Notitie betreffende de omgang met archeologisch onderzoek van grote historische begraafplaatsen in enkele Europese landen

Vergelijkbare documenten
Postbus ME Delft

Gemeente Deventer Toelichting Bestemmingsplan Eikendal 2014 eerste uitwerking

Uitleg categorieën en planregels dubbelbestemmingen archeologie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Archeologische Beleid

1 Hoe gaan we om met archeologie in de gemeente Oss? U heeft een omgevingsvergunning aangevraagd.voordat we een vergunning kunnen verlenen,

Advies archeologie. Gemeente Delft. Datum advies:

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Archeologie in Utrecht Informatie, adressen en procedures

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

PAUL VAN GREMBERGEN Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken

Handreiking Ontgravingen in een archeologievriendelijk bouwplan

Archeologie als risico?

Maritiem erfgoed behouden voor de toekomst

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Lucasbolwerk. LUC04: Archeologische begeleiding op het terrein van de Stadsschouwburg van Utrecht Basisrapportage Archeologie 137. Utrecht.

Programma van maatregelen: Gent Nieuwewandeling

Brede Afspraak Archeologie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Archeologie in Amsterdam

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

Onroerend erfgoed en toegankelijkheid

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Nieuwsbrief 1 maart 2012

speuren naar sporen Archeologisch Adviesbureau Archeologisch onderzoek naar verdwenen kastelen, kerken, kloosters en andere gebouwen

CHECKLIST. vooronderzoek. Omdat ook voor archeologische opgravingen een PvE verplicht is, is

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK

Adviesdocument ten behoeve van selectiebesluit archeologie Oosterdalfsen, gemeente Dalfsen. Notitie TML520

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11

INTERPRETATIE VAN DE CRITERIA UIT HOOFDSTUK 5.2 VAN DE CODE VAN GOEDE PRATIJK

OCE NETWERKBIJEENKOMST 8 OKTOBER 2014 De archeologische waarde van Modern Oorlogserfgoed en de samenloop tussen archeologie en opsporen

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

Nota archeologie gemeente Roermond 2011

Archeo-rapport 77 Het archeologisch vooronderzoek aan het Gemeenteplein 8 te Kontich

Vrijwilligers in de archeologie en de Erfgoedwet

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Voorstel raad en raadsbesluit

SIKB-jaarcongres, 6 oktober 2010 in s Hertogenbosch. Sessie B1

De gemeente steunt het voorstel van de Minister OC&W om de Romeinse brugresten in onze stad

Onderwaterarcheologie, onderwater cultureel erfgoed, beheer en het nut van een zoekwijzer voor wrakken. RCE

Archeologie in Amsterdam

Arnhem zoekt verkoeling bij het oude riool

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Begraafcapaciteit begraafplaatsen. Gevraagde Beslissing:

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Maasvlakte 2 (Port of Rotterdam) - Hoe werkt Malta op zee? Een case study. Andrea Otte Senior Beleidsmedewerker Maritiem Erfgoed

Archeologie en cultuurhistorie

Vernieuwbouw WZC Zonnewende, Kapellen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut Met bijdrage van M.J. Nicasie

Programma van maatregelen: Ekeren Bredestraat 57

Samenvatting Selectieadvies archeologie: Blariacum en Fort Sint Michiel

Ezaart 147 te Ezaart (gem. Mol) Programma van Maatregelen

ADEDE ARCHEOLOGISCH RAPPORT 75: Archeologienota Afrittencomplex E40 te Ternat (Prov. Vlaams-Brabant). Programma van Maatregelen

De Erfgoedwet en certificering

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie;

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

Archeologie Bouwen en verbouwen.

Bouw van opslagtanks aan de Leon Bonnetweg te Antwerpen. Archeologienota. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut M.J. Nicasie

Plantekst conditie archeologie t.b.v. omgevingsvergunning Zoetermeer Laan van Mathenesse deel 3. The Missing Link Notitie TML416

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen

Mevr. M. Burger,

Europees Verdrag inzake de bescherming van het Archeologische Erfgoed. (herzien)

Archeologische Begeleiding

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

Archeologie. Dit werkstuk is gemaakt door: Lonneke Surstedt.

