend. In een studie, waarbij pergolide vergeleken werd met een placebo, hadden patiënten, die behandeld werden met pergolide significant vaker perioden met premature atriale complexen en tachycardieën. Pergolide of levodopa kunnen aanleiding geven tot verwarring, hallucinaties en abnormale onwillekeurige bewegingen, met name wanneer ze in combinatie gebruikt worden. Patiënten en naaste familie moeten op de mogelijkheid van deze mentale verschijnselen gewezen worden. Tolerantie voor hallucinaties is niet waargenomen. Er is mogelijk een associatie tussen pergolide en het voorkomen van het maligne neuroleptica syndroom (zie rubriek 4.8 Bijwerkingen). Abrupt staken van chronische pergolide therapie als adjuvans bij l-dopa therapie kan binnen enkele dagen hallucinaties en verwarring teweeg brengen. Daarom dient pergolide langzaam te worden afgebouwd, zelfs als de behandeling met l-dopa wordt voortgezet. Orthostatische hypotensie en/of hypotensie kan voorkomen, met name in het begin van behandeling met pergolide, maar bij verdere titratie van de dosis treedt meestal tolerantie op t.a.v. de hypotensie. Het is daarom belangrijk de behandeling met lage doses te starten en de dosis zorgvuldig in 3-4 weken te verhogen. Een stijging van leverenzymen of ureum en optreden van leukopenie kunnen voorkomen. Labwaarden dienen te worden gecontroleerd. Fibrose en hartklepaandoening en mogelijk daarmee verband houdende klinische verschijnselen: Na langdurig gebruik van ergotderivaten met serotoninereceptor 5HT 2B agonistische activiteit (zoals pergolide) traden fibrotische en serosale ontstekingsaandoeningen op zoals pleuritis, pleurale effusie, pleurale fibrose, longfibrose, pericarditis, pericardiale effusie, hartklepaandoening waarbij één of meerdere kleppen (aorta, mitralis en tricuspidalis) betrokken waren, of retroperitoneale fibrose. In een aantal gevallen verbeterden de symptomen of manifestaties van hartklepaandoeningen na stopzetting van pergolide. Er is bewijs dat hogere dosis en/of cumulatieve blootstelling risicofactoren zijn voor de ontwikkeling van hartklepaandoening. Echter, hartklepaandoening en fibrotische reacties zijn gemeld tijdens behandeling met pergolide met doses minder dan 0,5 mg/dag. Voor aanvang van behandeling: Pagina 3 van 11

Alle patiënten moeten een cardiovasculair onderzoek ondergaan, inclusief echocardiogram, om de mogelijke aanwezigheid van een asymptomatische klepziekte vast te stellen. Het is niet bekend of behandeling met pergolide bij patiënten met valvulaire regurgitatie de onderliggende ziekte zou kunnen verergeren. Indien een fibrotische klepziekte is vastgesteld, dient de patiënt niet met pergolide behandeld te worden (zie rubriek 4.3). Het is ook raadzaam om voorafgaand aan de behandeling baselineonderzoeken te verrichten van de erythrocytensedimentatiesnelheid of andere ontstekingsmarkers, longfunctie/radiografie van de borst en nierfunctie. Gedurende de behandeling: Fibrotische aandoeningen kunnen zich sluipend ontwikkelen. Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op mogelijke verschijnselen van progressieve fibrose. Daarom dient men tijdens de behandeling te letten op de volgende tekenen en symptomen: pleuropulmonale ziekte zoals dyspnoe, kortademigheid, aanhoudend hoesten of pijn op de borst; nierinsufficiëntie of ureterale/abdominale vasculaire obstructie die mogelijk optreedt met pijn in de lendenen/zijkant van het lichaam en oedeem in de onderste ledematen, evenals abdominale massa s of gevoeligheid die kunnen wijzen op retroperitoneale fibrose; hartfalen; gevallen van valvulaire en pericardiale fibrose hebben zich vaak gemanifesteerd als hartfalen. Valvulaire fibrose (en constrictieve pericarditis) dient dus te worden uitgesloten indien dergelijke symptomen zich voordoen. Klinische diagnostische controle op de ontwikkeling van hartklepaandoening of fibrose is, waar van toepassing, van essentieel belang. Na start van de behandeling dient het eerste echocardiogram gemaakt te worden binnen 3-6 maanden. Vervolgens dient de frequentie van de echocardiografische controle vastgesteld te worden op basis van de individuele klinische bevindingen met specifieke aandacht voor de bovengenoemde klachten en symptomen. Echter ze dienen tenminste elke 6-12 maanden plaats te vinden. Pergolide