Lesvoorbereidingsformulier

Vergelijkbare documenten
Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

Lesvoorbereidingsformulier

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN

Lesvoorbereidingsformulier

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER DERDEGRAADSSTAGE Datum nazicht: Naam student: Stefanie Van Calenberg Stageschool: De Zonnebergen

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Lesvoorbereidingsformulier

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

.onderzoeken dat de draairichting van de tandwielen in tegengestelde richting verloopt. (ET2.3)

Lesvoorbereidingsformulier

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

Mentor Datum Groep Aantal lln

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Fase Ontdek en onderzoek

Gebruik het vragenmachientje en bedenk een onderzoeksvraag

Practicum: Snel, sneller, snelst!

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS LAGER ONDERWIJS

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Doel van de les: Aan het eind van de les kunnen de kinderen Wordpress gebruiken om informatie weer te geven.

LESVOORBEREIDING nr: 4

hoge stroming Fase Ontdek en onderzoek

Leerlingen die voor het eerst bewust en doelgericht met katrollen gaan experimenteren. Deze activiteit is eerder bedoeld voor de hogere graden.

Leerlingen maakten reeds kennis met het toepassingsgebied biochemie. De leerlingen hebben al analyserend en onderzoekend gewerkt.

Kennismaken met en inoefenen van het geven van commando s. De leerlingen volbrengen een opdracht door het geven van commando s.

Mentor Datum Groep Aantal lln. Ruud

L E S V O O R B E R E I D I N G

Lesvoorbereiding. Datum: 26 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: tot Groep: 4

Je eigen nieuwjaarsbrief

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Lesvoorbereidingsformulier

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Een tandje bijsteken / Onderzoeken riem- en kettingoverbrenging

Lessenserie De hellingbaan

LESVOORBEREIDING nr: 7

TOPS & FLOPS. Feedback geven en ontvangen. Inhoud

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

Voorbereidende les - basis

Klas: Stageklas: tweede leerjaar. Samen school maken Ankerscholen en Lerarenopleiding LO in Synergie met Accent op ieders talent

Lokaal: Vak: Beeldende Vorming

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Handleiding meetinstrument vervoerskeuze

Jeugd Verkeerskrant 7 Zie je mij?

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Lesbrief les 2 groep 7 en 8 Voed je lijf met de Schijf van Vijf

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

POP Martin van der Kevie

Lesplanformulier. Les wordt gegeven in een open ruimte met ronde tafels en een computergedeelte. Een les duurt 50 minuten

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Elke groep van 3 leerlingen heeft een 9 setje speelkaarten nodig: 2 t/m 10, bijvoorbeeld alle schoppen, of alle harten kaarten.

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

CURIEUZE NEUZEN WERKBOEK

Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 1/2/3)

Lesvoorbereiding. Inhoudelijke gegevens vak of vormingsgebied: Wereldoriëntatie, China.

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Heb je een vraag over Meet the Professor? Stuur ook dan even een bericht naar Eline.

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF)

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS flexibel traject

Logisch toch / Ijsblokchallenge

Zelfbeeld. Basisonderwijs

Lesvoorbereidingsformulier

Dode hoek BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Maar als iedereen zomaar zoekt worden er plaatsen over het hoofd gezien of plaatsen meerdere keren bezocht.

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

Sooo! Sooo! viral! viral! toch? toch? In 7 stappen debatteren in de klas over media

Zone 30 BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Les 4 lengtematen m, dm en cm

Drijven maar! 3-5. Auteur : Kristof Van de Keere, VIVES, Belgium. jaar. Wetenschappelijke inhoud: Natuurwetenschap

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Eerste graad-beroepsvoorbereidend Leerjaar: Decoratie. (2005, September 1). Leerplan Secundair Onderwijs. OVSG.

