Checklist Beleggingsstatuut

Vergelijkbare documenten
BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds Oncologie Holland. April Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Informatie over beleggingsbeleid particulier vermogensbeheer. 1) Op welke beleggingsovertuigingen baseert Index People haar dienstverlening?

Beleggingsstatuut van de Kerkenraad van de Protestantse Gemeente Breda. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid en beleggingsstatuut

Consumentenbrief beleggingen van. Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer

Verklaring van Beleggingsbeginselen. Joachim Aelvoet CBFA

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch

Fondsen van De Goudse

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Risico pariteit Aandelen Wereldwijd Ontwikkelde Markten - MSCI World Index MSCI Daily Net TR World Euro, Aandelen Wereldwijd

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Sequoia Vermogensbeheer zal daarom een goed beeld moeten hebben van:

Begrippenlijst Unit Linked Beleggingsfondsen

Risicoprofielen voor Vermogensbeheer A la Carte

Begrippenlijst. Algemeen Pensioenfonds 1 / 5. Aandeel

Begrippenlijst Unit Linked Beleggingsfondsen

Treasury- en beleggingsstatuut

Begrippenlijst Unit Linked Beleggingsfondsen behorende bij de beleggingsverzekeringen van Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.

Beleggingsupdate Allianz Pensioen

Risico s en kenmerken van beleggen

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch

Flexibel Spaarpensioen Stichting GE Pensioenfonds

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Begrippenlijst Unit Linked Beleggingsfondsen.

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

Addendum bij prospectus 1 december Zwitserleven Beleggingsfondsen

Kenmerken financiële risico's en instrumenten

Kenmerken en risico s financiële instrumenten

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

1. ALGEMENE RICHTLIJNEN

Achmea life cycle beleggingen

Koersrisico Het koersrisico is het risico dat uw beleggingen minder waard worden.

Koninklijk Fries Genootschap voor Geschiedenis en Cultuur. Beleggingsbeleid

Op welke beleggingsstrategie baseert de beleggingsonderneming haar dienstverlening? Antwoord:

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Beleggingsbeleid Ardanta Risicobewustzijn Doelstellingen Beleggingsbeleid

1. De Consumentenbrief moet uiterlijk 1 juli aanstaande op uw website staan; en

Kenmerken financiële instrumenten en risico s

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Uw risicoprofiel bij InsingerGilissen

Beleggingsbeleid 2018 Brand New Day PPI

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

Verklaring van beleggingsbeginselen

Beleggingsbeginselen

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

STICHTING SLUYTERMAN VAN LOO

Strategy-prospectussen dd. 5 februari 2015 van:

UW MENSEN, UW kapitaal. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

Stichting Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt.

Essentiële Beleggersinformatie

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Achmea life cycle beleggingen in beeld

Strategic Allocation Funds (SAF) Een alles-in-één propositie voor pensioenbeleggingen

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Informatiewijzer. Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen. Today s Tomorrow Morgen begint vandaag

BELEGGINGSSTATUUT VAN KWF KANKERBESTRIJDING

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

VBA RISICO- STANDAARDEN BELEGGINGEN 2017

Het beleggingsbeleid van Berben s Effectenkantoor

Bijlage 1: Berekening van de risicowijzer

Risicoprofielen. Het belang van een passend risicoprofiel. HOF HOORNEMAN BANKIERS NV Risicoprofielen 1

Addendum. Prospectus van 1 december 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsaanbod a.s.r. Presentatie Astra Zeneca 27 oktober 2015

ING Dynamic Mix Fondsen Vol vertrouwen aan uw vermogen bouwen

Zelf Beleggen en Sparen

Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Beleggingsfondsen d.d. 1 december 2015

Informatie beleggingsfondsen Werknemers Pensioen. Ingangsdatum 1 januari 2017 Versie

Populair beleggingsplan

Essentiële Beleggersinformatie

NN Dynamic Mix Fondsen Vol vertrouwen aan uw vermogen bouwen

1Vermogensbeheer Beleggingsbeleid

Vragenlijst risicobereidheid Particulier. Van Amstberg Capital Management

RISICOSTANDAARDEN BELEGGINGEN 2018 CFA SOCIETY VBA NETHERLANDS

Investment beliefs Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK

de besloten vennootschap Paerel Vermogensbeheer B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

STICHTING PENSIOENFONDS CARIBISCH NEDERLAND. Performancevergelijking PCN - ABP februari 2017

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Vermogensbeheerrapportage

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

ABN AMRO. verzekeringen. Marktontwikkelingen & vooruitzichten. Portefeuilleverdeling & fondsselectie. Rendement. Profielfonds 3. Tweede kwartaal 2012

Producten. SynVest Beleggen. Beleggingsfondsen in: Obligaties Vastgoed Aandelen. SYNVEST. Morgen begint vandaag.

