Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Vergelijkbare documenten
Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Terschelling. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp Gemeente Oost Gelre Rapport September 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Menameradiel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Voorst. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Harlingen. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Franekeradeel. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Harderwijk. september 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met Jeugdhulp. Gemeente Waadhoeke. Rapport juli 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Lelystad. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp

SAMENVATTING 1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING Aanleiding onderzoek Doelgroep Steekproef en respons Referentiegroep 4

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Drechterland. Rapport Juli 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente De Bilt. Rapport Oktober 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Gemeente Terschelling

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Oude IJsselstreek

Cliëntervaring jongeren en ouders met jeugdhulp. Gemeente Lelystad. Rapport Augustus 2018 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Cliënt ervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp

Gemeente Delft. VERMNIncto 2 3?mg Geachte leden van de raad,

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

Cliëntervaring Jeugd, Wmo & Werk en Inkomen 2017

Actieve informatievoorzieningc

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oost Gelre. Rapport Augustus 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO EN JEUGD

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Winterswijk. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Oude IJsselstreek. Rapport September 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja, de nota is openbaar

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. Gemeente Bloemendaal. 5 oktober 2016 V1.0

Cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

Aantal. respondenten per

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

Geachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 23 augustus U

Gemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Analyse open antwoorden cliëntervaringsonderzoek Jeugdhulp

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Vlieland. Rapport Juli 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Cliëntervaringsonderzoek Jongeren en ouders met Jeugdhulp Zwolle

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (jongeren)

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

DE ERVARINGEN VAN INWONERS MET DE WMO

T e a m B I C L I E N T E R V A R I N G S O N D E R Z O E K J E U G D. Bijlage 4c1. Bijlage 4c1

Medisch specialist ziekenhuis

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

CliëntErvaringsMonitor Zorg voor Jeugd 2015

Eerstelijnsjeugdhulp. Dr. Wim Gorissen, Directeur Efectiviteit & Vakmanschap

Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)

CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017

Gemeente Ede. Memo. Aan : Gemeenteraad. Van : College van Burgemeester en Wethouders. Datum : 24 november Opgesteld door : Rolieke Sietsma

Cliëntervaringsonderzoek 2015 Jeugd

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer U Raadsbrief 2017, nr juli 2017

Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

Klanttevredenheidsonderzoek schuldhulpverlening

Cliëntervaringen jeugdhulp Regiorapport Noordoost-Brabant. Meting September 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaring Wmo. Gemeente Alkmaar. Rapport November 2017 Projectnummer: P Correspondentienummer: DH

Tevredenheidsonderzoek. Rapportage over de tevredenheid van de jongeren die een programma volgen bij Prins Heerlijk.

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Ervaringen van jongeren en ouders met jeugdhulp Zwolle 2018

Transcriptie:

Cliëntervaring jongeren en ouders Jeugdhulp Gemeente Oldebroek Definitief rapport ovember 2016 aomi Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0310-8008

CLIËTERVARIG JOGERE E OUDERS OVER JEUGDHULP 2016 IHOUD ILEIDIG 1 SAMEVATTIG 3 HOOFDSTUK 1 ACHTERGROD E DOELE JEUGDWET 5 HOOFDSTUK 2 TOEGAKELIJKHEID VA VOORZIEIGE 7 HOOFDSTUK 3 UITVOERIG VA DE HULP 10 3.1 De kwaliteit van de zorg 10 3.2 De kwaliteit van de hulpverleners 13 HOOFDSTUK 4 EFFECT VA DE HULP 16 4.1 Opgroeien 16 4.2 Zelfstandigheid 17 4.3 Zelfredzaamheid 18 4.4 Meedoen in de eigen omgeving 19 HOOFDSTUK 5 WAT GAAT GOED E WAT KA BETER? 20 5.1 Hulp of begeleiding: wat gaat goed en wat kan beter? 20 HOOFDSTUK 6 EIGE VRAGE GEMEETE 22 6.1 Contact met de gemeente 22 6.2 Het gesprek 23 6.3 Wachttijden 26 6.4 Pgb en overlap met andere ondersteuning 27 6.5 Verbeterpunten contact met de gemeente 28 BIJLAGE 1 TABELLE MET ODERZOEKSRESULTATE 29

Inleiding Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Jeugdwet verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren voor jeugd. Voor u ligt het onderzoek Cliëntervaring jongeren en ouders over jeugdhulp, waarmee de gemeente aan deze verplichting voldoet. De gehanteerde vragenlijst van dit onderzoek is de Modellijst Cliëntervaring Jongeren en Ouders. 1 Doelstelling van het onderzoek is te achterhalen wat de cliëntervaringen zijn van jongeren en ouders met jeugdhulp in uw gemeente. Het onderzoek gaat in op thema s als toegankelijkheid van voorzieningen, uitvoering van de zorg en effecten van de zorg op het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen in de eigen omgeving. Dit is het eerste jaar dat deze vragenlijst wordt gebruikt. De vragenlijst is nog niet gevalideerd. Dit eerste jaar is het dan ook de bedoeling om ervaring op te doen met deze modellijst en de bruikbaarheid ervan te evalueren. Doelgroep De doelgroep van dit onderzoek zijn jongeren (12-23 jaar) en ouders met kinderen (van ongeboren tot 18 jaar) die in het kader van de Jeugdwet gebruikmaken van hulp in uw gemeente. Zoals in de Jeugdwet omschreven kan het hierbij gaan om individuele voorzieningen, overige voorzieningen, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclasseringsmaatregelen. De gestelde vragen in dit onderzoek zijn voor jongeren en ouders hetzelfde. De vragenlijsten verschillen enkel in taalgebruik. Deze rapportage geeft de resultaten voor jongeren en ouders samen weer. De tabellenbijlage toont de resultaten voor jongeren en ouders apart. Voor de leeftijdscategorie 12-18 jaar zijn zowel jongeren als ouders aangeschreven. Dat betekent niet dat de jongere en ouder uit hetzelfde huishouden altijd beide hebben deelgenomen aan dit onderzoek. De cliëntervaring van ouders en jongeren kan dan ook niet één-op-één vergeleken worden, omdat ze niet uit hetzelfde huishouden hoeven te komen. Privacy De privacy van jeugdcliënten is een belangrijk aandachtspunt in dit onderzoek. Er zijn meerdere maatregelen genomen om de privacy van respondenten te waarborgen. Allereerst is er een brief verzonden om het onderzoek aan te kondigen. In deze brief is uitgelegd dat er een onderzoek uitgevoerd zou gaan worden en waarom de betreffende persoon wordt gevraagd hieraan mee te werken. In de brief 1 De Modelvragenlijst Cliëntervaring Jongeren en Ouders (MCJO) is op verzoek van de VG ontwikkeld door Stichting Alexander in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, met medewerking van de gemeenten Alkmaar, Enschede, s-hertogenbosch, Hoorn, Maastricht, Tilburg en Utrecht, de landelijke cliëntenorganisaties vertegenwoordigd in de Landelijke Werkgroep Cliëntenparticipatie en de Landelijke Werkgroep Kwaliteit en Toezicht. 1/43