Van harte welkom bij deze uitleg van de Protocol voor de baggerindustrie voor archeologische vondsten. Dit pakket legt uit:

Opgravingen in Ruien - Rosalinde (gem. Kluisbergen) : van een prehistorisch kampement uit de ijstijd tot de Romeinse periode

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Gezondheid en Demografie in Kimberley aan het Einde van de 19 e Eeuw. Een Paleopathologische Studie

Stichting Geschiedenis Fysiotherapie

De IJsselkogge van Kampen. Kampen Open Monumentendagen, 13 september 2014 Alice Overmeer, maritiem archeoloog

Gemeente Deventer, archeologische beleidsadvies 767 Bestemmingsplan Cröddendijk 12. M. van der Wal, MA (Senior archeoloog)

Afbeelding 1. De ligging van plangebied Kadijkweg te Lutjebroek (zwarte stippellijn).

Beoogd resultaat Door een gemeentelijke bijdrage aan de archeologische kosten kan het melkveebedrijf zijn uitbreidingsplannen

Programma van Eisen AK PUTTEN T (0341) E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, datum paraaf. Regio Noord-Veluwe

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

Archeologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle

Bijlage 3 De AMZ-procedure

Archeologienota: Het archeologisch vooronderzoek aan de Hoorn te Leuven Vanessa Vander Ginst Maarten Smeets Marjolein Van Der Waa

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Levensloopje. Een wandeling van 7,2 km

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

Vaststellen van de identiteit van een Nomen Nescio

Kamerstraat te Hechtel (gem. Hechtel- Eksel) Programma van Maatregelen

Benutting archeologie Boxmeer Sterckwijck

Quickscan Archeologie

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

RAAP België - Rapport 85 Bouw twee handelspanden aan de Hendrik Consciencelaan (Waarschoot)

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Programma van maatregelen: Londerzeel - Bloemstraat

Aannemer Boskalis aan de slag met realisatie N260

Transcriptie:

Notitie betreffende de omgang met archeologisch onderzoek van grote historische begraafplaatsen in enkele Europese landen Inleiding Naar aanleiding van het voornemen om in de Nieuwe Kerk te Delft slechts in zeer beperkte mate archeologisch onderzoek te doen terwijl aanzienlijke delen van het bodemarchief verstoord worden, is gekeken naar de regelgeving en enkele praktijkgevallen in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, en België. Voor deze landen is gebruik gemaakt van de informatie opgenomen in het meest recente overzicht over de regelgeving en praktijk van het onderzoek van menselijke overblijfselen: The Routledge Handbook of Archaeological Human Remains and Legislation uit 2011. In dit werk presenteren per land archeologen, fysisch antropologen en erfgoed deskundigen de in hun land geldende regels en de praktijk van het archeologisch onderzoek van graven en menselijke overblijfselen. Op grond van de gegevens en ervaringen rondom de Sint Plechelmus in Oldenzaal kunnen we ervan uitgaan dat met de beschikbare middelen in Delft slechts een beperkt deel van het bodem archief in en om de Nieuwe Kerk op een verantwoorde manier opgegraven, gedocumenteerd en geborgen kan worden. Aan het opgraven en documenteren van een oppervlak van 5020 vierkante meter en 2750 graven (Williams, 2016) is in Oldenzaal in totaal zo n 1,9 miljoen euro uitgegeven. Daarbij zijn slechts 200 van 2750 graven onderzocht met bio-archeologische methoden. Er zijn natuurlijk verschillen tussen de twee locaties, maar het is niet waarschijnlijk dat dit in Delft zal leiden tot lagere kosten per graf. Op grond van onderzoek in vergelijkbare graven (zoals in Breda: Maat et al., 1997) en gezien de te verwachten bodemomstandigheden bestaat eerder de mogelijkheid dat er in graven in Delft meer vondsten van metaal, textiel, glas en organische componenten aangetroffen worden. Deze aansprekende vondsten die en levendig beeld geven van leven en grafcultuur van de begraven individuen leiden meestal tot hoge kosten voor restauratie en conservering. Vooralsnog kiezen de opdrachtgever en de Gemeente Delft in het geval van de constructie van een nieuwe kelder onder de Nieuwe Kerk in Delft om met een sterk gelimiteerd budget voor archeologie een grote kelder uit te graven in een zone waar veel graven verwacht mogen worden. Door het gelimiteerde budget zal naar verwachting een deel van de graven op een verantwoorde manier kunnen worden opgegraven. De graven die worden aangetroffen nadat de beschikbare financiën zijn gespendeerd, kunnen dan alleen nog maar door machinaal grondverzet worden verwijderd. Dit betekent dat deze graven in archeologisch en cultuurhistorisch opzicht verloren zijn. Op grond van de geschatte aantallen kan het percentage graven dat zo verwijderd wordt oplopen tot 75 à 80 procent. In Nederland zijn tot de jaren tachtig van de twintigste eeuw veel graven in en om kerken zonder onderzoek verwijderd tijdens restauratie werkzaamheden en stedelijke herinrichtingen. Als gevolg bestaat er een kennishiaat op het gebied van de ontwikkeling van grafcultuur, demografie, mobiliteit en gezondheid voor de middeleeuwen en de vroeg-moderne tijd. Schriftelijke bronnen voorzien maar in zeer beperkte mate in informatie over deze aspecten. Door onderzoek van graven en menselijke resten uit de Pieterskerk in Leiden, de Broerenkerk in Zwolle, de Servaaskerk in Maastricht en de Grote Kerk in Alkmaar is het belang aangetoond van gedegen onderzoek van deze vondstcomplexen. En sinds de totstandkoming van het verdrag van Valetta is er in toenemende mate gehandeld in de geest van dat verdrag waarbij archeologisch waardevolle zaken bij voorkeur in de bodem behouden blijven en wanneer dat niet haalbaar is op een verantwoorde wijze worden opgegraven. Binnen Nederland is de Nieuwe Kerk in Delft de grafkerk bij uitstek en door haar lange geschiedenis een vondstcomplex dat als het al niet behouden zou kunnen blijven, volgens de beste methoden zou moeten worden opgegraven.

