Meldingsplicht en vrijstellingen van stedenbouwkundige vergunning



Vergelijkbare documenten
Melding van handelingen in of aan gebouwen met toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

meldings- en vergunningsplicht

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

meldings- en vergunningsplicht

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

Hoofdstuk 2. Aanwijzing van meldingsplichtige handelingen met toepassing van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Samenhang tussen stedenbouwkundige voorschriften en decretale bepalingen bij een ruimtelijk uitvoeringsplan.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een carport

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een garage

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

STEDENBOUWKUNDIGE MELDINGSPLICHT

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Verslag van de omgevingsambtenaar

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Verslag van de omgevingsambtenaar

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening voor inplanting van gebouwen (Vastgesteld door de gemeenteraad dd. 20/02/2017)

3. Soepele meldingsprocedure vervangt de vergunningsaanvraag soms...3

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

23016_D_0157_H_011_00

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

7 ARTIKEL 7: CLUSTER S GRAVENWEZEL

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER IDENTIFICATIE VAN HET PERCEEL

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIES. (meer info vindt u op

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

23016_D_0145_X_003_00

Grondwet, artikel Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Artikel 6, 1,I 2

Notaris Hans Van Overloop

Notaris Ines van Opstal

Hoofdstuk 1: Definities

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

College van burgemeester en schepenen

Stedenbouwkundig uittreksel Inlichtingenformulier vastgoedinformatie

STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING, MELDING EN VRIJSTELLING

bladnummer 3 Advies van de gecoro

23070_E_0141_V_000_00

stedenbouwkundige vergunning, melding en vrijstelling

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

VR DOC.1080/2BIS

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

zonevreemde woningen en gebouwen: Regularisatiemogelijkheden voor overtredingen

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

INHOUD. Inhoud. 3. Woord vooraf. 11

INHOUD. Inhoud 3. Woord vooraf 11

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Brussel, 23 maart Mijnheer de minister-president,

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Gemeente TURNHOUT VERKAVELING VOOR WONINGBOUW. van grond gelegen: Tramstraat z/n. Sectie P - Nummer 245 B5. Stedenbouwkundige Voorschriften

VOORBEELDDOSSIER. Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning Bouwen van een zwembad

Omgeving - Omgevingsvergunningen

Stedenbouwkundige verordening. inzake parkeren en stallen van auto s en fietsen

Handleiding voor het indienen van een digitale bouwaanvraag op het Omgevingsloket (snelinvoer)

BEKENDMAKING AKTENAME MELDING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VAN EEN' VERKAVELING voor kavels 1 en 2

Gewijzigde regelgeving voor lokale besturen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het kerntakenplan Onroerend Erfgoed

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

UITTREKSEL UIT HET PLANNENREGISTER

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

RUP Zonevreemde woningen in ruimtelijk kwetsbaar gebied Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Sint-Laureins Oktober 2011

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening & Omgevingstrein 2016

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

Art. 1 - Dit regelement is van toepassing vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 oktober 2013

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Omgeving - Omgevingsvergunningen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Dienst Dienst Ruimtelijke Ordening Datum 15 september Uw kenmerk Mail dd 18/08/2016 Tel. 02/ RO/RO/KJ/16. SU2016/0683 Fax 02/

Titel IV. Vergunningenbeleid

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN artikel 14

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

Ruimtelijke Ordening en Zorgwonen. Maandag 12 december 2016 Roland Nackaerts

Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften

leidraad VooR HanDHaaFbaRE PlannEn En StEDEnboUWKUnDiGE VooRScHRiFtEn 9 aandachtspunten

U vindt hierbij een uittreksel uit het plannenregister en uit het vergunningenregister (vanaf 1986).

Transcriptie:

Meldingsplicht en vrijstellingen van stedenbouwkundige vergunning Opmerkingen ter verbetering van deze tekst zijn welkom 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Inleiding... 1 3 Regelgeving in hoofdlijnen... 2 3.1 Enkele nuances vooraf... 2 3.2 Wanneer volstaat een melding?... 3 3.3 Wanneer géén vergunning aanvragen en ook niets melden?... 4 3.4 Een beknopt overzicht... 5 4 Procedure van aktename... 9 5 Model aktename... 12 6 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening lokale voorschriften... 13 7 Enkele vragen en antwoorden... 19 8 Een aantal bedenkingen... 26 9 Ondersteuning gemeenten... 27 10 Meer info.... 27 10.1 regelgeving... 27 10.2 Meer nuttige info... 27 10.3 Contact... 27 11 Bijlage: de besluiten... 28 11.1 Vrijstellingenbesluit... 28 11.2 Meldingsbesluit... 34 11.3 Functiewijzigingenbesluit (oude Vrijstellingenbesluit)... 36 2 Inleiding Het Besluit Meldingsplicht en de aanpassing van het Vrijstellingenbesluit zijn definitief goedgekeurd. De Besluiten regelen voor welke handelingen géén stedenbouwkundige vergunning nodig is (Vrijstellingenbesluit) of een loutere melding volstaat (Besluit Meldingsplicht). Vanaf 1 december treden de nieuwe besluiten in werking. Deze tekst heeft als doel de regelgeving in hoofdlijnen toe te lichten ten behoeve van gemeenten en gaat in op een aantal concrete vragen. Aan de tekst is de grootst mogelijke 25 oktober 2010-1/46

aandacht besteed, maar tegelijkertijd wordt gevraagd eventuele opmerkingen of verbeteringen door te geven. 3 Regelgeving in hoofdlijnen 3.1 Enkele nuances vooraf De regelgeving laat zich in hoofdlijnen relatief gemakkelijk uitleggen, maar de 'kleine letters' zijn, zoals vaak, erg belangrijk. Met de kleine letters wordt bedoeld dat er andere regelgeving kan zijn waardoor: - De voorgenomen handelingen toch niet kunnen worden uitgevoerd, ook al zijn ze vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunningsplichtig of meldingsplichtig. Dit is expliciet zo bepaald in art. 6 van het Meldingsbesluit 1 en art. 1.2, 1.3 en 1.4 van het Vrijstellingenbesluit 2. - De voorgenomen handelingen toch meldingsplichtig of vergunningsplichtig zijn, terwijl de Vlaamse regelgeving bepaalt dat dit niet zo is. Dit is het geval indien de gemeente lokale regelgeving hierover heeft. In de communicatie naar de burger is het onhaalbaar om alle regelgeving rond de meldingsplicht en vrijstellingenplicht voldoende genuanceerd mee te geven. Vandaar dat we 1 Art. 6. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen, met behoud van de toepassing van de andere regelgeving die van toepassing is. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen, te verrichten op percelen waarop voorlopig of definitief beschermde monumenten aanwezig zijn, in voorlopig of definitief beschermde landschappen, in voorlopig of definitief aangeduide erfgoedlandschappen, in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, of in voorlopig of definitief beschermde archeologische monumenten. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die uitgevoerd worden in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor handelingen die uitgevoerd worden voor de rooilijn of in een achteruitbouwstrook. 2 Art. 1.2. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, onverminderd andere regelgeving, inzonderheid de regelgeving inzake beschermde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, landschappen en archeologische sites, waarvoor een apart systeem van toelatingen geldt. Art. 1.3. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, of met de uitdrukkelijke voorwaarden van stedenbouwkundige vergunningen. Art. 1.4. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing, voor zover deze handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, algemene plannen van aanleg, bijzondere plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen die niet opgenomen zijn in de gemeentelijke lijst, opgemaakt in toepassing van artikel 4.4.1, 3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 25 oktober 2010-2/46