is ook de mogelijkheid vermeld om zich af te melden indien men geen vragenlijst wil ontvangen. Daarnaast is in alle communicatie benadrukt dat het onderzoek volstrekt anoniem is, dat de resultaten niet herleid worden naar individuele personen en dat de gegeven antwoorden geen consequenties hebben voor de hulp die men ontvangt. Bij de uitvoering van het onderzoek is het privacy-protocol bij Cliëntervaringsonderzoeken Jongeren en Ouders 2 van de VG gehanteerd om de volledige privacy van de respondenten te garanderen. Respons Op aanwijzing van BMC heeft de gemeente alle inwoners die jeugdhulp ontvangen aangeschreven. In totaal zijn 233 ouders van kinderen van 9 maanden tot 18 jaar aangeschreven. Daarnaast zijn 188 jongeren tussen de 12 en 23 jaar die jeugdhulp ontvangen aangeschreven. In uw gemeente hebben in totaal 59 jongeren en ouders deelgenomen aan dit onderzoek door een (online) vragenlijst in te vullen. Dat is een respons van 14%. Voor schriftelijk en online onderzoek onder deze doelgroep is een respons van 15% gangbaar. De resultaten van uw gemeente zijn op basis van deze respons indicatief. Dat betekent dat de uitkomsten niet representatief zijn voor de hele doelgroep van jongeren en ouders met jeugdhulp en dat er geen harde conclusies aan verbonden mogen worden. Referentiegroep In bijlage 1 is een tabellenoverzicht opgenomen met daarin de totale uitkomsten, de uitkomsten voor jongeren en ouders apart en een referentiegroep. De referentiegroep betreft het gemiddelde van alle cliënten in gemeenten die ten tijde van oplevering van deze rapportage hetzelfde onderzoek hebben laten uitvoeren door BMC Onderzoek. Op dit moment bestaat de referentiegroep uit 39 gemeenten en ongeveer 4.000 cliënten. Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt de achtergrond van de Jeugdwet en dit onderzoek toegelicht. Hoofdstuk 2 gaat in op de ervaringen van respondenten met de toegankelijkheid van voorzieningen, gevolgd door hoofdstuk 3 over de uitvoering van zorg. Hoofdstuk 4 laat het effect van de hulp zien. In hoofdstuk 5 komen de resultaten aan bod over de vragen die de gemeente zelf heeft toegevoegd aan de vragenlijst. In bijlage 1 staan de tabellen met de onderzoeksresultaten. 2 https://vng.nl/files/vng/privacyprotocol_20151204.pdf 2/43

Samenvatting Uw gemeente heeft deelgenomen aan het onderzoek Cliëntervaring jongeren en ouders over jeugdhulp. Een onderzoek naar de ervaringen van deze doelgroep is vanaf 2016 verplicht voor alle gemeenten in ederland. Uw gemeente heeft daarbij gekozen voor de modelvragenlijst met aanvullende vragen. Deze vragenlijst gaat in op thema s als toegankelijkheid van voorzieningen, uitvoering van de zorg en effecten van de zorg op het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen in de eigen omgeving. Dit onderzoek geeft daarmee inzicht in de ervaringen van jongeren en ouders die jeugdhulp ontvangen. De resultaten worden vergeleken met een referentiegroep van andere gemeenten die dezelfde vragen hebben gesteld aan jongeren en ouders. In de weergave van de resultaten zijn de antwoorden van jongeren en ouders samen genomen. Toegankelijkheid van voorzieningen Jongeren en ouders is gevraagd naar de toegankelijkheid van de voorzieningen. Van de respondenten geeft 73% (n=41) aan dat zij weten waar zij terechtkunnen als zij hulp of ondersteuning nodig hebben. Van de respondenten geeft 27% (n=15) dat zij niet of zelden weten waar ze voor hulp terechtkunnen. Respondenten geven aan snel geholpen te worden nadat zorg of ondersteuning nodig is gebleken, namelijk 63% (n=34) geeft aan vaak of altijd snel geholpen te zijn. Van belang is dat jongeren en ouders het gevoel hebben dat zij de zorg en ondersteuning kunnen krijgen die nodig is. Een meerderheid van de respondenten geeft aan dit gevoel te hebben, namelijk 76% (n=41). Uitvoering van de zorg Respondenten is gevraagd hoe zij de zorg of hulp ervaren. Hierbij is ingegaan op de zorg in het algemeen en op de hulpverlener. Een meerderheid van de respondenten is overwegend positief over de zorg of hulp. Zo geeft 82% (n=43) van de respondenten aan dat zij goed geholpen worden bij vragen en problemen. Een belangrijk onderdeel daarvan is dat jongeren en ouders medezeggenschap ervaren. Een meerderheid van de respondenten ervaart dit ook, zo zegt 77% (n=41) dat beslissingen over de hulp samen met hen genomen worden. Ook is goede samenwerking tussen verschillende (hulpverlenende) organisaties een belangrijke voorwaarde voor goede jeugdhulp. Van de respondenten geeft 62% (n=28) aan dat de verschillende organisaties goed samenwerken. Een ruime meerderheid van de respondenten spreekt zich positief uit over de hulpverleners. Het gaat hierbij om zeer veel verschillende soorten hulpverlening. De kennis van medewerkers is goed (75% is hier tevreden over, n=40), men heeft het idee serieus te worden genomen (82%, n=44) en de behandeling is volgens de meeste respondenten respectvol (91%, n=50). 3/43

