Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Vergelijkbare documenten
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

1 De coördinatie van de inzet

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

GRIP-teams en kernbezetting

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Crisisorganisatie uitgelegd

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november de crisis samen de baas

Bijlage E: Observatievragen

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Factsheet Brand ANF Lingen (Duitsland) 6 december 2018

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Regionaal Crisisplan. Deel 1

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

REGIONAAL CRISISPLAN

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

GRIP en de flexibele toepassing ervan

GR Pop crisissituaties

Regionaal Crisisplan VRD

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

Regionaal crisisplan Regionaal beleidsplan. Regionaal risicoprofiel. Regionaal crisisplan

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

GR Pop crisissituaties

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland

Crisis besluit vorming / GRIP

Regionaal Crisisplan VRD

Over dit document 4. Hoofdstuk 1 6 Aanleiding 6 Relatie met andere plannen 6 Uitgangspunten en prestatie-eisen 6 Monitoren en evalueren 7

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

Voorstel aan de raad. Nummer: B Punt 10 van de agenda voor de vergadering van 10 april Onderwerp Voorstel inzake Kadernota Veiligheid.

Operationele Regeling VRU

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Regionaal

Over dit document Hoofdstuk 1 Inleiding... 6 Landelijke en regionale uitgangspunten... 8

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

Operationele Regeling VRU

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Haaglanden

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Project herzien en bijwerken van het Regionaal Crisisplan

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Vastgesteld 30 januari 2019

GRIP regeling VRMWB. Grip-regeling

5. Beschrijving per organisatie en

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Operationele prestaties van veiligheidsregio s. Plan van aanpak

Versiebeheer Documenteigenaar. Veiligheidsbureau Vastgesteld door. Algemeen Bestuur Datum vaststelling 21 december 2011 Geplande evaluatiedatum

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN

Coördinatieplan Autosnelwegen

Regionaal Crisisplan Haaglanden

Versie nummer datum Opmerking november 2011 Vastgesteld door Algemeen Bestuur november 2012 Vastgesteld door Algemeen Bestuur

Regionaal Crisisplan VRZHZ

Regionaal Crisisplan 2012

Interregionale samenwerking: niet alleen een kwestie van structuren

Regionaal crisisplan. Regionaal crisisplan Gelderland-Zuid 1

Evaluatiebeleid Leren van incidenten

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Systeemtest Rapportage op basis van toetsingskader

GRIP 2, brand bedrijfsverzamelgebouw 10 maart 2016, gemeente Medemblik

Regionaal Crisisplan Utrecht

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

AGENDAPUNT /09

AGENDAPUNT VOOR HET AB

GEMEENTE VALKEN SWAARD

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013

Regionaal Crisisplan VRD

Afsprakenkader. Intergemeentelijke samenwerking Bevolkingszorg en Crisiscommunicatie bij rampen, crises en sociale calamiteiten

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

Regionaal crisisplan. Regionaal crisisplan Gelderland-Zuid 1

Regionaal Crisisplan Utrecht

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND

Pastorale zorg bij rampen

Over dit document Hoofdstuk 1 Inleiding... 6 Landelijke en regionale uitgangspunten... 8

Pastorale zorg bij rampen

Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

Regionaal Crisisplan Twente

Crisismanagement Groningen. Basismodule

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

Crisisplan VRZL. Vastgesteld door het algemeen bestuur van de veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL)

WET. Toelichting N.v.t.

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Regionaal Crisisplan VRZHZ

Productbeschrijvingen (proces)specifiek

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente. Deel I

Overview crisisorganisatie Twente

GRIP 1, ongeval gevaarlijke stoffen (OGS) Alkmaar 17 mei 2016, gemeente Alkmaar

Regionaal Crisisplan Utrecht

Veiligheidsregio

GRIP 1, XTC-laboratorium.

Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016

Transcriptie:

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE WERKGROEP*: [Opmerkingen] Versiegegevens VERSIE: DATUM: OMSCHRIJVING: 0.1 25-5-2016 1ste concept versie naar aanleiding van de doorontwikkeling, 0.2 0.3 0.4 0.5 06-9-2016 25-10 7-11-2016 2 de concept, reacties verwerkt van de werkgroep O&O Besproken in vakgroep Besproken in VD Enschede, 1-6-2016 Versie 0.5 2016, Veiligheidsregio Twente, Enschede, auteursrechten voorbehouden. Overname van dit rapport (of gedeelten daarvan) is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Wat is GRIP?... 4 2 Procedure GRIP... 5 2.1 Proces van opschaling... 5 2.2 Proces van afschaling... 8 2.3 Aflossing... 9 2.4 Uitwijklocaties... 9 2.5 Evalueren/ leren... 9

