Het verloop van juveniele boomkikkers na het uitzetten. door. W. Ceron, J. Heuvelmans, T. Wetjens

Vergelijkbare documenten
Analyse van de tellingen van in de Zuidelijke Maasduinen uitgezette juveniele boomkikkers 2010

Inventarisatie van de kleine ijsvogelvlinder

Broodje roofvis. 14 november 2018, Fabrice Ottburg Studiedag kreeften Bilthoven

De knoflookpad in de Meinweg

De vroedmeesterpad in Vlaanderen. 28 november 2018 Dries Desloover Agentschap voor Natur en Bos

Afgaande op het gedrag vermoeden we dat te maken hadden met hetzelfde mannetje als in 2011, maar omdat het niet geringd is, weten we dat niet zeker.

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

5.2 Waarnemingen. Figuur 9. Uitzetten van lieveheersbeestjes

Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

De grote modderkruiper uitgepeild. Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Natuurhistorisch Maandblad

Verslag van de april - avondtellingen in 2016 vergeleken met de gegevens uit eerdere jaren.

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Notitie zomertelling Ingekorven vleermuis Midden-Limburg 2016

Het belang van begeleiding

te vermenigvuldigen, waarbij N het aantal geslagen Nederlandse munten en B het aantal geslagen buitenlandse munten zijn. Het resultaat is de vector

Toxoplasmose bij de rode eekhoorn, een update

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Wijziging Gebruikelijkloonregeling

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart

Geitenhouderij en gezondheid duiding van het extra risico op longontsteking bij omwonenden van geitenhouderijen in Gelderland

Het monitoren van (meer)vleermuizen in de winter

Biowalking voor ouderen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus Wouter Suykerbuyk en Laura Govers

(VERVOLG) VLIEGENONDERZOEK

Herintroductie in de praktijk. Soorten gaan achteruit. Soorten gaan achteruit. Herintroductie. Herintroductie

Prooien eerste 10 dagen van de jongenperiode. Een vergelijking tussen 2009, 2008 en 2007

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Eindexamen vmbo gl/tl biologie I

Kanker door uitzending naar de Balkan?

Paleontologie, de studie van fossielen die gebruikt wordt om een beeld te krijgen over de geschiedenis van het leven op aarde.

Incidenteel schoonmaken en desinfecteren: Toelichting bij de proef met behulp van waterstofperoxide Toelichting schema

Bestrijding van potworm, Lyprauta met aaltjes

Ecologie van het Wild zwijn

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

1 Binaire plaatjes en Japanse puzzels

DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA

Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis

Digitale invoer Midwintertellingen

VERSLAG MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2014

Sterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale

Geringde Grauwe Ganzen in Limburg

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

RED DE AMFIBIEËN IN EN ROND DE KERKPOLDER IN DELFT

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Kievitonderzoek Landschap Noord-Holland 2016/2017

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)


4. Vind je dat de wasbeer in Nederland thuishoort? Wasbeer hoort van oorsprong niet in Nederland thuis. Waarschijnlijk is het een uitgezet dier.

Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties mei 2009: Veldbezoek ivm monitoring. Wouter Suykerbuyk, Laura Govers, Laura Glasbergen, 10 juni 2009

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

Steenuilenbescherming verslag Steenuilenwerkgroep Echt-Susteren Geco Visscher Fred van Geneijgen

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Maak van je tabel een database. Handleiding van Helpmij.nl

5 Relatie tussen het voorkomen van de bosmuis en de rosse woelmuis en de structuur en breedte van de verbinding

Aantal gevonden legsels in 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapporttitel. Tussenevaluatie bewonersonderzoek. Gemeente De Bilt. De Jonge Milieu Advies

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers

De grote grazers van de Oostvaardersplassen

Karper in Nederland; geliefd en verguisd

Cliëntervaringsonderzoek Chronische Zorg

MASTERCLASS. Effectiviteit van de handhaving in de kinderopvang. Bureau Bartels. 1 oktober beleidsadvies onderzoek

Voorbeeld adviesrapport MedValue

Antwoorden. 32-jarige vrouwen op 1 januari Zo gaan we jaar per jaar verder en vinden

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Evaluatie effectiviteit Terugkeerbeleid 99

(Ont)wormen? Schapenavond 2017

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, april 2009

Herintroductie bever,

Beoordeling. h2>klacht

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

BedrijfsGezondheidsIndex 2007

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen

Afstand veehouderij tot woningen, Alterra, september 2014

Inleiding. In deze rapportage staan de belangrijkste uitkomsten uit de landelijke BPV Monitor 2018.