Dat dit ook in Europees verband in lijn is met de zich ontwikkelende opgravingspraktijk sinds het opstellen van het verdrag van Valetta blijkt uit een vergelijking met de regelgeving en onderzoekspraktijk in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België. Voor elk van deze landen zal kort uiteengezet worden hoe de omgang met vergelijkbare vondstcomplexen is georganiseerd en zal een recent onderzoek worden beschreven. Verenigd Koninkrijk Vanwege de gevarieerde wetgevingssituatie in Wales, Schotland en Noord Ierland wordt hier vooral de situatie beschreven zoals die geld in Engeland. In het Verenigd Koninkrijk voorziet wetgeving (Planning Policy Guidance No.16) al sinds 1990 in regelgeving die behoud in situ nastreeft en archeologisch onderzoek verplicht indien behoud in situ niet mogelijk is (White, 2011). Voor de omgang met graven en menselijke resten in en om kerken sloten English Heritage en de Church of England in 2005 een apart convenant dat voorziet in het opgraven van graven en het bewaren van menselijke overblijfselen in specifiek daarvoor beschikbaar gestelde kerken (Mays, 2005). In de praktijk betekent dit dat indien nodig grootschalig onderzoek op begraafplaatsen wordt uitgevoerd. Daarbij wordt niet alleen gestreefd naar het volledig opgraven van alle bedreigde graven, maar vind ook uitvoerig onderzoek plaats naar de grafcultuur en van de menselijke overblijfselen. Dat ook in een metropool als Londen met veel economische dynamiek tijd en geld wordt gereserveerd voor gedegen onderzoek van begraafplaatsen is te zien aan de indrukwekkende serie onderzoeken en publicaties van het MOLA (Museum of London Archaeology). Een goed voorbeeld is de opgraving van een begraafplaats op de vindplaats St. Mary Spital in Londen. Deze begraafplaats was in gebruik van de elfde tot het begin van de zestiende eeuw. In totaal zijn in diverse opgravingscampagnes op deze locatie 10.516 skeletten opgegraven. Omdat onder andere een groot kantoor van ABN AMRO is neergezet, is deze bank zoals verplicht binnen de kaders van de wetgeving een van de voorname financiers van dit onderzoek. Van selectie vooraf welke graven zouden worden opgegraven was bij dit project geen sprake (Connell et al. 2012). Ook bij andere grotere en kleinere projecten in Londen, maar ook in steden als York, wordt voor zover beschreven in de diverse publicaties niet vooraf geselecteerd of een beperking opgelegd in het aantal op te graven grafcontexten. Duitsland Anders dan in Nederland en Engeland zijn graven en menselijke overblijfselen op zichzelf minder goed beschermd door de wet (Orschiedt et al., 2011). Archeologische vindplaatsen zijn dat wel en in de praktijk wordt ook in Duitsland regelmatig grootschalig onderzoek uitgevoerd van stedelijke begraafplaatsen en grafvelden in landelijke gebieden. De manier waarop varieert per deelstaat. De vaak financieel krachtige deelstaten beschikken in veel gevallen over goed ontwikkelde opgravingsdiensten en restauratielaboratoria. Omdat de vondstenrijkdom van vroeg-middeleeuwse grafvelden ook de capaciteit van goed geëquipeerde diensten soms te boven gaat, wordt in Duitsland vaak gezocht naar oplossingen om enerzijds de doorlooptijd van de opgravingen te bespoedigen en de conservering van kwetsbare materiaal categorieën gedoseerd te kunnen uitvoeren. Zo kiest men in Baden-Würtemberg daarom voor blokbergingen en opslag in vriesdepots. Een goed voorbeeld van een grote begraafplaats die zo volledig mogelijk is opgegraven is de opgraving Petriplatz in Berlijn. Op deze plaats stond vanaf de dertiende eeuw een kerk, waaromheen vanaf die tijd tot de achttiende eeuw is begraven. In opdracht van de stad Berlijn is op die locatie