Effect van de hulp Het grootste effect van de hulp voor jongeren lijkt te zijn bereikt op de gebieden van opgroeien en zelfredzaamheid. Door de hulp voelt de jongere zich beter (82%, n=44) en is het gedrag volgens zowel jongeren als ouders verbeterd (79%, n=42). Wat gaat goed en wat kan beter? Dit konden de respondenten in een open tekstvak invullen. Hieruit blijkt dat de hulpverleners betrokken zijn, dat de hulp effect heeft en dat de hulp goed geregeld is. Een verbeterpunt dat eruit springt, is het terugdringen van de wachttijden. Het gaat dan zowel om de tijd tussen de melding en het gesprek, als om de tijd tussen het gesprek en de start van de hulp. Eigen vragen gemeente De gemeente Oldebroek heeft aan de vragenlijst eigen vragen toegevoegd. Het grootste deel hiervan gaat over het contact met de gemeente en het gesprek. Aan de respondenten is gevraagd door wie de hulp geregeld is. Hierbij waren meerdere antwoorden mogelijk. De grootste verwijzers zijn de huisarts en het CJG van de gemeente. 41% (n=23) van de respondenten heeft de hulp geregeld via de huisarts, 38% (n=22) via het CJG van de gemeente. Respondenten hebben verschillende redenen om contact op te nemen voor hulp. Bij 48% (n=27) ging het om problemen met leren of andere problemen op school. Van de respondenten heeft 37% (n=20) een gesprek gehad over de hulp met iemand van het CJG. De meeste respondenten hebben informatie voorafgaand aan het gesprek ontvangen via een telefonisch gesprek (35%, n=7) of per e-mail (30%, n=6). Wat het gesprek betreft, zijn de respondenten het meest tevreden over de manier waarop er is geluisterd (81% is (zeer) tevreden, n=17). Van alle beoordeelde aspecten is men relatief het minst tevreden over de snelheid waarmee er een beslissing is genomen over de in te zetten of benodigde hulp (58% is (zeer) tevreden, n=12). Er zijn enkele vragen over wachttijden gesteld. Hieruit blijkt dat 40% (n=8) één keer het verhaal heeft verteld, bij 35% (n=7) ging het om twee of drie keer. Eén respondent heeft vaker dan vijf keer het verhaal verteld voordat er hulp werd ingezet. 46% (n=24) van de respondenten heeft binnen zes weken hulp gekregen. Bij 33% (n=17) duurde het langer dan zes weken. 20% van de respondenten maakt gebruik van een pgb (n=11). De meerderheid van de respondenten (79%, n=41) ontvangt naast jeugdhulp geen andere vormen van hulp. 4/43

Hoofdstuk 1 Achtergrond en doelen Jeugdwet Dit hoofdstuk behandelt kort het in werking treden van de Jeugdwet, de doelen van de Jeugdwet en het Cliëntervaringsonderzoek Jeugd. De Jeugdwet Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden en zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de hulp aan en zorg voor kinderen, jongeren en hun ouders bij alle denkbare opgroei- en opvoedproblemen. Gemeenten bepalen zelf hoe het jeugdhulpsysteem lokaal wordt ingericht. Zij organiseren ieder voor zich de toegang tot de jeugdhulp; op bepaalde terreinen in samenspraak met andere gemeenten. Ook kopen gemeenten afzonderlijk (of in regionaal verband) hulp in bij instellingen voor jeugd- en opvoedhulp, gecertificeerde instellingen en gespecialiseerde aanbieders. In het oude systeem was het jeugdzorgstelsel te versnipperd, schoot de samenwerking rond gezinnen tekort, was de druk op de gespecialiseerde zorg te groot, werd afwijkend gedrag te snel gemedicaliseerd, bleven de uitgaven stijgen en was er sprake van overbehandeling én onderbehandeling. 3 Het nieuwe systeem moet zorgen dat er eerder samenhangende (jeugd)hulp op maat wordt geboden voor kwetsbare kinderen, dat de regeldruk voor professionals wordt verminderd en de professionele ruimte vergroot, de zorgvraag wordt teruggebracht en er minder wordt gemedicaliseerd, en dat de eigen kracht van gezinnen meer wordt aangesproken. Doelen Jeugdwet De Jeugdwet beoogt deze knelpunten op te lossen en wijzigt het stelsel ingrijpend. De stelselwijziging is geen doel, maar een middel om een concrete omslag in de zorg voor jeugd te realiseren (een transformatie). De transformatiedoelen zijn: meer preventie, meer eigen verantwoordelijkheid, meer benutten van eigen kracht en het sociale netwerk van kinderen en hun ouders; kinderen en jongeren naar vermogen mee laten doen, laten participeren; daarom willen we normaliseren, ontzorgen en niet onnodig medicaliseren; sneller jeugdhulp op maat, dicht bij huis, om zo het beroep op gespecialiseerde zorg te verminderen; betere samenwerking rond gezinnen: één gezin, één plan, één regisseur, onder andere door ontschotting van budgetten; meer ruimte voor professionals, door de regeldruk serieus terug te dringen. 4 3 Factsheet Jeugdwet. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Vereniging van ederlandse Gemeenten. Juni 2014. 4 Idem. 5/43

Cliëntervaringsonderzoek Jeugd Gemeenten zijn verplicht voor jeugd een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren in 2016. De Jeugdwet verwijst voor de grondslag hiervan naar de Wmo. In de Regeling Jeugdwet zijn de eisen verder uitgewerkt. Er is gekoerst op een beperkt aantal vragen, rekening houdend met de verschillende doelgroepen, verschillende hulpvormen en de wettelijke eisen, die vastliggen in paragraaf 3 van de Regeling Jeugdwet. Met de uitvoering van dit onderzoek, gebruikmakend van de Modellijst Clientervaring Jongeren en Ouders (MCJO), voldoet u aan deze verplichting. Met dit onderzoek wordt de cliëntervaring met betrekking tot de uitvoering van de jeugdhulp in beeld gebracht en wordt gevraagd in hoeverre gestelde resultaten en effecten van de jeugdhulp behaald worden in de ogen van de cliënt (jeugd of ouder/verzorger). We benadrukken dat het gaat om de cliëntervaring, deze kan afwijken van het beeld dat een hulpverlener heeft of in zorgplannen of verslagen wordt weergegeven. Het oordeel van de cliënt zelf is echter van groot belang voor het beleid, de doorontwikkeling van beleid en de uitvoering. 6/43

Hoofdstuk 2 Toegankelijkheid van voorzieningen In dit hoofdstuk komt aan bod hoe de respondenten de toegang tot de jeugdhulpvoorzieningen hebben ervaren. Weten ze waar zij terechtkunnen, zijn ze snel geholpen en is passende hulp beschikbaar? Er zijn verschillende verwijzers die kinderen toegang kunnen bieden tot jeugdhulp. Dit zijn huisartsen, jeugdartsen, gespecialiseerde artsen, gecertificeerde instellingen en gemeenten, bijvoorbeeld via een Centrum voor Jeugd en Gezin of een sociaal (wijk)team. Ook hebben maatschappelijke organisaties die ouders en kinderen kunnen verwijzen naar het juiste kanaal hier een belangrijke rol. Denk aan scholen, vrijwilligersorganisaties, welzijnsorganisaties en andere zorgprofessionals of aanbieders. De respondenten is gevraagd of ze weten waar ze terechtkunnen als ze hulp nodig hebben. Figuur 1 Ik weet waar ik terechtkan als ik hulp nodig heb ( = 56) 73% (n=41) van de respondenten weet vaak of altijd waar ze terechtkunnen als er hulp nodig is. Van de respondenten weet 27% (n=15) niet (altijd) waar ze terechtkunnen voor hulp. Snelheid van handelen is belangrijk. Door vroegsignalering kan ergere problematiek worden voorkomen. Daarnaast is van belang dat ouders en kinderen zich gehoord voelen en dat ze snel weten waar ze aan toe zijn. Daarom is er gevraagd naar de snelheid waarmee ze geholpen zijn, nadat de jongere of ouder zich met een vraag had gemeld. 7/43