1 Inleiding GRIP is een afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure. In deze procedure zijn afspraken vastgelegd over de opschaling van de coördinatie bij incidenten, crises en rampen. Dit is de basis voor zowel de operationele als de bestuurlijke opschaling. De huidige GRIP is gewijzigd naar aanleiding de doorontwikkeling crisisorganisatie Twente die eind 2016 is afgerond. In de Wet Veiligheidsregio s is vastgelegd dat elke Veiligheidsregio dient te beschikken over een regionaal crisisplan. Dit plan omvat de beschrijving van de organisatie, de verantwoordelijkheden, de taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. Deze GRIP maakt deel uit van het regionaal crisisplan en dient altijd in samenhang hiermee te worden gehanteerd. Met de vaststelling van deze GRIP komen alle voorgaande versies te vervallen. In deze procedure wordt de standaard op en afschalingsprocedure beschreven. Wanneer GRIP te gebruiken is, de randvoorden en de uitzonderingen staan beschreven in het Regionaal Crisisplan (RCP). 1.1 Wat is GRIP? Uit incidenten en oefeningen vanuit het verleden is gebleken dat tijdens de bestrijding behoefte is aan coördinatie. Zeker bij incidenten waarbij meerdere disciplines betrokken zijn. Het model GRIP voorziet in deze behoefte. De procedure is onafhankelijk van het aantal veldeenheden dat wordt ingezet om een bepaald incident te bestrijden en is zuiver bedoeld om een goede coördinatie te waarborgen tijdens de bestrijding van een incident op zowel operationeel als bestuurlijk vlak. Kortom: GRIP beschrijft de systematiek om de coördinatie en informatiebehoefte af te stemmen, zowel in de dagelijkse situatie met routinematige incidenten als in een volledig opgeschaalde rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie. De GRIP procedure kan worden gestart indien er sprake is van een (grootschalige) incident of (dreiging van) crises of rampen, waarbij één van de leidinggevende functionarissen op officiersniveau van een betrokken dienst duidelijk de behoefte heeft aan een gestructureerde coördinatie. Opschalen door middel van GRIP wordt gedaan met de classificaties GRIP 0 tot en met GRIP 5. Afhankelijk van de fase komen één of meerdere teams bij elkaar om het incident, de ramp of crisis te managen. 4

2 Procedure GRIP 2.1 Proces van opschaling Het proces van opschaling tijdens incidenten sluit aan bij de normale werkwijze van de hulpverleningsdiensten brandweer, geneeskundig, gemeenten, politie en de meldkamer. De voorbereidingen op een ramp of crisis liggen in het verlengde van de dagelijkse taken van de verschillende diensten. Met minimale wijzigingen kan een incident hierdoor doorgroeien van kleinschaligheid naar grootschaligheid. Om te voorkomen dat onnodig tijdverlies ontstaat ten tijde van een groot incident, crisis of ramp, is het noodzakelijk dat het op elk moment duidelijk is hoe de verantwoordelijkheden lopen. Afhankelijk van de aard en omvang van een incident wordt volgens vaste patronen opgeschaald naar de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie in volle omvang. De procedure kan worden gestart indien bij de bestrijding van rampen of crises of een dreiging hiervan duidelijk behoefte is aan multidisciplinaire coördinatie en een eenduidige aansturing van de inzet van de diensten door multidisciplinaire teams. Iedere GRIP-fase kent opschalingscriteria. Dit is ter verduidelijking weergegeven in de tabel op de volgende pagina. In de tabel wordt uitgegaan van een basis bezetting van de teams. Deze basis bezetting kan afhankelijk van de behoefte uitgebreid worden met functionarissen en/ of teams zoals de Algemeen Commandanten en/of stafsecties van de verschillende kolommen. Deze zijn hier niet genoemd. Het is dus nu zo dat alleen hetgeen in de tabel gekoppeld is aan een GRIP niveau wordt gealarmeerd en dus niet, zoals eerder, ook automatisch alle voorgaande lagen. Er zal expliciet moet benoemd worden aangegeven wat er verder nog gealarmeerd moet worden zowel multidisciplinair als monodisciplinair. In deze procedure wordt GRIP 0 beschreven. Dit komt voort uit het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming. Voor de classificatie GRIP 0 wordt binnen de Veiligheidsregio Twente geen operationele voorbereidingen getroffen. De operationele diensten spreken dan ook van routine en niet GRIP 0. De multidisciplinaire crisisorganisatie en de bijbehorende taken en functionarissen zijn hier niet uitgebreid beschreven. Hiervoor wordt verwezen naar het RCP Veiligheidsregio Twente. 5