Plattegrond van de school Groep 5 rekenen 1

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER BASISSTAGE

Lesvoorbereiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Mentor Datum Groep Aantal lln. Ruud

Transcriptie:

Lerarenopleiding Thomas More Kempen Campus Turnhout Campus Blairon 800 2300 Turnhout Tel: 014 80 61 01 Fax: 014 80 61 02 Campus Vorselaar Lepelstraat 2 2290 Vorselaar Tel: 014 50 81 60 Fax: 014 50 81 61 Lesvoorbereidingsformulier Naam student(e): Stefanie Krijnen en Emilie Oosthoek Opleiding: Bachelor Lager Onderwijs Niveau: 1 2 3 Stageschool: gbs Sint Jan Arendonk Datum lesuitvoering: 18 maart 2016 22 maart 2016 Uur: 5A 13.55-14.15 +14.30-15.15 (18/03) Mentor: Juffrouw Gudrun en meester Ivo Leerjaar: 5e leerjaar 5B 13u-14u (18/03) 5A+B 13u-14.15 (klasdoorbrekend) + 14.30-15.15 (22/03) Leergebied + leereenheid: Lesonderwerp: Gebruikte documentatie: Wereldoriëntatie Verkeer: remmen, stoppen en snelheid Handleiding Octopus les 4 graad 3 Deguffroy, A. en Desodt, S. (2010-2013). Via.mundo. 5: Wijzer in het verkeer. Brugge: Die Keure. Goldsmith, M. (2014). Eureka! Hilversum: Fontaine. Krachten, trillingen en golven. (s.a.). Opgeroepen op maart 2016, van methodes Plantyn: http://methodes.plantyn.com/content/assets/naturalis/docs/naturalis_6_deel_1.pd f Sir Isaac Newton and Laws of Gravitation. (s.a.). Opgeroepen op maart 2016, van Easy Science for kids: http://easyscienceforkids.com/all-about-sir-isaac-newton/ Didactisch materiaal (media): Beginsituatie: (inhoudelijke beginsituatie, leefwereld lln., verschillen tussen lln., organisatorische beginsituatie) filmpje over een vrachtwagen die net op tijd kan remmen: https://www.youtube.com/watch?v=lfy- Kk6xm-w lesuur 1: verschillende ondergronden zoals kartonsoorten, aluminiumfolie, handdoeken kokers van karton, meetlatten, tabellen om in de schrijven lesuur 2: fietsen, rolmeters, stoepkrijt, rekenmachine, tabellen om in de schrijven Onderstreepte voorwerpen moeten in elke groep maar één maal aanwezig zijn. lesuur 3: werkblaadjes en blaadjes theorie PowerPoint Omschrijving beginsituatie (relevant voor deze les): De leerlingen hebben nog nooit aan onderzoekend leren gedaan of zelf onderzoeksvragen opgesteld. In 5A zitten 18 leerlingen. In 5B zitten 17 leerlingen, waarvan één leerling die moeilijk met anderen kan samenwerken. In beide klassen is een verzameltafel aanwezig waarop het materiaal uitgestald kan worden. Hoe ga je er concreet rekening mee houden: We begeleiden de leerlingen door gerichte vragen te stellen. Pagina 1

Doelen: Leerplan: OVSG Leerplandoelen: WO-TEC-02.10 - De leerlingen kunnen een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen: probleemstelling, ontwerpen, maken, in gebruik nemen en evalueren. WO-TEC-02.12 - De leerlingen ervaren de behoefte om een probleem technisch op te lossen. WO-TEC-02.13 - De leerlingen bepalen aan welke vereisten de technische realisatie die ze willen maken, moet voldoen. WO-TEC-02.14 - De leerlingen bedenken ideeën voor een eenvoudige technische realisatie. WO-TEC-02.15 - De leerlingen verduidelijken welke technische realisatie ze willen maken om aan een behoefte te voldoen. WO-TEC-02.16 - De leerlingen voorspellen de geschiktheid van materialen voor het maken van een technische realisatie. WO-TEC-02.21 - De leerlingen kiezen geschikte materialen en gepaste hulpmiddelen voor het maken van een eenvoudige technische realisatie. WO-TEC-02.22 - De leerlingen maken keuzes bij het maken van een technische realisatie, rekening houdend met de behoefte, vereisten en beschikbare materialen en hulpmiddelen. WO-TEC-02.23 - De leerlingen maken een eenvoudige technische realisatie, al dan niet aan de hand van een stappenplan. WO-TEC-04.03 - De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken. WO-VKR-01 - De leerlingen kunnen zich bewegen binnen een afgebakende ruimte zoals de opdracht voorschrijft. WO-VKR-12 - De leerlingen houden ermee rekening dat ze als gebruiker van rollend materiaal meer ruimte nodig hebben dan als voetganger. WO-VKR-13.03 - De leerlingen beschikken als fietser over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie om zich zelfstandig en veilig te verplaatsen. Daartoe kunnen ze in een beveiligde oefenruimte een omloop voor fietsers foutloos afleggen. Lesdoelen (nummeren!): De leerlingen kunnen 1. een eerlijk onderzoek uitvoeren 2. resultaten op een correcte manier in een tabel invullen 3. reflecteren over hun groepswerk en hun onderzoek (proces en product) 4. resultaten op een correcte manier bekomen door nauwkeurig te meten 5. conclusies trekken uit hun resultaten. Evaluatie doelen (in te vullen na de lesuitvoering): (resultaten van de leerlingen, meest voorkomende fout(en), mogelijke oorzaken van de fout(en), consequenties voor een vervolgles) Feedback van mentor op lesvoorbereiding: Pagina 2