dient gestaakt te worden indien met echocardiografie een nieuwe of verergerde valvulaire regurgitatie, valvulaire restrictie of klepbladverdikking wordt vastgesteld (zie rubriek 4.3). Op individuele basis dient de noodzaak van verdere klinische controle (bijv. lichamelijk onderzoek, cardiale auscultatie, radiografie, CT scan) te worden vastgesteld. Aanvullende passende onderzoeken zoals erythrocytensedimentatiesnelheid en metingen van de serumcreatinine dienen te worden uitgevoerd indien nodig ter ondersteuning van de diagnose van een fibrotische aandoening. Specifieke risicofactoren die ten grondslag liggen aan het ontwikkelen van fibrose met ergotderivaten zijn niet geïdentificeerd. Dyskinesie: Gebruik bij patiënten die tevens levodopa gebruiken kan toestanden van dyskinesie veroorzaken of bestaande toestanden van dyskinesie verergeren. Endocriene effecten Een symptoom complex zonder duidelijke oorzaak, welke lijkt op het maligne neuroleptica syndroom (gekenmerkt door verhoogde temperatuur, musculaire rigiditeit, verandering in bewustzijn en autonome instabiliteit), is gemeld na snelle dosis reductie, het stoppen met, of veranderingen in anti-parkinson therapie, zoals ook met pergolide. Hypotensie Patiënten en hun families moeten worden geïnformeerd over de vaak voorkomende nadelige gevolgen van het gebruik van pergolide en het risico van hypotensie. Om het risico op symptomatische orthostatische hypotensie en/of aanhoudende hypotensie te minimaliseren moeten patiënten erop worden gewezen dat de therapie met lage dosering moet worden begonnen en dat de dosering zorgvuldig en geleidelijk moet worden verhoogd over een periode van 3 tot 4 weken (zie Dosering en wijze van toediening ). Bij verdere titratie van de dosis treedt meestal tolerantie op t.a.v. de hypotensie (zie rubriek 4.5). Pagina 4 van 11

Hallucinaties en Psychoses Hallucinaties worden vaak geassocieerd met het gebruik van dopamine-agonisten en behandeling met levodopa. In gecontroleerde trials veroorzaakte pergolide mesilaat met levodopa in ongeveer 14 procent van de patiënten hallucinaties, tegenover 3% die een placebo met levodopa kregen. Dit was ernstig genoeg om de behandeling te staken voor 3% van de patiënten in deze studie. Tolerantie ten aanzien van dit ongewenste effect werd niet geobserveerd. Pergolide dient alleen met voorzichtigheid worden toegediend bij patiënten met een geschiedenis van psychose, aangezien reeds bestaande toestanden van verwarring en hallucinaties kunnen worden verergerd. Hartziekten/aritmie Voorzichtigheid is geboden bij toediening van pergolide aan patiënten die neigen tot hartritmestoornissen of patiënten met een significante onderliggende hartaandoening. In een placebo-gecontroleerde studie, hadden de patiënten die pergolidemesilaat kregen significant meer episodes van premature atrium contracties (PAC s) en sinus tachycardie. Somnolentie Pergolide is vooral in patiënten met de ziekte van Parkinson geassocieerd met somnolentie en perioden van plotselinge slaapaanvallen. Zelden werden plotselinge slaapaanvallen gedurende dagelijkse activiteiten gemeld, in enkele gevallen zonder dat men zich er bewust van was of zonder waarschuwingssignalen. Patiënten dienen hiervoor gewaarschuwd te worden en moeten geadviseerd worden voorzichtig te zijn bij het autorijden of bij het bedienen van machines gedurende de behandeling met pergolide. Patiënten waarbij somnolentie en/of plotselinge slaapaanvallen zijn opgetreden moeten afzien van rijden of het bedienen van machines. Tevens dient een reductie van de dosis of beëindiging van de behandeling overwogen te worden. Stoornissen in de impulsbeheersing Patiënten dienen regelmatig gecontroleerd te worden op het ontstaan van stoornissen in de impulsbeheersing. Patiënten en verzorgers dienen erop geattendeerd te worden dat in het gedrag van patiënten die behandeld worden met dopamine-agonisten, waaronder Pergolide Mylan, symptomen van een stoornis in de impulsbeheersing kunnen optreden, waaronder pathologisch gokken, verhoogd libido, hyperseksualiteit, compulsief geld uitgeven of koopgedrag, eetbuien en compulsief eetgedrag. Als dergelijke symptomen zich ontwikkelen dient dosisreductie/geleidelijk stoppen van de behandeling te worden overwogen. Maligne Neuroleptica Syndroom (MNS) Een