suggereren om in de communicatie naar de burger te benadrukken dat voorafgaandelijk contact opnemen met de stedenbouwkundige dienst is aangewezen. Bovendien wijzen we erop dat er ook nog andere regelgeving dan waar in art. 6 en art. 1.2, 1.3 en 1.4 naar wordt verwezen van toepassing kan zijn, die ertoe leidt dat een voorgenomen handeling toch niet kan worden uitgevoerd. Soms heeft een (lokaal) bestuur zelfs geen kennis van deze regelgeving, omdat ze buiten de overheid omgaat. Vanzelfsprekend mocht en mag er nog steeds niet worden gebouwd op gronden waarvoor contractueel bepaalde afspraken zijn gemaakt. De vrederechter kan bij eventuele geschillen tussen buren een rol spelen. 3.2 Wanneer volstaat een melding? Op hoofdlijnen geven we de volgende informatie mee, waarbij altijd de bedenkingen in 3.1 voorgaan op wat hieronder staat: 1) Handelingen die te maken met de stabiliteit in een gebouw (en dus woning) moeten vanaf 1 december worden gemeld (voorbeeld: een interne dragende muur verwijderen). Een vergunning is dus niet meer nodig of zelfs mogelijk. Handelingen die niet te maken hebben met de stabiliteit in een gebouw (en dus woning) waren al en blijven vrijgesteld van een vergunning (bv een badkamer of keuken vernieuwen). Er is wél altijd een vergunning nodig als het aantal woongelegenheden wordt uitgebreid of de functie van een gebouw wijzigt (bv een appartement in een woning maken of van een woning een kantoor maken). 2) Voor handelingen aan gebouwen die gebeuren aan de buitenkant volstaat vaak een melding. Zo'n melding volstaat alleen als: a. het aantal woongelegenheden niet wijzigt en er ook geen functiewijziging wordt doorgevoerd. b. het volume van het gebouw (dus ook woning) niet uitbreidt c. de handelingen aan de zij- of achterkant van het gebouw (dus ook woning) plaatsvinden. d. de handelingen vinden aan een hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw plaats Een melding volstaat dus voor het bijmaken van een venster of vergroten van een tuindeur aan de zij- of achterkant van een gebouw, maar niet als dit gebeurt aan de voorzijde van het gebouw (dus ook woning). Voor een erker of dakkapel moet wel nog altijd een stedenbouwkundige 25 oktober 2010-3/46

vergunning worden aangevraagd, omdat het gaat om een volumeuitbreiding 3, ongeacht aan welke zijde van de woning de uitbreiding plaatsvindt. 3) Aan het woningen mag tot in totaal 40m² worden bijgebouwd zonder vergunning, maar mét melding. Ook hier geldt een reeks van voorwaarden: oa géén wijziging aantal van het woongelegenheden, géén functiewijziging en het bijgebouw moet lager zijn dan 4 meter en min. 3 meter van de perceelsgrenzen in de zijtuin blijven en 2 meter van de perceelsgrenzen in de achtertuin. Voldoet het bijgebouw niet aan één van deze voorwaarden dan is toch nog een stedenbouwkundige vergunning nodig. De woning zelf moet hoofdzakelijk vergund of vergund geacht zijn. In het geval er een scheidingsmuur staat tussen de percelen, mag onder bepaalde omstandigheden tegen die muur worden gebouwd en volstaat een melding toch. Het gaat om in totaal 40m² aan bijgebouwen die aangebouwd zijn aan een woning. 4) voor verbouwingen of uitbreidingen van bestaande industriële of ambachtelijke bedrijven die gelegen zijn in 'industriegebied in ruime zin' volstaat in bepaalde gevallen ook een melding, ipv een stedenbouwkundige vergunning. Het gaat dus oa om bedrijven die zich situeren in KMO-zone of op een industrieterrein, maar niet om bedrijven die in 'woongebied' zijn gelegen. Er zijn verschillende voorwaarden waaraan moet zijn voldaan. Enkele van die voorwaarden zijn dat de afstand tot een perceelsgrens altijd ten minste drie meter moet bedragen en de gebouwen niet hoger mogen zijn dan 10 meter. Relevant is ook dat het vervangen van de vergunningsplicht door de meldingsplicht enkel geldt indien de gebouwen in het aanvraagdossier van de milieuvergunning, klasse I en II zijn vermeld. Een bedrijf dat louter milieumeldingsplichtig is, kan dus nooit een stedenbouwkundige uitbreiding louter melden. Het bedrijf zal toch een stedenbouwkundige vergunning moeten aanvragen voor de gewenste uitbreiding. Een bedrijf dat eerder een milieuvergunning verkreeg maar daarin niets aangaf over een voorgenomen uitbreiding, dient ook een stedenbouwkundige vergunning aanvragen. Eventuele adviezen van de brandweer dienen dan ook, lijkt ons, te worden behandeld in de milieuvergunningsprocedure. 3.3 Wanneer géén vergunning aanvragen en ook niets melden? Veel kleinere handelingen waren in het verleden al vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunningsplicht. Meestal zijn die vrijstellingen ook gewoon opgenomen in het aangepaste Vrijstellingenbesluit. We wijzen er op dat een vrijstelling niet altijd betekent dat het voorgenomen handeling ook mag worden gerealiseerd. Soms kan lokale regelgeving de plaatsing van bepaalde zaken 3 Discutabel is of voor de plaatsing een balkon die wordt gehangen aan een gebouw een melding volstaat. Het is ongetwijfeld een handeling waaraan aan de stabiliteit van het gebouw wordt gewerkt, maar onduidelijk is of de bouwoppervlakte toeneemt. 25 oktober 2010-4/46

verbieden of toch weer meldingsplichtig maken, ook al is aan de in de tekst vermelde voorwaarden voldaan. Zie hiervoor de bedenkingen onder 3.1. Die bepalingen gaan altijd voor op hetgeen hieronder staat. In het oog springt dat voortaan: 1) in een achter- of zijtuin, binnen een straal van 30 meter van de woning, kunnen niet overdekte constructies tot een oppervlakte van 80m² zonder vergunning en melding worden gerealiseerd, mits op minstens 1 meter van de perceelsgrens wordt gebleven én de constructie niet hoger is dan 1,5 meter. Het gaat dan bijvoorbeeld om een zwembad. Reeds bestaande niet overdekte constructies worden meegeteld voor de berekening van de 80m². 2) bijgebouwen die niet aan een woning vastzitten maar wel in een straal van 30 meter van de woning worden gerealiseerd, kunnen zonder vergunning en zonder melding worden gerealiseerd mits aan een reeks van voorwaarden is voldaan: minimaal drie meter van de zijdelingse perceelsgrens in de zijtuin en minimaal een meter van de perceelsgrens in de achtertuin, niet hoger dan 3 meter, niet voor een verblijf gebruikt (kunnen) worden en in totaal mag niet meer dan 40m² worden gerealiseerd. Ook bestaande bijgebouwen die vrijstaan van het hoofdgebouw tellen mee. De bouw van een carport kan bijvoorbeeld onder deze regelgeving vallen. Indien niet aan al deze voorwaarden is voldaan, geldt dat een vergunning moet worden aangevraagd. 3.4 Een beknopt overzicht De regelgeving kan in hoofdlijnen worden verduidelijkt aan de hand van onderstaande schema s, waarbij telkens twee woningen staan afgebeeld, de meest rechtse bevindt zich op een hoek van de straat. Met dank aan Nathalie Peeters, Stad Hasselt. Legenda: Rood = woning Blauw = voortuin Donkergroen = achtertuin Lichtgroen = zijtuin Handelingen in, aan en bij woningen Algemene voorwaarden: - niet strijdig met verordeningen, RUP s, APA s, BPA s en verkavelingen - geen beschermd monument, landschap, stads/dorpsgezicht, erfgoedlandschap, archeologisch monument - niet binnen de 5.00 m brede strook van waterlopen, niet in oeverzone cfr bekken of 25 oktober 2010-5/46

