Notitie Achterhoekse uitwerking provinciale Omgevings verordening niet-grondgebonden veehouderij. Poho RO/Plato 9 juli 2015. Provinciaal omgevingsbeleid. Artikel 2.5.6.2 van de provinciale verordening luidt als volgt: Artikel 2.5.6.2 Uitbreiding niet-grondgebonden veehouderijtak In bestemmingsplannen die betrekking hebben op een of meerdere landbouwontwikkelingssgebieden kan aan een agrarisch bedrijf ten behoeve van de niet-grondgebonden veehouderijtak een agrarisch bouwperceel toegekend van ten hoogste 1,5 hectare. Via een amendement heeft Provinciale Staten de mogelijkheid opgenomen om (regionaal) invulling te geven aan een beoordelingssysteem voor het verlenen van medewerking aan de uitbreiding van de niet-grondgebonden veehouderij. In de ontwerpverordening waren landschappelijke inpassing, dierwelzijn, volksgezondheid en milieu als tegenprestaties benoemd. Voldaan moest aan tenminste drie van die vier eisen. De provincie wil daar eind 2015 / 2016 nieuw beleid voor in haar omgevingsbeleid opnemen. Dat beleid moet draagvlak hebben, dus gemaakt met partijen /regio s. Als Regio Achterhoek kunnen we op deze wijze invulling geven aan het provinciale omgevingsbeleid, middels het aanleveren van bouwstenen om dat nieuwe provinciale beleid mede vorm te geven en regionaal in te kleuren. U heeft al eerder aangegeven daar voorstander van te zijn. Dit in de vorm van een menukaart die ondernemers de gelegenheid biedt te kiezen uit meer thema s. Dat biedt meer flexibiliteit dan het aanvankelijk in de concept-verordening opgenomen systeem van de 4 plussen en speelt beter in op de gebiedsspecifieke situatie. Ruimte bieden aan de ondernemers en de omgeving (omgevingsdialoog), maar zeker ook de regio(gemeenten). Waar provinciale belangen gelden ( b.v. GO, Natura 2000 etc.) zijn provinciale kaders aan de orde. Waar het gaat om de zogenaamde witte gebieden hoort dit ook meer op het terrein van de regio(gemeenten). Alles uiteraard met inachtneming van de uitgangspunten van het provinciale omgevingsbeleid. Binnen de provincie zijn vooralsnog alleen de regio s Food Valley en Achterhoek uitgenodigd om een regeling uit te werken. Food Valley was daar al langer mee bezig overigens (pilot). Op 16 februari heeft Food Valley over haar beleid een kennisfestival gehouden in Ede. Daarbij was ook bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordiging vanuit de Achterhoek aanwezig. Relatie tot RSV. De uitwerking van de provinciale verordening staat niet op zich. Vanuit de voorgestane uitwerking van de Regionale Structuurvisie Achterhoek ( Ja, mits ) kiest u er voor bij planologische medewerking aan verdergaande uitbreidingen dan toegestaan in het bestemmingsplan, een vorm van tegenprestatie te eisen. U heeft de ambtelijke werkgroep gevraagd de thema s te benoemen die als vereveningsinstrument ingezet zouden kunnen en toe te werken naar een scoringsmethodiek. Verkenning: In de werkgroep hebben we een brede verkenning uitgevoerd, Uiteindelijk komen we terug naar de basis, maar daar gaat het natuurlijk ook om!.