complex symptoom dat lijkt op het maligne neurolepticasyndroom (MNS) (gekenmerkt door verhoogde temperatuur, spierstijfheid, veranderd bewustzijn en autonome instabiliteit), zonder andere duidelijke etiologie, is gemeld in associatie met een snelle verlaging of stopzetten van de dosis of wijzigingen in anti-parkinson therapie, met inbegrip van pergolide. De farmocokinetiek bij oudere patiënten en patiënten met een gestoorde functie van de lever en/of nier is niet bekend. Bij deze patiëntengroepen dient voorzichtig te worden gedoseerd. Er zijn geen gegevens bekend over behandeling met pergolide bij kinderen; dit geneesmiddel wordt derhalve bij kinderen niet aanbevolen. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucosegalactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Gebruik door patiënten die levodopa gebruiken kan reeds bestaande toestanden van dyskinesie, verwarring en hallucinaties veroorzaken en/of verergeren (zie rubriek 4.4). Abrupt staken van chronische pergolide therapie als aanvullende therapie bij levodopa therapie kan hallucinaties en verwarring teweeg brengen; dit kan binnen Pagina 5 van 11

enkele dagen gebeuren. Pergolide dient langzaam te worden afgebouwd, zelfs als de behandeling met levodopa wordt voortgezet. Interacties met geneesmiddelen: Dopamine-antagonisten, zoals neuroleptica (fenothiazinederivaten, butyrofenonen, thioxanthine-derivaten) of metoclopramide, moeten niet gelijktijdig gebruikt worden met pergolide (dopamine-agonist); want deze stoffen kunnen de effectiviteit van pergolide mesilaat verminderen. Aangezien pergolide voor ongeveer 90% aan plasma-eiwitten wordt gebonden is voorzichtigheid geboden bij gelijktijdig gebruik van de geneesmiddelen waarvan bekend is dat deze de eiwitbinding kunnen beïnvloeden. Er zijn geen studies die betrekking hadden op de gelijktijdige toediening van pergolide en warfarine. Als beide middelen tegelijkertijd zijn voorgeschreven, moet monitoring van anticoagulantie zorgvuldig worden uitgevoerd en de dosering moet zo nodig worden aangepast. Vanwege het risico op orthostatische hypotensie en/of aanhoudende hypotensie in patiënten die pergolide gebruiken, is voorzichtigheid geboden als pergolide tegelijkertijd wordt toegediend met antihypertensieve middelen. 4.6 Zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap Pergolide gebruik tijdens de zwangerschap is gecontra-indiceerd. In dierstudies was er geen bewijs van schade aan de foetus als gevolg van pergolide mesilaat. Er zijn echter geen adequate en goed-gecontroleerde studies bij zwangere vrouwen. Borstvoeding Het is niet bekend of dit geneesmiddel in de moedermelk uitgescheiden wordt; de farmacologische werking van pergolide doet vermoeden dat het interfereert met de lactatie. Omdat veel geneesmiddelen worden uitgescheiden in de moedermelk en vanwege de kans op ernstige bijwerkingen van pergolide bij zuigelingen, dient pergolide niet te worden gebruikt tijdens de borstvoeding. Er moet besloten worden om het geven van borstvoeding of het medicijngebruik te staken, waarbij rekening moet worden gehouden met het belang van het geneesmiddel voor de moeder. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Pergolide Mylan heeft een invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Pergolide Mylan kan slaperigheid veroorzaken. Patiënten die Pergolide Mylan gebruiken moeten worden gewaarschuwd wanneer zij machines bedienen of autorijden. Patiënten die met Pergolide Mylan worden behandeld en die last hebben van slaperigheid en/of plotselinge slaapaanvallen moeten geadviseerd worden af te zien van autorijden of van activiteiten waarbij een verminderde alertheid hen of anderen in gevaar kan brengen met als gevolg ernstig letsel of levensgevaar (bijvoorbeeld bij het bedienen van machines), totdat dergelijke terugkerende slaapaanvallen en slaperigheid zijn verdwenen (zie rubriek 4.4). 4.8 Bijwerkingen Monotherapie De aard van de bijwerkingen die werden waargenomen bij pergolide als monotherapie zijn over het algemeen hetzelfde als die worden gezien bij pergolide als aanvullende behandeling bij levodopa (zie hieronder). Zenuwstelselaandoeningen: Duizeligheid; Slaperigheid Maag-darmstelselaandoeningen: Misselijkheid; Braken Pagina 6 van 11