deelbekkenbeheersplan - de woning is vergund (geacht) - geen vergunningsplichtige functiewijziging - aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd - volledig uitgevoerd binnen de 30.00 m van een vergunde woning Ondergrondse constructies vrijgesteld melding Zonnepanelen en zonneboilers Binnenverbouwingen Plat dak: tot max. 1m boven dakrand Hellend dak: geintegreerd Handelingen aan daken, achtergevel en zijgevel => niet aan voorgevel Zonder stabiliteitswerken met stabiliteitswerken Zonder stabiliteitswerken (fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd) Met stabiliteitswerken (fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd) 25 oktober 2010-6/46

afsluitingen hoogte: max. 2.00 m (open of gesloten) Toegangen en opritten naar gebouwen open afsluiting: max. 2.00 m gesloten afsluiting: max. 1.00 m Kleine tuinconstructies: Brievenbussen, speeltoestellen, BBQ, tuinornamenten Enkel strikt noodzakelijk 25 oktober 2010-7/46

Opslaan van allerhande tuinmateriaal Niet-overdekte constructies Max. 10 m³ Niet zichtbaar van weg Niet in ruimt. kwetsbaar gebied totaal: max. 80 m² afstand tot perceelsgrens: zijtuin en achtertuin: min 1.00 m niet in ruimt. kwetsbaar gebied Vrijstaande constructie (niet voor bewoning) totaal: max. 40 m² afstand tot perceelsgrens: zijtuin: min. 3.00 m achtertuin: min 1.00 m of tegen bestaande, vergunde scheidingswand 25 oktober 2010-8/46

zonder deze te wijzigen niet in ruimt. kwetsbaar gebied Verplaatsbare inrichting voor bewoning geschikt zonder erin te wonen vb. woonwagen, tent,. Bijgebouw aangebouwd Niet zichtbaar vanaf de weg Niet in ruimt. kwetsbaar gebied max. 40 m² afstand tot perceelsgrens: zijtuin: min. 3.00 m achtertuin: min 2.00 m of tegen bestaande, vergunde scheidingswand zonder deze te wijzigen hoogte: max. 4.00 m niet strijdig met plannen van aanleg (gewestplan) 4 Procedure van aktename 1. De burger meldt de voorgenomen handeling per beveiligde zending. Wat een beveiligde zending is, is geregeld in art. 1.1.2 3 VCRO. In de praktijk gaat het om een aangetekend schrijven of een afgifte tegen ontvangstbewijs. 25 oktober 2010-9/46

Indien een melding niet per beveiligde zending gebeurt kan, ons inziens, de gemeente de aanvraag onontvankelijk verklaren, omdat dit een decretale vereiste is. Anderzijds zou dit van een weinig klantvriendelijke werking getuigen als voor de rest het dossier in orde is. De gemeente kan er dan ook voor kiezen om dergelijke meldingen toch voor aktename op het college te brengen. Het is niet mogelijk dat een gemeente extra exemplaren van de melding verplicht in te dienen. Het Besluit bepaalt immers dat het om één exemplaar gaat 4 en omdat het Besluit dit uitdrukkelijk zo regelt en elders niet de mogelijkheid biedt om extra exemplaren op te leggen, kan een gemeente daar niet van afwijken. Het is, ons inziens, wel mogelijk dat een burger wordt gestimuleerd om de melding via een pdf in te dienen. Dat maakt het wellicht gemakkelijker het document door te sturen naar verschillende diensten. 2. De administratie bereidt de aktename op het college voor Gemeenten kunnen géén inhoudelijke controle kunnen doen. Ze kunnen een aanvraag niet weigeren of onontvankelijk verklaren 5. Een aktename houdt geen akkoord in van de gemeente dat de melding correct is. Het is ook geen administratieve rechtshandeling, dat wil zeggen dat de aktename géén rechten verleend. Sommige gemeenten nemen zich voor toch een controle te doen. Wij hebben er een aantal bedenkingen bij: 1) wettelijk kan het niet 2) het kost veel menskracht 3) als hetgeen meldingsplichtig is toch vergunningsplichtig blijkt en de gemeente dit signaleert, heeft de overheid weet van een stedenbouwkundige overtreding. Het lijkt ons redelijk dat de overheid in zo n geval minstens een visie heeft ontwikkeld hoe hiermee om te springen. In de meeste gevallen zal het echter gaan om beperkte stedenbouwkundige overtredingen, waardoor hiertegen optreden niet prioritair is. Het afleveren van een bevestiging van ontvangst lijkt ons niet aangewezen. Het feit dat het dossier beveiligd is verzonden of dat later een uittreksel uit het vergunningenregister kan worden gevraagd, volstaat. 3. Aktename college 4 Dit in tegenstelling tot stedenbouwkundige vergunningen waar op basis van art. 22 Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning wel bijkomende exemplaren kunnen worden gevraagd voor de inhoudelijke beoordeling bij het dossier. Bij een melding vindt er overigens ook geen inhoudelijke beoordeling plaats 5 Zie Memorie van Toelichting VCRO onder art. 94 25 oktober 2010-10/46

