Inhoud. Over de auteur... xi. Inleiding... 1



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Over de auteur... xi. Inleiding... 1

Inhoud. Over de auteurs... xi. Inleiding... 1

De kleine Duits voor Dummies. Paulina Christensen en Anne Fox

De inhoud in vogelvlucht

Inhoud. Inleiding... 11

Italiaans voor Dummies op reis. Francesca Romana Onofri en Karen Antje Möller

Engels. Gail Brenner

Tekst Copyright Bangkok Book House. Bangkok Book House Geprint in Thailand. Alle rechten voorbehouden.

Inhoud. Inleiding... 9

Inhoud. Inleiding... 9

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Leerwerkboek. Chinees. Go 100

Inhoud. Over de auteur... x. Inleiding... 1

Inhoud. 1 Spelling 10

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

Inhoud. 1 Welkom In de kantine 20

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Over de auteur. Inleiding 1

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART.

Het koken en eten mag je zelf doen, maar ik begeleid je daarbij. Stap voor stap.

instapkaarten taal verkennen

Meer dan grammatica!

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Programma van Toetsing en Doorstroming

1 Spelling en uitspraak

Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

Inhoud. Preface 15. Hoofdstuk 1 Welkom 16. Hoofdstuk 2 In de kantine 28

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Kinderen en vrijwillige terugkeer Tips voor ouders die vrijwillig terugkeren met minderjarige kinderen

> Inkijkexemplaar

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

De KERNCURSUS opbouw, doelstellingen, inhoud, lesmateriaal

Hoe gaat het met je studie?

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist

Handleiding basiswoordenschat.

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

Spreken. Les 5: Wat zeg je? Gezondheid OPDRACHTKAART.

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Waar een wil is, is een Weg!

Woordentrainer Frans Cap sur le français 1 Handleiding versie 1.1

MAATWERKHOEKEN LESACTIVITEIT ROLLEN KIEZEN Luisterteksten

Inhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.

3URHIRSJDYH1HGHUODQGV

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

PeerEducatie Handboek voor Peers

Leerstofomschrijving proefwerkweek 2 1 kgt. Vak. Engels. Lesstof. File 4 Post It, Like It. Stofomschrijving

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Vrienden kun je leren

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Taalles werkt! Een fotoserie in het kader van de Week van de Alfabetisering 2013

taal portfolio Checklist B1

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Het houden van een spreekbeurt

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de taalstage. Wat kun je?

Hoe leer ik uit... Naam: Klas:

VOORWOORD. René van Royen

Leren (kan je ) leren!

8. Afasie [1/2] Bedenk tenminste drie verschillende problemen die je met taal zou kunnen hebben (drie soorten afasie).

Hoe stel je prioriteiten?

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Praten leer je niet vanzelf

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

! LERAREN HANDBOEK!!! 1e Editie, 2014

Het Studenten Uitgaven Onderzoek is in mei 2014 afgenomen bij 886 respondenten met een leeftijd van jaar. De studenten volgen een HBO- of

INHOUDSOPGAVE WAT VIND JE WAAR?

Handleiding Kind in Beeld Kinderopvang

JAARGANG 9 / NUMMER 1 SEPTEMBER Mede mogelijk dankzij:

Thema Op zoek naar werk

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Transcriptie:

Inhoud Over de auteur.............................................. xi Inleiding.................................................... 1 Hoofdstuk 1: Hoe zegt u? Japans spreken...................... 7 De Japanse basisklanken.......................... 7 De klank van de klinkers....................... 8 De klank van de medeklinkers................. 10 Vloeiend klinken............................... 12 Beklemtoon geen lettergrepen................. 12 Zoek het ritme............................... 12 Spreek op de juiste toonhoogte................ 12 Je kent al wat Japans............................. 13 Japanse woorden in het Nederlands............ 14 Westerse woorden die in het Japans worden gebruikt.......................... 14 Enkele basisuitdrukkingen oefenen............... 16 Hoofdstuk 2: Een kleine portie grammatica: alleen de basisregels........................... 19 De juiste spreekstijl gebruiken.................... 19 Zinnen vormen................................. 20 Partikels gebruiken........................... 21 Zeggen wat het thema is...................... 24 Overbodige woorden weglaten.................... 25 Voornaamwoorden gebruiken.................... 26 Aanwijzende voornaamwoorden............... 26 Persoonlijke voornaamwoorden............... 27 Met werkwoorden werken........................ 29 De basisvormen van het werkwoord begrijpen... 29 Vervoegen maar!............................. 31 De tijd bepalen: wel of geen verleden tijd?....... 34 Beleefd spreken.............................. 34 Werkwoorden met achtervoegsels versterken.... 35 Het werkwoord desu (zijn) gebruiken.............. 37 Bijvoeglijke naamwoorden beschrijven............. 39