Aanvullende therapie Tabel 1 geeft de bijwerkingen weer die gerelateerd zijn aan het gebruik van pergolide en die vaker gezien worden dan bij met placebo behandelde patiënten in dubbelblind klinisch onderzoek zijn: De frequentie is volgens de volgende categorie-indeling vastgelegd: Zeer vaak: meer dan 10% : 10%, of minder, maar meer dan 1% Soms: 1%, of minder, maar meer dan 0,1% Zelden: 0,1%, of minder, maar meer dan 0,01% Zeer zelden: 0,01%, of minder Tabel 1 Orgaansysteem Frequentie Bijwerking Bloed- en lymfestelselaandoeningen Anemie Soms Leukopenie Voedings- en stofwisselingsstoornissen Anorexie Psychische stoornissen Zeer vaak Hallucinaties Verwardheid Pagina 7 van 11 Slapeloosheid Angst Abnormale dromen Persoonlijkheidsstoornis Psychose Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak Dyskinesie Duizeligheid Dystonie Slaperigheid Syncope Extrapiramidaal syndroom Coördinatiestoornissen Acathisie Akinesie Hypertonie Neuralgie Hartaandoeningen Zeer vaak Hartklepaandoening (waaronder regurgitatie) en daarmee verband houdende aandoeningen (pericarditis en pericardiale effusie) Perifeer oedeem Dyspneu Hartkloppingen Aritmieën Myocardinfarct Bloedvataandoeningen Orthostatische hypotensie Vasodilatatie Hypotensie Hypertensie Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Zeer vaak Neusverstopping Hikken

Soms Epistaxis Pleuravocht Maag-darmstelselaandoeningen Zeer vaak Misselijkheid Obstipatie Diarree Dyspepsie Pijn in de onderbuik Droge mond Braken Huid- en onderhuidaandoeningen Huiduitslag Gezichtsoedeem Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Pijn in de nek Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Pijn (ongedefinieerd) Pijn op de borst Griepachtige verschijnselen Abnormale gang Rillingen Onderzoeken Gewichtsvermeerdering Soms Zelden Verhoging van leverenzymwaarden Stijging van ureum, abnormale waarden leverfunctietesten, koorts Er zijn meldingen van fibrotische en serosale inflammatoire aandoeningen, zoals pleuritis, pleurale effusie, pleurale fibrose, longfibrose, pericarditis, pericardiale effusie, hartklepaandoeningen (inclusief beperkende hartklepafwijkingen en pulmonale hypertensie) retroperitoneale fibrose, maligne neuroleptica syndroom (met snelle de-titratie van pergolide), narcolepsie, plotseling in slaap vallen, het fenomeen van Raynaud), verhoogde CPK (bij afwezigheid van NMS) bij patiënten die pergolide (zie rubriek 4.4). Hik en erytromelalgie (warme, rode, pijnlijke zwelling van de extremiteiten) zijn ook gemeld. Er is beperkte informatie beschikbaar over de omkeerbaarheid van deze reacties. De meest voorkomende symptomen die stopzetting veroorzaken werden gerelateerd aan het zenuwstelsel, vooral hallucinaties en verwardheid. Pathologisch gokken, toegenomen libido, hyperseksualiteit, dwangmatig uitgaven of kopen, eetaanvallen en dwangmatig eten kan optreden bij patiënten die behandeld worden met dopamine-agonisten, waaronder Pergoline Mylan (zie rubriek 4.4. 'Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik'). Misselijkheid en posturale hypotensie komen het meest voor tijdens de eerste titratiefase. Tabel 2 geeft de bijwerkingen weer die na het op de markt brengen van pergolide spontaan gemeld zijn. Tabel 2 Orgaansysteem Frequentie Bijwerking Zenuwstelselaandoeningen Zeer zelden Maligne neuroleptica syndroom Slaperigheid Plotselinge slaapaanvallen Bloedvataandoeningen Zeer zelden Raynaud fenomeen Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Zeer zelden Pleurale effusie Pleurale fibrose Pagina 8 van 11

Pleuritis Longfibrose Maagdarmstelselaandoeningen Zeer zelden Retroperitoneale fibrose Het gebruik van pergolide kan slaperigheid veroorzaken, en wordt zelden in verband gebracht met uitzonderlijke slaperigheid overdag en periodes van plotselinge slaapaanvallen. De incidentie van valvulopathie bij het gebruik van pergolide is niet bekend. Echter gebaseerd op data van recente studies naar de prevalentie van hartklepregurgitatie (de meest sensitieve echocardiografische marker voor restrictieve valvulopathie), zou de prevalentie van hartklepregurgitatie (praktisch alle gevallen waren asymtomatisch) binnen de patientengroep behandeld met pergolide, mogelijk te wijten aan pergolide in de orde van 20% of meer kunnen zijn. Er is beperkte informatie beschikbaar over de reversibiliteit van deze reacties. Er