Er is geen termijn bepaald waarbinnen de aktename zelf dient te gebeuren. De 20 dagen termijn slaat op wanneer de burger met de werken mag beginnen. Niet op de termijn waarbinnen het college akte moet nemen. In de akte kunnen bepalingen worden opgenomen die aangeven dat: Het college doet door middel van deze aktename geen uitspraak of een melding volstaat en of de melding correct is gebeurd. Het is aan de aanvrager om na te gaan of de voorgenomen handelingen in overeenstemming zijn met andere wettelijke bepalingen of regelgeving. Het college kan expliciet maken dat de melding een stedenbouwkundige overtreding inhoudt, waartegen de overheid kan optreden. Wij hebben bedenkingen bij de werkwijze om het feit dat het college akte heeft genomen van de melding automatisch aan de meldingsplichtige te laten weten. Dit ook om duidelijk te maken dat een melding niet kan worden tegengehouden door de overheid, ook al is de melding inhoudelijk niet voldoende. Bovendien brengt het versturen van deze brieven heel wat administratie met zich mee. Tijd die, ons inziens, beter in preventie kan worden gestoken, door vooraf goed de regelgeving rond meldingen uit te leggen. 4. De melding wordt ingeschreven in het vergunningenregister. In art. 5.1.2 van de VCRO is bepaald dat elke melding en de identiteit van de persoon die de melding verricht in het vergunningenregister moet zitten. Wij raden af om in het vergunningenregister op te nemen of het om een correcte of niet correcte melding gaat, om zo niet de indruk te wekken dat de gemeente op de hoogte is van een stedenbouwkundige overtreding of enige inhoudelijke beoordelingsmarge heeft of had. In de communicatie naar de burger en de professionele actoren vastgoed is het natuurlijk wel belangrijk om te communiceren dat de opname van meldingen in het vergunningenregister op geen enkele wijze een uitspraak betekent over de juistheid van de melding. Het is aan de betrokkene of zijn vertegenwoordiger om dit onderzoek te doen. Het niet aangeven of het niet tijdig aangeven dat hetgeen gemeld is niet meldingsplichtig is, houdt geen akkoord van het college in. Een melding is immers géén administratieve rechtshandeling. 5. Aanvatting der werken De werken mogen worden aangevat vanaf de 20ste dag na de datum van melding. 25 oktober 2010-11/46

Het gaat hierbij om kalenderdagen. Bij een afgifte tegen ontvangstbewijs is dit vanaf 20 dagen na de afgifte van het ontvangstbewijs. Als de melding geschiedt bij aangetekend schrijven en het meldingsdocument op 11 augustus aan de pst wordt toevertrouwd (hetgeen blijkt uit de datum van het postmerk), dan kunnen de handelingen worden uitgevoerd vanaf 31 augustus 6. Uitzondering op deze regel vormen de meldingen die betrekking hebben op handelingen waarvoor ook een milieuvergunning nodig is. Van die melding mag maar gebruik gemaakt worden als die vergunningen in orde zijn. Tegen het vroegtijdig beginnen van de uitvoer staat geen sanctie. 5 Model aktename Elke gemeente is vrij een eigen akteformulier uit te werken. Wij suggereren: Het college neemt, Gelet op het artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (verder: VCRO); Gelet op het Besl. Vl. Reg. 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, B.S. 10 september 2010 (verder: Meldingsbesluit); [indien van toepassing] Gelet op de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening lokale voorschriften DD. akte van de melding: (eventueel van): [ omschrijving ] gedaan op: [DD] kenmerk : [referentie] Het college geeft opdracht deze melding in te schrijven in het vergunningenregister 7. Het college merkt op dat 8 : - Overeenkomstig art. 4.2.2 4 VCRO mogen de meldingen maar worden aangevat vanaf de twintigste dag na de datum van de melding, tenzij voor de melding ook een 6 Zie Memorie van Toelichting VCRO onder art. 94 7 De bepaling is niet verplicht 8 Het lijkt ons zinvol om dit ter info op de gemeentelijke aktename te vermelden, ook al wordt deze akte niet verstuurd naar de meldingsplichtige. Wel kan ooit zo n akte worden opgevraagd in het kader van openbaarheid van bestuur. 25 oktober 2010-12/46

milieuvergunning nodig is. In dat geval dient tevens deze vergunning te worden verkregen; - Overeenkomstig art. 4.2.2 4 VCRO kunnen gemelde handelingen niet meer kunnen worden aangevat indien twee jaar na de datum van de melding verstreken zijn; - De aktename door het college houdt niet in dat het college inhoudelijk nakijkt of de melding in overeenstemming is met de stedenbouwkundige regelgeving of er een beslissing over neemt. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om aan alle wettelijke eisen te voldoen 9 ; - Het uitvoeren van gemelde handelingen waarvoor eigenlijk een stedenbouwkundige vergunning nodig is, is een stedenbouwkundige overtreding. De overheid kan hiertegen optreden. Gemeente X, DD Namens het College: Secretaris Burgemeester De Vlaamse overheid stelde eerder een model aktename zorgwonen ter beschikking. Nadeel van dit model is dat dit doet uitschijnen of de gemeente de melding op juistheid kan onderzoeken. 6 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening lokale voorschriften Gemeenten kunnen in een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening lokale voorschriften: - Vrijgestelde handelingen meldingsplichtig maken. Het invoeren van een meldingsplicht lijkt weinig aantrekkelijk: wel werk voor gemeenten, die echter toch inhoudelijk niet kan sturen. Anderzijds is het wel zo dat handelingen die zijn vrijgesteld van een vergunningsplicht en die toch door een gemeente weer meldingsplichtig zijn gemaakt: 9 Overigens: ook zonder een dergelijke formule kon de aanvrager dit weten. Op het aanvraagformulier van de meldingen staat duidelijk dat de gemeente de melding inhoudelijk niet nakijkt en ook geen beslissing neemt. Tevens is vermeld dat het de verantwoordelijkheid is van de aanvrager om aan alle wettelijke eisen te voldoen. 25 oktober 2010-13/46

- Gemeld moeten worden; - Belangrijker: door het invoeren van de meldingsplicht geldt art. 4.4.1 3 2 niet, waardoor dank zij de meldingsplicht het uitvoeren van handelingen die strijdig zijn met de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan of gewestelijk of provinciaal RUP toch niet kunnen, terwijl dit zonder het invoeren van de meldingsplicht dit wél kan. Wellicht maakt dit overigens in de praktijk niet veel uit, omdat het detailniveau van dergelijke plannen niet van die aard is dat er vrijgestelde handelingen (die meldingsplichtig worden gemaakt) worden verboden. Dit is een ander verhaal wanneer de gemeente ook gebruik maakt van de mogelijkheid om een lijst van BPA s, gemeentelijke RUP s en verkavelingen op te stellen waar onderhouds en (met name) vrijgestelde handelingen niet als strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften wordt beschouwd. - Meldingsplichtige handelingen stedenbouwkundig vergunningsplichtig maken. - Een lijst opnemen van bijzondere plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en/of verkavelingsvergunningen of delen ervan die niet beschouwd worden als strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften. Het art. 4.4.1 Vlaamse Codex RO biedt de mogelijkheid om in een stedenbouwkundige verordening een lijst vast te stellen van gemeentelijke bijzondere plannen van aanleg, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingsvergunningen of delen ervan waarbinnen onderhoudswerken en/of handelingen die zijn vrijgesteld van een vergunningsplichtig niet worden beschouwd als strijdig met de voorschriften, voor zover het telkens om hoofdzakelijk vergunde constructies gaat. De wijze waarop het decreet is geformuleerd laat ons inziens de vrijheid om enkel de onderhoudswerken of enkel de vrijgestelde werken als niet strijdig te beschouwen met de voorschriften. Als echter ervoor wordt gekozen om voor een (deel van een ) BPA, RUP of verkavelingsvergunning de vrijgestelde werken als niet strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften te beschouwen, moet dit gelden voor alle vrijgestelde werken. De gemeente mag er, ons inziens, niet bepaalde uitkiezen. om binnen de groep van vrijgestelde werken enkel bepaalde vrijgestelde werken. Men kan bijvoorbeeld niet bepalen dat enkel de plaatsing van zonnepanelen niet als strijdig wordt beschouwd, ook al zou een stedenbouwkundig voorschrift dit verbieden. Op dit moment is de interesse om dergelijke verordeningen in te voeren groot: met name de steden vrezen het volledig dichtslibben van binnengebieden, terwijl die wel noodzakelijk worden geacht voor het behouden of het versterken van zuurstof. 25 oktober 2010-14/46

