Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa tn Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Vergelijkbare documenten
Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa hd Mevr. mr. J.H. Dekkers (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

JuZa ibo blad 2

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. L.H. Doorman (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa iw Mevr. mr. I.E. Wiendels (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. N. van den Brink (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo mr. I.M. Borninkhof-Slabbers (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa nvdb Mevr. mr. N. van den Brink (035)

Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer. Zee

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. Mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer. JuZa lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs mr. Th.I. de Kieviet (035)

Bijgaand zenden wij u het besluit dat is genomen inzake het programmaonderdeel Schiphol TV.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. A.S. Nijhuis (035)

Bijgaand zenden wij u het besluit dat is genomen inzake het programmaonderdeel De Huiskamer TV-Show.

Bijgaand zenden wij u het besluit dat is genomen inzake periodieke controle over 2006.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs mr. Th.I. de Kieviet (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer. Zee

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer. Mevrouw A.S. Nijhuis

15 november 2001 Bestuurlijke boete Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer. Zee

11456/dbi/bsm JuZa ho H.F. Ottenhoff (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa hd

Hiermee leggen wij u een bestuurlijke boete op van ,- wegens overtreding artikel 71g, vierde lid en artikel 71h, vijfde lid, van de Mediawet.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa tdk mr. Th.I. de Kieviet (035) 7737

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa tn Mevr. mr. M.C. Nicolaas (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. A.S. Nijhuis (035)

Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer. Doorman

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs mr. Th.I. de Kieviet (035)

Kenmerk: JuZa nvdb Betreft: Sanctiebeschikking RTV Rijnmond - Ik ziet de haven al, Rotterdam Centraal en Zooi.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa tdk mr. Th.I. de Kieviet (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ld Mevr. mr. L.H. Doorman (035)

Bijgaand zenden wij u het besluit dat is genomen inzake het programmaonderdeel Content.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa tn Mevr. mr. M.C. Nicolaas (035)

ZKZ lw Mevr. J.B.M. Wiersma (035)

Sanctiebeschikking. A. Verloop van de procedure. B. Feiten. Kenmerk: 21337/ Betreft: reclamezendtijd Nederlandse Publieke Omroep juli 2009

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer. Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Bijgaand zenden wij u het besluit dat is genomen inzake het programmaonderdeel Giel.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa hd. Mevr. mr. J.H. de Graaf- (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

2. Bij bericht van 21 augustus 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Kenmerk: / Betreft: Sanctiebeschikking AVROTROS in verband met het programma Gorts Wijnkwartier.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. L.H. Doorman (035)

2. Bij bericht van 6 maart 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

JuZa ld Mevr. mr. L.H. Doorman (035)

2. Bij bericht van 8 mei 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

2. Bij bericht van 20 maart 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs. Mw. mr. J.H. de Graaf- (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

2. Bij berichten van 4 maart 2014 en 28 maart 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Kenmerk: JuZa iw Betreft: reclameboodschappen van Plus supermarkt met als onderwerp de actie van voetbalkaartjes

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa hd Mevr. mr. J.H. Dekkers (035)

Besluit. A. Verloop van de procedure

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa hd Mevr. mr. J.H. Dekkers (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. N. van den Brink (035)

Sanctievoornemen van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 55, eerste lid, van de Mediawet door de Tros.

2. Bij bericht van 29 januari 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 6 april 2001 ZKZ bk B.J. Kipp (035)

Besluit. A. Verloop van de procedure

2. Bij bericht van 13 maart 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

2. Bij bericht van 24 maart 2015 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Hvb access mobile de heer M. Balk Hermesweg GP BAARN. Geachte heer Balk,

Besluit. A. Verloop van de procedure

Het Commissariaat voor de Media, gelet op de artikelen 134 en 135 van de Mediawet, gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

01166/EdZ/mb JuZa lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee

Besluit. A. Verloop van de procedure

2. Bij bericht van 28 augustus 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Bestuurlijk rechtsoordeel

10 oktober 2001 Aanvraag toestemming artikel 82c, lid 2, Mediawet. 16 september 2001 ZKZ bk B.J. Kipp (035)

2. Bij bericht van 25 september 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

2. Bij bericht van 20 februari 2013 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Besluit. A. Verloop van de procedure

Besluit. A. Verloop van de procedure

2. Bij bericht van 12 november 2013 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Besluit. A. Verloop van de procedure

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer B&P lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

Hierbij doe ik u onze beslissing op het bezwaar van NOS tegen ons besluit van 24 januari 2002 inzake Studio Sport toekomen.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer Brief, d.d. 23 januari 2002 ZKZ rs R.J. van der Schagt (035)

Bij brief van 18 december 2008 hebben wij bij u aanvullende informatie verzocht met betrekking tot het programma Op uw gezondheid.

