Staat van Wijzigingen bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld, herziening 1 Afdeling Ruimte 7 maart 2012 1
Staat van Wijzigingen bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld, herziening 1 Deze staat van wijzigingen bevat de aanpassingen van het ontwerpbestemmingsplan zoals dat ter inzage heeft gelegen van 22 december 2011 tot en met 1 februari 2012. De wijzigingen hebben betrekking op de toelichting en de regels. De aanpassing zijn integraal opgenomen in het bestemmingsplan. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen ambtelijke aanpassingen en aanpassingen naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen. De toelichting van het bestemmingsplan is in overeenstemming gebracht met de vermelde aanpassingen uit de staat van wijzigingen. De ontvangen zienswijze vormde geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. De staat van wijzigingen bevat daarom alleen ambtelijke aanpassingen. Ambtelijke aanpassingen 1. De digitale planidentificatie NL.IMRO.0632.BPLGWKZHERZIENING1-bOW1 wijzigt in: NL.IMRO.0632.BPLGWKZHERZIENING1-bVA1 2. In artikel 4, sublid 4.4.1 wordt bij de voorwaarden onderdeel d toegevoegd d. de uitvoering en instandhouding van de inrichting van het betreffende perceel plaatsvinden op de wijze als bepaald in een inrichtingsplan waarin de landschappelijke kwaliteiten van de oeverwallen zijn aangegeven conform de richtlijnen en bouwstenen uit de bijlage Versterken oeverwallen Oude Rijn in het Venster Bodegraven Woerden. 3. In artikel 6, sublid 6.3.1, onderdeel b, wordt bij de voorwaarden punt 3 hernummerd tot punt 4. Toegevoegd wordt een nieuw punt 3 3. waarin de landschappelijke kwaliteiten van de oeverwallen zijn aangegeven conform de waarover het advies van de landschapsdeskundige is ingewonnen 4. In artikel 6, lid 6.4, wordt de tekst als volgt aangepast Van een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval ook sprake: a. indien in geval van bewoning van een extra woning als bedoeld in artikel 13, lid 13.1, de uitvoering en instandhouding van de inrichting van het betreffende perceel niet plaatsvinden op de wijze als aangegeven in het inrichtingsplan dat hoort bij de betreffende extra woning; b. indien niet wordt voldaan aan de voorwaarde betreffende de landschappelijke kwaliteiten van de oeverwallen in de gevallen dat in dit artikel die voorwaarde wordt gesteld. 5. In artikel 11, lid 11.2, wordt bij de voorwaarden onderdeel f toegevoegd f. 2
6. In artikel 12, lid 12.1, onderdeel h, wordt bij de voorwaarden punt 5 hernummerd tot punt 6. Toegevoegd wordt een nieuw punt 5 5. waarin de landschappelijke kwaliteiten van de oeverwallen zijn aangegeven conform de waarover het advies van de landschapsdeskundige is ingewonnen 7. In artikel 12, lid 12.3, wordt bij de voorwaarden punten 4, 5 hernummerd tot punten 5, 6. Toegevoegd wordt een nieuw punt 4 4. 8. In artikel 12, lid 12.4, wordt bij de voorwaarden onderdeel b hernummerd tot onderdeel c. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel b b. 9. In artikel 13, lid 13.1 wordt in de aanhef de tekst van de zin na met inachtneming van de daarbij aangegeven bepalingen, als volgt gewijzigd: Mits: a. de naburige agrarische bedrijven daardoor niet extra belemmerd worden en b. Geestdorp en Rietveld, de uitvoering en instandhouding van de inrichting van het betreffende perceel plaatsvinden op de wijze als bepaald in een inrichtingsplan, 10. In artikel 13, lid 13.2 wordt bij de voorwaarden onderdeel g hernummerd tot onderdeel h. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel g g. 3