Figuur 2 Ik ben snel geholpen ( = 54) 63% (n=34) van de kinderen is snel geholpen. 37% (n=20) vindt dat zij soms of nooit snel geholpen worden. Tot slot geeft de volgende grafiek weer of de respondenten de hulp konden krijgen die zij nodig hebben. Passende hulp is van belang om de geformuleerde doelen te halen, maar ook om de beleidsdoelen als zelfredzaamheid, zelfontplooiing en veiligheid te realiseren. 5 5 Uit onderzoek van de Kinderombudsman naar de toegang en de kwaliteit van de jeugdhulp blijkt dat niet alle kinderen de hulp krijgen die zij nodig hebben. Redenen die daarvoor worden genoemd zijn onder meer aanbodgericht in plaats van vraaggericht werken waardoor de gewenste hulp niet beschikbaar is, ontevredenheid over het advies van de hulpverlener, wachtlijsten en onduidelijkheid over verantwoordelijkheid en financiering van de hulp. 8/43

Figuur 3 Ik kan de hulp krijgen die ik nodig heb/die mijn kind nodig heeft ( = 54) 76% (n=41) van de respondenten zegt vaak of altijd de hulp te kunnen krijgen die hij of zij nodig heeft. Bij 24% (n=13) van de respondenten is dit soms het geval. 9/43

Hoofdstuk 3 Uitvoering van de hulp In dit hoofdstuk komen de cliëntervaringen met de uitvoering van de hulp aan bod. Worden zij goed geholpen, krijgen ze voldoende informatie over de hulp, worden beslissingen over de hulp in gezamenlijkheid genomen, werken de verschillende organisaties goed samen en wat vinden respondenten van de kwaliteit van de hulpverleners? 3.1 De kwaliteit van de zorg Gemeenten hebben met de gecontracteerde aanbieders afspraken gemaakt over een goede kwaliteit van zorg. Aanbieders moeten voldoen aan minimale standaarden om de gestelde doelen, zoals vastgelegd in de Jeugdwet, te kunnen behalen en ervoor te zorgen dat de hulp het afgesproken beoogde effect oplevert voor kinderen en ouders. De dingen die cliënten als belangrijk ervaren zijn: 1) bejegening door de hulpverlener, 2) begrip voor de situatie van de jeugdige door de hulpverlener en 3) informatievoorziening. Hieronder volgen de uitkomsten van enkele vragen die over de kwaliteit van zorg gaan. De volgende figuur toont de ervaringen van respondenten met betrekking tot de hulp die zij krijgen bij hun vragen en problemen. Figuur 4 Ik word goed geholpen bij mijn vragen en problemen ( = 53) 82% (n=43) van de respondenten vindt dat ze vaak of altijd goed worden geholpen bij hun vragen of problemen. 19% (n=10) vindt dit soms. 10/43

Informatievoorziening over de hulp is heel belangrijk. Zo weten jongeren en ouders wat zij van de hulp kunnen verwachten. Hieronder wordt weergegeven in hoeverre respondenten vinden dat zij voldoende informatie krijgen over de hulp. Figuur 5 Ik krijg voldoende informatie over de hulp ( = 51) 67% (n=34) van de respondenten krijgt voldoende informatie over de hulp. 33% (n=17) krijgt dat soms of niet. Vervolgens is gevraagd of jongeren en ouders ervaren dat beslissingen over de hulp samen met hen worden genomen. 11/43

Figuur 6 Beslissingen over de hulp worden samen met mij genomen ( = 53) 77% (n=41) van de respondenten ervaart dat beslissingen over de hulp vaak of altijd samen met hen worden genomen. Van de respondenten ervaart 23% (n=12) dat beslissingen soms of niet in gezamenlijkheid worden genomen. Indien er verschillende organisaties betrokken zijn bij de hulp voor een jongere of een kind is het van belang dat zij samenwerken om hem of haar goed te kunnen helpen. In het verleden kwam het voor dat verschillende professionals bij een kind of gezin betrokken waren, zonder dat zij daar van elkaar van op de hoogte waren. Dat heeft geleid tot onwenselijke situaties waarin niemand de regie had over de situatie. Hulpvragen werden daardoor niet integraal opgepakt, waardoor de effectiviteit soms te wensen overliet. Het doel is nu om te werken volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur. De volgende figuur toont in hoeverre respondenten dat ook zo ervaren. 12/43

Figuur 7 De verschillende organisaties werken goed samen om mij /en mijn kind te helpen ( = 45) 62% (n=28) van de respondenten die van verschillende organisaties hulp ontvangen, ervaren dat deze goed samenwerken om hem of haar te helpen. 38% (n=17) ervaart dat soms of niet. 3.2 De kwaliteit van de hulpverleners De kwaliteit van en de klik met de hulpverlener bepaalt in hoge mate het effect van de hulp. Hoe ervaren de jongeren en ouders de hulpverleners die hen ondersteunen? Allereerst is naar de kennis van de hulpverlener gevraagd. De volgende figuur toont hoe respondenten dit ervaren. 13/43

Figuur 8 De hulpverleners weten genoeg om mij/en mijn kind te kunnen helpen ( = 53) 75% (n=40) van de respondenten vindt dat de hulpverleners altijd of vaak genoeg kennis hebben om hen te kunnen helpen. 25% (n=13) vindt dat soms. Vervolgens is gevraagd of ze zich serieus genomen voelen door de hulpverleners. 14/43

Figuur 9 Ik voel mij serieus genomen door de hulpverleners ( = 54) 82% (n=44) van de respondenten voelt zich altijd of vaak serieus genomen door de hulpverleners. Van de respondenten voelt 19% (n=10) zich soms serieus genomen. Tot slot is gevraagd of jongeren en ouders zich met respect behandeld voelen door de hulpverleners. Figuur 10 Ik word met respect behandeld door de hulpverleners ( = 55) 91% (n=50) van de respondenten voelt zich vaak of altijd met respect behandeld door de hulpverleners. 9% (n=5) van de respondenten voelt zich soms respectvol behandeld door de hulpverleners. 15/43

