1. AMBITIE EN AANPAK. Ambitie. Een nieuwe mix van functies in een nieuwe kwaliteitszonering

Vergelijkbare documenten
: Provinciale Staten van Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland. Van : Stuurgroep Groene Hart Tel.:

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

het 2OO7-2O13 ITVOERINGSPROGRAMMA icoon van Nederland SAMENVATTING

Het Groene Hart: Vitaal orgaan van de Randstad Advies bij Perspectief Groene Hart 2040, 28 augustus 2017

Provinciale Staten van Noord-Holland

Datum : 14 november 2006 Nummer PS : PS2006REG20 Dienst/sector : REG/RLU Commissie : REG Registratienummer : 2006REG00338i Portefeuillehouder : Lokker

Westflank Haarlemmermeer

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Toeristische visie Regio Alkmaar

Functie volgt peil. maaiveldverloop. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Huiskavel en gebouwen

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

UITVOERINGSPROGRAMMA. ONTWERPhet. icoon van Nederland. Stuurgroep Groene Hart van de provincies. oktober 2006

UITVOERINGSPROGRAMMA. het. icoon van Nederland. Stuurgroep Groene Hart van de provincies. februari 2007

Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Noord-Holland HAARLEM, JUNI 2019

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Almere 2.0. studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband)

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit

Het Groene Hart mooi dichtbij. ANWB-visie op de recreatieve inrichting van het Groene Hart: samenvatting

Nieuwe Hollandse Waterlinie

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Drs. C.B.F. Kuijpers, DGR De heer H.W.J. Ovink, directeur NRO. Datum 4 mei 2011 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

voor het Groene Hart

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

- 105" Kernkwaliteiten. Kernkwaliteiten Nota Ruimte. Kernkwaliteiten Groene Hart. Kernkwaliteiten Groene Hart

In deze presentatie: algemeen beeld uit startbijeenkomst, online enquête en alle gesprekken op locatie overeenkomsten en aanvullingen op het Tourteam

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017

Het Hart van Holland. Omgevingsvisie 2040

De kracht van Midden-Holland. Koersnotitie Midden-Holland

Kompasnotitie Voorloper

30. Groot Mijdrecht Noord

Benutten en beschermen van een uniek historisch landschap

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

Gebiedsavond Bodegraven-Noord

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart

WERELDCAFÉ OMGEVINGSVISIE KRIMPENERWAARD

Ruimte om te leven met water

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Poldergesprekken. 2 e avond 19 februari 2018

CHALLENGE LANDSCHAP Kwaliteit door ontwikkelen

Themabijeenkomst natuur en landschap. Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Westelijke Veenweiden

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

RAADSVOORSTEL EN ON ITWERPBESLUIT

Goedemiddag, mijn naam is Peter van Steensel

Heukelum. Zicht op de Linge

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Houtskoolschets Asten april 2017

Structuurvisie Eiland van Schalkwijk + beoordelingskader en -protocol

Economische vitaliteit agrosector

Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5. Bijlage(n): 1

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 9 eerder door het bestuur behandelde notities over rol en positie GGA BIJLAGE 1 DISCUSSIENOTITIE

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

erklaring van Altena

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Oproep voor bijdrage

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Duurzame energie. Recreatie en toerisme. Behoud landschap en groenblauwe kwaliteit. VANG (Van Afval Naar Grondstof)

Programma 2 e gebiedsavond Buitengebied Moerdijk

Leegstand agrarisch vastgoed

De Delta Natuurlijk INHOUD - DE PLEK - STRUCTUREN - KANS + KWALITEIT - STRUCTUURVISIE - STEDENBOUWKUNDIG MODEL

vzw Kempens Landschap

Toerisme en Recreatie

Jij kleurt Overijssel. Ontwerp - Omgevingsvisie en - Omgevingsverordening september 2016

Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart

Natuur weer verbinden met de mens: kansen creëren voor biodiversiteit in Zuid Holland. Paul Opdam. Wageningen Universiteit en Alterra

recreatie natuur woningbouwopgave nationaal landschap stadsrand Zwolle rand IJsselmuiden rand Genemuiden Hasselt ontsluiting

RUIMTELIJK ERFGOED, AMBITIE EN INSPIRATIE -CONCEPT-

Benutten en beschermen van een uniek historisch landschap

Advies in reactie op visie bodemdaling ( ) Pagina 1

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Actualisatie toerisme en recreatie. Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid Welkom in Veendam. 3 December 2010