lesuur 1: onderzoekend leren in de klas Oriëntatiefase 1 Intro: bespreking filmpje https://www.youtube.com/watch?v=lfy-kk6xm-w De lkr. laat een filmpje zien. Volgende vragen worden gesteld: Wat heb je zien gebeuren? Was er iets gevaarlijk aan deze situatie? Kom je dat zelf wel eens tegen? Wat gebeurt er als je opeens moet remmen? Wat was er allemaal nodig om tot stilstand te komen? Wat had er voor kunnen zorgen dat de vrachtwagen toch botste met de auto? Leerfase Fase 1 Pagina 3 2 Onderzoekend leren 2.1 Een onderzoeksvraag opstellen voor een eerlijk onderzoek Een onderzoek vertrekt altijd vanuit een onderzoeksvraag. Criteria onderzoeksvraag: Uitvoerbaar in de klas met het materiaal dat aanwezig is Specifiek: Wat ga je precies onderzoeken? Meetbaar: Kun je het meten? Enkelvoudig: Klopt het dat je maar één ding onderzoekt? Een mogelijke onderzoeksvraag is: Op welke ondergrond komt de knikker het snelst tot stilstand?. In deze vraag is de variabele de ondergrond. Dezelfde knikker zal dus altijd met dezelfde snelheid vanop dezelfde hoogte vertrekken. Met het materiaal dat aanwezig is, kan gevarieerd worden in knikkers, aanloopafstand, hoogte waarop de knikker vertrekt en ondergrond. Jullie zien hier achteraan allemaal materiaal liggen. Daarmee gaan jullie straks allemaal verschillende onderzoekjes doen. Als we een onderzoek willen doen, wat zullen we dan eerst moeten hebben? We vertrekken inderdaad vanuit een vraag. Stel dat iemand zo meteen de vraag stelt: Wat is de remafstand van een boeiing 777?. Zou dat een goede vraag zijn om in de klas te onderzoeken? De vragen die jullie zo meteen gaan verzinnen, moeten met een paar puntjes rekening houden. De criteria verschijnen op het bord en worden overlopen. Omdat we moeilijk een vrachtwagen of een vliegtuig in de klas kunnen binnen halen, gaan we gelijkaardige onderzoekjes doen in de klas, maar dan in het klein. Wat zouden we allemaal kunnen onderzoeken? Stel dat mijn vraag is: Wat is invloed van de ondergrond op de remafstand van deze knikker?. Wie kan eens een tik komen geven? Een ll. geeft eerst tik tegen de knikker en vervolgens tikt de lkr. tegen dezelfde knikker (die op dezelfde plaats terug is gelegd) maar op een andere manier. Nu kan ik beide afstanden meten. Heb ik nu een goed onderzoek gedaan? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik een eerlijk onderzoek uitvoer? De computer verdeelt de leerlingen in zes groepjes van drie. De leerlingen gaan in hun groepje zitten en schrijven minstens één vraag op. Klassikaal worden de vragen overlopen op de criteria en de beste onderzoeksvragen schrijft de lkr. op het bord. Jullie zien hier nu enkele vragen staan. Hieruit gaan we de beste drie vragen kiezen. Er wordt klassikaal gestemd en een top drie gemaakt. Omdat er zes groepjes zijn, wil ik dat elke vraag door twee groepjes wordt onderzocht. De vragen worden verdeeld. Jullie krijgen allemaal een invulblad. Daarop vul je als eerste je naam