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Overwegingen Commissariaat

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer FvB/ml BVB nm mr. J.B. Mons (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa nvdb Mevr. mr. N. van den Brink (035)

2. Bij bericht van 29 januari 2014 heeft het Commissariaat om aanvullende informatie verzocht.

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ibo

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer SBO lvdz Mevr. drs. L.E. van der Zee (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer BVB bm mr. J.B. Mons (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Aanhakende reclame. Versie 1.1 Juni 2011, Commissariaat voor de Media

Transcriptie:

AANGETEKEND Stichting Regionale Omroep Groningen t.a.v. het bestuur Postbus 30101 9700 RP GRONINGEN Datum Onderwerp 9 juli 2003 periodieke controle sanctievoornemen Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa-003240-tn Mevr. mr. I.M. Borninkhof (035) 7737 753 Bij brief van 10 september 2001, kenmerk PTZ-004765-mbr, hebben wij u verzocht om de opnamen van radio en televisie in de week van 3 tot en met 9 september 2001. Bij brief van 13 mei 2002, kenmerk JuZa-001137-tn, hebben wij u meegedeeld dat u voor het jaar 2001 voor wat betreft het televisieprogramma in het geheel niet heeft voldaan aan de bewaarplicht vanwege de slechte opnamekwaliteit. In dezelfde brief hebben wij een nieuwe periodieke controle aangekondigd. Daartoe hebben wij verzocht om de opnamen van radio en televisie in de week van 6 tot en met 12 mei 2002. Gebleken is dat ook ditmaal de opnamekwaliteit van de televisieuitzendingen dermate slecht was dat een controle niet mogelijk was. De radio-opnamen waren weliswaar van goede kwaliteit, maar de programmering in de opgevraagde week bleek vanwege een evenement, de Giro d Italia, geheel te zijn aangepast. Hierdoor waren de uitzendingen niet representatief voor de normale programmering. Wij hebben daarom besloten om op een later tijdstip in het jaar opnieuw een periodieke controle uit te voeren. Bij brief van 7 oktober 2002, kenmerk PTZ-005906-mv, hebben wij u vervolgens verzocht ons toe te zenden de integrale opnamen van de in de week van 1 oktober tot en met 7 oktober 2002 uitgezonden radio- en televisieprogramma s, inclusief herhalingen en teksttelevisieuitzendingen. Tevens hebben wij opgevraagd een volledig ingevuld formulier Opnamegegevens Regionale Omroep Radio / Televisie, een volledig ingevuld programmaschema voor radio en televisie, een uitzendschema zoals wordt gebruikt voor de eindregie, een overzicht van de hoeveelheid uitgezonden reclamezendtijd, alsmede alle in het kader van sponsoring met derden gemaakte overeenkomsten. Bij brief van 18 oktober 2002 ontvingen wij van u opnamen van televisie- en radioprogramma s, de formulieren Opnamegegevens Regionale Omroep Radio / Televisie en programmaschema s voor radio en televisie. Verder ontvingen wij van u overzichten van de hoeveelheid uitgezonden reclamezendtijd en een schriftelijke overeenkomst die in het kader van sponsoring met derden is gemaakt. Het programmaschema bevatte geen gegevens over het aandeel ICE. Een schema met ICE-gegevens ontvingen wij per fax van 21 oktober 2002. Bij brief van 27 november 2002, kenmerk PTZ-006922-mbr, hebben wij u verzocht ons alle overeenkomsten toe te zenden die rond het programmaonderdeel Groningen-Assen 2030 met derden zijn gemaakt. Bij brief van 18 december 2002 heeft u ons medegedeeld dat de overeenkomst die met de provincie Groningen was gesloten in verband met voornoemd programmaonderdeel nog niet in uw