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Consumentenbrief inzake beleggingsbeleid DoubleDividend Management B.V.

Familie Voorbeeld. 4e kwartaal Uw beheerders. 4e kwartaal 2015

Transcriptie:

Checklist Beleggingsstatuut 1. Algemeen 1.1 Statutaire doelstelling 1.2 Doelstellingen inzake het beleggingsbeleid 1.2.1 Vermogensdoelstelling: in stand houden vermogen? Gewenst groeipercentage (nominaal of reëel) 1.2.2 Uitgavendoelstelling: periodieke uitkeringen? Vast bedrag (nominaal of reëel) Spending Rule Beleggingsreserve 1.2.3 Vermogen volledig uitkeren in vastgestelde periode / annuïteit 1.2.4 Cashflow schema (behoefte aan directe inkomsten) 1.2.5 Beleggingshorizon 1.3 Beleid ten aanzien van portefeuillerisico (kwantitatief of kwalitatief) 1.4 Zelf beleggen, externe advisering of uitbesteden vermogensbeheer? 1.5 Selectieproces externe beheerder/adviseur 2. Richtlijnen inzake Beleggingsbeleid 2.1 Restricties Bepaalde fondsen/categorieën Bepaalde typen effecten (bijvoorbeeld derivaten, hedgefunds) Debetstanden 2.2 Duurzaam beleggen (wenselijkheid + definitie) 2.3 Strategische Asset Allocatie (SAA) Bepaling Strategische Asset Allocatie (SAA) op basis van geformuleerde doelstellingen 2.3.2 Aandelen Regio/sector verdeling (strategisch + bandbreedtes) Overige verdelingen (zoals sector, stijl, valuta) Beleggingsfondsen, trackers of individuele aandelen

2.3.3 Vastrentende waarden Individuele leningen en/of fondsen Durationbeleid (buy-and-hold of actief) Verhouding staat/bedrijven Creditrating Criteria mbt verhandelbaarheid van de instrumenten? 2.3.4 Onroerend goed (direct of indirect) 2.3.5 Alternatieve Beleggingen Hedge Funds Private Equity Commodities Overige: hybride/structured products 2.4 Beleid ten aanzien van rebalancing 2.5 Beleid ten aanzien van afdekken valutarisico 2.6 Eisen ten aanzien van liquiditeit/verhandelbaarheid van beleggingen 2.7 Afwijkingen op bovenstaande richtlijnen Hoe lang mag afgeweken worden van de richtlijnen door marktontwikkelingen? (bijv. bij verlaagde creditrating obligaties) Zijn er bepaalde voorwaarden waaronder afgeweken mag/kan worden van de richtlijnen? 3. Beoordeling & Evaluatie 3.1 Keuze benchmarks en periodiciteit van evaluatie beleggingsresultaat 3.2 Beleid ten aanzien van evaluatie strategisch beleggingsbeleid en statuut 3.3 Beleid ten aanzien van evaluatie van beheerder/adviseur

VOORBEELD BELEGGINGSSTATUUT 1 A. ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1. Doelstelling van NAAM is: 2. Doelstellingen inzake het beleggingsbeleid 2.1 Algemene doelstelling De doelstelling met betrekking tot het beleggen van vermogen is om te voorzien in een bron van aanvullende inkomsten. 2.2. Uitgavendoelstelling De beoogde doelstelling is om uit het rendement/ uit het vermogen jaarlijks een inkomen à BEDRAG of % van het vermogen te halen. 2.3. Beleggingshorizon Het vermogen dat belegd wordt, heeft op dit moment geen specifieke bestemming. Daarom is de beleggingshorizon in principe lang. Het bestuur streeft naar een gemiddelde horizon van 8-12 jaar. 3. Portefeuillerisico en management Het risico van de portefeuille wordt bepaald op basis van de uitgangspunten die door het bestuur zijn vastgelegd in dit statuut. Jaarlijks vindt een analyse plaats waarbij de uitgangspunten met betrekking tot de beleggingen worden getoetst op actualiteit. 4. Beheer van de portefeuille De verantwoordelijkheid voor het beheer van het vermogen wordt gedragen door het Bestuur van dat zich hierbij laat adviseren door de adviescommissie beleggingen (hierna ACB). De ACB kan desgewenst adviezen van externe partijen inwinnen.