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

Transcriptie:

IVN Maasduinen Het verloop van juveniele boomkikkers na het uitzetten door W. Ceron, J. Heuvelmans, T. Wetjens W.Sitsen J. Raaijmakers Inhoud 1: Inleiding 2: Doelstelling en beschrijving van de uitzetplek 3: Definities 4: Uitgezette juveniele boomkikkers 4.1: Uitzetgroep 2011 4.2: Uitzetgroep 2012 5: Verloop van het aantal juveniele boomkikkers na het uitzetten 5.1: Verloop 2011 5.2: Verloop 2012 6: Overzicht van het verloop in 2010, 2011, en 2012 7: Discussie 8: Conclusie 9: Aanbeveling

1.Inleiding In 2007 is er een onderzoek geweest naar de mogelijkheden om een levensvatbare boomkikker populatie te realiseren in de zuidelijke Maasduinen (ref. 1). Het Vreewatergebied en het Exterveld zijn destijds uitgekozen om als brongebied te fungeren. Vervolgens is dit gebied geoptimaliseerd o.a. door nieuwe voortplantingspoelen aan te leggen. In 2008, 2009 en 2010 heeft de herintroductie plaatsgevonden. Allereerst met larven maar later vooral met juveniele boomkikkers. Uitzetting met juveniele boomkikkers heeft als voordeel dat er op ziektes getest kan worden en dat de overleving groter is dan bij larven. Op een bepaalde bramenstrook (160 meter lang) langs de Vreewaterveldweg zijn in 2010 een groot aantal juveniele boomkikkers uitgezet (Ref 2). Gedurende een lange periode zijn die bijna dagelijks geteld. De uitkomst was een zeer hoge afname vlak na het uitzetten, gevolgd door een langdurige periode (minstens 5 weken), dat het aantal verder constant bleef. 2: Doelstelling en beschrijving van de uitzetplek Het doel van deze onderzoeken is een beter inzicht te krijgen in de oorzaak van de snelle en grote afname van het aantal juveniele boomkikkers direct na het uitzetten. Verbeterd inzicht in de oorzaak hiervan kan er toe leiden dat de uitzet resultaten verbeterd worden. Als onderzoeksgebied is een goed ontwikkelde bramenstrook bij poel O uitgezocht. Deze onderzoekstrook is een duidelijk van de omgeving afgescheiden strook van 29 meter lengte links van poel I. Door snoeiwerkzaamheden is deze strook tijdens het onderzoek tot 37 m verlengd. 3: Definities Wij onderscheiden interne en externe migratie. Interne migratie is migratie binnen de uitzetstrook. Deze wordt mogelijk veroorzaakt doordat de boomkikkertjes vaker in het gras op krekeltjes en insecten jagen. Daarna keren ze naar de dichtstbijzijnde plek in de strook terug, waar ze vervolgens dagenlang op nagenoeg dezelfde plek kunnen blijven zitten. Met externe migratie bedoelen we migratie naar omliggende, maar wel duidelijk van de uitzetstrook gescheiden, braamstroken. Een dergelijke migratie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een te laag voedsel aanbod in de uitzetstrook. D u : Uitzet dichtheid. Dit is het aantal juveniele boomkikkers per strekkende meter uitzetstrook (juv/m) bij het uitzetten. D c : Constante dichtheid. Dit is het aantal juveniele boomkikkers per strekkende meter (juv/m) tijdens de relatief lange periode dat het aantal constant blijft. Een laag getal geeft aan dat er relatief weinig boomkikkertjes in de strook zitten. Meestal is de uitzet dichtheid (D u ) een duidelijk hogere waarde dan de D c. 2