bezit was, maar dat u het zodra het door u ontvangen is aan ons ter beschikking zou stellen. Bij brief van 19 december 2002 heeft u dit gedaan. 1. ICE- norm televisie Wij stellen vast dat u in uw televisieprogrammering heeft voldaan aan de ICE-norm. Hierna volgen onze bevindingen. U heeft geen duidelijke opgave gedaan welke programmaonderdelen in het tijdvak van 07:00 uur tot 23:00 uur als informatief, cultureel dan wel educatief moeten worden aangemerkt. Aangezien echter in de nacht- en ochtenduren hetzelfde televisieprogramma uitgezonden is als in de middag en avond zijn wij voor de berekening uitgegaan van een volledig tijdvak van 24 uur per dag. In de uitzendweek van 1 oktober tot en met 7 oktober 2002 heeft u tussen 00:00 uur en 24:00 uur 168 uur uitzending verzorgd. Van deze 168 uren zijn door ons 142 uur en 25 minuten beoordeeld als programmaonderdelen van informatieve, culturele of educatieve aard, die in het bijzonder betrekking hebben op uw provincie (ICE-programmaonderdelen). Dit is 84,8 %. Hiermee voldoet u aan de in artikel 51e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet gestelde norm van 50 procent ICEprogrammaonderdelen. Het door u toegezonden programmaschema televisie bevat geen opgave van het aandeel informatie, educatie en cultuur. Ook de duur per programmaonderdeel wijkt af van hetgeen wij in onze steekproef hebben aangetroffen. De meeste programmaonderdelen blijken circa 5 minuten korter dan door u aangegeven. Volgens onze bevindingen heeft dit te maken met het feit dat u reclame en promo's niet afzonderlijk heeft benoemd. Wij verzoeken u dan ook in het vervolg nauwkeurig opgave te doen van hetgeen u uitzendt. Een globale weegave van uw programmering volstaat niet en bemoeilijkt het onderzoek. 2. Sanctievoornemen Hierbij brengen wij u op de hoogte van ons voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens overtreding van artikel 41a, eerste lid, aanhef en onder b juncto lid 43b, eerste lid van de Mediawet, artikel 50, achtste lid juncto 43b, eerste lid, van de Mediawet, artikel 51e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet, en artikel 52, tweede lid, van de Mediawet. 2.1 Bewaarplicht televisie In de week van 1 tot en met 7 oktober 2002 heeft u 168 uur televisieprogramma uitgezonden. U heeft het Commissariaat hiervan ieder uur 33 seconden, dus in totaal 92 minuten, niet ter beschikking gesteld. Artikel 138d van de Mediawet: Instellingen die een programma voor binnenlandse omroep verzorgen en de Wereldomroep bewaren gedurende twee weken na de uitzending opnamen van hun uitgezonden programma's. Zij stellen deze opnamen desgevraagd ter beschikking van het Commissariaat voor de Media. Voorlopig standpunt Aangezien wij van de opgevraagde 168 uur televisieopnamen 166 uur en 28 minuten hebben aangetroffen, heeft u naar ons voorlopig oordeel ten aanzien van het televisieprogramma artikel 138d van de Mediawet overtreden. Over het feit dat van ieder opgenomen uur 33 seconden JuZa-003240-tn blad 2

ontbreekt is reeds in november 2002 contact met u opgenomen. Gebleken is dat de betreffende opnamen ontbreken als gevolg van een technische afstelling op het moment dat een bestand wordt afgesloten en een nieuw bestand wordt geopend. U heeft desgevraagd laten weten dat dit euvel zal worden opgelost bij de implementatie van de definitieve audio-logger. Gelet hierop en op het feit dat de geconstateerde overtreding gering is -u heeft 99,1 % van de televisieopnamen wel ter beschikking gesteld- hebben wij besloten om geen gebruik te maken van onze bevoegdheid om een boete op te leggen. 2.2 ICE-norm radio Voor de berekening van het percentage uitgezonden ICE-programmaonderdelen voor regionale omroepen wordt in beginsel uitgegaan van het tijdvak 7:00 uur tot en met 23:00 uur. Tijdens een eerdere procedure heeft u laten weten over het tijdvak 6:00 tot en met 23:00 uur te willen worden beoordeeld. In de uitzendweek van 1 oktober tot en met 7 oktober 2002 heeft u tussen 6.00 en 23.00 uur 119 uur uitzending verzorgd. Van deze 119 uren heeft u (volgens uw eigen opgave) 60 uren programmaonderdelen van informatieve, culturele of educatieve aard uitgezonden, die in het bijzonder betrekking hebben op uw provincie (ICE-programmaonderdelen). Deze opgave is door ons getoetst. De meeste door u opgegeven programmaonderdelen bevatten naar ons oordeel inderdaad meer dan vijftig procent regionale ICE per programmaonderdeel. Deze programmaonderdelen worden derhalve in hun geheel beschouwd als ICE-programmaonderdelen. Twei deuntjes veur ain cent en Het eeuwige weekend worden door ons niet aangemerkt als ICEprogrammaonderdelen aangezien deze minder dan 50% regionale ICE bevatten. Ten aanzien van het door u van maandag tot en met vrijdag tussen 10:00 en 12:00 uur uitgezonden programmaonderdeel hebben wij tegenstrijdige informatie ontvangen. Op het eerste door u verstrekte programmaschema voor radio en televisie staat op dat tijdstip Het Prinsenhof aangegeven zonder opgave van ICE. Op het op 21 oktober ontvangen schema met ICE-gegevens geeft u Wat nu weer op met 70% informatie. Uit onderzoek is komen vast te staan dat u op 2 oktober 2002 Het Prinsenhof heeft uitgezonden. Wij gaan er dan ook van uit dat de informatie die u met het eerste door u verstrekte programmaschema heeft gegeven de juiste is. Dit programmaonderdeel bevatte 43% regionale informatie. Van de drie hierboven genoemde programmaonderdelen zijn overigens wel het aantal ICE-minuten meegeteld, te weten 4 uur en 41 minuten. Voorts hebben wij van de programmaonderdelen die volgens uw eigen opgave minder dan vijftig procent ICE bevatten het aantal door u opgegeven ICE-minuten (428 minuten ofwel 7 uur en 8 minuten) meegeteld. Op basis van het bovenstaande stellen wij vast dat u in 119 uur radioprogramma 54 uur en 49 minuten ICE-programmaonderdelen heeft uitgezonden. Artikel 51e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet: Een regionale omroepinstelling gebruikt haar zendtijd voor een programma dat voor ten minste vijftig procent bestaat uit onderdelen van informatieve, culturele en educatieve aard, die in het bijzonder betrekking hebben op de provincie waarvoor het programma bestemd is. JuZa-003240-tn blad 3