Hoofdstuk 4 Effect van de hulp In dit hoofdstuk komen de effecten van de jeugdhulp bij het opgroeien, de zelfstandigheid, de zelfredzaamheid en het meedoen aan de eigen omgeving aan bod. Worden met de doelen van de Jeugdwet, zoals naar vermogen mee kunnen doen, één gezin, één plan, één regisseur en hulp op maat, de gewenste effecten bij de kinderen en jongeren bereikt? 4.1 Opgroeien Aan jongeren en ouders is gevraagd wat het effect van de jeugdhulp is bij het opgroeien. In de modellijst zijn deze effecten opgesplitst in diverse enquêtevragen. De volgende figuur toont in hoeverre respondenten effect ervaren bij het opgroeien. Figuur 11 Effect van de hulp bij het opgroeien ( = 54, 53, 52, 51) De door respondenten meest ervaren effecten van de hulp bij het opgroeien zijn een beter gevoel (82%, n=44) en beter gedrag (79%, n=42). 16/43

4.2 Zelfstandigheid In hoeverre de hulp bijdraagt aan de zelfstandigheid van het kind komt in deze paragraaf aan de orde. Onderstaande figuur toont in welke mate respondenten ervaren dat de hulp effect heeft op hun zelfstandigheid/de zelfstandigheid van hun kind. Figuur 12 Effect van de hulp op de zelfstandigheid ( = 51, 50, 50) 58% (n=30) van de respondenten weet een beetje of veel beter wat hij of zij wil dankzij de hulp. Ook zegt 68% (n=34) vaker te zeggen wat hij of zij nodig heeft dankzij de hulp. 70% (n=35) ervaart dat er beter of veel beter naar hen geluisterd wordt door de hulp. 17/43

4.3 Zelfredzaamheid Jongeren en ouders is gevraagd naar het effect van de hulp op hun eigen zelfredzaamheid. De volgende figuur toont de ervaringen van respondenten op de diverse enquêtevragen die samen zelfredzaamheid meten. Figuur 13 Effect van de hulp op de zelfredzaamheid ( = 49, 45, 49) 76% (n=37) van de respondenten zegt door de hulp een beetje of veel beter problemen te kunnen oplossen. Ook kan 71% (n=32) beter voor zichzelf opkomen dankzij de hulp. 76% (n=37) heeft een beetje of een veel beter vertrouwen in de toekomst door de hulp. 18/43

4.4 Meedoen in de eigen omgeving Hulp kan er ook aan bijdragen dat kinderen beter kunnen meedoen in de eigen omgeving. In dit onderzoek is ook naar de effecten van de hulp hierop gevraagd. In onderstaande tabel staan de resultaten van respondenten op de diverse enquêtevragen die samen meedoen weergegeven. Figuur 14 Effect van de hulp op meedoen in de eigen omgeving ( = 52, 50, 52) 83% (n=43) van de respondenten geeft aan dat het door de hulp een beetje of veel beter gaat op school, werk of dagbesteding. 50% (n=25) besteedt zijn of haar vrije tijd een beetje of veel beter dankzij de hulp. Voor 54% (n=28) is de relatie met vrienden en anderen een beetje of veel beter geworden door de hulp. 19/43

Hoofdstuk 5 Wat gaat goed en wat kan beter? 5.1 Hulp of begeleiding: wat gaat goed en wat kan beter? Aan het einde van de vragenlijst is aan respondenten gevraagd aan te geven wat zij vinden dat op dit moment goed gaat bij de hulp en begeleiding die ze ontvangen, maar ook wat zij als slecht ervaren. Hier komt één punt duidelijk in naar voren, en dat is dat de respondenten wijzen op de lange wachttijden. Het gaat om de wachttijden gedurende het hele proces, dus zowel de wachttijd tussen de melding en het gesprek als tussen het gesprek en de start van de hulp. Lang wachten tot het eerste gesprek. Alles duurt lang. De hulp blijft hangen in het diagnosticeren en het aanbieden van modules, het lijkt meer om de methoden te gaan dan om ons als gezin. iemand durft het initiatief te nemen, het blijft bij voornemens. Soms duurt het lang voordat een beslissing genomen kan worden. Het duurde lang voordat het eindelijk gerealiseerd was. Sommige dingen duren lang voor het geregeld kan worden, bijvoorbeeld een doorverwijzing. Wat de goede punten betreft is er een top 3 samengesteld van de meest genoemde opmerkingen. Tabel 1 Wat gaat goed? 1 Hulpverleners zijn betrokken 2 De hulp heeft effect 3 De hulp is goed geregeld Opmerking Hieronder staan per opmerking enkele citaten weergegeven. Deze zijn illustratief voor het totaal. 1. Dat veel mensen betrokken zijn en het beste voor hebben met het kind. Dat ze er voor het hele gezin waren. Erg betrokken bij het kind en de situatie. Ook voor mij als moeder is er veel aandacht en begrip. 2. We kunnen nu beter met ons kind omgaan. We hebben veel tips gekregen. Dat ik minder ruzie met mijn broer heb. Het aanpakken van het probleem en het serieus nemen. 3. Snelle hulp toen het acuut nodig was. CJG: korte lijnen, goede communicatie. Soms snelle reacties. In ieder geval een mail dat eraan gewerkt wordt. 20/43

Daarnaast was er nog een open vraag. In een open tekstvlak konden de respondenten opmerkingen schrijven over de ondersteuning die zij ontvangen. Dit betreft veelal een toelichting op welke hulp men ontvangt of een herhaling van de goede of slechte punten. 21/43

Hoofdstuk 6 Eigen vragen gemeente De gemeente Oldebroek heeft ervoor gekozen om eigen vragen toe te voegen aan de vragenlijst. Deze vragen gaan grotendeels over het contact met de gemeente en over het gesprek. Tot slot zijn er ook enkele vragen gesteld over wachttijden, pgb en overlap met andere vormen van ondersteuning. 6.1 Contact met de gemeente Aan de ouders en jongeren is gevraagd hoe de hulp die ze krijgen is geregeld. De gemeente is namelijk niet de enige toegangspoort als het om jeugdhulp gaat. De huisarts is vaak ook een groot doorverwijzer. Bij deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Figuur 15 Hoe is de hulp geregeld? ( = 56) Veel respondenten hebben de hulp via de huisarts of het CJG geregeld. 41% (n=23) van de respondenten heeft de hulp geregeld via de huisarts, 38% (n=22) via het CJG van de gemeente. 22/43

