Ieder onderdeel duurt ± 10 minuten. Na die 10 minuten wisselen de groepen van onderdeel. Het partijspel is na de 5 onderdelen en duurt ± 15 minuten. We maken vanavond 3 gelijke groepen. Onderdeel 1: Spelvorm 1 met bal Afronden op doel in competitievorm; allemaal tegelijk. Onderdeel 2: Balgevoel Dribbelen, balgevoeloefeningen en halve draaien. Onderdeel 3: 1 tegen 1 1-tegen-1 met richtingsveranderingen Onderdeel 4: Spelvorm 2 met bal Het verwerken van de bal: trainen van de 1 e aanname Onderdeel 5: Pass en trap / afronden op doel Penalty-spel Partijspel Eén veldje 4-tegen-4 en twee veldjes 3-tegen-3
Spelerslijst EWC F-pupillen najaar 2009 # Naam Roepnaam Aanwezig Afwezig Afgemeld 1 Boskamp Kevin X 2 Broere Ruben X 3 Lieshout van Daan X 4 Linders Michael X 5 Peeters Sil X 6 Reiniers Tristan X 7 Reiniers Wilco X 8 Weijs Freek X 9 Hebben Wes X 10 Valckx Giel X 11 Weijs Joost X 12 Duijnhoven van Hendrik X 13 Nijsen Cas X 14 Rombouts Rick X 15 Wijers Rik X 16 Wijnhoven Lars X 17 Nijsen Reno X 18 Daniëls Rick X 19 Gerdsen Alex X 20 Simons Kevin X 21 Camps Remco X 22 Appelman Sem X 23 Reusen Sylvan X Trainers EWC F-pupillen najaar 2009 # Naam Aanwezig Afwezig 1 Willem Janssen X 2 Tontje Hebben X 3 Henk Valckx X 4 Christian Wijers X 5 Anke Krebbers X 6 Rob Stevens X 7 Jerry Driessen X 8 Luuk Koppes X
Onderdeel 1: Spelvorm met bal (Allemaal samen) Afronden op doel in competitievorm (3 verschillende vormen) Uitleg We maken 3 teams. Elk team heeft een vaste keeper, die op doel staat bij een van de andere teams. De spelers dribbelen tot de lijn en moeten voor de lijn afronden op doel. Welk team het eerste 8 doelpunten maakt wint. Uitleg Nu spelen de spelers de bal naar de trainer, die hem aflegt. De spelers ronden af op doel. Welk team het eerste 8 doelpunten maakt wint. Uitleg De trainer staat naast het doel met alle ballen. De trainer speelt de bal steeds in, de spelers mogen de bal pas achter de lijn schieten. Ze moeten de bal in 1 keer op doel schieten. Welk team het eerste 8 doelpunten maakt wint.
Onderdeel 2: Balgevoel Dribbelen, balgevoeloefeningen en halve draaien. Uitleg: Iedere speler een bal. Verschillende spelvormen (oefeningen). 1. Dribbelen, op teken van de trainer de voet op de bal en weer doordribbelen. 2. Dribbelen, op teken van de trainer de bal achter het standbeen terughalen. 3. Op hoog tempo dribbelen, geen botsingen. 4. De spelers dribbelen, de trainer gaat ballen wegtikken. Zorg dat je de bal goed afschermt. 5. 1 Speler zonder bal, op teken wisselen de spelers van bal. Wie heeft geen bal? 6. Dribbelen, op teken van de trainer zo snel mogelijk om een stok dribbelen. Wie is als laatst terug? 7. Dribbelen, op teken van de trainer zo snel mogelijk een hele draai maken om een stok. Als rustmomenten jongleren en andere balgevoel-oefeningen.
Onderdeel 3: 1-tegen-1 1-tegen-1 met richtingsveranderingen Uitleg: De spelers stellen zich op in twee groepjes, aan beide kanten van de trainer. De trainer speelt de bal het veld in en twee spelers spelen een duel. De spelers proberen op één van de vier doeltjes te scoren. Het spel is afgelopen als er wordt gescoord, als de bal buiten is of als het duel langer duurt dan 20 sec. Variant: in plaats van 1 tegen 1 kan er ook 2 tegen 2 worden gespeeld.
Onderdeel 4: Spelvorm met bal Het verwerken van de bal; trainen van de 1 e aanname Uitleg De zwarte speler in de tekening speelt de bal naar de grijze speler. De grijze speler neemt de bal aan en probeert op één van beide doeltjes te scoren. De zwarte speler wordt verdediger. De grijze speler mag pas op één van beide doeltjes scoren als hij in het aanvalsvak gedribbeld is (dus achter de blauwe pylonen). Als de zwarte speler de bal afpakt, dan mag hij meteen scoren. Het duel eindigt als er gescoord wordt, als de bal buiten het speelveld gaat of als er 20 sec is gespeeld. Na de actie wisselen de spelers van functie. Eerst zonder punten; later competitievorm. Wie scoort de meeste doelpunten? Coaching De speler in balbezit moet dus proberen om zo snel mogelijk te scoren. Het gaat er om dat deze speler de verdediger op snelheid klopt of hem op het verkeerde been zet door richtingsveranderingen (halve draaien). 1. De eerste aanname is belangrijk, neem de bal gelijk mee naar de zijkant, zodat je snel kunt scoren 2. Probeer zoveel mogelijk snelheid te maken/houden. Na het kappen gelijk doorversnellen en scoren 3. Blijf goed kijken waar de verdediger zit, overzicht houden tijdens het dribbelen 4. Zorg ervoor dat je de bal altijd goed afschermt voor je tegenstander, je lichaam tussen de verdediger en de bal 5. Willen scoren, willen winnen van je tegenstander
Onderdeel 5: Pass en trap / afronden op doel Het penaltyspel Uitleg spel Een pupillen doel met 1 keeper. Drie lijnen maken, de rode lijn op 9 meter, de blauwe op 10 meter en de gele op 11 meter. Om de beurt proberen de spelers de penalty te scoren. Ze beginnen allemaal op 9 meter. Scoren ze, dan mogen ze naar de volgende afstand; 10 meter. Dus iedere keer als de speler scoort mag hij één afstand opschuiven. Mist de speler daarentegen, dan moet hij één afstand terug. Bijv. de speler schiet vanaf 11 meter en mist, dan moet hij de volgende penalty weer vanaf 10 meter nemen. De speler die het als eerste lukt om vanaf 11 meter te scoren (dus 3x achter elkaar te scoren) is de winnaar van het spel. Als het spel snel afgelopen is, dan het een aantal keer herhalen. Wie wint de meeste spelletjes? Ook doorwisselen van keeper.
Partijspel: 4-tegen-4 of 3-tegen-3 Materialen - 8 spelers, 2 teams van 4 (zonder keeper) - 6 pylonen - 4 ballen - Doelen: kleine doelen of pupillen doelen - 4 hesjes - afmetingen speelveld: 40 m. bij 20 m. Spelbedoeling Partijspel 4 tegen 4. Spelregels: Bal uit: intrappen of indribbelen Corner: balbezit bij eigen doel Bal achter: intrappen of indribbelen Coaching: 1. Veldbezetting => balbezit, veld groot maken (1 achter, 1 diep, 1 rechts en 1 links) 2. Samenspel, maar ook individuele acties 3. Bewegingen proberen die op de trainingen behandeld zijn 4. Verdedigend iedereen een tegenstander dekken 5. Regelmatig van positie wisselen