Voorlopig standpunt Het door u tussen 06:00 uur en 23:00 uur uitgezonden radioprogramma (= 119 uur) dient voor ten minste 50% (= 59 uur en 30 minuten) te bestaan uit ICE-programmaonderdelen, die in het bijzonder betrekking hebben op uw provincie. U heeft in deze 119 uur 54 uur en 49 minuten ICE-programmaonderdelen uitgezonden die in het bijzonder betrekking hebben op uw provincie. Dit is 46,06%. Hiermee heeft u naar ons voorlopig oordeel artikel 51 e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet overtreden. 2.3 Onderscheid en herkenbaarheid reclameboodschappen Op woensdag 2 oktober is op de radio van 10:00 tot 12:00 uur het programmaonderdeel Het Prinsenhof uitgezonden. De inhoud van dit programmaonderdeel bestaat uit muziek, belspelletjes, een regionale reportage en uitgaanstips. In het eerste uur van deze aflevering heeft de presenator een gesprek met de Groningse band Lou Leeuw, over zijn nieuwe cd en de presentatie daarvan in Jazzcafé De Spiegel te Groningen. De presentator vraagt één van de bandleden of de cdpresentatie een besloten aangelegenheid is. Daarna volgt de volgende conversatie: Bandlid: Nee hoor, het is gewoon voor iedereen toegankelijk. t Is geen besloten partij of wat dan ook. Presentator: Dus gewoon naar binnen enneh Bandlid: naar binnen en koop m die cd. Presentator: Nou, laat je eerst fêteren op een prachtig optreden en als je het léuk vindt koop je de cd. Bandlid: Nou, 16 euro dusseh Aan het eind van het interview zegt de presentator: Morgenavond dus de cd-presentatie in jazzcafé De Spiegel elf uur half twaalf, nou ja, ik zou zeggen: ga erheen! Op donderdag 3 oktober is op de televisie rond 18:50 uur het programmaonderdeel Podium Noord uitgezonden. Het programmaonderdeel bevat culturele informatie over theater, film en andere culturele uitingsvormen. Tijdens deze uitzending wordt aandacht besteedt aan de film Ja Zuster, Nee Zuster. Een voice over zegt tijdens enkele beelden uit de film: Natuurlijk komen we er in Podium Noord ook niet onderuit. Ja Zuster, Nee Zuster. Alles is er al over gezegd de laatste dagen, dus gewoon gaan kijken. Artikel 1, aanhef en onder kk, van de Mediawet: kk. reclameboodschap: boodschap waarmee onmiskenbaar wordt beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen; Artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet: 1. Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 39b, 41a en 50, achtste lid, met betrekking tot de zendtijd van de Stichting Etherreclame is van overeenkomstige toepassing op de verzorging door lokale en regionale omroepinstellingen van programma-onderdelen als bedoeld in artikel 43a. JuZa-003240-tn blad 4

Artikel 50, achtste lid, van de Mediawet: 8. De Stichting Etherreclame gebruikt haar zendtijd voor een programma bestaande uit reclameboodschappen die zijn aangeboden door derden. Voor ten hoogste een derde deel kan de zendtijd worden gebruikt voor omlijsting van de reclameboodschappen. Het programma van de Stichting Etherreclame is als zodanig herkenbaar en duidelijk onderscheiden van de programma-onderdelen van de andere instellingen die zendtijd hebben verkregen. In het programma van de Stichting Etherreclame wordt geen gebruik gemaakt van subliminale technieken. Artikel 52, eerste lid, van de Mediawet: 1. De programma's van instellingen die zendtijd hebben verkregen bevatten geen reclameboodschappen tenzij zulks bij deze wet uitdrukkelijk wordt toegestaan. Voorlopig standpunt In het programmaonderdeel Het Prinsenhof is cd van de band Lou Leeuw vermeld. In het programmaonderdeel Podium Noord is de film Ja Zuster, Nee Zuster vermeld. In het programmaonderdeel Noorderrondrit is het product groene stroom van Essent vermeld. Deze uitingen zijn voor het gemiddelde publiek duidelijk waarneembaar, op grond waarvan het in staat is deze producten en/of diensten te identificeren. Het mag als een feit van algemene bekendheid worden verondersteld dat indien (merk)namen op een min of meer opvallende wijze en niet in negatieve zin worden vermeld in een uitzending doorgaans een deel van het publiek tot aankoop wordt bewogen (zie ook uitspraak RvSt., d.d. 21 augustus 1997, nr. R01.93.2121. Tros Aktua in bedrijf). Het vermelden van de cd van de band Lou Leeuw en van de film Ja Zuster, Nee Zuster, alsmede van het product groene stroom is derhalve een (overigens op zichzelf toegestane) reclame-uiting in de zin van de Mediawet. Ingevolge artikel 1, aanhef en onderdeel kk, van de Mediawet wordt onder reclameboodschap verstaan: een boodschap waarmee onmiskenbaar wordt beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen. De vermelding van de band Lou Leeuw in combinatie met de oproep de cd te gaan kopen en de door de presentator gedane oproep om naar de cd-première te gaan is een reclameboodschap. Met deze boodschap wordt onmiskenbaar beoogd het publiek ertoe te bewegen de nieuwe cd van Lou Leeuw te gaan kopen. De vermelding van de film Ja Zuster, Nee Zuster in combinatie met de oproep door de voice-over de film te gaan zien is een reclameboodschap. Met deze boodschap wordt onmiskenbaar beoogd het publiek ertoe te bewegen de film Ja Zuster, Nee Zuster te gaan bekijken. De vermelding van het product groene stroom in combinatie met de oproep dit af te nemen van Essent is een reclameboodschap. Met deze boodschap wordt onmiskenbaar beoogd het publiek ertoe te bewegen groene stroom af te nemen van Essent. Ingevolge artikel 50, achtste lid, juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet dienen reclameboodschappen als zodanig herkenbaar en duidelijk onderscheiden van de overige programmaonderdelen te zijn. JuZa-003240-tn blad 5