GS brief aan Provinciale Staten

Groene Hart Rustgevend middelpunt van de Deltametropool

PRACHTLANDSCHAP NOORD-HOLLAND! Leidraad Landschap & Cultuurhistorie. Provinciale structuur: (Bebouwings-) linten. Twisk, Dorpsweg Theo Baart

CONCEPT Samenwerkingsagenda Groene Hart

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Aantal bijlagen: 2 Agendapunt: 11

Midden-Delfland. advies m.b.t. aanvraag status Provinciaal Landschap. provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in zuid-holland

Toeristische agenda Een toekomstvisie op de vrijetijdseconomie op De Bevelanden & een marketing concept

Kansen voor Noord-Drenthe Triple P-monitor: onderzoek naar de duurzaamheid in Tynaarlo en Aa en Hunze.

TOEKOMSTVISIE LV OP DE KAART #LVOPDEKAART

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Stad en landschap verbonden

1. Streekplan Brabant in balans

Missie en visie Landschap Overijssel

Transcriptie:

Op weg naar een Ontwikkelingsprogramma voor het Groene Hart 1. AMBITIE EN AANPAK Het Groene Hart is een icoon van de ruimtelijke ordening in Nederland. Het open middengebied van de sterk verstedelijkte Randstad verleent de Deltametropool een uniek karakter. Het is een vestigingsfactor van formaat. Om het Groene Hart voor de komende decennia veilig te stellen, moeten we nu een aantal fundamentele keuzes maken. De landbouw is niet langer een vanzelfsprekende drager van de open ruimte. En intussen stijgt de vraag naar ruimte voor wonen, werken en recreëren. Gemeenten en investeerders zoeken de noodgedwongen de grenzen op van wat kan en mag. Het Rijk heeft op basis van het bijzondere karakter het Groene Hart in de Nota Ruimte (2004) aangewezen als Nationaal Landschap. Dat stelt eisen aan inrichting en gebruik. De Nota heeft een basis gelegd voor een vernieuwende, decentrale aanpak. De regie ligt bij de provincies; zij nemen de verantwoordelijkheid om (met partners) te werken aan de concrete eisen uit het Rijksprogramma. Zo zal aan het eind van 2005 een Uitvoeringsprogramma voor het Groene Hart verschijnen, dat de ambities voor het gebied aangeeft en vaststelt wie welke projecten zal aanpakken. Het Ontwikkelingsprogramma geeft de aanzet hiertoe. Het geeft aan waar kansen en bedreigingen voor het Groene Hart liggen en hoe we daarmee kunnen omgaan. Een ding is duidelijk: Om recht te doen aan de bijzondere betekenis van het Groene Hart is samenwerking onontbeerlijk. Daarom werken de drie betrokken provincies (Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland) samen in één stuurgroep in opdracht van het Rijk aan een Ontwikkelingsprogramma voor het Groene Hart. Op basis van onderzoek en intensieve discussie met alle betrokkenen wordt aan een concept gewerkt. Een belangrijke stap in de richting van de broodnodige gemeenschappelijke aanpak. Ambitie De centrale en gemeenschappelijke ambitie van de drie provincies luidt: De provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland ontwikkelen samen met andere partijen een landschappelijk mooi, ecologisch waardevol en economisch vitaal Groene Hart, waar het - als onderdeel van Randstad Holland- voor inwoners en recreanten goed toeven is. Een nieuwe mix van functies in een nieuwe kwaliteitszonering Ingrepen in het Groene Hart beïnvloeden de directe leefomgeving van duizenden mensen. Of zelfs miljoenen in delen van het Groene Hart die direct aan de grote steden of aan grote verkeersroutes liggen. Het Groene Hart is een agrarisch gebied, een recreatiegebied en een gebied om te wonen en te ondernemen. Het Rijk onderstreepte die bijzondere kwaliteiten door het gebied aan te wijzen als Nationaal Landschap. Maar de toekomst is onzeker. De grondgebonden landbouw, die jarenlang een open landschap en economische waarde garandeerde, staat onder druk door ontwikkelingen op de wereldmarkt en het Europese landbouwbeleid. Ook veranderingen in klimaat en landschap eisen een antwoord. De claim op het Groene Hart vanuit het stedelijk gebied groeit. Niet alleen in de vorm van hectares voor stedelijke uitbreiding, maar ook als ruimte om te kunnen recreëren en wellicht ook voor de berging van regenwater. Productie maakt plaats voor consumptie: mensen willen van het Groene Hart kunnen genieten. Aspecten als de beleving van het landschap, de cultuurhistorie en de ecologische waarde komen in beeld. Stedelijke ontwikkelingen worden geconcentreerd in transformatiegebieden en transformatiezones langs infrastructuur, bebouwingslinten en stadsranden. Het vertrekpunt van het Ontwikkelingsprogramma