B. RICHTLIJNEN INZAKE HET BELEGGINGSBELEID 1. Strategische Asset Allocatie (SAA) Het vermogen zal worden belegd volgens onderstaande strategische wegingen. Op tactische gronden kan tijdelijk worden afgeweken van de strategische weging. De wegingen dienen echter binnen onderstaande bandbreedtes te blijven. Strategische Asset Allocatie Asset Klassen SAA Bandbreedte Min Max Vastrentende waarden 40,00% 35,0% 45,0% Obligaties staat en IG bedrijf 25% 20,0% 30,0% Hoogrentende bedrijfsobligaties 10% 8,0% 12,0% Staatsobligaties opkomende landen 5% 3,0% 7,0% Aandelen 45% 30,0% 50,0% Vastgoed 10% 8,0% 12,0% Infrastructuur 10% 5,0% 15,0% Grondstoffen 0% 0,0% 0,0% Hedgefondsen 0% 0,0% 0,0% Overig / Cash 0% 0,0% 4,0% Totaal Beleggingen 100% 1.1. Aandelen a) Regioverdeling De beleggingen in de categorie aandelen zullen op basis van onderstaande regioverdeling worden belegd. Afwijkingen zijn toegestaan zolang onderstaande bandbreedtes niet worden overschreden. Regio Strategische weging Bandbreedte Europa 35% 30% - 40% Amerika 40% 35% - 45% Verre Oosten 10% 8% - 12% Emerging Markets 15% 12% - 18% 1.2. Vastrentende waarden a) Type vastrentende waarden In de vastrentende portefeuille kan worden belegd in de volgende categorieën: 1. Staatsleningen van overheden uit de Europese Monetaire Unie 2. Bedrijfsobligaties met tenminste een BBB-rating ( investment grade ) 3. Hoogrentende obligaties van ondernemingen ( high yield ) 4. Obligaties van ondernemingen uit opkomende landen 5. Staatsleningen van opkomende landen ( Emerging Market Debt ) 6. Inflatie-geïndexeerde staatsleningen van opkomende landen

7. Nederlandse hypotheken Ten aanzien van de categorieën 3 t/m 5 gelden de volgende specifieke eisen: a) De som van deze categorieën zal strategisch 10% en in de praktijk ten hoogste 12,5% van de totale portefeuille bedragen. b) Durationbeleid Het renterisico van de vastrentende portefeuille wordt actief beheerd. Het rentebeleid is er primair op gericht om ongewenste renterisico s te mitigeren. 1.3. Onroerend goed Het belang in onroerend zal in de regel worden ingevuld met beursgenoteerd vastgoed. 1.4. Infrastructuur Het belang in infrastructuur wordt zoveel mogelijk gevuld met fondsen die niet beursgenoteerd zijn. Het belang in infrastructuur kan over de hele wereld worden belegd, waarbij beleggingen met een duurzaam karakter de voorkeur hebben. 1.5. Liquiditeiten Onder liquiditeiten wordt in principe verstaan: saldi op rekening-courant en spaarrekeningen en deposito's met een looptijd van één dag tot één jaar. Liquiditeiten worden uitsluitend in euro s aangehouden met uitzondering van bedragen in vreemde valuta waar een directe verplichting in diezelfde valuta tegenover staat. Contanten worden aangehouden bij solide banken, waar nooit méér wordt ondergebracht dan 1/3 deel van de contanten of X bedrag. Banken behorende bij één concern worden als één gerekend. 2. Tactisch beleid Er wordt in beginsel geen actief tactisch beleid gevoerd. Herbalanceren wordt in beginsel alleen gedaan bij overschrijding van de bandbreedtes als gevolg van marktontwikkelingen en niet uit tactische overwegingen op basis van een visie op de markt. 3. Restricties 3.1 Actief/Passief Voor alle beleggingscategorieën met uitzondering van een deel van de vastrentende waarden vastgoed en infrastructuur wordt gestreefd naar een zoveel mogelijk passieve aanpak. 3.2 Beleggen met geleend geld Beleggen met geleend geld is niet toegestaan. 3.3 Liquiditeit Uit het oogpunt van risicobeperking dient ten minste de helft van de portefeuille binnen drie beursdagen liquide te kunnen worden gemaakt. 4. Duurzaamheid NAAM streeft er naar om zijn vermogen op een duurzame wijze beleggen. Bij de invulling van het duurzame beleggingsbeleid wordt alleen belegd in ondernemingen die duurzaam ondernemen op het gebied van klimaatverandering, energieverbruik, personeelsbeleid,