De reclameboodschappen voor de nieuwe cd van Lou Leeuw, voor de film Ja Zuster, Nee Zuster en voor het product groene stroom van Essent zijn niet als zodanig herkenbaar, en evenmin zijn zij duidelijk onderscheiden van de overige programmaonderdelen. Hiermee heeft u naar ons voorlopig oordeel artikel 50, achtste lid, juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet overtreden. 2.4 Reclame-uitingen Op zaterdag 5 oktober 2002 is op de radio van 13:00 tot 14:00 uur het programmaonderdeel Toeters en Bellen uitgezonden. Het betreft een informatief programmaonderdeel. Het grootste deel van Toeters en Bellen bestaat uit luisteraars die opbellen met vragen en problemen over auto s. De twee presentatoren of andere luisteraars dragen vervolgens oplossingen aan. Ook bevat het programmaonderdeel twee autogerelateerde spelletjes. Om 13:25 uur bespreken de presentatoren het feit dat Opel het meest verkochte automerk is in Nederland. Zij zoeken hiervoor een verklaring. Ze maken ook een vergelijking met een ander automerk. Presentator 2: Jah, ik denk als je de Peugeot 307 of de Opel Astra, ik denk dat dat nou ook niet veel meer mankeert. Ik denk de modellen, dat die erg belangrijk zijn. De mooie modellen, hè, de 206 is een supermodel, de 307 supermodel, en Vectra liep natuurlijk altijd een jaar of twee achter vond ik en die hebben ze nou gefacelift en da s een schitterende auto geworden. Met name dat model heeft ze natuurlijk weer naar de 1 e plaats toegebracht. Maar ik moet er wel bijzeggen dat de 206 van Peugeot het meest verkochte model is in Nederland. Artikel 52, tweede lid, van de Mediawet: 2. De programma's als bedoeld in het eerste lid bevatten voorts geen andere reclame-uitingen tenzij dit niet vermijdbaar is. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen een reclame-uiting in een programma niet vermijdbaar kan worden geacht, alsmede wanneer het is toegestaan dat programma's reclame-uitingen bevatten. Artikel 28, eerste lid, van het Mediabesluit: 1. In programma-onderdelen van informatieve en educatieve aard zijn vermijdbare reclameuitingen in de vorm van het tonen of vermelden van een product of dienst toegestaan, mits: a. de vertoning of vermelding past binnen de context van het programma; b. de vertoning of vermelding geen afbreuk doet aan de programma-formule of de integriteit van het programma; c. de vertoning of vermelding niet op een overdreven of overdadige wijze plaatsvindt; en d. er geen sprake is van specifieke aanprijzingen van deze producten of diensten. Artikel 29 van het Mediabesluit: 1. Onverminderd artikel 28 mogen programma-onderdelen van informatieve of educatieve aard vermijdbare reclame-uitingen in de vorm van het tonen of vermelden van namen, handelsmerken, logo s of beeldmerken van bepaalde producten of diensten of van namen van bedrijven of instellingen bevatten. Op deze reclame-uitingen is artikel 28, eerste lid, onderdelen a tot en met d van overeenkomstige toepassing. 2. In afwijking van artikel 28, eerste lid, onderdeel d, mogen programma-onderdelen van informatieve of educatieve aard vermijdbare reclame-uitingen bevatten, bestaande uit het aankondigen en recenseren van boeken, video's, compact discs en soortgelijke culturele uitingen, alsmede van toneel,- muziek- en filmuitvoeringen, tentoonstellingen en soortgelijke evenementen van kunstzinnige aard. JuZa-003240-tn blad 6