is een vernieuwde kwaliteitszonering: Waar komen de verschillende functies het beste tot hun recht? Hoe vangen we de wateropgave op? Wat is de toekomst van de veenweiden, de droogmakerijen en de landbouw? Hoe bewaken we de zichtbare cultuurhistorie? Dit ontwikkelingsperspectief is een basis voor afspraken met alle betrokkenen. Uitwerking in vier uitvoeringsaccenten en acht tot tien iconen De drie inhoudelijke componenten van het ontwikkelingsprogramma (landschappelijke zonering, sociaaleconomische dynamiek, en toegankelijkheid en bereikbaarheid) vormen samen de geconcretiseerde kwaliteitszonering. Ze stellen verschillende eisen aan het ontwikkelingsprogramma, die vooral te maken hebben met de tijdshorizon. De zonering voor water en bodem moet op lange termijn (voor 2050) zijn beslag krijgen, maar vereist gezien de omvang van de opgave wel snelle actie. Voor de veenweidegebieden is de ontwikkelingsrichting in beeld, maar nog niet volledig uitgekristalliseerd. Met name praktijkervaring en gebiedsgerichte oplossingen moeten de herstructurering van de veenweidegebieden nader gestalte geven. De sociaal-economische ontwikkeling kent een eigen dynamiek: de huidige programmatische druk moet voor 2020 zijn opgelost. Bereikbaarheid en toegankelijkheid voor recreatief gebruik zijn kwaliteiten die de benodigde investeringen in het Groene Hart draagvlak geven en maatschappelijk legitimeren. Er moeten daarom op korte termijn successen op dit gebied worden geboekt. De kwaliteitszonering geeft visie en richting aan de ontwikkeling van het Groene Hart. Zowel voor de langere als de kortere termijn. De Stuurgroep Groene Hart vertaalt die visie voor de komende jaren in vier uitvoeringsaccenten. 1. het Groene Hart nationaal en internationaal op de kaart; 2. woon- en werkmilieus met Groene Hart-kwaliteit; 3. transitie van de veenweidegebieden; 4. een nieuwe toekomst voor de droogmakerijen. Voor elk van de vier uitvoeringsaccenten worden iconen benoemd: projecten die de gewenste kwaliteit van het Groene Hart laten zien en bereikbaar maken. Dat zullen er acht tot tien worden. Onderstaand lijstje geeft een beeld van het soort iconen waaraan wordt gedacht: - Bezoekerscentrum Wierickerschans Het bezoekerscentrum moet het brandpunt worden van Groene Hart-activiteiten, dat op zichzelf al een attractie is en waar evenementen tot een herhaald bezoek verleiden. - Kinderdijk Behoud van het Werelderfgoed en vergroten van de toegankelijkheid dragen bij aan de functie van Kinderdijk als topattractie. - Recreatief routenetwerk Uitbouw van recreatieve routes tot een samenhangend netwerk is een vliegwiel voor nieuwe investeringen. -Een organisatie voor merk en marketing Het Groene Hart moet als merk in de markt worden gezet, en allure krijgen. Daarvoor moet een organisatie worden opgezet. - De Groene Uitweg