Aan de ouders en jongeren is gevraagd waarvoor zij hulp vroegen. Ook hier waren meerdere antwoorden mogelijk. Figuur 16 Waarvoor is hulp gevraagd? ( = 56) Bij 48% (n=27) ging het om problemen met leren of andere problemen op school. 46% (n=26) heeft anders aangekruist. Het was niet mogelijk voor de respondenten om hier een toelichting op te geven. Uit soortgelijke onderzoeken in andere gemeenten blijkt dat de respondenten hier veelal specifieke aandoeningen of stoornissen invullen, bijvoorbeeld ADHD, autisme, et cetera. Het is echter niet met zekerheid te zeggen waarom de respondenten in Oldebroek anders hebben aangekruist. 6.2 Het gesprek Van de respondenten heeft 37% een gesprek gehad over de hulp met iemand van het CJG. Het gaat hierbij om 20 respondenten, waaronder 18 ouders en 2 jongeren. Driekwart van deze gesprekken vond plaats bij de ouders en jongeren thuis, een kwart ergens anders. Aan ouders en jongeren is de vraag voorgelegd of zij voorafgaand aan het gesprek informatie hebben ontvangen. Bij deze vraag konden meerdere antwoorden worden aangekruist. 23/43

Figuur 17 Vooraf informatie ontvangen? ( = 20) De meeste respondenten hebben informatie ontvangen via een telefonisch gesprek (35%, n=7) of per e-mail (30%, n=6). 10% (n=2) weet niet of zij informatie hebben ontvangen en 10% (n=2) zegt van niet. 75% (15 ouders) van de respondenten was bij het hele gesprek aanwezig. 20% (2 ouders en 2 jongeren) waren deels bij het gesprek aanwezig. Eén ouder was niet bij het gesprek aanwezig (5%). 89% (n=15) van de respondenten vond het fijn om mee te praten over de hulp. Figuur 18 Wie waren er nog meer bij het gesprek aanwezig? ( = 19) Bij veel gesprekken waren het kind, de ouders of een ander familielid aanwezig. 24/43

Aan de ouders en jongeren is een aantal stellingen voorgelegd die betrekking hebben op de tevredenheid over het gesprek. Figuur 19 Hoe tevreden ben je over ( = 21) 25/43

Over het algemeen is het percentage respondenten dat (zeer) tevreden is, hoog. Men is het meest tevreden over de manier waarop er is geluisterd (81% is (zeer) tevreden, n=17). Het aspect waar de respondenten relatief het minst tevreden over zijn, is de snelheid waarmee er een beslissing is genomen over de hulp. Hier is 58% (zeer) tevreden over (n=12). 45% heeft na afloop van het gesprek een gespreksverslag ontvangen. Het gaat hier om 9 respondenten. Zij vinden allen dat het gespreksverslag klopte. 6.3 Wachttijden Aan de ouders en jongeren is gevraagd hoe vaak zij hun verhaal hebben verteld voordat zij hulp kregen. Figuur 20 Hoe vaak verhaal verteld? ( = 20) Uit de figuur blijkt dat 40% (n=8) één keer het verhaal heeft verteld, bij 35% (n=7) ging het om twee of drie keer. Eén respondent heeft vaker dan vijf keer het verhaal verteld. 26/43

Daarnaast is gevraagd hoe lang men heeft gewacht voordat de hulp werd ingezet. Figuur 21 Hoe lang gewacht? ( = 52) Hieruit blijkt dat 46% (n=24) binnen zes weken hulp heeft gekregen. Bij 33% (n=17) duurde het langer dan zes weken. 6.4 Pgb en overlap met andere ondersteuning Aan de respondenten is gevraagd of zij een pgb hebben om zelf hulp mee in te kopen. Figuur 22 Pgb? ( = 55) Hieruit blijkt dat 20% van de respondenten (n=11) een pgb heeft. 27/43

Daarnaast is gevraagd of de ouders en jongeren naast jeugdhulp nog andere ondersteuning ontvangen, bijvoorbeeld vanuit de Wmo of op het gebied van werk en inkomen. Figuur 23 Andere ondersteuning ( = 52) Hieruit blijkt dat 79% (n=41) naast jeugdhulp geen andere ondersteuning ontvangt. 19% (n=10) heeft anders aangekruist. In de toelichting vullen de respondenten in dat hun kind speciaal onderwijs volgt, of noemen zij een specifieke instelling waarvan zij hulp ontvangen. 6.5 Verbeterpunten contact met de gemeente Aan de ouders en jongeren is een open vraag gesteld: Wat zou er verbeterd kunnen worden aan het contact met de gemeente? Het gaat hier om de gesprekken met het Centrum voor Jeugd en Gezin. De jongeren hebben hierop geen antwoord gegeven. Er zijn wel enkele ouders die verbeterpunten aandragen. Zij noemen met name de kennis van zaken als verbeterpunt. Uit de antwoorden blijkt niet duidelijk of het gaat om de kennis van de regelgeving en de processen of kennis over jeugdproblematiek. 28/43

Bijlage 1 Tabellen met onderzoeksresultaten In de zesde kolom staan de totalen van de uitkomsten van jongeren en ouders gezamenlijk. In de tweede kolom staan de uitkomsten van jongeren apart, gevolgd door de uitkomsten van ouders in de vierde kolom. In de een na laatste kolom is het gemiddelde over alle gemeenten die het onderzoek door BMC Onderzoek hebben laten uitvoeren weergegeven. In de tabellen zijn de stellingen zoals geformuleerd in de vragenlijst voor jongeren opgenomen. Voor ouders gaan deze stellingen over hun kind. Tabel 2 Achtergrondgegevens Jongeren Ouders Jongeren en ouders (samen) Referentiegroep jongeren Referentiegroep ouders Referentiegroep jongeren en ouders (samen) Geslacht Jongen 50% 12 50% 12 48% 840 48% 840 Meisje 50% 12 50% 12 52% 840 52% 840 Vader 77% 43 77% 43 80% 2.532 80% 2.532 Moeder 14% 43 14% 43 16% 2.532 16% 2.532 Anders 9% 43 9% 43 4% 2.532 4% 2.532 Leeftijd 0 t/m 3 jaar 0% 13 0% 42 0% 55 0% 795 2% 2.539 2% 3.334 4 t/m 11 jaar 0% 13 29% 42 22% 55 2% 795 54% 2.539 41% 3.334 12 t/m 17 jaar 85% 13 69% 42 73% 55 84% 795 42% 2.539 52% 3.334 18 t/m 22 jaar 15% 13 2% 42 5% 55 14% 795 2% 2.539 5% 3.334 Duur hulp 29/43