vi Japans voor Dummies op reis Hoofdstuk 3: Goochelen met getallen: allerlei soorten telwerk.. 43 Op je tellen passen.............................. 43 Van 1 tot 10 tellen............................ 44 Van 11 tot 99 tellen........................... 44 Van 100 tot 9999 tellen....................... 45 Van 10.000 tot 100.000 tellen.................. 46 Tellen met tellers................................ 47 De maanden tellen........................... 50 De dagen tellen.............................. 51 Door de jaren heen........................... 53 Datum en tijd aanduiden...................... 53 Met de seizoenen mee reizen..................... 56 Over de dagen van de week praten................ 56 Zeggen hoe laat het is............................ 57 De tijd aan dit moment afmeten.................. 60 Geld, geld en nog eens geld....................... 61 Geld wisselen................................ 61 Een bankrekening openen..................... 63 Geld storten en opnemen..................... 63 Hoofdstuk 4: Vrienden worden en gezellig wat kletsen......... 65 Voorstellen en begroeten......................... 65 Hallo zeggen................................ 65 Mensen vragen hoe ze heten................... 66 Je tot vrienden en onbekenden richten.......... 67 De hele dag door groeten...................... 70 Aandacht schenken en dat zeggen ook.......... 71 Dag zeggen.................................. 71 Dankbaarheid en spijt betuigen................... 72 Een praatje maken............................... 73 Het ijs breken en vragen stellen................ 73 Over het weer praten......................... 75 Mensen vragen waar ze vandaan komen........ 76 Praten over waar je heen gaat................. 77 Over je familie praten........................ 77 Bestaan en bezitten: de werkwoorden iru en aru 78 Praten over dingen die je vaak doet............. 80 Contactgegevens uitwisselen.................. 81 Hoofdstuk 5: Lekker wat eten en drinken...................... 83 Het beste uit het ontbijt en de lunch halen.......... 83 Ontbijten in twee culturen.................... 85 Je lunch verorberen........................... 86

Inhoud vii Buitenshuis eten................................ 87 Fastfood bestellen............................ 87 Een tafel reserveren.......................... 89 Iets bestellen in een restaurant................ 91 Jouw tafel (laten) dekken...................... 94 Met de ober of serveerster praten.............. 95 De maaltijd betalen.......................... 95 Zeggen waar je wel en niet van houdt............. 97 Goede tafelmanieren laten zien................... 98 Hoofdstuk 6: Shoppen tot je erbij neervalt.................... 101 Vragen naar een bepaald artikel.................. 101 Artikelen vergelijken........................... 103 Goedkoper, duurder, beter of slechter zeggen... 103 Twee dingen vergelijken...................... 104 De beste aanwijzen.......................... 105 Drie of meer dingen vergelijken.............. 106 Kleding kopen................................. 108 Vragen over de kleur stellen.................. 109 Om een aantal redenen chotto gebruiken...... 109 De juiste maat vinden....................... 111 In een warenhuis rondstruinen.................. 113 Over de prijs onderhandelen..................... 113 En nu nog betalen.............................. 114 Boodschappen doen............................ 115 Vleeswaren kopen........................... 115 Groente en fruit kopen....................... 116 Verse vis kopen............................. 116 Hoofdstuk 7: Vrije tijd is nu de hoogste prioriteit............. 117 Het werkwoord suru (doen) gebruiken............ 117 Iets leuks gaan doen............................ 119 Musea en galerieën bezoeken................. 119 Naar het theater gaan........................ 120 Wat gaan drinken in een bar of club.......... 121 De sterren van de hemel zingen in een karaokebar.............................. 123 Over je hobby s praten.......................... 123 De natuur in trekken........................... 124 Sporten beoefenen............................. 125 Ik kan zeggen................................. 126 Je artistieke talenten benutten................... 127 Mensen uitnodigen............................ 130