Coördinatie niveau Routine (GRIP 0) Omschrijving Criteria Basis bezetting Teams Motorkap- overleg plaats incident: het sluit aan bij de dagelijkse Multidisciplinaire afstemming is gewenst. werkwijze. GRIP 1 Operationele bestrijding van het incident in zowel bron- en effectgebied. Multidisciplinaire afstemming met CoPI: De parate diensten werken multidisciplinair samen op de plaats van het incident. Het CoPI wordt voorgezeten door de leider CoPI. eenhoofdige aansturing is nodig Noodzaak tot- en behoefte aan coördinatie Operationeel Leider wordt geïnformeerd op operationele processen Burgemeester wordt In een rampbestrijdingsplan is bepaald om bij specifieke incidenten GRIP 1 af te geïnformeerd Algemeen commandanten kondigen worden geïnformeerd GRIP 3 Bedreiging van het welzijn van (grote groepen van) de bevolking: Er is sprake van een bedreiging van het Crisisteam de burgemeester heeft het opperbevel. Hij/zij is politiek en bestuurlijk welzijn en/of veiligheid van (grote groepen Operationele staf verantwoordelijk en heeft de zeggenschap over een ieder die aan de bestrijding van de ramp of crisis deelneemt. Hij/zij laat zich bijstaan door van) de bevolking en acute voorlichting aan de bevolking belangrijk is Algemeen commandanten worden geïnformeerd het crisisteam. Hier vindt de strategische afstemming plaats. De Er is (naar verwachting) sprake van operationele leiding wordt ingevuld door de operationeel leider in het crisisteam. maatschappelijke en politiek-bestuurlijke impact, veelal met belangstelling van regionale en landelijke media Noodzaak tot - en behoefte aan coördinatie op strategische processen op bestuurlijk niveau GRIP 4 Gemeentegrens-overschrijdend, eventueel schaarste: in geval van een In een rampbestrijdingsplan is bepaald om Regionaal Crisisteam ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis of van ernstige vrees bij specifieke incidenten GRIP 4 af te Operationele staf voor het ontstaan daarvan, is de voorzitter van de Veiligheidsregio Twente voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de betrokken gemeenten, kondigen; Noodzaak tot - en behoefte aan Algemeen commandanten worden geïnformeerd bevoegd een aantal taken van de betrokken burgemeesters uit te voeren. gecoördineerde/eenhoofdige bestuurlijke De voorzitter laat zich bijstaan door een regionaal crisisteam. leiding Strategische afwegingen op bovengemeentelijk niveau zijn 6

GRIP 2 GRIP 5 Er is alleen een ROT en geen CoPI of crisisteam. Denk hierbij aan risicovol weer of scenario zonder brongebied (stroomstoring, infectieziekten). Regiogrensoverschrijdend: in geval van een ramp of crisis van meer dan regionale betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, besluiten de voorzitters van de Veiligheidsregio s gezamenlijk om bovenregionaal af te stemmen. De coördinatie wordt gedaan door de bronregio. noodzakelijk. Er is geen brongebied ROT Er is sprake van behoefte aan bovenregionale bestuurlijke afstemming en coördinatie; Operationele staf Regionaal crisisteam Operationele staf Algemeen commandanten worden geïnformeerd Indien de VRT (nog) niet is opgeschaald vindt afstemming plaats tussen de voorzitter VRT en de dienstdoende OL om de bezetting van de teams in de eigen regio te bespreken. 7