kennismanagement, stakeholder relations en corporate governance. Bedrijven die landmijnen en clusterbommen produceren worden uitgesloten. 5. Beleid ten aanzien van afdekken van valutarisico Er vindt geen afdekking vreemde valuta plaats op portefeuille niveau. 6. Derivaten Het gebruik van derivaten is toegestaan om een risico af te dekken. Het gebruik van derivaten voor het aangaan van speculatieve posities is niet toegestaan. Belegging in beleggingsvormen waarin onderliggend derivaten worden gebruikt (bijvoorbeeld garantiestructuren) is wel toegestaan, zolang de aard van de beleggingsvorm niet speculatief is. C. BEOORDELING & EVALUATIE 1. Keuze benchmark De benchmark ter beoordeling van het beleggingsresultaat van de portefeuille is conform onderstaande indices en wegingen opgebouwd. [In te vullen door NAAM] 2. Evaluatie beleggingsresultaat De resultaten van de portefeuille zullen in ieder geval bij elke bestuursvergadering worden geëvalueerd en getoetst aan de strategische benchmark op basis van een kwantitatieve rapportage. Naast het totale resultaat van de portefeuille zullen ook per beleggingscategorie en op fondsniveau de resultaten worden geanalyseerd. 3. Evaluatie beheerder De beheerders van de beleggingsmandaten zullen minimaal eens per jaar worden beoordeeld door het bestuur. Daarbij zal worden beoordeeld of het mandaat en de uitvoering hiervan nog past binnen het beleggingsbeleid van NAAM. De beslissing een mandaat te beëindigen zal worden genomen door het bestuur. 4. Evaluatie SAA en beleggingsstatuut De verdeling over beleggingscategorieën (SAA) zal jaarlijks worden getoetst aan de doelstellingen van het vermogen. De SAA dient steeds een optimale kans te bieden dat de vermogensdoelstellingen worden gehaald. Het risico van de SAA dient bovendien aanvaardbaar te zijn in de ogen van het bestuur. Eens per jaar zal het beleggingsstatuut worden geëvalueerd. 5. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden Het bestuur is verantwoordelijk voor het strategisch beleggingsbeleid zoals vermeld in Sectie B van dit beleggingsstatuut. De directie heeft de bevoegdheid aan- en verkopen van effecten te (laten) verrichten voor zover voortvloeiend uit het beleggingsstatuut en alle overige handelingen te verrichten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het beleggingsbeleid.

VOORBEELD BELEGGINGSSTATUUT 2 A. Doelstellingen A1. Uitgangspunten voor de doelstellingen op grond van statuten en vermogensbronnen. eigen doelstelling. A2. Doelstellingen inzake het beleggingsbeleid 1. Het behalen van een rendement op het belegde vermogen, rekening houdende met de volgende samenhangende kenmerken: De strategische asset allocatie en restricties zoals in dit statuut zijn bepaald; een duurzaam rendement gebaseerd op een goede spreiding van korte en/of (middel-) lange termijn beleggingen; consistentie in de verdeling, dat wil zeggen zonder grote schommelingen; leidend tot een jaarlijkse cash flow waarmee een bijdrage ontstaat voor de lopende begroting van NAAM. 2. Het op lange termijn waardevast in stand houden van het vermogen, dat wil zeggen dat de waarde van het belegde vermogen zoveel mogelijk gelijke tred houdt met de ontwikkeling van de inflatie; 3. De beleggingsportefeuille zodanig samen te stellen en te spreiden dat het risico van waardevermindering, respectievelijk rendementsvermindering op individuele fondsen of segmenten binnen de beleggingsportefeuille beperkt blijft. B. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid 1. De beleggingen van de portefeuille zullen zich beperken tot de uit eigen vermogen ter beschikking staande middelen. 2. Bij de keuzebepaling in welke fondsen zal worden belegd zal er voor worden gewaakt dat dit ethisch niet in strijd is met de doelstellingen van NAAM. Zo zal er niet worden belegd in de wapenindustrie, tabaksindustrie en Olie. 3. De bepaling van het voor belegging beschikbare deel van het eigen vermogen, de zo te noemen beleggingsgraad, wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Basis hiervoor is de cashflow prognose voor de komende 5 jaar. Deze middelen worden uitgesloten voor beleggingen. 4. Onder liquiditeit wordt in beginsel verstaan: saldi op rekeningen-courant, spaarrekeningen en deposito s met een looptijd van een dag tot een jaar. Vorderingen en schulden worden in deze context buiten beschouwing gelaten.