viii Japans voor Dummies op reis Iets voorstellen door zullen we (niet)? te gebruiken............................ 130 Laten we en zullen we zeggen............... 131 Vrienden bij je thuis uitnodigen............... 132 Hoofdstuk 8: Maar nu is het werken geblazen................ 133 Over je werk praten............................. 133 Je kantoorspullen beheren....................... 134 Een baan zoeken............................... 136 Een telefoongesprek voeren..................... 139 Een vriend of vriendin bellen................. 140 Hotels en winkels bellen..................... 141 Vragen om wat je wilt....................... 142 Een klant bellen............................. 144 Een boodschap achterlaten................... 145 Hoofdstuk 9: De weg vinden: reizen en vervoer............... 149 Wegwijs raken op de luchthaven................. 149 Aan boord stappen.......................... 150 Het land binnenkomen...................... 152 De douane passeren......................... 153 De stad doorkruisen............................ 154 Vragen wat je het beste kunt doen............. 154 De bus nemen.............................. 156 Een trein kiezen............................. 156 Een taxi aanhouden......................... 159 Een auto huren............................. 160 De weg vragen en wijzen........................ 163 Waar -vragen stellen........................ 163 Waar -vragen beantwoorden................. 165 Nog preciezer de weg wijzen.................. 167 Rangtelwoorden gebruiken.................. 167 Zeggen hoe ver iets is....................... 169 Hoe kom ik bij -vragen stellen................ 170 Punten op straat aanwijzen................... 171 Niet alleen praten maar ook doen............. 172 Hoofdstuk 10: Bijkomen in een goed hotel.................... 175 De accommodatie van je keuze zoeken............ 175 Een kamer reserveren........................... 177 De soort kamer kiezen...................... 178 Het aantal gasten tellen...................... 178 De duur van je verblijf aangeven.............. 179 Met insiders en outsiders praten.............. 181

Inhoud ix De kosten vergelijken....................... 181 Goed op je spullen passen met bezittelijke voornaamwoorden....................... 182 Inchecken in een hotel.......................... 183 Uitchecken uit het hotel......................... 186 Hoofdstuk 11: Doortastend optreden in noodsituaties......... 189 Om hulp roepen............................... 189 De politie bellen............................... 192 Een ongeluk aan de politie melden............ 192 Spullen verliezen en weer terugvinden......... 195 Rechtsbijstand zien te krijgen.................... 197 Medische hulp inroepen........................ 198 Naar de dokter gaan......................... 198 Je lichaamsdelen aanduiden.................. 199 Zeggen waar het pijn doet................... 200 Een diagnose krijgen........................ 201 Behandeld worden.......................... 202 Hoofdstuk 12: Tien favoriete Japanse uitdrukkingen.......... 203 Hoofdstuk 13: Tien typisch Japanse uitdrukkingen........... 205 Index..................................................... 207

Over de auteur Eriko Sato is hoogleraar Japans aan de Stony Brook University in de Amerikaanse staat New York, waar ze in de taalwetenschap is gepromoveerd. Ze is ook oprichter en directeur van het Pre College Japanese Language Program en directeur van het Japan Center aan deze universiteit. Toen ze in 1988 aan haar promotieonderzoek begon, besloot ze om haar loopbaan te wijden aan onderwijs in en onderzoek naar de Japanse taal. Ze heeft Japanse en Engelse taalkunde en vreemde talen gestudeerd, waaronder Chinees, Frans en Koreaans, speciaal om een docent en onderzoeker te worden die de taalkundige achtergronden en specifieke problemen van studenten begrijpt. Ze heeft vele artikelen geschreven voor wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van taalkunde en onderwijs, en drie boeken over de Japanse taal: een studieboek voor jonge kinderen, een studieboek voor studenten aan hogescholen en universiteiten en een handleiding voor vertalers Japans-Engels.

Inleiding Ideeën uitwisselen en vriendschappen opbouwen over nationale en culturele grenzen heen maakt ons leven een stuk rijker en zinvoller. En reizen naar andere landen is tegenwoordig een stuk goedkoper dan vroeger. Je paspoort pakken en het avontuur tegemoet gaan is altijd leuk, maar het is nog leuker wanneer je met de mensen in een ander land in hun moedertaal kunt praten. Als je een beetje Japans wilt leren, is dit boek een goede hulp. Het geeft je onmiddellijk resultaat in de vorm van belangrijke woorden en zinnetjes die een beginnend spreker graag wil kennen en ook nog wat achtergrondinformatie over de Japanse cultuur. Je zult niet vloeiend Japans leren spreken met Japans voor Dummies op reis, maar je bouwt wel zelfvertrouwen op, en leert op een leuke manier Japanse uitdrukkingen die je goed van pas kunnen komen. Over dit boek Japans voor Dummies op reis kan je helpen als je een reis naar Japan gaat maken, op je werk met Japanse bedrijven te maken hebt of goedemorgen wilt zeggen tegen je nieuwe Japanse buurman. [Probeer maar eens: ohayō gozaimasu (oh-hah-joo goh-zah-ie-mahs; goedemorgen).] Dit boek geeft je de belangrijkste en meestgebruikte Japanse woorden en zinnetjes over zeer uiteenlopende onderwerpen als boodschappen doen, geld opnemen, uit eten gaan en vrijetijdsactiviteiten.