We hebben van de provincie de opdracht/mogelijkheid gekregen om een uitwerking te regelen middels het ruimtelijk spoor. Via het opstellen van beleidsregels kunt u prima invulling geven aan de menukaart en de te voeren omgevingsdialoog. Het voeren van een proces met de omgeving helpt bij het creëren van draagvlak, maar er kan/mag ook geen te absolute betekenis aan toegekend. Met de omgeving hoeft geen overeenstemming te zijn (kan ook niet gevraagd ) De ondernemer moet laten zien dat er een serieus gesprek is gevoerd, hij moet een verslag toevoegen en bij onderbouwing van de plussen ook laten zien dat hij met de wensen van de buurt rekening heeft gehouden. De beslissing over ja/neen medewerking ligt uiteindelijk bij de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Die beslissing is uiteraard makkelijker inden er sprake is van draagvlak. In zoverre was de omgevingsdialoog van oudsher in de Achterhoek gebruikelijk. Als je de buurt niet vooraf informeerde over je plannen en zij het eerst merkten bij publicaties van de gemeente, dan ontstond er op voorhand al weerstand. Met de schaalvergroting en een andere wijze van ondernemen is die gewoonte helaas niet altijd meer gebruikelijk. In die zin leidt de voorgeschreven omgevingsdialoog wellicht tot een stukje modern naoberschap. De Regionale Structuurvisie Achterhoek stipuleert bij ontwikkelingen het belang en de waarde van het Achterhoekse landschap. Dat is richtinggevend bij ruimtelijke ontwikkelingen. Ook bij deze regionale invulling kiezen we dan ook nadrukkelijk voor ruimtelijk relevante, fysieke maatregelen., specifiek toegepast op het Achterhoekse landschap, die leiden tot kwaliteitwinst. Erfinpassing, landschappelijke inpassing, sloop en vervangende nieuwbouw (verwachte toename leegstand/ geen verdere verstening van het buitengebied; m3 voor m2, ook elders) zijn daarbij duidelijke opties. Voor een thema als milieu geldt dat we in Nederland regels hebben vastgesteld die moeten leiden tot een goed leefklimaat. Niet op voorhand een thema dus waarvoor we met keuzes voor bovenwettelijke maatregelen zouden moeten komen. Status. Voor wat betreft de status van de regeling kiest u in principe voor door de 8 gemeenteraden vast te stellen (regionale) beleidsregels op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht(awb). Beleidsregels, ook door de provincie vast te laten stellen en in de verordening, net als destijds bij de regionale regeling voor functieverandering ( Functies Zoeken PLAATSEN Zoeken Functies ), voor het plussenbeleid de regionale beleidsregels van toepassing te verklaren. De beleidsregels geven invulling aan het provinciale omgevingsbeleid, Strekking: De beleidsregels geven een uitwerking van de provinciale omgevingsverordening; zo zijn definities /begripsomschrijvingen van grondgebonden en niet-grondgebonden veehouderij dus gelijk aan hetgeen in die verordening is weergegeven;. de beleidsregels gelden voor situaties, die verder gaan dan is toegestaan in het vigerende bestemmingsplan. Uitzondering: We handhaven bestaande rechten. Op grond van het Reconstructieplan Achterhoek en Liemers hadden niet-grondgebonden bedrijven, buiten de Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s), de (groei)ruimte voor een bouwblok tot 1 ha. In het incidentele geval dat die ruimte in een niet direct of middels een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan is opgenomen, geldt tot de oppervlakte van 1 ha bouwblok NIET het
vereveningsvereiste.. Hetzelfde geldt binnen de LOG s.. Daar handhaven we eveneens de bestaande rechten, maar dan met een minimum van 1,5 ha, de beleidsregels leggen een koppeling aan de hoogte van de investering, in de vorm van een percentage van die investering (max. 8), danwel een vast te leggen bedrag aan waarde per m2 grond, waarmee het bouwperceel wordt uitgebreid; NB: Dit onderdeel moet nog nader uitgewerkt. Maatregelen moeten haalbaar en betaalbaar zijn. We zouden in relatie tot de genoemde 8 % van de investering op voorhand duidelijker vast willen leggen wat de omvang van de diverse maatregelen zou moeten zijn per oppervlakte uitbreiding.