Wij vragen u een ontwerp van gemeentelijke stedenbouwkundige verordening lokale voorschriften te melden bij de VVSG. Interesse om te weten hoe andere gemeenten het deden? Vraag ze bij ons op 10. Wij hoorden al: - Een gemeente wenst alle meldingsplichtige werken weer vergunningsplichtig te maken om het eenvoudig voor de burger te houden; - Een gemeente wenst alle meldingsplichtige werken weer vergunningsplichtig te maken, met uitzondering van art. 2 van het Meldingsbesluit. Handelingen aan de constructieve elementen aan een gebouw zijn dus meldingsplichtig - Een gemeente wenst bepaald materiaalgebruik (betonnen erfafscheidingen) te weren uit het straatbeeld en beperkt zich tot het opsommen van een aantal concrete zaken die meldingsplichtig zijn. Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende de invoering van lokale voorschriften suggestie Gelet op art. 4.2.5 Vlaamse Codex RO dat het mogelijk maakt om via een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening vergunningsplichtige werken aan te vullen, voor meldingsplichtige handelingen een stedenbouwkundige vergunningsplicht in te voeren en voor vrijgestelde handelingen een meldingsplicht in te voeren. Gelet op art. 4.4.1 Vlaamse Codex RO dat de mogelijkheid biedt aan de gemeenteraad om in een stedenbouwkundige verordening een lijst vast te stellen van gemeentelijke bijzondere plannen van aanleg, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingsvergunningen of delen ervan waarbinnen onderhoudswerken en/of (?) handelingen die zijn vrijgesteld van een vergunningsplichtig niet worden beschouwd als strijdig met de voorschriften, voor zover het telkens om hoofdzakelijk vergunde constructies gaat. Gelet op het Besl. Vl. Reg. 16.07.2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex RO, hierna het Meldingsbesluit genoemd; Gelet op het Besl. Vl. Reg. van 14.04.2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, hierna het Vrijstellingenbesluit genoemd; 10 U kunt ontwerpen of definitieve versies sturen of opvragen naar xavier.buijs@vvsg.be. Bedankt hoor! 25 oktober 2010-15/46

Overwegende bovenstaande Besluiten bepaalde handelingen vrijstelt van een stedenbouwkundig vergunningsplicht of afhankelijk maakt van een voorafgaandelijke melding; Overwegende dat sommige van deze handelingen wel degelijk een stedenbouwkundige impact hebben op de onmiddellijke omgeving; Overwegende dat het college tot taak heeft te oordelen over de goede plaatselijke ordening met het oog op het algemeen belang; Overwegende dat een voorafgaande beoordeling de enige manier is om op dwingende wijze en tijdig de goede plaatselijke ordening te organiseren; Overwegende dat de gemeente de mogelijkheid heeft om lokale voorschriften in te voeren die bepaalde handelingen weer meldingsplichtig of vergunningsplichtig maken; [bij opname deel IV] Overwegende dat de gemeenteraad in het verleden een aantal plannen aannam, waarin stedenbouwkundige voorschriften zijn opgenomen die deels achterhaald zijn, maar waarvan de herziening van het plan onevenredig veel tijd in beslag zou nemen en kostbaar is. [bij opname deel IV] Overwegende dat het college in het verleden een aantal verkavelingsvergunningen afleverde, waarin stedenbouwkundige voorschriften zijn opgenomen die deels achterhaald zijn, maar waarvan een herziening van de verkavelingsvergunning onevenredig veel tijd in beslag zou nemen en kostbaar is. Overwegende de financiële situatie van de gemeente. DEEL I ALGEMEEN Art. 1: Deel II en III van deze gemeentelijke stedenbouwkundige verordening zijn van toepassing op het grondgebied van de gemeente, behalve in die gebieden waarvoor een verkavelingsvergunning is verleend. TOELICHTING: het uitsluiten van verkavelingsvergunningen is verdedigbaar omdat de verkavelingsvoorschriften zelf al bepaalde grenzen aangeven, die voorgaan op de bepalingen in het Meldingsbesluit en Vrijstellingenbesluit. DEEL II VAN MELDINGSPLICHT NAAR VERGUNNINGSPLICHT Art. 2 In aanvulling op art. 2 van het Meldingsbesluit dient aan de volgende bijkomende voorwaarde te worden voldaan: 25 oktober 2010-16/46

De handeling wordt niet uitgevoerd aan gebouwen die opgenomen zijn op de lijst van het bouwkundig erfgoed. TOELICHTING: Het bouwkundig erfgoed is een vrij omvangrijke lijst van gebouwen die niet beschermd zijn, maar wel bijzondere (stijl) elementen kennen. Constructieve werken aan gebouwen kunnen een behoorlijke impact hebben die de aantasting van het bouwkundig erfgoed omomkeerbaar maken. Zo bevat de inventaris bouwkundig erfgoed monumentale trappenhallen. In zo n geval is het aangewezen dat de overheid vooraf een beoordeling kan doen of de voorgenomen werken de erfgoedwaarde behouden of niet onevenredig aantasten. Art. 3 In aanvulling op art. 3 van het Meldingsbesluit dient aan de volgende bijkomende voorwaarde te worden voldaan: Voor zover de stabiliteitswerken betrekking hebben op het bijmaken deur- en vensteropeningen aan de zij- of achterzijde geldt de meldingsplicht maar voor zover een schriftelijk akkoord van de aanpalende eigenaars wordt toegevoegd. Indien de stabiliteitswerken gebeuren met het oog op het creëren van een of meerdere garages volstaat de melding niet. TOELICHTING: Het bijmaken van ramen en deuren kan het evenwicht tussen de erven flink verstoren. Hoewel het voorkomen van burenruzies niet de taak is van ruimtelijke ordening, kan een voorafgaandelijke beoordeling heel wat problemen voorkomen. Indien dat akkoord er niet is, is een stedenbouwkundige vergunning nodig. Indien in de woning of gebouw een garage wordt gecreëerd kan dit een behoorlijke ruimtelijke impact hebben, en geldt de vrijstelling niet. De realisatie van een garage in de woning of het gebouw te maken is daardoor maar mogelijk na het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning. Blijft meldingsplichtig: het bijmaken van deuren en vensters aan de voorzijde van de woning, het vergroten van bestaande vensters en deuren Art 4 In aanvulling op art. 4 van het Meldingsbesluit dient aan de volgende bijkomende voorwaarde te worden voldaan: De oppervlakte van het perceel dat niet gebruikt wordt het hoofdgebouw en het bijgebouwen (de buitenruimte) bedraagt na de uitvoering van de werken: - Indien de handeling betrekking heeft op gesloten bebouwing: minstens Xm² - Indien de handeling betrekking heeft op halfopen bebouwing: minstens Xm² - Indien de handeling betrekking heeft op open bebouwing: minstens Xm² 25 oktober 2010-17/46