Afstemming Veiligheidsregio Noordoost Gelderland en IJsselland 1 Bovenregionale incidenten en effecten worden door de regio s afzonderlijk bestreden conform de eigen GRIP. De Veiligheidsregio s op Oost 5 niveau maken gezamenlijk afspraken over het te hanteren GRIP niveau indien het effectgebied regiogrensoverschrijdend is. Mandatering afkondiging GRIP De mandatering voor opschaling volgens de GRIP 2 is weggezet bij verschillende functionarissen: de hoogst leidinggevende, vanaf officiers niveau, van de betrokken disciplines. Dit zijn functionarissen uit de operationele organisatie; de Calamiteitencoördinator 3 kan vanaf de meldkamer GRIP initiëren; de centralist is bevoegd tot het afkondigen van GRIP als in planvorming, bijvoorbeeld in coördinatieplannen en rampbestrijdingsplannen 4, is vastgelegd dat bij vooraf bepaalde scenario s wordt opgeschaald volgens de GRIP. De burgemeester van de desbetreffende gemeente en de voorzitter veiligheidsregio (bij GRIP 4/5) zijn tevens bevoegd op te schalen. Voorafgaande aan die afkondiging vindt afstemming plaats met de dienstdoende Operationeel Leider. Dit in verband met de opschaling van het regionaal operationeel team(s). De bovenstaande punten gelden voor generieke scenario s. Voor specifieke scenario s wordt verwezen naar de rampbestrijdingsplannen en coördinatieplannen. 2.2 Proces van afschaling Als de omstandigheden het toelaten, kan er nagedacht worden over afschaling. Afschaling is het proces waarbij de hulpdiensten terug gaan naar routine of waarbij teruggegaan wordt in GRIP fase. Afschaling van een team vindt niet eerder plaats dan dat daarover afstemming heeft plaatsgevonden met de actieve teams in de crisisorganisatie. Wanneer besloten wordt een team op te heffen, zijn alle functionarissen van het betreffende team, zelf verantwoordelijk om hun collegae op de hoogte te stellen van de laatste stand van zaken en dragen zij de lopende zaken over. Ook zijn situaties denkbaar waarbij een GRIP-fase wel in stand blijft, maar bepaalde teams of functionarissen niet langer nodig blijken te zijn. Om te voorkomen dat kolommen afschalen zonder onderlinge samenspraak, is het opheffen van team alleen mogelijk als de leiding van het actieve team daar toestemming voor geeft. Vanaf GRIP 1 draagt het CoPI (en optioneel het ROT) zorg voor een goede overdracht aan de gemeente en/of (externe) partners. 1 Met buurregio Duitsland zijn geen af spraken gemaakt ov er de opschalingsprocedure. Dit is wel in ontwikkeling. Voor een toelichting zie het RCP 2 M.u.v. GRIP 0. Binnen de Veiligheidsregio Twente is af gesproken dat GRIP 0 niet wordt af gekondigd. Er is dan sprake v an routine. 3 De f unctie v an CaCo wordt in eerste instantie v erv uld door de senior centralist politie. 30 minuten na alarmering v erv ult de OVI de f unctie v an CaCo. 4 In een coördinatieplan of rampbestrijdingsplan staan criteria genoemd v oor de meldkamer waarmee de meldkamer automatisch mag opschalen in GRIP. 8

Hierin staan afspraken over: 1. Het tijdstip van afschalen. 2. Wie ambtelijke verantwoordelijk is voor de nog uit te voeren taken. 3. Welke werkzaamheden/processen uitgevoerd worden of nog uitgevoerd moeten worden. 4. Welke (externe) instanties (nog) werkzaam zijn in het bron- en/of effectgebied Voordat bestuurlijke en operationele teams geheel worden ontbonden, wordt vanaf GRIP 3 aan het (R)CT een eerste concept plan van aanpak nafase voorgelegd. Hierin staan de thema s, openstaande actiepunten uit het bron- en effectgebied van alle disciplines inclusief de strategische kaders vanuit het CT. Na goedkeuring in het (R)CT, kan formeel worden afgeschaald. De getroffen gemeente(n) is(zijn) verder verantwoordelijk voor de definitieve vaststelling in het college van B&W en de uitvoering van het plan van aanpak voor de nafase. De leidinggevende van de verschillende teams nemen het initiatief tot afschaling. Afhankelijk van het opgeschaalde niveau zijn dit de Leider Copi, Operationeel Leider, burgemeester of voorzitter veiligheidsregio. 2.3 Aflossing Bij een langdurig incident is het van belang dat teams optimaal blijven functioneren. De leidinggevenden van de verschillende disciplines zijn dan ook verantwoordelijk voor het tijdig laten vervangen van hun ingezette functionarissen. Bij aflossing dient rekening te worden gehouden met een maximale inzetduur van 8 uur. Uiteraard is het maximaal te werken uren afhankelijk van het tijdstip van alarmeren. 2.4 Uitwijklocaties De uitwijklocaties van de CT s zijn bij voorkeur de buurgemeenten en in uitzonderlijke gevallen de dichtbij zijnde backbone kazernes van de brandweer. Deze locaties zijn beschreven in de wegwijzers GCC, als onderdeel van de deelprocessen bevolkingszorg 5. In het geval dat het ROT en het RCT (Demmersweg 55, Hengelo) uit moet wijken wordt uitgeweken naar Spaansland, Brandweerkazerne Enschede. (zie ook de afspraken over continuïteit in het continuïteitsplan stroomuitval/ict). 2.5 Leren van incidenten Binnen de Veiligheidsregio Twente is afgesproken dat wanneer GRIP is afgekondigd, de kenniskring leren van incidenten bij elkaar komt met betrokken functionarissen om de leerervaringen te bespreken en een factsheet te maken van het incident/crisis. Op basis van de uitkomsten van de kenniskring leren van incidenten kan een vervolg leerproces plaatsvinden. 5 Deze zijn te v inden op v eiligheidsnet. 9