Voorlopig standpunt In het door u op 5 oktober 2002 uitgezonden programmaonderdeel Toeters en bellen zijn de merknaam Peugeot en de modellen 206 en 307 vermeld. Tevens zijn de merknaam Opel en het model Vectra vermeld. Deze uitingen zijn voor het gemiddelde publiek duidelijk waarneembaar, op grond waarvan het in staat is Peugeot en de modellen 206 en 307 alsmede Opel en het model Vectra te identificeren. Het mag als een feit van algemene bekendheid worden verondersteld dat indien op een min of meer opvallende wijze en niet in negatieve zin (merk)namen worden vermeld in een uitzending doorgaans een deel van het publiek tot aankoop wordt bewogen (zie ook uitspraak RvSt., d.d. 21 augustus 1997, nr. R01.93.2121. Tros Aktua in bedrijf). Het vermelden van de naam Peugeot en de modellen 206 en 307 alsmede de naam Opel en het model Vectra zijn dan ook reclame-uitingen in de zin van de Mediawet. Ingevolge artikel 52, tweede lid, van de Mediawet, mogen programma's van publieke omroepinstellingen, afgezien van de wettelijke toegestane reclameboodschappen, geen reclameuitingen bevatten, tenzij dit niet vermijdbaar is. In de artikelen 27 tot en met 32 van het Mediabesluit is bepaald in welke gevallen een reclameuiting in een programmaonderdeel niet vermijdbaar kan worden geacht, alsmede wanneer het tonen of vermelden van vermijdbare reclame-uitingen is toegestaan. Het vermelden van de merknaam Peugeot en de producten 206 en 307 alsmede de merknaam Opel en het product Vectra zijn, gelet op artikel 27 van het Mediabesluit, vermijdbare reclameuitingen. Ingevolge artikel 29 van het Mediabesluit mogen programmaonderdelen van informatieve of educatieve aard vermijdbare reclame-uitingen in de vorm van het vermelden van namen of handelsmerken van bepaalde producten bevatten. Op deze reclame-uitingen is artikel 28, eerste lid, onderdelen a tot en met d van overeenkomstige toepassing. Het noemen van de merknamen Opel en Peugeot valt binnen de voorwaarden van dit artikel. Ingevolge artikel 28 van het Mediabesluit zijn in programmaonderdelen van informatieve of educatieve aard vermijdbare reclame-uitingen in de vorm van het vertonen of vermelden van producten of diensten toegestaan, mits, voor zover hier van belang, er geen sprake is van een specifieke aanprijzing. Door de wervende uitlatingen van de presentatoren over de verschillende modellen, waarbij kwalificaties werden gebruikt als mooie modellen, supermodel, een schitterende auto, is naar ons voorlopig oordeel sprake van specifieke aanprijzingen. De onderhavige reclame-uitingen met betrekking tot de modellen van de genoemde automerken zijn daarom niet-toegestane vermijdbare reclame-uitingen. Wij zijn vooralsnog dan ook van oordeel dat u artikel 52, tweede lid, van de Mediawet, heeft overtreden. 2.5 Maximumduur reclameboodschappen per uur Op woensdag 2 oktober is over 24 uur een meting gedaan naar het aandeel reclame in uw programmering. Hierbij is in het televisieprogramma voor 10,09% aan reclameboodschappen aangetroffen. JuZa-003240-tn blad 7

In drie klokuren heeft u gedurende meer dan twaalf minuten reclameboodschappen uitgezonden. Tussen 13:00 uur en 14:00 uur heeft u 14 minuten en 7 seconden aan reclameboodschappen uitgezonden, tussen 15:00 uur en 16:00 uur waren dit 17 minuten en tussen 17:00 uur en 18:00 uur heeft u 15 minuten en 55 seconden aan reclameboodschappen uitgezonden. In al deze uren wordt het Huizenjournaal of Zaterdagtoppers uitgezonden. Artikel 43a van de Mediawet: Het is een lokale of regionale omroepinstelling waaraan zendtijd is toegewezen, toegestaan programma-onderdelen te verzorgen die bestaan uit reclameboodschappen die zijn aangeboden door derden, alsmede een omlijsting daarvan. Artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet: 1. Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 39b, 41a en 50, achtste lid, met betrekking tot de zendtijd van de Stichting Etherreclame is van overeenkomstige toepassing op de verzorging door lokale en regionale omroepinstellingen van programma-onderdelen als bedoeld in artikel 43a. Artikel 41a, van de Mediawet: Met inachtneming van artikel 39b, wordt de zendtijd van de Stichting Etherreclame zodanig ingedeeld, dat: a. deze zendtijd per dag op een programmanet niet meer bedraagt dan vijftien procent van de op dat programmanet gebruikte zendtijd; b. deze zendtijd per klokuur niet meer bedraagt dan twaalf minuten; Voorlopig standpunt Aangezien uw televisieprogramma op 2 oktober tussen 13:00 uur en 14:00 uur, tussen 15:00 uur en 16:00 uur en tussen 17:00 uur en 18:00 uur voor meer dan twaalf minuten per uur uit reclameboodschappen bestaat heeft u naar ons voorlopig oordeel artikel 41a, eerste lid, onderdeel b, juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet overtreden. 2.6 Vermelding overheidsinstelling Op dinsdag 1 oktober 2002 is het programmaonderdeel De Regio Groningen Assen 2030 (deel 1) uitgezonden. Het programmaonderdeel gaat in op het ontwikkelingsplan voor de genoemde regio. Er wordt aandacht besteed aan het woningenbeleid dat hieruit voortvloeit. Aan het einde van het programmaonderdeel wordt vermeld dat een overheidsinstelling een financiële bijdrage heeft verstrekt aan de totstandkoming van het programmaonderdeel. Tegen een grijze achtergrond komt in witte letters langzaam de tekst Dit programma werd mede mogelijk gemaakt door in beeld. Na 1 seconde verschijnt daaronder in beeld de tekst Regio Groningen Assen 2030 Na 3 seconden verdwijnt de tekst en blijft een volledig grijs beeld over. Artikel 52b, van de Mediawet: 1. In afwijking van de eerste volzin van artikel 52, tweede lid, worden aan het begin of aan het einde van een gesponsord programma-onderdeel van een instelling die zendtijd heeft verkregen, ter informatie van het publiek alle sponsors vermeld. JuZa-003240-tn blad 8