Zou ook kunnen: werken met een onderscheid naar perceelsgrootte waarbij het bebouwingspercentage van de hoofd- en bijgebouwen aan een maximum wordt gebonden. TOELICHTING: Op deze manier wordt tegengegaan dat percelen volledig bebouwd raken, zonder dat daarbij een beoordeling van de overheid aan te pas komt. Overigens is het dus niet zo dat percelen die géén 20m² buitenruimte (meer) hebben geen uitbreidingen kunnen worden toegestaan, alleen wordt dat dan onderworpen aan een voorafgaandelijke vergunningsplicht. Voor niet overdekte constructies wordt vooralsnog geen beperking voorzien, omdat bv het volledig verharden van tuinen algemeen gesproken een minder definitief karakter heeft en in bepaalde gevallen ook nodig is om een kwalitatieve buitenruimte te hebben. Art. 5 In afwijking van art. 5 van het Meldingsbesluit worden handelingen met stabiliteitswerken die uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geacht industrieel of ambachtelijk bedrijf, (gelegen in industriegebied in de ruime zin), vervangen door een stedenbouwkundige vergunningsplicht TOELICHTING: Sommige gemeenten worden geconfronteerd met het feit dat grotere bedrijven worden gesplitst in kleinere bedrijfseenheden. Zolang daarvoor geen vergunningsplichtige werken voor moeten worden uitgevoerd is dat niet vergunningsplichtig. Doordat steeds meer zaken zijn vrijgesteld van meldingsplicht of enkel meldingsplichtig zijn, is het zinvol om handelingen die kunnen wijzen op een komende bedrijfssplitsing, vergunningsplichtig te houden. DEEL III: VAN VRIJSTELLING NAAR MELDINGSPLICHT nihil TOELICHTING: het invoeren van een meldingsplicht lijkt weinig aantrekkelijk: wel werk voor gemeenten, die echter toch inhoudelijk niet kan sturen. Anderzijds is het wel zo dat handelingen die zijn vrijgesteld van een vergunningsplicht en die toch door een gemeente weer meldingsplichtig zijn gemaakt: - Gemeld moeten worden - Belangrijker: door het invoeren van de meldingsplicht geldt art. 4.4.1 3 2 niet, waardoor dank zij de meldingsplicht het uitvoeren van handelingen die strijdig zijn met de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan of gewestelijk of provinciaal RUP toch niet kunnen, terwijl dit zonder het invoeren van de meldingsplicht dit wél kan. Wellicht maakt dit overigens in de praktijk niet veel uit, omdat het detailniveau van dergelijke plannen niet van die aard is dat er vrijgestelde handelingen (die meldingsplichtig worden gemaakt) worden verboden. Dit is een ander verhaal wanneer de gemeente ook gebruik maakt van de mogelijkheid om een lijst van BPA s, gemeentelijke RUP s en verkavelingen 25 oktober 2010-18/46

op te stellen waar onderhouds en (met name) vrijgestelde handelingen niet als strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften wordt beschouwd. DEEL IV: LIJST VAN BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG, RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN EN VERKAVELINGSVERGUNNINGEN OF DELEN ERVAN DIE NIET BESCHOUWD WORDEN ALS STRIJDIG MET DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Op basis van art. 4.1.1 3 VCRO wordt: 1) het uitvoeren van onderhoudswerken aan een hoofdzakelijk vergunde constructie; 2) het uitvoeren van handelingen die zijn vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunningsplicht, op voorwaarde dat de op het perceel aanwezige gebouwen of constructies hoofdzakelijk zijn vergund beschouwt als niet strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften, voor zover de handelingen zich situeert in de volgende BPA s, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of verkavelingen of delen ervan: [opsomming lijst van (delen van) BPA s, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen of verkavelingen] TOELICHTING: zie eerder 7 Enkele vragen en antwoorden Wij krijgen maar één dossier binnen. Is dat niet wat weinig? Vanuit het standpunt van de burger gezien is het indienen van één exemplaar natuurlijk logisch en voordelig. Dit betekent wel dat de gemeente dit ene exemplaar zelf houdt en niet terugstuurt naar de aanvrager. De aanvrager houdt dus best zelf ook een kopie bij. Het plaatsen van bijgebouwen in een tuin is, onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld tot een oppervlakte van 40m². Welke gebouwen tellen mee? De begrippen bijgebouw en hoofdgebouwen zijn niet gedefinieerd en moeten dus in de gewone betekenis van het woord gebruikt worden. Ons inziens dient er daarbij een onderscheid gemaakt te worden tussen bijgebouwen die vastzitten aan het hoofdgebouw en vrijstaande bijgebouwen. Voor de berekening van de 40m² dient enkel gekeken te worden naar de vrijstaande bijgebouwen. De aan het hoofdgebouw vastzittende bijgebouwen tellen niet mee. 25 oktober 2010-19/46

Zijn vrijgestelde of meldingsplichtige handelingen in ruimtelijk kwetsbare gebieden daadwerkelijk vrijgesteld of meldingsplichtig? De uitvoeringsbesluiten zeggen er niets over. Voor voorgenomen handelingen die zijn gelegen in ruimtelijk kwetsbaar gebied geldt nooit een meldingsplicht, gelet op art. 4.2.2 VCRO 11. Wat kwetsbare gebieden zijn is bepaald in art. 1.1.2 10 VCRO. Voor meldingsplichtige werken in kwetsbaar gebied moet dus altijd toch een stedenbouwkundige vergunning worden aangevraagd. Het Meldingsbesluit is dus niet van toepassing in ruimtelijk kwetsbaar gebied, ondanks dat het uitvoeringsbesluit dit zelf niet in herinnering roept. Het Vrijstellingenbesluit is wel van toepassing in ruimtelijk kwetsbaar gebied, hoewel in dit besluit staat te lezen dat bepaalde handelingen in kwetsbaar gebied niet zijn vrijgesteld en dus een stedenbouwkundige vergunning nodig is. We slagen er niet in om tijdig akte te nemen van de meldingsplichtige handeling. Welke gevolgen heeft dat? Kan de gemeente dan aansprakelijk worden gesteld? Een aktename is zo staat te lezen in de toelichting- géén administratieve rechtshandeling. Het vergunningenregister is louter informatief. Een zwembad of carport is veelal vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning, maar in het concrete geval geldt er een BPA die de plaatsing van zwembaden of carport verbiedt? In zo n geval mag het zwembad of carport niet worden geplaatst. Wel kan de gemeente een lijst opmaken van BPA s (en RUP s en verordeningen) waar de plaatsing van vrijgestelde zwembaden toch niet als strijdig wordt beschouwd. Soms zijn er stedenbouwkundige voorschriften van toepassing (op basis van een BPA of verkavelingsvergunning) die de aanleg van een zwembad of carport verbieden. Omdat deze bepalingen voorgaan op het Vrijstellingenbesluit is in zo n gebied de aanleg van een zwembad of carport niet vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning. Als een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, zal deze moeten worden geweigerd, omwille van het feit dat de stedenbouwkundige voorschriften verbieden dat er zoiets wordt geplaatst. De gemeente kan op basis van art. 4.4.1 3 VCRO natuurlijk een verordening aannemen waarin wordt bepaald dat dergelijke voorschriften niet als strijdig worden beschouwd. Daardoor kunnen dergelijke zaken toch worden gerealiseerd, zelfs zonder vergunning voor zover aan alle voorwaarden daarvoor is voldaan. 11 De meldingsplichten kunnen nooit worden ingevoerd voor handelingen die gelegen zijn in een ruimtelijk kwetsbaar gebied 25 oktober 2010-20/46