(v.b. om x m2 uit te breiden moet of zoveel m2 landschappelijk inpassing plaatsvinden en/of x m2 gesloopt etc.). de maatregelen waarmee verevend kan zijn onderaan deze notitie weergegeven; Er is een onderscheid in harde eisen die in alle gevallen gelden (imperatief) en de facultatieve, waaruit een keuze gemaakt kan ; de keuze voor de te treffen maatregelen is in principe aan de betreffende ondernemer, in overleg met zijn omgeving; Proces: uitgangspunt is dat initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het proces met de omgeving en het treffen van de fysieke maatregelen. als omgeving waarmee overleg dient plaats te vinden geldt een straal van 250 m rond het bedrijf; overgangsbepaling: deze beleidsregels zijn niet van toepassing op aanvragen om een omgevingsvergunning ( met afwijking), respectievelijk een verzoek tot wijziging van het bestemmingplan, ingediend vóór de datum van vaststelling van deze beleidsregels NB: van het instellen van een regionale adviescommissie die wel is overwogen, wordt in dit stadium afgezien. In de Achterhoek zal het naar verwachting gaan om een gering aantal bedrijven in deze sector die onder de werking van de regeling zal komen te vallen ( hooguit. 2 à 3 bedrijven per jaar, per gemeente). Vooralsnog gaan we uit van monitoring. Indien bij periodieke evaluatie blijkt dat een regionale adviescommissie een duidelijke meerwaarde heeft kan dit alsnog ingesteld. Praktisch houden, Echt Achterhoek. NB: Geel geaccentueerde hieronder moet nog nader uitgewerkt. De Achterhoekse uitwerking : A. De harde eisen: i ii Een ontwikkeling mag netto niet ten koste gaan van de kernkwaliteiten van het Achterhoekse landschap (essen, historische bebouwing, beekdalen, etc.), conform het landschapsontwikkelingsplan van de betreffende gemeente;. Erfinpassing is verplicht met streekeigen beplanting (richtlijn nader uit te werken met landschapscoördinatoren)
C. De facultatieve thema s waaruit gekozen kan : i ii. iii. Aanleg en onderhoud toeristische infrastructuur Sloop van vrijgekomen (agrarische) bebouwing op locatie en of elders. In dien (ook) elders dient er op beide/alle locaties sprake te zijn van ruimtelijke kwaliteitswinst). Aanleg nieuw landschap, conform gemeentelijke landschapsontwikkelingsplannen IV volksgezondheid (Nog nader uit te werken) Fijn stof Geur endotoxinen Technische kennis, voorzieningen en normen zijn beschikbaar. Technische kennis en voorzieningen zijn er. Normen ook, maar meten is lastig en herleiden naar specifieke bron ook. Zeer beperkt. Alleen bij geiten (Qkoorts) zijn inmiddels veel feiten bekend. In potentie is dit een groot probleem. Geur kan met luchtwassers weggenomen. Daar waar veel overlast is kan dit als favoriete, bovenwettelijke tegenprestatie gepromoot. Nog te weinig bekend. Regio wacht nationaal beleid af. Waar overlast wordt ervaren door omwonenden door fijn stof kan dit met bovenwettelijk e maatregelen weggenomen. Bijkomend voordeel is reductie ammoniak en eventueel endotoxinen. Extra afname geuroverlast op die plekken waar omwonenden veel hinder hebben. De luchtwassers zorgen ook voor reductie fijn stof, ammoniak en endotoxinen. Zie links.
V Dierenwelzijn Geen Gaat over bovenwettelijke maatregelen en beroepsmatige dierhouderij. Er is al een goed landelijk systeem beschikbaar. We nemen 1 op 1 de maatregelen uit de Maatlat Duurzame Veehouderij over. Alleen die maatregelen die bovenwettelijk zijn komen in aanmerking als tegenprestatie in kader menukaart. VI Milieu zie opmerki g in overwegingen. Ja /Neen opnemen. VII Water Wateropgave/retentie: bijvoorbeeld blusvijvers/waterbergingsgebieden viii Maatlat Duurzame Veehouderij Fysieke maatregelen ingevolge de Maatlat Duurzame Veehouderij. Nader uit te werken: De te vervullen eisen vast te leggen in een met initiatiefnemer te sluiten anterieure overeenkomst, danwel voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan. Qua beleidsregels zou dit als volgt kunnen uitgewerkt: De gemeente raad van. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van etc/ etc Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen over nadere uitwerking(en) heeft het portfeuillehoudersoverleg RO-PLATO op 9 juli 2015 n principe ingestemd met de gekozen insteek en aanvliegroute. Bijlagen: Notitie Ontwikkeling en waardering hand in hand van LTO Noord.