Aanleiding Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Jeugdwet verplicht om cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren voor jeugd. In overeenstemming met het WMO-artikel 2.5.1. en artikel 2.10 van de Jeugdwet is de modelvragenlijst cliëntervaring Jeugd en hun ouders (MCJO) opgesteld. Met deze vragenlijst wordt onderzocht hoe de cliënten (jongeren boven de twaalf en tot drieëntwintig, en ouders van kinderen vanaf min negen maanden tot achttien) de toegankelijkheid en kwaliteit van de voorzieningen ervaren, welk effect ze ervan hebben ondervonden wat betreft het gezond en veilig opgroeien, het groeien naar zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en de maatschappelijk participatie. Doelgroep De doelgroep van de MCJO zijn alle jongeren (twaalf drieëntwintig) en ouders met kinderen (van ongeboren tot achttien) die in het kader van de Jeugdwet zorg gebruiken in een gemeente. Het kan hierbij gaan, zoals in de Jeugdwet omschreven, om individuele voorzieningen, overige voorzieningen, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclasseringsmaatregelen. Om te voorkomen dat we jongeren die anoniem in zorg zijn zouden aanschrijven is de doelgroep beperkt tot 12 tm 15 jarigen. Vragenlijst Het betreft een anonieme vragenlijst waarmee informatie op hoofdlijnen wordt verkregen. De MCJO levert een beeld op van hoe cliënten (effecten van) zorg ervaren binnen hun gemeente Het instrument is niet primair bedoeld om inzicht te krijgen in het functioneren van afzonderlijke instellingen, of om te differentiëren naar doelgroepen (zoals GGZ). Respons Voor het onderzoek zijn 460 jongeren en 710 ouders uit de gemeente Eindhoven uitgenodigd. In totaal vulden 78 jongeren en 118 ouders de vragenlijsten in, een responspercentage van 17% (beide). De indruk is ontstaan dat de doelgroep(en) van het onderzoek met andere dingen bezig zijn dan een enquête van de gemeente. Pas bij een volgend onderzoek zal daar meer over de redenen van de tegenvallende respons te zeggen zijn. De resultaten geven een indicatie voor de ervaringen en meningen van jongeren en hun ouders, een indicatie, meer niet. Bij de jongeren was 54% van de uitgenodigden een jongen, onder de respons was dat 46%; een lichte ondervertegenwoordiging van de jongens dus. Er zijn alleen jongeren in de leeftijd 12 t/m 15 uitgenodigd (ieder leeftijdsjaar ongeveer 25%). In de respons waren de 12-jarigen iets ondervertegenwoordigd. Bij de ouders/verzorgers was 80% van de uitgenodigden vrouw, in de respons was dat 74%. Analyse De antwoordcategorieën weet niet en niet van toepassing zijn, mits anders aangegeven, buiten de analyse gehouden. Indien de percentages niet optellen tot 100% is dit het gevolg van afrondingsverschillen. 1
Toegankelijkheid 2
Uitvoeren van de zorg 3
Effect op opgroeien 4
Effect op zelfstandigheid 5
Effect op zelfredzaamheid 6
Mee kunnen doen 7
Stellingen 8
Toelichting door respondenten (ter illustratie) Toelichting bij de vraag Wat vind/vond je goed aan de hulp of begeleiding? Ongeveer de helft van de jongeren heeft een toelichting gegeven op deze vraag. Samengevat vinden zij dat er goed naar hen geluisterd wordt en dat de hulpverlener hen goed helpt met het oplossen van de problemen. Het belang van een goede relatie met de hulpverlener blijkt uit de volgende uitspraken: Degene die mij heeft geholpen deed heel aardig tegen mij, en ik voelde me fijn bij haar. Zij was een heel fijn persoon om mijn 'angsten' mee te bespreken ; De hulpverleners geven echt om je en denken goed mee in oplossingen ; Er werd rekening gehouden met mijn mogelijkheden ; Ze staan bij ( ) altijd klaar om te helpen, maken tijd en luisteren naar mij. Sommige respondenten geven in de toelichting aan dat de hulp hen vérder heeft gebracht: de cognitieve gedragstherapie helpt heel goed ; ik ben beter gaan presteren op school en thuis ; Ik heb een fijne woonplek waar ik steeds zelfstandiger word. Driekwart van de ouders vulde iets in bij deze vraag. Enkele ouders merken op dat zij blij zijn dát er hulp is: Dankjewel dat gemeente Eindhoven het welzijn van kinderen mogelijk maakt en steunt!. Veel positieve opmerkingen gaan over de aandacht, het luisterend oor dat geboden wordt en de kwaliteit van de hulpverlening en de onderzoeken. Sommige ouders geven aan dat ze goed geholpen zijn met de tips, technieken en tools die zij meekregen. Zoals deze uitspraak illustreert: Zeer tevreden over hun werkmethode en zeer effectief. Mijn dochter haar schoolresultaten zijn met sprongen vooruit gegaan. Sommige ouders benoemen het kindgerichte karakter van de hulp als positief: Kind staat centraal. Op een gerichte manier gewerkt aan de aandachtpunten van ons kind. Anderen benoemen juist de aandacht voor het hele gezin: Ook al is de hulp ingeschakeld voor 1 kind, het hele gezin wordt begeleid. Vier ouders geven aan dat ze de zorg bij de ene aanbieder (veel) beter vinden dan bij de andere aanbieder waar zij ervaring mee hebben. Toelichting bij de vraag Wat vind/vond je minder goed? Ongeveer een kwart van de jongeren heeft bij deze vraag een toelichting gegeven. De opmerkingen gaan onder meer over de kwaliteit van de hulp(verlener), over de wachttijd en over het uitblijven van verbetering in de situatie. Enkele uitspraken ter illustratie: De hulp sloot niet aan bij mijn vraag ; De psychologe kon niet uit haar woorden komen, en was in mijn ogen ronduit slecht. Ze heeft er niet aan bijgedragen dat er iets nu beter gaat, maar de situatie is prima zoals die nu is ; ik kwam op een wacht lijst terecht en moest lang wachten. 9 Ongeveer de helft van de ouders heeft kritische opmerkingen. Deze gaan onder meer over de wachttijd, de kwaliteit of passendheid van de hulp of het gebrek aan handvaten en vooruitgang. Een aantal ouders geeft aan dat het lastig is zicht te krijgen op welke hulp vergoed wordt of werd geconfronteerd met hoge kosten omdat een deel van de behandeling (bijvoorbeeld observaties op school) niet vergoed werd. Lastig ivm vergoedingen die nu via de gemeente lopen dat als je een instantie hebt gevonden voor goede begeleiding je eerst in het vergoedingsregeling moet verdiepen. Ook zeggen sommige ouders dat voor de gemeente de kosten belangrijker lijken te zijn dan de kwaliteit van de hulp. Een aantal klachten heeft betrekking op de bureaucratische werkwijze en systematiek van verwijzen. De rol die de gemeente speelt (aanleiding voor de enquête) is niet voor iedereen duidelijk: We hebben met de gemeente geen contact gehad en hebben ook geen post of beschikking gehad. Hierdoor is niet duidelijk wat de rol van de gemeente is.