2 Japans voor Dummies op reis Je kunt zo veel of zo weinig van dit boek lezen als je maar wilt. Kijk welke onderwerpen je interesseren, raadpleeg de index of de inhoudsopgave en je zult snel de informatie vinden die je nodig hebt. Als je nog totaal geen Japans kent, dan raad ik je ten zeerste aan om eerst de hoofdstukken 1 en 2 door te lezen, omdat je hierin de basisregels vindt over de Japanse uitspraak en grammatica. Als je al wat Japans kent, kun je altijd nog eens naar deze hoofdstuk teruggaan bij problemen met de uitspraak of grammatica. De regels in dit boek Ik gebruik enkele regels in dit boek waardoor het lezen makkelijker wordt: Alle klinkers en medeklinkers worden in rōmaji (roo-mah-dzjie; romeinse letters) weergegeven, zodat je het bekende Nederlandse alfabet ziet. De Japanners gebruiken in hun dagelijks leven hun eigen systeem, dat kana (kah-nah) wordt genoemd, plus ongeveer tweeduizend Chinese karakters, maar ze gebruiken ook rōmaji om het buitenlanders gemakkelijker te maken. Een streepje ( ) boven een klinker betekent dat die klinker lang is, en dat houdt in dat je de klank langer moet aanhouden. Japanse termen worden vetgedrukt weergegeven. De woorden tussen haakjes achter de Japanse termen geven eerst de uitspraak weer en vervolgens de Nederlandse vertaling. Bijvoorbeeld, Dōmo (doo-moh; Dank u/je of Hallo!). De vervoegingen van werkwoorden (lijsten met de basisvormen van een werkwoord; zie hoofdstuk 2) worden in deze volgorde weergegeven: het hele werkwoord (de infinitief), de ontkennende vorm, de stam(vorm) en de te-vorm. Hier volgt een voorbeeld van de vervoeging van een

Inleiding 3 werkwoord aan de hand van het werkwoord taberu (tah-beh-roe; eten): Vervoeging taberu tabenai tabe tabete Uitspraak tah-beh-roe tah-beh-nah-ie tah-beh tah-beh-teh In de zwarte kaders worden de belangrijkste woorden en zinnetjes in de paragraaf of het hoofdstuk nog eens belicht. Als ik bijvoeglijke naamwoorden opsom, dan noem ik een na-type bijvoeglijk naamwoord zonder de na en i-type bijvoeglijke naamwoorden in de stamvorm plus de verbuigings-i. Ik doe dit omdat de i bijna altijd voorkomt, maar na krijg je alleen wanneer het bijvoeglijk naamwoord wordt gevolgd door een zelfstandig naamwoord. Verschillende talen drukken dezelfde ideeën op een verschillende manier uit. Het Nederlands en het Japans vormen geen uitzondering op deze regel. Het Japans kent veel woorden en zinnetjes die niet in het Nederlands kunnen worden vertaald. In dit boek wil ik je leren wat er wordt gezegd (de bedoelde betekenis) in plaats van hoe het wordt gezegd. In plaats van een letterlijke vertaling geef ik dus een natuurlijke Nederlandse vertaling. Een voorbeeld: de uitdrukking yoroshiku (joh-roh-sjie-koe) betekent volgens een letterlijke vertaling op zijn plaats/geëigend, maar de uitdrukking betekent in feite aangenaam kennis met u te maken als je het tegen iemand zegt die je voor het eerst ontmoet. De vertaling van Japanse uitdrukkingen en zinnen hangt ook van de context af. Zo kan yoroshiku ook vertaald worden als dank u voor het verlenen van een gunst aan mij in plaats van aangenaam kennis met u te maken, als het wordt gebruikt meteen nadat iemand om een gunst is gevraagd.

4 Japans voor Dummies op reis Dwaze veronderstellingen Bij het schrijven van dit boek ben ik uitgegaan van enkele veronderstellingen over jou, de lezer: Je kent niet veel Japans, behalve misschien enkele woorden als karate en sushi. Je kent een beetje Japans, maar je ben toe aan een opfriscursus. Je hoeft volgende maand geen examen vloeiend Japans spreken af te leggen en je bent ook niet van plan om in de nabije toekomst vertaler Japans te worden. Je wilt gewoon wat basisinformatie in het Japans kunnen overbrengen. Je hebt geen uren de tijd om woordjes en grammaticaregels uit je hoofd te leren. Je wilt op een leuke manier een beetje Japans leren. Als deze veronderstellingen op jou van toepassing zijn, dan ben je klaar voor de start! De pictogrammen in dit boek Om je te attenderen op belangrijke punten heb ik in het boek soms pictogrammen in de kantlijn gezet. Hierdoor kun je bepaalde soorten informatie gemakkelijker vinden. De verschillende pictogrammen betekenen het volgende: Dit pictogram geeft tips waardoor het gemakkelijker wordt om het Japans op te pikken. BELANGRIJK GRAMMATICA EN ZO Dit pictogram wijst op een geheugensteuntje en zorgt ervoor dat je belangrijke informatie niet vergeet. Dit pictogram gaat in op discussies over vreemde grammaticaregels.