20 1, 2, 3, 4 3 2.2 Onderzoek uitvoeren in groep 2.3 Terugkijk op resultaten 3 Uitleg over de buiten les (eerste deel) Criteria onderzoeksvraag: Uitvoerbaar op de speelplaats/grasveld met een fiets Specifiek: Wat ga je precies onderzoeken? Meetbaar: Kun je het meten? Enkelvoudig: Klopt het dat je maar één ding onderzoekt? Voorbeeld van een onderzoeksvraag: Welke factoren hebben invloed op onze remafstand? Deelvraag: Op welke ondergrond komt de fietser het snelst tot stilstand? Mogelijke variabele tijdens dit onderzoek: versnelling, hardheid banden, afstand om snelheid op te bouwen, ondergronden, in en je onderzoekvraag. Lees in stilte wat in alle kadertjes geschreven staat. Op de achterkant van je blad, zie je een tabel staan met meerdere kolommen en rijen. Om goede en betrouwbare resultaten te krijgen én om zeker te weten dat een resultaat niet toevallig is, ga je hetzelfde experiment een paar keer opnieuw uitvoeren, vandaar dat er staan poging 1, 2,3,.... Je gaat in je groep eerst overleggen en een tekening maken van hoe je proefopstelling eruit moet gaan zien. Terwijl dat je de proefjes uitvoert, beantwoord je ook de vragen bij tabel 1. De lln. maken een proefopstelling met gekozen materiaal en voeren hun onderzoek uit. Er wordt teruggekeken naar de onderzoeksvragen en naar de resultaten. Welke conclusies kunnen de lln. trekken uit hun resultaten? Tot zover het onderzoek over de knikkers. Ik ga nu al kort uitleg geven over de les W.O. van dinsdag. Dan gaan jullie namelijk ook enkele onderzoeken doen en dingen meten, maar niet in de klas, wel op de speelplaats én op het grasveld naast de fietsen. Jullie gaan onderzoeken doen over het remmen, stoppen en de snelheid met jullie fietsen. We gaan al beginnen met de groepjes te maken. De computer vormt wederom zes groepjes van drie. Jullie mogen, zoals we net hebben gedaan, in je groepje minstens één onderzoeksvraag bedenken en noteren. De verschillende vragen worden overlopen aan de hand van de criteria en de lkr. schrijft de best uitvoerbare op het bord. Hier wordt een top drie van gemaakt én de vragen worden analoog als les één verdeeld over de zes groepjes. Hetzelfde lege invulblad wordt uitgedeeld. Schrijf zoals daarnet al eerst je naam en je onderzoeksvraag op. lesuur 2: onderzoekend leren op de speelplaats met de twee klassen Fase 2 20 2 4 Onderzoekend leren buiten 4.1 Intro: overlopen wat de bedoeling is tijdens het onderzoek (vervolg binnen) Tips/afspraken Wissel van rollen, zodat elke leerling minstens één keer fietst, tabellen invult, afstanden meet, Vul duidelijk in je tabel in wat je telkens verandert in je onderzoek. Als je vragen hebt, probeer je zelf een antwoord te zoeken. Laat andere groepen met rust Blijf op je eigen onderzoeksruimte We starten het eerste kwartier in de klas met een korte uitleg en laten de leerlingen op hun werkfiches stap voor stap (in groep) opschrijven wat ze gaan doen op tot resultaten te komen. We overlopen eveneens de afspraken. Vervolgens gaan beide klassen op de speelplaats met hun materialen (pen, hun invulblad en eventueel hun meegenomen rolmeters, krijt, rekenmachine ) aan de slag. Pagina 4