5. De beleggingsportefeuille, zijnde het belegde eigen vermogen, wordt ingedeeld in beleggingssegmenten, waarbij de volgende bandbreedte in aanmerking wordt genomen Asset-allocatie Bandbreedte Streven Aandelen/beleggingsfondsen 60-70% 65% Obligaties 30-40% 35% N.B. De waarde wordt bepaald op basis van de beurswaarde. 6. In het aandelensegment zal het accent liggen op kwaliteitsaandelen, dat wil zeggen op aandelen van goedgeleide ondernemingen met een stabiele winstontwikkeling. Het betreft ondernemingen met een sterke financiële positie en een vooraanstaande plaats op de markten waarin zij aanwezig zijn. Afhankelijk van de grootte van de portefeuille, en de adviezen van de bank(en) daarin volgend, wordt beoordeeld of wordt belegd in individuele titels of doormiddel van participatie in beleggingsfondsen. Daar waar mogelijk genieten beleggingsfondsen en titels met een duurzaam karakter de voorkeur. 7. Het belang van een individueel aandel binnen de gestelde bandbreedte van het segment mag in beginsel en op langere termijn bezien, niet groter zijn dan 15% van de waarde van de bandbreedte en niet meer dan 35% binnen dezelfde sector (bedrijvenbranches). 8. Voor het obligatiesegment zal in beginsel worden gekozen voor goed verhandelbare leningen van kwalitatief sterke debiteuren, zoals: de Nederlandse Staat; door de Nederlandse Staat gegarandeerde (semi-) overheidsinstellingen; instellingen, gezeteld in landen die zijn aangesloten bij de Europese Unie met een Standard & Poor rating van tenminste A; overige buitenlandse instellingen met een AAA of tenminste een AA-rating. 9. De looptijden binnen het segment obligaties zullen zodanig in de tijd gespreid worden - middels uitbreiding van beleggingen of middels herbeleggingen - dat ingespeeld kan worden op de wisselingen in het renteniveau. Indien voor het geheel van de portefeuille betere risicospreiding met gelijkblijvend of hoger rendement kan worden behaald is tussentijds verkopen en herbeleggen toegestaan 10. Gebruik van opties of andere derivaten is niet toegestaan. Indien zich omstandigheden zouden voordoen die, gehoord adviezen van adviseur(s), het gebruik van opties uit defensieve overwegingen, resp. voor de afdekking van te verwachten risico s, zouden rechtvaardigen, dan kan daartoe bestuurlijke raadpleging plaatsvinden en aanvullend een bestuursbesluit worden genomen. 11. Beleggingstransacties zullen ter uitvoering worden opgedragen aan een bankrelatie, waarbij geldt dat: zorggedragen wordt dat de bank over een exemplaar van het vigerende beleggingsbeleid beschikt, in het geval van een Advies portefeuille of Vermogensbeheer mandaat;

de bank zorg draagt voor tenminste een driemaandelijks overzicht van de beleggingen. met de betreffende bank(en) tenminste twee maal per jaar een voortgangsgesprek wordt gevoerd door de uitvoerende functionarissen. 12. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt overigens gehandeld binnen de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en richtlijnen die zijn vastgelegd in statuten en directiereglement van NAAM. 13. Controle op de uitvoering van het beleggingsbeleid en op tijdige, volledige en juiste verwerking van de transacties maakt onderdeel uit van de jaarlijkse externe accountantscontrole. C. Beleggingscommissie Voor het beheer van de beleggingen is de commissie governance & audit aangewezen. De commissie kan zich laten bijstaan door een adviseur. De commissie heeft tot taak het voor belegging beschikbare eigen vermogen te (laten) beleggen in overeenstemming met het in dit document vastgelegde beleggingsbeleid. De werkwijze wordt door de commissie zelf vastgesteld. De commissie nodigt twee maal per jaar de contactpersonen van de bank(en) uit voor het verkrijgen van een nadere toelichting op de resultaten en een vooruitblik op de toekomst. De commissie rapporteert jaarlijks aan het bestuur tijdens de vergadering waarin de jaarrekening van het afgelopen boekjaar wordt besproken, alvorens deze wordt vastgesteld. D. Bijzondere omstandigheden Indien naar het oordeel van de commissie sprake is van bijzondere omstandigheden die aanleiding kunnen geven af te wijken van het Beleggingsbeleid, kan hiertoe desgewenst door het bestuur worden besloten.