Korter dan 3 maanden Tussen de 3 en 6 maanden Tussen de 6 en 12 maanden Langer dan een jaar 0% 12 0% 40 0% 52 11% 801 11% 2.436 11% 3.237 0% 12 5% 40 4% 52 13% 801 15% 2.436 14% 3.237 8% 12 10% 40 10% 52 18% 801 23% 2.436 22% 3.237 92% 12 85% 40 87% 52 57% 801 50% 2.436 52% 3.237 Tabel 3 Toegankelijkheid van voorzieningen (% vaak/altijd) Jongeren Ouders Jongeren en ouders Referentiegroep jongeren Referentiegroep ouders Referentiegroep jongeren en ouders Ik weet waar ik terechtkan als ik hulp nodig heb 53% 15 80% 41 73% 56 68% 815 68% 2.544 68% 3.359 Ik ben snel geholpen 67% 15 62% 39 63% 54 64% 796 61% 2.485 61% 3.281 Ik kan de hulp krijgen die ik nodig heb/die mijn kind 80% 15 74% 39 76% 54 74% 822 69% 2.501 71% 3.323 nodig heeft 30/43

Tabel 4 Uitvoering van zorg (% vaak/altijd) Jongeren Ouders Jongeren en ouders Referentiegroep jongeren Referentiegroep ouders Referentiegroep jongeren en ouders Ik word goed geholpen bij mijn vragen en problemen 71% 14 85% 39 81% 53 77% 815 74% 2.476 75% 3.291 De verschillende organisaties werken goed samen om mij/mij en mijn 80% 10 57% 35 62% 45 61% 673 58% 2.190 59% 2.863 kind te helpen Ik krijg voldoende informatie over de hulp 62% 13 68% 38 67% 51 71% 807 69% 2.485 70% 3.292 Beslissingen over de hulp worden samen met mij 38% 13 90% 40 77% 53 73% 817 83% 2.465 81% 3.282 genomen De hulpverleners weten genoeg om mij/mij en mijn 58% 12 80% 41 75% 53 76% 827 75% 2.510 75% 3.337 kind te kunnen helpen Ik voel mij serieus genomen door de hulpverleners 79% 14 82% 40 81% 54 81% 831 83% 2.518 82% 3.349 Ik word met respect behandeld door de 93% 14 90% 41 91% 55 91% 826 91% 2.505 91% 3.331 hulpverleners 31/43

Tabel 5 Effect van de hulp bij het opgroeien (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en ouders Referentiegroep jongeren Referentiegroep ouders Referentiegroep jongeren en ouders Door de hulp voel(t) ik mij/mijn kind zich beter 79% 14 82% 40 81% 54 79% 815 82% 2.404 81% 3.219 Door de hulp gaat het beter met mijn gedrag/het gedrag 79% 14 79% 39 79% 53 73% 740 77% 2.185 76% 2.925 van mijn kind Door de hulp gaat het thuis beter Door de hulp voel(t) ik mij/mijn kind zich veiliger 69% 13 77% 39 75% 52 71% 730 76% 2.110 75% 2.840 50% 14 68% 37 63% 51 53% 669 68% 1.888 64% 2.557 32/43

Tabel 6 Effect van de hulp op de zelfstandigheid (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en ouders Referentiegroep jongeren Referentiegroep ouders Referentiegroep jongeren en ouders Door de hulp weet ik beter wat ik wil/mijn kind wat 50% 14 62% 37 59% 51 60% 745 67% 2.046 65% 2.791 hij/zij wil Door de hulp zeg ik vaker wat ik nodig heb/zegt mijn kind vaker wat hij/zij nodig 50% 14 75% 36 68% 50 65% 745 68% 2.075 68% 2.820 heeft Door de hulp wordt er beter naar mij geluisterd/voelt 64% 14 72% 36 70% 50 61% 730 74% 2.082 71% 2.812 mijn kind zich beter gehoord Tabel 7 Effect van de hulp op de zelfredzaamheid (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en ouders Referentiegroep jongeren Referentiegroep ouders Referentiegroep jongeren en ouders Door de hulp kan ik beter mijn problemen oplossen Door de hulp kan ik beter voor mezelf opkomen Door de hulp heb ik meer vertrouwen in de toekomst 58% 12 81% 37 76% 49 71% 775 70% 1.860 71% 2.635 54% 13 78% 32 71% 45 63% 728 61% 1.687 62% 2.415 57% 14 83% 35 76% 49 63% 744 69% 1.910 67% 2.654 33/43

Tabel 8 Effect van de hulp op meedoen in de eigen omgeving (% een beetje/veel beter geworden) Jongeren Ouders Jongeren en ouders Referentiegroep jongeren Referentiegroep ouders Referentiegroep jongeren en ouders Door de hulp gaat het beter (met mijn kind) op school, 75% 12 85% 40 83% 52 74% 769 76% 2.318 75% 3.087 werk of dagbesteding Door de hulp besteed ik mijn/besteedt mijn kind 45% 11 51% 39 50% 50 48% 713 53% 1.945 52% 2.658 zijn/haar vrije tijd beter Door de hulp is mijn relatie/de relatie van mijn kind met vrienden en 50% 12 55% 40 54% 52 54% 724 58% 1.999 57% 2.723 anderen beter geworden 34/43

De volgende tabellen bevatten de resultaten van de eigen vragen van de gemeente. Tabel 9 Hoe is de hulp geregeld? Ouders Jongeren Totaal Via het Centrum voor Jeugd en Gezin van de gemeente % % % 45% 19 14% 2 38% 21 Via de huisarts 40% 17 43% 6 41% 23 Via een jeugdarts 5% 2 0% 0 4% 2 Via een medisch specialist 10% 4 0% 0 7% 4 Via school 26% 11 36% 5 29% 16 Via de schoolmaatschappelijk werk(st)er 2% 1 7% 1 4% 2 Weet ik niet 17% 7 14% 2 16% 9 Anders 0% 0 21% 3 5% 3 Totaal 100% 42 100% 14 100% 56 35/43

Tabel 10 Waarvoor is er hulp aangevraagd? Ouders Jongeren Totaal Ik heb vaak ruzie thuis met mijn kind/mijn ouders/opvoeders Ik vind/mijn kind vindt het moeilijk om met andere mensen om te gaan Ik ben/mijn kind is (soms) in de war of erg verdrietig Ik heb/mijn kind heeft een verstandelijke beperking Ik heb/mijn kind heeft een lichamelijke beperking Ik heb/mijn kind heeft een zintuigelijke beperking Ik heb/mijn kind heeft problemen met leren/op school % % % 12% 5 36% 5 18% 10 40% 17 21% 3 36% 20 21% 9 7% 1 18% 10 17% 7 14% 2 16% 9 10% 4 0% 0 7% 4 2% 1 0% 0 2% 1 48% 20 50% 7 48% 27 Anders 48% 20 43% 6 46% 26 Totaal 100% 42 100% 14 100% 56 36/43