Gun andere groepen de ruimte Trek een krijtlijn. Vanaf daar moet de fietser beginnen remmen. Voer je onderzoek nauwkeurig en juist uit. Het is geen wedstrijd. 30 4 4.2 Onderzoekend leren uitvoeren De lln. voeren hun onderzoeken uit. De leerkrachten wandelen rond en helpen waar nodig door extra vragen te stellen. 4.3 Materiaal opruimen Wanneer de leerkrachten een fluitsignaal geven, ruimen de lln. hun materiaal op en verzamelen ze op de speelplaats in hun rij. In de klas worden de resultaten, het onderzoek, het groepsproces, overlopen 4.4 Overlopen resultaten lesuur 3: theorie koppelen aan reeds opgedane kennis Fase 3 5 In de klas: theorie koppelen aan de onderzoeken 5.1 Intro: stellingen Stellingen 1. Een fietser heeft een langere remafstand dan een wandelaar. (WAAR) 2. Als fietser voorzie je rechts best een vrije ruimte (tussen jou en bijvoorbeeld een geparkeerde auto) van minstens een halve meter. (WAAR) 3. Wanneer ik voorbij een plaats fiets waar veel mensen staan, ga ik versnellen. (NIET WAAR) 4. Achter, naast of voor een vrachtwagen mag je nooit fietsen, gaan of stilstaan. (WAAR) 5. Een snel bewegend voorwerp (zoals een fiets, jijzelf, een knikker, ) kan makkelijk plots afgeremd worden. (NIET WAAR) Jullie hebben net allemaal onderzoeken uitgevoerd. Nu gaan we eens kijken of jullie doorhebben wat jullie konden ontdekken. Neem allemaal een A4-papier en verdeel deze in ongeveer vijf gelijke rijen. De lkr. laat een voorbeeld zien. Nummer de rijen van één tot en met vijf. Ik laat enkele stellingen zien en ik wil dat je op je papier, telkens in een andere rij, schrijft of je denkt dat het waar of niet waar is. De stellingen worden overlopen. Na elke stelling steken de lln. hun blad in de lucht met daarop waar of niet waar overeenkomstig de stelling. De lln. verantwoorden hun antwoord, maar de lkr. zegt niet of een antwoord juist of fout is. De lkr. stelt vragen zoals: Hoe kom je erbij dat iets zo is? Waar haal je de wetenschap vandaan? 20 5.2 Coöperatieve werkvorm: expertgroepen Zie bijlage voor volledige theorie bij elk deeltje a. Je snelheid aanpassen naargelang de omstandigheden/ Afstand houden = veilige ruimte creëren b. Reactieweg + remweg = stopafstand?! c. Newton In de coöperatieve werkvorm expertgroepen gaat elke leerling zich tot een expert maken van een stukje theorie. Eerst gebeurt dit in homogene groepjes waarin ieder hetzelfde stukje theorie heeft. Vervolgens vormen zich heterogene groepjes waarin ieder een Nu ga ik jullie verdelen in zes groepen van drie. De lln. gaan per groep zitten in de klas. Ik geef jullie zo meteen allemaal een stukje tekst. Dit ga je eerst goed lezen, dan ga je met je groepsgenoten bespreken wat er in staat aan de hand van enkele vragen op een blad dat ik jullie ook ga geven. Zijn er al vragen? De lln. voeren uit wat de lkr. heeft gezegd. Als dit klaar is vormen zich heterogene groepjes van drie die op het bord staan. In de groepjes die je nu hebt gevormd, heeft ieder een ander stukje tekst. Elk van jullie gaan om de beurt jouw stukje tekst en de vragen op het werkblad uitleggen aan jouw groepsgenoten. Zorg ervoor dat Pagina 5

ander stukje theorie heeft. In deze groepjes moet elk groepslid zijn haar opgedane kennis uitleggen aan de andere groepsleden. ieder het snapt. De vragen op de werkbladen worden overlopen. Aangezien iedereen alles heeft opgelost, kan ik iedereen aanduiden om te antwoorden op de vragen. Had iemand ooit al over Newton gehoord? Controlefase en slot 5.3 Afsluiter: stellingen overlopen/nadenkertje/wist-jedatjes/zelfevaluatie Wist-je-datjes over Newton: Isaac Newton hield als kind enorm veel van school, meer bepaald van wiskunde en wetenschappen. Toen hij 12 was, moest hij van zijn moeder boer worden. Hij vond dit vreselijk, dus mocht hij na enige tijd toch terug naar school. Newton was briljant, maar moeilijk om mee om te gaan. Hij discussieerde graag en vaak met andere wetenschappers en was regelmatig koppig. Als er geen wet van de traagheid meer zou bestaan, zouden we ook geen autogordel meer moeten dragen. Dit omdat een auto niet meer abrupt zou kunnen remmen/stoppen en de passagier niet meer van zijn/haar plaats zou worden geduwd door de verschillende krachten. De stellingen worden terug overlopen en dit maal wordt wel gezegd welke waar of niet waar is. Stel dat er geen wet van de traagheid zou bestaan, zouden we dan geen autogordel meer moeten dragen? Pagina 6

BORDGEBRUIK (ook apart bordgebruik toevoegen bij digibord) Verkeer: remmen, stoppen en snelheid 18 en 22 maart 2016 PowerPoint Pagina 7