4: Uitgezette juveniele boomkikkers 4.1 Uitzetgroep 2011 In Nijmegen worden juveniele boomkikkers uit larven opgekweekt (Ref. 2). Deze worden voor het uitzetten op ziektes getest om besmetting van populaties te voorkomen. Wij hebben het restant van de kweek van 2011 gekregen. Dit waren niet de gezondste en fitste juv. van die hele kweek. Daarom is deze groep nog enige tijd in een beschutte omgeving verzorgd. De 10 grootste juv. zijn daarna op 19 augustus in het midden van de onderzoekstrook uitgezet. Het is dus een geselecteerde groep. Naast deze 10 gezonde juvenielen is ook een van de kleinste boomkikkertjes uitgezet. Deze is de dag erna nog een keer gezien en daarna nooit meer. Deze ene is verder in de getallen niet meegenomen. 4.2 Uitzetgroep 2012 Ook deze groep is afkomstig van een kweekgroep uit Nijmegen en ook weer op ziektes getest voor het uitzetten. De groep die wij gekregen hebben is weer een restant van de kweek van 2012. Van dit restant zijn 25 juv. onmiddellijk na ontvangst op 15/8 op de reeds genoemde onderzoekstrook uitgezet. Waar in 2011 er enige selectie is geweest (de meer gezondere dieren van de groep) is dit in 2012 niet gebeurd. Deze groep van 25 juv. bestaat dus uit een allegaartje van grotere en kleinere, gezonde en minder gezonde boomkikkertjes. Dit is dus een ongeselecteerde groep. 5: Het verloop van het aantal juvenielen na het uitzetten 5.1 Verloop 2011 Er zijn 10 juvenielen op 19/8 in de onderzoekstrook uitgezet. Deze strook is een duidelijk van de omgeving gescheiden bramenstrook links van poel I. Deze 10 boomkikkertjes vormen een op grootte geselecteerde groep en zijn waarschijnlijk de meest gezonde en fitste kikkertjes. Vanaf de uitzetdatum is bijna dagelijks in de proefstrook het aantal juvenielen geteld. In 2011 is er geen voorplanting geweest in de nabijgelegen poel O zodat alle juv. die gezien zijn ook van de uitzetgroep afkomstig zijn. De dag na het uitzetten op 19/8 werden 9 juv. (van de 10) geteld. Dit aantal bleef tot en met 24/9 nagenoeg constant (8 à 9 stuks) met een maximaal aantal van 10 op 5/9. Na 24/9 neemt het aantal langzaam af. Zie Appendix 1. 5.2 Verloop 2012 In 2012 zijn er op 15/8 op de onderzoekstrook 25 juveniele boomkikkers uitgezet. Deze groep is ongeselecteerd, dus groot en klein, gezond en zwak door elkaar. Hiermee lijkt deze groep qua samenstelling op de groep die in 2010 is uitgezet. (Inleiding, ref 2). Vanaf de uitzetdag is er bijna dagelijks geteld. Er is in 2012 voorplanting geweest in de nabijgelegen poel O. Deze eigen kweek juvenielen (ca 5 stuks) waren, mogelijk door uitstekende omstandigheden tijdens hun ontwikkeling, veel groter dan de uitgezette exemplaren. Zodoende konden deze 2 groepen duidelijk van elkaar gescheiden en elk apart geteld worden. 3