Tabel 11 Gesprek gehad met CJG? Ouders Jongeren Totaal % % % Ja 43% 18 17% 2 37% 20 ee 52% 22 67% 8 56% 30 Weet ik niet 5% 2 17% 2 7% 4 Totaal 100% 42 100% 12 100% 54 Tabel 12 Waar was dit gesprek? Ouders Jongeren Totaal % % % Thuis 78% 14 50% 1 75% 15 Op school 0% 0 0% 0 0% 0 Ergens anders 22% 4 50% 1 25% 5 Weet ik niet 0% 0 0% 0 0% 0 Totaal 100% 18 100% 2 100% 20 37/43

Tabel 13 Vooraf informatie ontvangen? Ouders Jongeren Totaal % % % Ja, per brief 22% 4 0% 0 20% 4 Ja, telefonisch 33% 6 50% 1 35% 7 Ja, mondeling 22% 4 50% 1 25% 5 Ja, per mail 33% 6 0% 0 30% 6 ee, ik heb geen informatie ontvangen 11% 2 0% 0 10% 2 Weet ik niet 11% 2 0% 0 10% 2 Totaal 100% 18 100% 2 100% 20 Tabel 14 Was je bij het gesprek aanwezig? Ouders Jongeren Totaal % % % Ja, bij het hele gesprek 83% 15 0% 0 75% 15 Ja, bij een deel van het gesprek 11% 2 100% 2 20% 4 ee 6% 1 0% 0 5% 1 Totaal 100% 18 100% 2 100% 20 38/43

Tabel 15 Was het fijn om mee te praten? Ouders Jongeren Totaal % % % Ja 88% 15 100% 2 89% 17 ee 0% 0 0% 0 0% 0 Weet ik niet 12% 2 0% 0 11% 2 Totaal 100% 17 100% 2 100% 19 Tabel 16 Wie waren er nog meer bij het gesprek aanwezig? Ouders Jongeren Totaal Mijn kind/mijn ouders/verzorgers % % % 29% 5 100% 2 37% 7 Een ander familielid 47% 8 50% 1 47% 9 Een/mijn begeleider 18% 3 0% 0 16% 3 Een cliëntondersteuner 6% 1 0% 0 5% 1 Verder niemand 6% 1 0% 0 5% 1 Anders 24% 4 0% 0 21% 4 Totaal 100% 17 100% 2 100% 19 39/43

Tabel 17 De manier waarop er naar mij is geluisterd De manier waarop er naar mijn situatie is gekeken Hoe tevreden ben je over Zeer tevreden Tevreden eutraal Ontevreden Zeer ontevreden Totaal % % % % % % 24% 5 57% 12 5% 1 10% 2 5% 1 100% 21 24% 5 48% 10 19% 4 5% 1 5% 1 100% 21 De mate waarin ik serieus genomen werd De manier waarop ik mijn mening kon geven tijdens het gesprek De vriendelijkheid van de medewerker De kennis en ervaring van de medewerker De snelheid waarmee de gemeente een beslissing heeft genomen over de/mijn hulpvraag De mate waarin de gemeente rekening houdt met mijn privacy in het gesprek 19% 4 62% 13 10% 2 5% 1 5% 1 100% 21 24% 5 57% 12 5% 1 10% 2 5% 1 100% 21 29% 6 48% 10 10% 2 10% 2 5% 1 100% 21 14% 3 43% 9 29% 6 10% 2 5% 1 100% 21 10% 2 48% 10 38% 8 0% 0 5% 1 100% 21 14% 3 48% 10 24% 5 10% 2 5% 1 100% 21 40/43

De mate waarin er rekening is gehouden met mijn kind/mijn ouders/verzorgers De mate waarin wij samen tot een oplossing zijn gekomen 24% 5 48% 10 19% 4 5% 1 5% 1 100% 21 24% 5 43% 9 19% 4 10% 2 5% 1 100% 21 Tabel 18 a afloop gespreksverslag ontvangen? Ouders Jongeren Totaal % % % Ja 47% 8 33% 1 45% 9 ee 29% 5 33% 1 30% 6 Weet ik niet 24% 4 33% 1 25% 5 Totaal 100% 17 100% 3 100% 20 Tabel 19 Klopte het gespreksverslag? Ouders Jongeren Totaal % % % Ja 100% 8 100% 1 100% 9 ee 0% 0 0% 0 0% 0 Weet ik niet 0% 0 0% 0 0% 0 Totaal 100% 8 100% 1 100% 9 41/43

Tabel 20 Hoe vaak verhaal verteld? Ouders Jongeren Totaal % % % 1 keer 41% 7 33% 1 40% 8 2 tot 3 keer 29% 5 67% 2 35% 7 4 tot 5 keer 0% 0 0% 0 0% 0 Meer dan 5 keer 6% 1 0% 0 5% 1 Weet ik niet 24% 4 0% 0 20% 4 Geen hulp ontvangen 0% 0 0% 0 0% 0 Totaal 100% 17 100% 3 100% 20 Tabel 21 Pgb? Ouders Jongeren Totaal % % % Ja 24% 10 8% 1 20% 11 ee 71% 30 77% 10 73% 40 Weet ik niet 5% 2 15% 2 7% 4 Totaal 100% 42 100% 13 100% 55 42/43

Tabel 22 Hoe lang moeten wachten op hulp? Ouders Jongeren Totaal % % % 1-2 weken 23% 9 17% 2 21% 11 3-4 weken 8% 3 25% 3 12% 6 5-6 weken 15% 6 8% 1 13% 7 Langer dan 6 weken 35% 14 25% 3 33% 17 Ik weet het niet 20% 8 25% 3 21% 11 Geen hulp gekregen 0% 0 0% 0 0% 0 Totaal 100% 40 100% 12 100% 52 43/43

Tabel 23 Andere vormen van ondersteuning Ouders Jongeren Totaal Een Wmo-voorziening zoals hulp bij het huishouden, begeleiding of een hulpmiddel % % % 7% 3 0% 0 6% 3 Ondersteuning op het gebied van werk en inkomen, bijvoorbeeld een uitkering of schuldhulpverlening 2% 1 0% 0 2% 1 Anders 20% 8 18% 2 19% 10 Ik ontvang geen andere vormen van ondersteuning 78% 32 82% 9 79% 41 Totaal 100% 41 100% 11 100% 52 44/43

TELEFOO 070-310 3800 E-MAIL info@bmconderzoek.nl WEBSITE www.bmconderzoek.nl 45/43