11. In artikel 15, sublid 15.1.2, wordt in onderdeel b tussen instandhouding van en de betreffende bebouwing toegevoegd: de cultuurhistorische waarde van 12. In artikel 15, sublid 15.1.3, wordt in onderdeel b tussen instandhouding van en de betreffende bebouwing toegevoegd: de cultuurhistorische waarde van 13. In artikel 15, sublid 15.1.4, wordt in de kop en in de aanhef van het lid bijgebouw vervangen door: gebouw 14. In artikel 15, sublid 15.1.4, wordt bij de voorwaarden onderdeel a vervangen door de volgende tekst a. het betreft een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - karakteristiek hoofdgebouw' of een bijgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol bijgebouw', 15. In artikel 15, sublid 15.1.4, wordt bij de voorwaarden in onderdeel b bijgebouw vervangen door (bij)gebouw 16. In artikel 15, sublid 15.1.4, wordt bij de voorwaarden in onderdeel c tussen instandhouding van en de betreffende bebouwing toegevoegd: de cultuurhistorische waarde van 17. In artikel 15, sublid 15.1.4 wordt bij de voorwaarden onderdeel h hernummerd tot onderdeel i. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel h h. 18. In artikel 15, sublid 15.1.4 wordt bij de nadere bepaling in bij punt 2 bijgebouw vervangen door: gebouw 19. In artikel 15, sublid 15.1.5 wordt bij de voorwaarden in punt 1 tussen instandhouding van en de betreffende bebouwing toegevoegd: de cultuurhistorische waarde van 20. In artikel 15, sublid 15.1.5 wordt bij de voorwaarden punt 10 toegevoegd 10. 21. In artikel 15, sublid 15.1.6 wordt bij de voorwaarden punt 10 toegevoegd 10. 4
Toelichting De ambtelijke wijzigingen bestaan uit twee onderdelen. Voorwaarde versterking landschappelijke kwaliteiten oeverwallen (nr 2-10, 17, 20 en 21) Nr 2 en 3 van de staat van wijzigingen zijn gericht op het versterken van de landschappelijke kwaliteiten van de oeverwallen. De oeverwallen bevinden zich langs de Oude Rijnzone en zijn van grote betekenis voor het cultuurlandschap. Door bij nieuwe ontwikkelingen specifieke eisen te stellen aan de landschappelijke inpassing en de aanvragen te beoordelen op hun gevolgen voor het cultuurlandschap worden de oeverwallen versterkt. Het betreft in de meeste gevallen een specificatie van al bestaande voorwaarden in het bestemmingsplan op het gebied van landschappelijke inpassing. De richtlijnen en bouwstenen uit het inspiratieboek Versterken oeverwallen Oude Rijn in het Venster Bodegraven Woerden wordt daarbij als toetsingskader gehanteerd. Het inspiratieboek is als bijlage bij de regels opgenomen in het bestemmingsplan. Aanvullende voorwaarden instandhouding cultuurhistorische waarde bebouwing (nr 11, 12, 16 en 19) De bestaande afwijkingsmogelijkheden om extra functies te realiseren in cultuurhistorisch waardevolle bebouwing zijn van toepassing op gebouwen die op de plankaart de aanduiding (k) of (c) hebben. Het gaat om bebouwing met cultuurhistorische waarden. Door extra gebruiksmogelijkheden te bieden, stimuleert de gemeente het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Het is dus niet de bedoeling dat met toepassing van deze regeling de aanwezige cultuurhistorische waarden worden aangetast. In dat geval heeft de regeling een averechts effect. Daarom is bij de extra gebruiksmogelijkheden bij cultuurhistorische waardevolle bebouwing expliciet het doel vermeld: de instandhouding van cultuurhistorische waarde. Verruiming vrijstelling nieuwe wooneenheid in cultuurhistorisch waardevolle gebouwen (nr 13 15 en 18) Tegelijk met dit bestemmingsplan heeft herziening 1 van landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld ter inzage gelegen. Bij herziening 1 is een zienswijze ingediend die betrekking heeft op de gebruiksmogelijkheden van een karakteristiek hoofdgebouw zonder woonfunctie. Dit heeft aanleiding gegeven om op de regels te verruimen. De regels zijn op dit punt afgestemd met die van herziening 1. 5