tussen 2007 en 2009 archeologisch onderzoek gedaan, waarbij de graven van 3123 individuen zijn gedocumenteerd. Tijdens het onderzoek zijn er geen graven of delen van het terrein gedeselecteerd voor onderzoek. Omdat alle grafcontexten goed zijn gedocumenteerd is het mogelijk om met moderne databasetechnieken gebruiksfasen in de begraafplaats te herkennen en kan bij het nog lopende onderzoek van de menselijke overblijfselen gebruik gemaakt worden van preciezere dateringen dan gebruikelijk (Melisch, 2010). België Vanwege de organisatie als een federale staat bestaan er tussen de gewesten in België aanzienlijke verschillen in de omgang met het archeologisch erfgoed. Net als in Duitsland is er geen aparte regelgeving voor graven en menselijke overblijfselen en vallen deze onder de wetgeving voor archeologische vindplaatsen. Wel is er specifieke wetgeving voor graven uit de eerste wereldoorlog. Alhoewel België in 1992 het verdrag van Valetta heeft getekend was dit in 2011 nog niet geratificeerd. Wel wordt in de meeste gewesten gewerkt volgens de uitgangspunten van het verdrag. In de praktijk worden graven bij opgravingen gedocumenteerd en worden de skeletten geborgen. Voor zover valt op te maken uit publicaties wordt er niet geselecteerd tijdens de opgraving en worden alle graven gedocumenteerd. Het onderzoek van de geborgen menselijke overblijfselen is in het huidige bestel niet verplicht. Vaak wordt een steekproef onderzocht en blijft de gehele verzameling menselijke overblijfselen beschikbaar voor toekomstig onderzoek (Quintelier et al. 2011). Ook in België worden de laatste jaren grote vindplaats volledig onderzocht. Een goed voorbeeld is het Sint Romboutskerkhof te Mechelen. Voorafgaand aan de aanleg van een ondergrondse parkeergarage werd tussen 2009 en 2011 een grootschalig archeologisch onderzoek uitgevoerd. Ongeveer 3700 graven werden hier onderzocht en de menselijke overblijfselen van 4166 individuen werden geborgen (Depuydt et al., 2013). Het skeletonderzoek is nog niet afgerond, beschikbaar zijn de resultaten van onderzoek in het veld en een selectie van 60 skeletten. Discussie Vergelijking met de regelgeving en de opgravingspraktijk in de ons omringende landen toont aan dat de omvang en de kosten van archeologisch onderzoek geen beletsel zijn om grote opgravingsvlakken en aantallen graven gedetailleerd te documenteren en de menselijke overblijfselen te bergen en te onderzoeken of voor onderzoek te bewaren. Ook buiten onze buurlanden is het inzicht ontstaan dat dergelijke grote projecten waardevolle informatie opleveren en ook in de toekomst kunnen bijdragen aan een beter beeld van het leven in het verleden en de ontwikkeling van de huidige bevolking, onder andere door de snelle ontwikkeling van nieuwe onderzoeksmethoden (dieet- en herkomstisotopen, humaan DNA, pathogeen DNA, antilichamen, parasieten en dergelijke). Zo wordt in Oostenrijk tussen 2010 en 2018 het domplein in Sankt Polten opgegraven. Op dit moment zijn daar al meer dan 11.000 graven opgegraven. Bij het leeuwendeel van deze projecten wordt er vooraf niet geselecteerd, ook wordt het aantal graven niet beperkt aan de hand van de beschikbare financiële middelen. Het intensieve gebruik van de ruimte in Europese steden heeft ertoe geleid dat in de twintigste eeuw grote delen van het bodemarchief ongezien zijn verwijderd met als gevolg dat onze kennis van steden in de middeleeuwen en moderne tijd beperkt is. Zorgvuldige omgang met het bodemarchief en indien onvermijdelijk verantwoorde opgraving van bedreigde delen daarvan kunnen bijdragen aan nieuwe inzichten. In het geval van de Nieuwe Kerk is dit des te meer van belang omdat deze kerk de grafkerk bij uitstek is. In wezen vergelijkbaar met de Westminster Abbey in Londen, het Pantheon in Parijs, de dom in Speyer, of de Kapuzinergruft in Wenen.