Als de gemeente voornemens is om niet strenger te zijn dan de Vlaamse regelgever maar anderzijds algemene niet-strijdigheidsbepalingen op basis van art. 4.4.1 3 te ver vindt gaan, dan kan ze het best in de verkavelingsvergunning of RUP opnemen, dat voorschriften die strijdig zijn met het Vrijstellingenbesluit niet als strijdig worden beschouwd. In onze gemeente worden steeds meer buurtcafés omgebouwd naar dancings. Een wijziging binnen dezelfde hoofdfunctie is echter volgens het Vrijstellingenbesluit vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. Kunnen wij dit vergunningsplichtig stellen via een stedenbouwkundige verordening? Nee, dat gaat ons inziens niet (meer) omdat: - voor vrijgestelde handelingen op basis van art. 4.2.5 VCRO enkel een meldingsplicht kan worden ingevoerd. Soms wordt aangehaald dat het vergunningsplichtig maken kan gebeuren door gebruik te maken van de bepaling in hetzelfde artikel die bepaalt dat vergunningsplichtige handelingen kunnen worden aangevuld. Dit laatste dient echter gelezen te worden in de zin dat voor handelingen die via Vlaamse regelgeving al vergunningsplichtig zijn in een verordening meer nauwkeurig de voorwaarden kunnen worden uitgeschreven op basis waarvan een vergunning kan worden verleend. - In art. 2.3.1 VCRO is het toepassingsgebied van stedenbouwkundige verordeningen beschreven. Daarin is vermeld dat stedenbouwkundige verordeningen functiewijzigingen die in beginsel toegelaten zijn uitsluiten of aan dergelijke functiewijzigingen voorwaarden verbinden. Dit biedt ons inziens de mogelijkheid dat gemeenten voorwaarden kunnen uitschrijven waaronder functiewijzingen die vergunningsplichtig zijn kunnen worden toegelaten of juist niet kunnen worden toegelaten. Dat is nog iets anders dan vrijgestelde functiewijzigingen onderwerpen aan een vergunningsplicht. De VVSG is overigens vragende partij dat dit wél weer zou kunnen. Bepaalde functiewijzigingen binnen dezelfde hoofdcategorie hebben immers een behoorlijke ruimtelijke impact. Kunnen wij een vergunningsplicht invoeren voor het schilderen van een woning? Los van de vraag of zo n beslissing opportuun is, kunnen ons inziens handelingen die niet expliciet zijn vrijgesteld door het Vrijstellingenbesluit wél vergunningsplichtig worden gemaakt door de gemeente. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het schilderen van gevels Kunnen gevels nog zonder vergunning voor het eerst worden bepleisterd? Art. 3 5 van het huidige Vrijstellingenbesluit bepaalt dat aan gebouwen: c) het kaleien of pleisteren van gevels; d) het aanbrengen van steenstrips op een gevel; e) het aanbrengen van een waterwerende en isolerende afdekking op blinde zijgevels; 25 oktober 2010-21/46

f) het plaatsen van uitklapbare of uitrolbare zonneschermen aan ramen. Die zonneschermen mogen zich niet bevinden boven het openbaar domein; g) het plaatsen van voorzetrolluiken; h) het omvormen van een plat dak tot extensief groendak met lage begroeiing zoals een vetplanten-, mos-, gras- en/of kruidendak is vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunningsplicht (onder bepaalde voorwaarden). In het nieuwe Vrijstellingenbesluit is dit opgevangen door art. 2.1 2 (voor woningen) en art. 3.1 2 (voor andere gebouwen dan woningen) met de bepaling dat een stedenbouwkundige vergunning niet nodig is voor handelingen zonder stabiliteitswerken en zonder wijziging van het fysiek bouwvolume aan zijgevels, achtergevels en daken. Wij leiden daaruit af dat formeel het nieuw bepleisteren van een voorgevel niet meer is vrijgesteld en dus vergunningsplichtig is. Het bepleisteren als onderhoudswerk is wel vrijgesteld. Hoe verhoudt de gewestelijke verordening hemelwater zich ten opzichte van de stedenbouwkundige meldingen? De bepalingen in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten geven aan hoe de beoordeling moet gebeuren bij een stedenbouwkundige vergunningsplicht. Indien er geen stedenbouwkundige vergunningsplicht meer is, hoeft of kan ook geen rekening gehouden worden met de bepalingen die daarop betrekking hebben. In de praktijk zijn de bepalingen van de gewestelijke verordening dan ook niet van toepassing op vrijgestelde of meldingsplichtige handelingen. Oplossing zou zijn 1) hetzij een aanpassing van de gewestelijke verordening 2) het vergunningsplichtig maken van bepaalde handelingen 3) hetzij een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening, waarbij wordt bepaald dat voor het de oprichting, verbouw of herbouw van constructies de bepalingen van de gewestelijke verordening moeten worden nageleefd. Overigens zitten de meeste grenzen zoals die gebruikt worden in de stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten boven de grenzen van het Meldings- en Vrijstellingenbesluit. Alleen voor industriële en ambachtelijke bedrijven kunnen via de melding handelingen gebeuren die nu onder het toepassingsgebied van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening vallen. Wat met de adviesverlenende instanties? Bijvoorbeeld iemand is van plan tegen het woonhuis een bijgebouw op te richten die voldoet aan de voorwaarden voor een meldingsplichtige handeling. Maar de woning is gelegen langs een gewestweg. In principe moet dus advies gevraagd worden aan de Administratie Wegen en Verkeer. 25 oktober 2010-22/46