Beleggingsstatuut Verklarende woordenlijst Aandeel: Bewijs van deelname in het kapitaal van een vennootschap. Bezit van een aandeel geeft het recht om te delen in de winst en geeft stemrecht tijdens de aandeelhoudersvergadering. Assetklasse: Dit is een categorie van gelijksoortige beleggingen. De meest bekende assetklassen zijn aandelen, obligaties, onroerend goed en liquiditeiten. Daarnaast kunnen hedgefunds, grondstoffen en private equity als aparte assetklasse worden gezien. Belangrijkste overweging bij de indeling voor het beleggingsstatuut is de lage correlatie tussen assetklassen en de hieruit voortvloeiende diversificatievoordelen. Anders gezegd zorgt het feit dat verschillende assetklassen anders reageren op economische gebeurtenissen voor de gewenste diversificatie in de portefeuille. Een juiste categorisering maakt de diversificatiemogelijkheden inzichtelijker en biedt meer houvast voor een zinvolle benchmarkvergelijking. Asset-Liability Management-Studie: Het afstemmen van de beleggingsmix op de verplichtingen. Het uiteindelijke doel van ALM is het verkrijgen van een zodanige situatie dat waardeontwikkelingen aan beide kanten van de balans zo veel mogelijk "gelijk op lopen". Het uitvoeren van een ALM-studie kan behulpzaam zijn bij het kiezen van de juiste beleggingsmix. Bedrijfsobligaties (corporate bond): Bedrijfsobligaties zijn vastrentende waarden die zijn uitgegeven door bedrijven. De periodieke betalingen in de vorm van rente en aflossing zijn contractueel vastgelegd. Beleggingsfonds: Een door derden beheerd vermogen ten behoeve van deelnemers. In een beleggingsfonds wordt geld van verschillende individuele beleggers samengevoegd en beheerd door fondsmanagers. Benchmark Graadmeter voor beleggingsresultaten. Objectieve maatstaf waarmee het resultaat van een beleggingsportefeuille wordt vergeleken. Bijvoorbeeld de AEX index voor Nederlandse aandelenbeleggingen of de MSCI wereldindex voor internationale aandelenbeleggingen.

Derivaten: Financiële instrumenten waarvan de prijs is afgeleid van een bestaande onderliggende waarde. Dit zijn meestal rechten of plichten om die onderliggende waarde te kopen of te verkopen op een zeker moment in de toekomst. Derivaten zijn op zichzelf complexe financiële instrumenten. De waarde van derivaten schommelt over het algemeen meer dan die van aandelen en obligaties. Diversificatie Het verminderen van specifiek risico door spreiding van het vermogen over verschillende aandelen. Hedge Funds: Hedgefondsen zijn privaat georganiseerde beleggingsinstellingen. Van oudsher zijn het beleggingsfondsen die op basis van een vastgelegde strategie proberen beleggingsrisico's te beperken. Kenmerken van dit type fondsen zijn een grote mate van vrijheid in het beleggingsbeleid, beperkte transparantie en een beperkt toezicht door toezichthouders. De vrijheid in beleggingsbeleid geldt met betrekking tot de beleggingscategorieën waarin belegd kan worden, het gebruik van leverage en het kunnen innemen van short posities. High Yield: Bedrijfsobligaties met een lage kredietkwaliteit. Het gaat dan om de kredietwaardering "noninvestment grade" (lager dan BBB). Index beleggen: Beleggen in een pakket effecten dat gelijk is aan of representatief is voor de samenstelling van een index. Investment Grade: Bedrijfsobligaties met een hoge kredietkwaliteit Leverage: Verhoging van het rendement op het eigen vermogen door een deel van de belegging te financieren met (goedkoop) vreemd vermogen. Een kenmerk dat vaak aan hedgefondsen wordt toegekend, is het gebruik van een hefboom ( leverage ). Een hefboom is inherent aan gebruik van derivaten, maar ook hedgefondsen die geen derivaten gebruiken, kunnen een hefboom hebben, als bijvoorbeeld het hedgefonds op iedere euro die wordt ingelegd krediet vraagt bij een bank.