Stedelijke ontwikkeling kan landschappelijke kwaliteit bevorderen: het project combineert een betere bereikbaarheid op de verbinding Almere-Schiphol met een betere ruimtelijke kwaliteit (natuur, landbouw, recreatie en water). - Venster Bodegraven-Woerden De druk van vooral bedrijventerreinen langs de A12 is groot. Voor de beleving van het Groene Hart is het echter belangrijk dat dit gebied, waar dagelijks vele duizenden automobilisten passeren, een visitekaartje blijft. - Natte As De nog te ontwikkelen robuuste ecologische verbinding Natte As kan een bijdrage leveren aan het ontwikkelingsperspectief van de laaggelegen veengebieden in het Groene Hart. - De Venen Dit project bestrijkt een groot complex van veengebieden en droogmakerijen. Met dit project kan in een groot deel van het Groene Hart een nieuw ontwikkelingsperspectief gestalte krijgen. - Krimpenerwaard Het ruimtegebruik volgt het waterpeil; met dat principe is de Krimpenerwaard koploper in de nieuwe benadering van veenweidegebieden. - Ontwikkeling van veenparken in de westflank van het Groene Hart De cultuurhistorisch en landschappelijk bijzonder waardevolle veengebieden bij Leiden verdienen extra bescherming en hoge prioriteit omdat de stedelijke druk hier groot is. Hier ligt een beheersopgave die samen met het gebied vorm moet krijgen. - Groot-Mijdrecht Noord en Horstermeerpolder De aanpak van de polder Groot-Mijdrecht Noord is een eerste oefening voor de toekomst van droogmakerijen. De waterproblematiek is er manifest aanwezig. Het icoonproject start met een verkenning waarin verschillende perspectieven in beeld worden gebracht. In de Horstermeerpolder speelt een soortgelijk proces. 2 NOODZAAK EN URGENTIE Het water stijgt Een dwingende reden om nú voor de korte en lange termijn aan de kwaliteit van het Groen Hart te werken, is de wateropgave. Door klimaatverandering nemen de verschillen tussen droge en natte perioden toe en komt er per saldo meer water in ons land. In combinatie met de bodemdaling van veengronden zal de opvang van water aanzienlijke consequenties hebben voor het ruimtegebruik in het Groene Hart. Weliswaar neemt het proces vele tientallen jaren in beslag, maar met de gevolgen moeten we nu al rekening houden. Het huidige ruimtegebruik leidt tot een versnipperde waterhuishouding die een zeer intensief beheer vergt. Bovendien zal het veen plaatselijk helemaal verdwijnen door een voortgaand proces van inklinking en oxidatie. De veenbodems dalen In de twintigste eeuw is de veenbodem gemiddeld een halve meter gedaald. Dat komt door geologische processen (inklinking, oxidatie), het verbranden van het veen. De kunstmatige drooglegging bevordert de bodemdaling. Op sommige plaatsen is het veen nog maar dun en zal het binnenkort zijn opgebrand. Het Noorderpark bij Utrecht is daarvan het duidelijkste voorbeeld. Als de onderliggende minerale bodem aan de oppervlakte komt, neemt de draagkracht voor intensiever agrarisch gebruik toe, maar het unieke karakter van het veenlandschap staat op de tocht.

Grondgebonden landbouw verbreden De aanpak van het watersysteem heeft gevolgen voor de landbouw, vooral in de laaggelegen veengebieden. Productiegerichte landbouw vergt al gauw een drooglegging van een halve meter; dat zal niet overal meer mogelijk zijn. Een drooglegging van maximaal 40 centimeter, zoals in de lage veengebieden, laat alleen extensieve vormen van landbouw toe. De hogere veengronden zullen een waterpeil kennen waarbij agrarisch gebruik mogelijk blijft. De toekomst van de landbouw in de laaggelegen droogmakerijen is een belangrijke factor in de ruimtelijke ordening van de toekomst. Delen van droogmakerijen benutten voor waterberging (seizoensberging dan wel piekberging) stelt ook eisen aan de landbouw. Moerassige natuur Voor de natuur ontstaan met een aangepast waterbeheer juist nieuwe kansen. Een hoog waterpeil is gunstig voor de ontwikkeling van moerassige natuur en weidevogelgebieden. De hogere veengebieden en de rivierklei- en klei-op-veengebieden bevatten karakteristieke open ruimten. Slootkanten, boezemlanden en grienden bieden hier goede ecologische kansen. Ook in de droogmakerijen met zoete kwel zijn er kansen voor nieuwe natte natuur. Veenweiden in transitie De transitie van de veenweidegebieden staat in de startblokken. Lopende projecten anticiperen al op een toekomst als multifunctioneel landschap. Afhankelijk van de hoogteligging kan het gaan om drie ontwikkelingsstrategieën: een strategie waarbij de hoofdfunctie productielandbouw blijft, een strategie die daarnaast mikt op natuurbeheer en plattelandsverbreding, en een strategie waar natte natuurontwikkeling centraal staat. De provincies hebben een centrale positie in dit proces, dat vele tientallen jaren in beslag zal nemen. Om dit zorgvuldig te begeleiden, is een mix van alle soorten instrumenten noodzakelijk. De provincies zullen zelf investeren en andere overheidsfondsen mobiliseren en juridische middelen zijn nodig om vooral het grondbeleid gestalte te geven. Principekeuzes in de kwaliteitszonering De kwaliteitszonering in het Groene Hart wordt voor een groot deel bepaald door de dwingende noodzaak de wateropgave te regelen. Een duurzame oplossing van de waterproblematiek is gestoeld op de volgende principes: - meer ruimte voor waterberging, - verminderen van het aantal peilvakken, - een meer natuurlijk waterpeil, - minder inlaat van gebiedsvreemd water, - beperken van de invloed van brakke kwel. 3. INHOUDELIJKE COMPONENTEN De sturing van ruimtelijke ontwikkeling Gemeenten zijn trots op hun ligging in het Groene Hart, maar willen zich wel ruimtelijk en economisch kunnen ontwikkelen. Dat is belangrijk voor de sociaal-economische vitaliteit, maar heeft risico s voor de landschappelijke kwaliteit. Dit vraagt om snelle actie, want stedelijke ontwikkelingen verlopen snel en hebben een onomkeerbaar effect op het landschap. Onder de juiste voorwaarden kunnen we ervoor zorgen dat de functies elkaar juist versterken.