is enig bewijs dat hogere doses en/of cumulatieve blootstelling het risico op valvulopathie doen toenemen. Bepaalde bijwerkingen (bijv. dyskinesieën, hallucinaties) worden vaak gezien bij patiënten, die levodopa, pergolide en/of andere dopamine-agonisten ontvangen. Deze bevindingen zijn dosisafhankelijk en tonen een neiging tot verbetering wanneer de dosis levodopa of pergolide verlaagd wordt. Hallucinaties kunnen soms blijven bestaan na het stoppen van de behandeling met pergolide. Sporadisch is het maligne neuroleptica syndroom beschreven onder gebruik van pergolide en na het stoppen van pergolide. In hoeverre pergolide de causale factor was, is niet duidelijk. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (website: www.lareb.nl). 4.9 Overdosering Er zijn geen klinische gegevens bekend over duidelijke overdosering van pergolide. Dierstudies geven aan, dat de verschijnselen van overdosering kunnen zijn: misselijkheid, braken, convulsies, hypotensie, agitatie, ernstige hallucinaties, ernstige onwillekeurige bewegingen, tintelingen, hartkloppingen en ventriculaire extrasystolen en stimulatie van het centraal zenuwstelsel. Behandeling van overdosering kan bestaan uit het nemen van maatregelen om de arteriële bloeddruk op peil te houden; controleren van de hartfunctie; eventueel toedienen van anti-aritmica. Symptomatische ondersteunende therapie en controle van het hart wordt aanbevolen. Wanneer tekenen van stimulatie van het centraal zenuwstelsel aanwezig zijn, zijn fenothiazine preparaten of andere butyrofenonpreparaten aangewezen, hoewel de effectiviteit van deze geneesmiddelen in dit geval nog niet bewezen is. Er is geen ervaring met dialyse of hemoperfusie, maar deze procedures lijken geen voordeel te bieden in de behandeling van overdosering door de hoge eiwitbinding van pergolide. Na ingestie van een grote hoeveelheid kan actieve kool worden overwogen in plaats van, of naast, maaglediging. Dialyse of hemoperfusie hebben waarschijnlijk geen nut. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen ATC code: NO4BC02. Pergolide is een een ergotamine verwante, potente dopamine receptor agonist. Pergolide verlaagt in het (menselijk) bloed de prolactineconcentratie; verder veroorzaakt het een voorbijgaande toename van de groeihormoonconcentratie. Bij de ziekte van Parkinson wordt aangenomen, dat het Pagina 9 van 11

therapeutisch effect van pergolide gelegen is in een directe stimulatie van postsynaptische (dopamine) receptoren in het corpus striatum. Pergolide is minder effectief dan L-dopa in het verbeteren van de motorische score. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Pergolide wordt bij mensen vrijwel volledig gemetaboliseerd. Er zijn tenminste 10 metabolieten geïsoleerd, waaronder N-despropylpergolide, pergolidesulfoxide en pergolidsulfoxone; de andere metabolieten zijn niet geïdentificeerd. Na orale toediening van radio-actief gelabelde pergolide bij gezonde proefpersonen werd 55% van de radio-activiteit uitgescheiden in de urine, en 5% in de uitgeademde C0 2 gevonden, wat erop wijst dat een groot deel is geabsorbeerd. Pergolide wordt voor ongeveer 90% gebonden aan plasma-eiwitten. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Geen bijzonderheden. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Microkristallijne cellulose (E460) Glycerol dibehenaat Magnesiumstearaat (E470B) Mannitol (E421) Ijzeroxide (E172) Indigokarmijn (E132) 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Geen bijzonderheden. 6.3 Houdbaarheid 3 jaar 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren beneden 25 C. Bewaren in de originele verpakking. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Doosje van 100 tabletten, verpakt in PVC/PVDC/Aluminium doordrukstrips. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Geen. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Mylan B.V. Dieselweg 25 Pagina 10 van 11

3752 LB Bunschoten 8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Pergolide Mylan 0,05 mg: RVG 30484 Pergolide Mylan 0,25 mg: RVG 30485 Pergolide Mylan 1,0 mg: RVG 30486 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 15 maart 2004 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste gedeeltelijke wijziging betreft rubrieken 4.2 4.9: 21 augustus 2013 Pagina 11 van 11