Liquiditeiten: Liquiditeiten zijn geldmiddelen die direct ter beschikking staan (kortlopende deposito s, contant geld). Looptijd: De periode tot de expiratie- of aflossingsdatum. MSCI World-index: Een wereldwijde index van aandelen van grote bedrijven uit ontwikkelde landen. Het is de toonaangevende index voor wie wereldwijd wil beleggen in aandelen. De MSCI World-index bestaat uit ruim 1700 aandelen Obligatie: Een schuldbrief van de overheid of een onderneming die geld heeft geleend. De schuldbrief geeft doorgaans recht op een vaste rente en op terugbetaling van de hoofdsom aan het einde van de looptijd. Andere aflossingsschema's zijn ook mogelijk. Opkomende Landen: Met een opkomende markt wordt een land aangeduid dat economisch in opkomst is. Het inkomen per hoofd van de bevolking is relatief laag. De economie en de politiek zijn vaak instabiel. Voorbeelden van opkomende markten zijn: China, India, Pakistan, Mexico, Brazilië, Chili, Argentinië, Peru en grote delen van Zuid Oost Azië, Oost Europa, Afrika en het Midden Oosten. Optie: Gestandaardiseerd koop- of verkooprecht, overdraagbaar en verhandelbaar. Een optie geeft de koper het recht om gedurende een overeengekomen periode een afgesproken hoeveelheid van de onderliggende waarde te kopen of te verkopen tegen een afgesproken prijs. Met onderliggende waarde bedoelt men bijvoorbeeld aandelen, een index of een valuta. Dit financiële instrument geeft de mogelijkheid om in te spelen op toekomstige koersbewegingen, waarbij een koper kan profiteren van koersstijging (calloptie) of profiteren van een koersdaling (putoptie). Passief beleggen: Passief beleggen is het kopen van effecten en deze oneindig vasthouden ( kopen & vasthouden, buy & hold ). Een passieve belegger handelt niet op de beurs en tracht niet slim in en uit te stappen. De meest gangbare vorm van passief beleggen is indexbeleggen. Het alternatief is actief beleggen ( kopen & verkopen ).

Private equity: Private equity-beleggingen zijn beleggingen in (meestal) niet beursgenoteerde beleggingsfondsen die investeren in niet-beursgenoteerde bedrijven. Onderscheid wordt gemaakt tussen beleggingen in startende bedrijven (venture capital) en beleggingen in reeds lang bestaande ondernemingen (buy outs). Shortpositie: Verkopen van effecten die men niet heeft of het schrijven van een optie. Speculatie: Het trachten te profiteren van op korte termijn optredende prijsverschillen. Staatsobligatie (government bond): Een staatsobligatie is een lening die wordt uitgegeven door de centrale overheid van een land. Een staatsobligatie wordt ook wel schatkistpapier of staatslening genoemd. Strategische Asset-Allocatie (SAA) Het verdelen van voor belegging beschikbare gelden over verschillende beleggingscategorieën of type investeringen. De asset-allocatie die is afgestemd op het klantprofiel van een belegger. De SAA vindt aan het begin van de beleggingshorizon plaats en wordt in principe alleen gedurende de beleggingsperiode gewijzigd als het klantprofiel verandert. Tactische Asset-Allocatie (TAA) Tactische Asset-Allocatie (TAA) is het zodanig inrichten van de beleggingsportefeuille, binnen de gestelde bandbreedtes van de SAA, dat kan worden ingespeeld op korte termijnontwikkelingen. Valutarisico Wanneer de koersen van de financiële instrumenten waarin het fonds belegt in een andere valuta zijn genoteerd, kan dat de waarde van een beleggingsfonds beïnvloeden. Valutarisico is het risico dat de waarde uitgedrukt in euro s daalt als gevolg van een daling van de wisselkoers. Vastrentende waarden: Effecten in de vorm van verhandelbare schuldbewijzen (obligaties) die gedurende de hele looptijd een vast bedrag aan rente uitkeren aan de houder ervan, en die op de vervaldatum de gehele hoofdsom terugbetalen. De belangrijkste categorie vastrentende waarden zijn obligaties.