Sociaal-economische dynamiek De Randstad en het Groene Hart ontwikkelen zich tot één stedelijk netwerk: de Deltametropool. De arbeidsmarkten en woningmarkten vloeien in elkaar over; de gebieden vullen elkaar met hun specifieke kwaliteiten aan. De combinatie van een stedenring en een toegankelijk, groen middengebied geeft de Deltametropool een unieke kwaliteit in de concurrentie met Europese regio s. In de overgangsgebieden of transformatiezones liggen vensters naar het open landschap. Dit zijn enerzijds landschappelijke (ecologische en recreatieve) verbindingen en anderzijds plekken waar passagiers vrij uitzicht op het Groene Hart hebben. Deze vensters vereisen een duurzame groene inrichting. Kansen voor woningbouw De Nota Ruimte laat toe dat er binnen Nationale Landschappen voldoende woningbouw is om de eigen bevolkingsgroei op te vangen (migratiesaldo nul). Deze kwantitatieve randvoorwaarde biedt in delen van het Groene Hart enige ruimte om de bouwproductie op te voeren. Hoe dit uitgangspunt zich verhoudt met de stedelijke ontwikkeling van de noord- en zuidvleugel, binnen de context van de Randstad Holland, moet nader worden uitgewerkt. Economische dynamiek Het vestigingsmilieu van het Groene Hart versterkt de concurrentiekracht van de Deltametropool als geheel. Daarnaast is het uit demografisch oogpunt van belang dat vooral jongeren uitdaging en ontplooiingsruimte vinden in een brede economische structuur. Met name de creatieve economie kan hen aan de regio binden. Ten derde is het Groene Hart gebaat bij bedrijfsvestigingen die gepaard gaan met landschappelijke versterking. Vooral de commerciële dienstverlening kent bedrijfstakken die het landschapsbeleid kunnen ondersteunen (zoals het toerisme, maar ook kantoorgebonden bedrijvigheid, die ruimte-intensief is en baat heeft bij een representatieve omgeving). Te denken valt aan: - kleinschalige dienstverleners, zoals architectenbureaus, assurantiekantoren, accountants, notarissen en ICT-bedrijven, - kleine ambachtelijke industrie, zoals meubelmakers en naaiateliers, - kunst en cultuur, zoals antiekboerderijen, galeries en ateliers, - zorg, zoals privéklinieken, kinderopvang en beauty-farms. Bereikbaarheid en toegankelijkheid In het multifunctionele Groene Hart van de 21e eeuw zijn toerisme en recreatie essentiële dragers. Wil het Groene Hart zijn bijzondere bijdrage kunnen leveren aan het leefmilieu van de Deltametropool, dan is toegankelijkheid een basisvoorwaarde. Andersom kan het publiek een economische impuls betekenen op plekken waar de productiegerichte landbouw terugloopt en kan het cultuurhistorische erfgoed er een economische basis aan ontlenen. Met het authentieke en internationaal unieke landschap, zes miljoen inwoners in de directe omgeving en internationale topattracties binnen en net buiten de grenzen, heeft het Groene Hart ruimschoots de potentie voor een bloeiend recreatieftoeristisch bedrijfsleven. Cultuurhistorie inspireert en jaagt aan De ontginningsgeschiedenis en de militaire geschiedenis van het Groene Hart, in combinatie met de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam, zijn verankerd in het landschap. Dat levert landschapsbeelden op die tot de verbeelding spreken, de nieuwsgierigheid prikkelen, maar vooral ook het