Wanneer op deze locatie opgraven onvermijdelijk is, dan zou dat een opgraving moeten zijn met de beste technieken voor documentatie, berging en conservering. Een dergelijk project zou een voorbeeld moeten zijn van een efficiënte kwaliteitsopgraving. Overigens bieden de moderne technieken en de inzichten uit het buitenland ook zeker aanknopingspunten om het opgravingsproces te verbeteren en te versnellen. Voorop staat dat alle te verstoren graven gedocumenteerd worden en dat er voldoende middelen zijn om de vondsten te bergen en te conserveren. Het machinaal en dus ongezien opgraven van tot wel 75 procent van de graven in een vindplaats van deze importantie is in Europees verband in 2017 niet te verantwoorden. Dr. R.G.A.M. Panhuysen ANTHRO.NL Amersfoort / Gastonderzoeker Amsterdam Centre for Ancient Studies and Archaeology. Univeristeit van Amsterdam.

Literatuur Connell, B., A. Gray Jones, R. Redfern en D. Walker, 2012. A bioarchaeological study of medieval burials on the site of St Mary Spital. Excavations at Spitalfields Market, London E1, 1991-2007. Depuydt S., F. Kinnaer, K. Van de Vijver, 2013. In de schaduw van de toren : resultaten van het archeologisch onderzoek van het Sint-Romboutskerkhof te Mechelen (basisreportage). Maat, G., G. van den Eynde en R. Mastwijk, 1997. De eerste Nassaus in Nederland: identificatie van en paleopathologische bevindingen bij de voorouders van Willem van Oranje, begraven in de Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk te Breda. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 141:2501-13. Mays, S. 2005. Guidance for best practice for treatment of human remains excavated from Christian burial grounds in England. Melisch, Cl. 2010. Die Bedeutung des Petriplatzes aus archaeologischer Sicht: Bericht zu den Ausgrabungen 2007-2009. Der Bär von Berlin vol. 59 p. 9-24 Orschiedt, J., U. Wittwer-Backofen en S. Flohr, 2011. Germany / Deutschland in: Marquez-Grant N. en L. Fibiger (red.) The Routledge Handbook of Archaeological Human Remains and Legislation: An international guide to laws and practice in the excavation and treatment of archaeological human remains. Quintelier, K., A. Malevez, R. Orban, M. Toussaint, M. Vandenbruaene en G. Yernaux, 2011. Belgium / België / Belgique / Belgien in: Marquez-Grant N. en L. Fibiger (red.) The Routledge Handbook of Archaeological Human Remains and Legislation: An international guide to laws and practice in the excavation and treatment of archaeological human remains. White, B. 2011. The United Kingdom, in: Marquez-Grant N. en L. Fibiger (red.) The Routledge Handbook of Archaeological Human Remains and Legislation: An international guide to laws and practice in the excavation and treatment of archaeological human remains. Williams G. (red.) 2016. Memento Mori. Een archeologische opgraving rondom de St. Plechelmuskerk, Oldenzaal.