Er dient geen advies te worden aangevraagd. Zie p. 5 van het 'verslag': 'Volledigheidshalve dient te worden opgemerkt dat er bij zowel de vrijgestelde als de meldingsplichtige handelingen geen adviezen worden ingewonnen en er dus ook geen beoordeling wordt doorgevoerd op niveau van de individuele handeling.' Tegelijkertijd staat er: Het is zeer belangrijk dat de rechtonderhorige zich realiseert dat in de gevallen waar de stedenbouwkundige vergunningsplicht wegvalt, er nog een andere machtigings- of vergunningsplicht kan gelden. Hierbij wint de sectorregelgeving aan belang. Dit is bijvoorbeeld wel het geval voor 'oeverzones' waar een bouwverbod geldt volgens artikel 10, 1, 5 van het Decreet Integraal waterbeleid Moet er een watertoets worden uitgevoerd op een meldingsplichtige handeling? Nee, want er wordt geen beslissing gedaan door de overheid 12. In een ontwerp wijziging van het Watertoetsbesluit van 20 juli 2006 wordt expliciet bepaald dat de watertoets niet hoeft te gebeuren. Mag voor een meldingsplichtig een stedenbouwkundige vergunning worden aangevraagd? Nee. Een handeling is hetzij vrijgesteld, hetzij meldingsplichtig, hetzij vergunnigsplichtig, maar nooit een combinatie 13. Is het Vrijstelllingen- en het Meldingsbesluit ook van toepassing op zonevreemde woningen? 12 Wel stelt het verslag aan de Vlaamse regering: Het is niet zo dat verplichtingen opgelegd door sectorale regelgeving automatisch ophouden te bestaan omdat de stedenbouwkundige vergunningsplicht in een aantal gevallen wegvalt of vervangen wordt door de meldingsplicht. De rechtsonderhorige moet beseffen dat deze verplichtingen in de meeste gevallen verplicht blijven, en dus uitgevoerd moeten worden. Zo kan er onder meer gewezen worden op. het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003, in het bijzonder de watertoets. Ons inziens slaat dit eerder op art. 6 van het Decreet, waarbij de overheid diverse principes aan moet houden om wateroverlast te voorkomen. In die zin moet de overheid bij alle ingrepen die zij doet negatieve effecten op de waterhuishouding voorkomen. 13 Overigens betekent dit in bepaalde gevallen wel een beperking van de mogelijkheden. Immers, in bepaalde gevallen zijn de stedenbouwkundige voorschriften zodanig dat er geen vergunning kan worden afgeleverd. Op basis van art. 4.4.1 VCRO kan via een vergunningsaanvraag dan toch nog een afwijking worden verkregen. Vanaf 1 december is het dan eerst nodig dat een verordening wordt opgesteld (bv houten betimmering aan zijgevel van woning aanbrengen, is vrijgesteld, maar kan niet omwille van gemeentelijk voorschrift in BPA. Vroeger kon aanvrager afwijking vragen, nu moet de gemeente eerst een reglement hebben). 25 oktober 2010-23/46

Het Vrijstellingenbesluit is van toepassing. In art. 1.2 en art. 1.3 is geen sprake van strijdigheid met de voorschriften van provinciale of gewestelijke plannen, waaronder dus ook het gewestplan. Zwembaden of carports bij zonevreemde woningen kunnen dus worden gerealiseerd indien aan alle verdere voorwaarden is voldaan, zonder melding of vergunning (zie art. 2.1 8 en 11 en art. 1.2 en 1.3 van het Vrijstellllingenbesluit). Het Meldingsbesluit is niet van toepassing, omdat in art. 6 van het Meldingsbesluit expliciet staat dat de handelingen niet strijdig mogen zijn met de voorschriften van (oa) plannen van aanleg. De gewenste constructies kunnen daarom enkel worden vergund als gebruik kan worden gemaakt van de regeling zoals verwoord vanaf art. 4.4.10 van de VCRO. Is de meldingsplicht ook van toepassing op weekendverblijven? Ja en Nee, Een meldingsplicht volstaat voor weekendverblijven: - Wanneer het gaat om stabiliteitswerken aan het weekendverblijf, mits: o dit weekendverblijf hoofdzakelijk vergund of vergund geacht is o Er geen functiewijziging wordt doorgevoerd o Het aantal woongelegenheden ongewijzigd blijft o Het fysieke bouwvolume en de bouwoppervlakte blijft ongewijzigd (zie art. 2 en 3 Meldingsbesluit) - Wanneer het gaat om het oprichten van bijgebouwen aan het weekendverblijf is altijd een vergunning nodig. Een weekendverblijf is immers geen woning. - Deze bepaling geldt ons inziens echter niet indien de eigenaar aanspraak maakt op het woonrecht. In dat geval gaat het wél om een woning en volstaat in bepaalde gevallen een melding dan ook voor oprichten van bijgebouwen (zie art. 4 Meldingsbesluit). De melding geldt echter maar voor zover ook aan de andere voorwaarden is voldaan: de uitbreiding is maar mogelijk als het kan in het kader van de stedenbouwkundige voorschriften en voor zover het gaat om een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning. Geldt de meldingsplicht ook voor wijzigingen een monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht Werken betreffende niet als monument beschermde constructies binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is, worden gemeld aan het college van burgemeester en schepenen. Deze melding wordt in voorkomend geval geïntegreerd in de stedenbouwkundige melding, vermeld in artikelen 94 en 96, 1, eerste lid, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. De werken mogen worden aangevat vanaf de twintigste dag na de datum van de melding, behoudens indien het college van burgemeester en schepenen aan de aanmelder voordien een schrijven betekent waarin geoordeeld wordt dat de aangemelde werken van aard zijn om de wezenlijke eigenschappen van het beschermde geheel te verstoren. In dat geval kunnen de werken slechts worden aangevat nadat het agentschap zijn machtiging heeft 25 oktober 2010-24/46

verleend. De melding en het eventuele schrijven van het college van burgemeester en schepenen geschieden per beveiligde zending, te weten een aangetekend schrijven, een afgifte tegen ontvangstbewijs of enige andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld. Zie voor meer info art. 11 4 van het Decreet tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten. Mogen wij een retributie invoeren voor het ontvangen van meldingen? Het invoeren van een retributie raden we af. Een retributie is een billijke vergoeding, voor een geleverde dienst of prestatie, op verzoek en in het belang van de aanvrager. Er moet bovendien een redelijk verband zijn tussen de werkelijke kostprijs en de hoogte van de vergoeding. In dit geval is er echter geen verzoek van de belanghebbende en wordt er ook geen dienst door de gemeente geleverd. Sommige gemeenten overwegen een retributie van 30 euro. Een retributie is geen goed idee, eventueel is het invoeren van een belasting op het akte nemen van een verplichte melding is te overwegen. Er zou dan kunnen worden gewerkt met een kohierbelasting: iedereen wordt ingekohierd die een melding heeft gedaan. Anderzijds werkt het natuurlijk ontmoedigend dat een burger die de wet naleeft, gestraft wordt met een belasting. Een burger die dat niet doet, hoeft niets te betalen en wordt ook niet gesanctioneerd, tenzij er op basis van art. 119bis NGW een sanctie wordt ingevoerd. De belasting op het akte nemen is dan ook best lager dan die van de sanctie van art. 119bis. Wat bij niet melden van een meldingsplichtige handeling? Het melden van handelingen die eigenlijk stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn, is een stedenbouwkundige overtreding. Zaken die eigenlijk meldingsplichtig zijn maar niet worden gemeld, kunnen volgens art. 4.2.2 5 VCRO worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS). Wij raden aan terughoudend te zijn met het invoeren van een dergelijke sanctie, omdat we twijfels hebben of de gemeente wel een GAS hiervoor kan invoeren. GAS kunnen immers maar worden ingevoerd ter bestrijding van vormen van openbare overlast. Ons inziens is het daarbij geen geschikt instrument om mensen aan te zetten meldingsplichtige werken te melden. Het niet melden valt toch moeilijk te beschouwen als een vorm van openbare overlast. Het uitvoeren van meldingsplichtige handelingen die niet zijn gemeld kan ook moeilijk als openbare overlast worden beschouwd, juist omdat het kenmerk van meldingsplichtige handelingen is dat z omwille van het eenvoudige en gangbare karakter niet vergunningsplichtig hoeven te zijn. Wij hebben (nog) geen sanctie ingevoerd en kunnen het niet melden van meldingsplichtige handelingen dus niet sanctioneren. Zijn er toch nog andere mogelijkheden? 25 oktober 2010-25/46