2. Met betrekking tot een gesponsord programma-onderdeel voor televisie duurt de vermelding van de sponsors in totaal ten hoogste vijf seconden. De vermelding gebeurt door middel van naam, handelsmerk, logo of beeldmerk. Voor zover de vermelding niet plaatsvindt op de aanof aftitelrol, bestaat zij uitsluitend uit stilstaande beelden. De vermelding is niet beeldvullend en is voorts zodanig vormgegeven dat zij niet voldoet aan de definitie van reclameboodschap, bedoeld in artikel 1, onderdeel kk. 3. In een gesponsord programma-onderdeel worden geen produkten of diensten van een sponsor getoond of vermeld, indien deze een sponsorbijdrage in geld heeft verstrekt. 4. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een programmaonderdeel waarvoor een overheidsinstelling of een andere instelling dan bedoeld in artikel 1, onderdeel ll, een financiële of andere bijdrage heeft verstrekt ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van dat programma-onderdeel, teneinde de uitzending daarvan als programma-onderdeel te bevorderen of mogelijk te maken. Voorlopig standpunt Volgens de overeenkomst die u met de Provincie Groningen heeft afgesloten heeft de Provincie Groningen een bijdrage in geld verstrekt ten behoeve van de totstandkoming van het programmaonderdeel Regio Groningen - Assen 2030. Op grond van artikel 52b, vierde lid, van de Mediawet zijn het eerste tot en met het derde lid van artikel 52b van de Mediawet van overeenkomstige toepassing op een programmaonderdeel waarvoor, voor zover hier van toepassing, een overheidsinstelling een financiële bijdrage heeft verstrekt. Aan het eind van het programmaonderdeel Regio Groningen - Assen 2030 wordt vermeld dat dit programma mede mogelijk werd gemaakt door Regio Groningen-Assen 2030. Deze vermelding heeft een vormgeving waarbij tekst in beeld verschijnt of verdwijnt. De vermelding bestaat dan ook niet uitsluitend uit stilstaande beelden. Naar ons oordeel is deze vermelding derhalve niet in overeenstemming met artikel 52b, tweede lid van de Mediawet. Op grond van het vierde lid van artikel 52b is deze bepaling echter wel van toepassing. U heeft dan ook artikel 52d, tweede lid, juncto het vierde lid, van de Mediawet overtreden. Aangezien in casu sprake is van een overheidsinstelling, deze wel vermeld is, en de ernst van de overtreding gering is, zijn wij van oordeel dat het opleggen van een boete niet proportioneel is. Wij zien dan ook af van onze bevoegdheid om een boete op te leggen. Wij wijzen u er evenwel op dat u in de toekomst rekening dient te houden met het hiervóór gestelde. 3. Sanctievoornemen Op grond van artikel 135, eerste lid, van de Mediawet kunnen wij u een bestuurlijke boete opleggen bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet. Ingevolge de Beleidslijn Sanctiemaatregelen 1999 hanteren wij voor de bepaling van de hoogte van de boete vaste berekeningsgrondslagen die met factoren voor de ernst van de overtreding en voor de mate van verwijtbaarheid worden vermenigvuldigd. Ad 2.1 Bewaarplicht televisie Bij overtreding van het bepaalde in artikel 138d van de Mediawet geldt voor u als publieke regionale omroep een berekeningsgrondslag van 450,-. Wij zien af van het opleggen van een boete op grond van de onder 2.1 aangegeven overwegingen. Ad 2.2 ICE-norm JuZa-003240-tn blad 9