collectieve geheugen dragen en daarmee de identiteit van de streek. Cultuurhistorisch waardevolle objecten en structuren zijn niet alleen het beschermen waard, maar kunnen de ruimtelijke ontwikkeling ook inspireren en aanjagen. Een betere ontsluiting, positionering en profilering van de cultuurhistorische attracties, kan een stevige economische impuls voor het Groene Hart betekenen. Een recreatieve hoofdstructuur legt de fysieke basis, maar om tot een maatschappelijk hooggewaardeerd recreatiegebied uit te groeien, is ook een communicatieve inspanning nodig. Bezoekers moeten wéten wat in het Groene Hart mogelijk. Het netwerk wordt compleet met de inrichting van recreatietransferia : plaatsen waar de infrastructuur voor auto s en openbaar vervoer aansluit op recreatief, langzaam verkeer. Dit zijn ook ideale plaatsen voor voorzieningen (zoals informatieverstrekking, verhuur, verkoop van streekproducten, excursies, horeca). Gekoppeld aan topattracties als Kinderdijk en het toekomstige informatiecentrum Fort Wierickerschans, ontstaat draagvlak voor goed uitgeruste recreatietransferia. 4 INZET Samenwerking noodzakelijk De drie provincies gaan een flinke inspanningsverplichting aan jegens elkaar en de samenleving. Samenwerking met een groot aantal partners is daarbij noodzakelijk. Zonder een bijdrage van andere overheden lukt het niet. Dat geldt zowel voor de 61 Groene Hart-gemeenten als de omliggende grote gemeenten, waterschappen, de rijksoverheid en de Europese Unie. Maar ook private partijen zijn onmisbaar voor een voorspoedige uitvoering. Ontwikkelaars en andere investeerders zullen een rol spelen in de concrete planontwikkeling evenals de andere maatschappelijke partners in het Groene Hart. Het Groene Hart op de kaart: inspireren tot initiatieven Met het ontwikkelingsprogramma willen de provincies het eigen handelen sturen, maar ook een basis leggen voor actieve samenwerking in de uitvoering en anderen inspireren tot initiatieven. De kwaliteitszonering is een richtsnoer, geen blauwdruk: een goed initiatief is altijd welkom. Daarbij past een actieve campagne, met een tweeledig doel: ten eerste het Groene Hart als merk in de markt zetten en ondernemers bewegen om zich bij dat merk aan te sluiten, ten tweede het toeristischrecreatief product meer allure geven. Kwaliteit zonder compromis Doordat het Groene Hart in de stedelijke omgeving van de Deltametropool ligt, treedt een relatief grote ruimtelijk-economische dynamiek op. Deze kan benut worden ter versterking van het landschap, maar kan er ook mee op gespannen voet staan. De Groene Hart-provincies zetten zich voluit in om het eerste te realiseren en het tweede te voorkomen. De kwaliteitszonering is op dat principe gebaseerd. Sturing De sturing is gebaseerd op ontwikkelingsplanologie, waarbij basiskwaliteiten worden gewaarborgd door bestaand planologisch-juridisch instrumentarium (toelatingsplanologie). De provincies leggen een kwaliteitsbeeld neer, dat dient als richtsnoer voor de afstemming met alle betrokken partijen. Ontwikkeling komt op gang door het scheppen van randvoorwaarden. Daarbij bepaalt de overtuigingskracht van de provincies mede de overtuigingskracht van andere partijen.

Titel:Nota PS-cie. NLWM, agendapunt 7b. (nota Op weg naar een Ontwikkelingsprogramma voor het Groene Hart) Datum:02-11-2005 Nummer:7