Bij overtreding van artikel 51e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet geldt voor u als publieke regionale omroep een berekeningsgrondslag van 450,-. Voor de ernst van de overtreding kennen wij in dit geval een punt toe. Hierbij hebben wij in overweging genomen dat u van de verplichte 59 uur en 30 minuten, 54 uur en 49 minuten ICEprogrammaonderdelen heeft uitgezonden, zijnde 46,06 %. Voor de mate van verwijtbaarheid zijn wij in dit geval voornemens vier punten toe te kennen. In onze sanctiebeschikking van 10 januari 2001 hebben wij u een sanctie opgelegd wegens overtreding van artikel 51e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet. In dat geval was sprake van recidive. Nu wederom artikel 51e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet is overtreden is er sprake van herhaald recidive. Wij zijn derhalve voornemens u wegens overtreding van artikel 51 e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet een bestuurlijke boete op te leggen van 2.250,-. Ad 2.3 Onderscheid en herkenbaarheid reclameboodschappen Bij overtreding van het bepaalde in artikel 50, achtste, lid juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet geldt voor u als publieke regionale omroep een berekeningsgrondslag van 450,- Voor de ernst van de overtreding zijn wij voornemens een punt toe te kennen. Hierbij hebben wij in overweging genomen dat in twee verschillende programmaonderdelen reclameboodschappen zijn uitgezonden die niet als zodanig herkenbaar en duidelijk onderscheiden waren. Voor de mate van verwijtbaarheid zijn wij voornemens geen punten toe te kennen. Er zijn ons hiervoor vooralsnog geen bijzondere feiten of omstandigheden gebleken. Wij zijn derhalve voornemens u wegens overtreding van artikel 50, achtste lid juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet een bestuurlijke boete van 450,- op te leggen. Ad 2.4 Reclame-uitingen Bij overtreding van het bepaalde in artikel 52, tweede lid, van de Mediawet in een radioprogramma geldt voor u als publieke regionale omroep een berekeningsgrondslag van 450,-. Voor de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid zijn wij niet voornemens punten toe te kennen. Er zijn ons hiervoor vooralsnog geen bijzondere feiten of omstandigheden gebleken. Wij zijn derhalve voornemens u wegens overtreding van artikel 52, tweede lid, van de Mediawet een bestuurlijke boete van 450,- op te leggen. Ad 2.5 Maximumduur reclameboodschappen per uur Bij overtreding van het bepaalde in artikel 41a, eerste lid, onder b, juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet geldt voor u als publieke regionale omroep een berekeningsgrondslag van 1.800,-. Voor de ernst van de overtreding kennen wij in dit geval een punt toe, aangezien over meerdere uren een overtreding is vastgesteld. Voor de mate van verwijtbaarheid kennen wij in dit geval eveneens een punt toe. Hierbij hebben wij in aanmerking genomen dat wij u in onze beschikking van 10 januari 2001 reeds een sanctie JuZa-003240-tn blad 10

hebben opgelegd wegens overtreding van artikel 41a, eerste lid, onder b, juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet. Er is derhalve sprake van recidive. Wij leggen u derhalve een bestuurlijke boete op van 3.600,- wegens overtreding van artikel 41a, eerste lid, aanhef en onder b, juncto artikel 43b, eerste lid, van de Mediawet. Ad 2.6 Vermelding overheidsinstelling Bij overtreding van het bepaalde in artikel 52b, tweede lid, van de Mediawet geldt voor u als publieke regionale omroep een berekeningsgrondslag van 1.800,-. Wij zien af van het opleggen van een boete op grond van de onder 2.6 aangegeven overwegingen. Totaal Wij zijn derhalve voornemens u een bestuurlijke boete op te leggen van in totaal 6.750,- wegens overtreding van artikel 41a, eerste lid, aanhef en onder b juncto lid 43b, eerste lid van de Mediawet, artikel 50, achtste lid juncto 43b, eerste lid, van de Mediawet, artikel 51e, aanhef en onderdeel a, van de Mediawet, en artikel 52, tweede lid, van de Mediawet. 4. Hoorzitting Voordat wij een besluit nemen stellen wij u in de gelegenheid uw zienswijze naar voren te brengen. Wij nodigen u daarom uit voor een hoorzitting op 14 augustus 2003 om 10:00 uur bij het Commissariaat voor de Media aan de Hoge Naarderweg 78 te Hilversum. U kunt zich tijdens de hoorzitting door derden laten bijstaan of vertegenwoordigen. Het horen zal geschieden door drs. L. van der Meulen, Commissaris. Tijdens de hoorzitting zal van het Commissariaat tevens aanwezig zijn mr. I.M. Borninkhof-Slabbers, jurist. Indien u geen gebruik wenst te maken van de mogelijkheid te worden gehoord, verzoeken wij u dit uiterlijk een week voor de hoorzitting aan ons bekend te maken. Eventuele schriftelijke opmerkingen kunnen tot uiterlijk een week voor de hoorzitting bij het Commissariaat worden ingediend. Hoogachtend, Commissariaat voor de Media Prof. dr. J.J. van Cuilenburg Voorzitter drs. L. van der Meulen Commissaris JuZa-003240-tn blad 11