De dag na het uitzetten werden er 5 juv. geteld en de 2 e dag na het uitzetten 10 (van de 25). Dit aantal bleef tot en met 30/9 nagenoeg constant (9 à 10 stuks) met een maximaal aantal van 11 stuks op 20/8 en 28/8. Na 30/9 neemt het aantal langzaam af. Zie voor de resultaten Appendix 1. Samen met de eigen kweek hebben er dus maximaal 16 juv. (11 + 5) gezeten. De strook is in de loop van het seizoen door snoeimaatregelen ook verlengd tot 37 m. Dit stukje strook werd door interne migratie snel bezet door zeker 2 juvenielen. 6: Overzicht van het verloop in 2010, 2011 en 2012 In tabel 1 zijn de resultaten van 2011 en 2012 compact bij elkaar gezet. Weergegeven zijn de uitzetdatums en het aantal uitgezette juveniele boomkikkertjes. Ook is het aantal juv. vermeld dat vanaf het uitzetten gedurende minstens 5 weken constant aanwezig is en gezien wordt. Deze worden niet iedere dag gezien maar wel regelmatig op de optimalere teldagen. (zie Appendix 1). Ook het maximaal aantal juv. in de periode van minstens 5 weken na het uitzetten is weergegeven. In de laatste 2 kolommen van tabel 1 is het percentage verdwenen juv. en de constante juv. dichtheid D c (juv/m) weergegeven. In tabel 1 zijn ook de resultaten van de uitzetting van 2010 opgenomen. (Ref 3). Dit is immers de aanleiding tot de onderzoeken van 2011 en 2012 geweest. Tabel 1: Het verloop van het aantal juvenielen na het uitzetten 4) Uitzetdatum Uitzet aantal Constant aanwezige aantal 1) aantal 2) juv 3) [%] [juv/m] Maximaal Verdwenen D c juvenielen 19/7 2010 190 50-55 58 70 % 0,36 19/8 2011 10 8-9 10 0 % 0,34 15/8 2012 25 9-10 11 56 % 0,38 1) Dit is het aantal juv. die gedurende minimaal 5 weken na het uitzetten of vanaf het begin van de tellingen nog regelmatig (op de optimalere dagen) gezien wordt. 2) Dit is het maximale aantal juv. dat gedurende die 5 weken van de constante periode, een of meerdere malen gezien wordt. 3) Dit is het percentage juv. dat vrij snel (2010) of zelfs direct na het uitzetten (2011-2012) niet meer gezien wordt. Ook niet in de verdere omgeving van de uitzetplek. Opvallend is dat bij de geselecteerde groep geen uitval is (0%) terwijl bij beide ongeselecteerde groepen resp. 56% en 70 % uitval is. 4) D c : Dit is de gemiddelde dichtheid boomkikkertjes per strekkende meter braam (juv./m) tijdens de periode dat het aantal constant blijft. Een hoge waarde betekent relatief veel juv. terwijl een lage waarde aangeeft dat er relatief weinig juv. op een bepaalde strook aanwezig zijn. 7: Discussie Van drie uitzettingen van juveniele boomkikkers in het Vreewater is het verloop van het aantal juv. gevolgd. In 2 van de 3 uitzettingen is een zeer hoge afname van het aantal van resp. 70% (2010) en 56% (2012) geconstateerd. Van 2010 is niet bekend hoe snel deze afname is gegaan maar wel vrij snel (binnen 18 dagen) na het uitzetten. In 2012 was die grote afname binnen 2 dagen. 4

In beide jaren betrof het een ongeselecteerde groep uit larven opgekweekte juvenielen. Bij een op grootte en fitheid geselecteerde groep (2011) was de afname 0%. Bij de uitzettingen van 2010 en 2012 bleef het aantal boomkikkertjes, na de eerste snelle en grote afname, daarna gedurende minstens 5 weken constant en bij die van 2011 bleef het aantal al vanaf de uitzetting constant. Mogelijke redenen voor de zeer hoge en snelle afname van het aantal juvenielen (tabel 1) kunnen zijn: Predatie, migratie en sterfte. Predatie. Dit lijkt zeer onwaarschijnlijk omdat bij alle 3 groepen, geselecteerd en ongeselecteerd, de aantallen na de eerste directe hoge en snelle afname gedurende minimaal 5 weken constant blijven (zie tabel 1) en er dus geen predatie is. Migratie. Voor alle duidelijkheid, we hebben het over de externe migratie naar andere braamstroken dan de uitzetstrook. Binnen een strook vindt altijd wel migratie plaats, de interne migratie. Dit is het verspreiden van de juvenielen over de hele braamstrook. De externe migratie is net als predatie ook minder waarschijnlijk. Bij alle 3 onderzoeken zijn er in de omliggende braamstroken geen/nauwelijks juv. gesignaleerd. Zeker in 2010 waar het een groot aantal boomkikkertjes betreft (tabel 1) zouden er gemigreerde juv. gezien moeten zijn. Het bovengenoemde argument is echter onvoldoende om migratie uit te sluiten. Migratie vindt vooral plaats als er voedseltekort is. De uitzet dichtheid (D u ) in 2010 was 190 juv/160 m is 1,19. De constante dichtheid D c in 2010 (dus na de snelle afname) is 0,36 (tabel 1). Dit is blijkbaar een dichtheid waarbij er voldoende voedsel aanwezig is. In 2011 is de uitzet dichtheid D u gelijk aan D c en is 0,34. Dit is bijna gelijk aan de D c in 2010 en dus is er (vermoedelijk) geen externe migratie nodig. In 2012 zijn er 25 juv uitgezet. Dit is een uitzetdichtheid van 25 juv/29 m is 0,86. Inclusief de 5 eigen kweek juvenielen bedraagt de juv. dichtheid dan 1,03. Dit is een hoge dichtheid en bijna gelijk aan de uitzet dichtheid (D u ) van 2010. Mogelijk is deze dichtheid zo hoog dat er een weer snelle migratie plaats vindt tot de dichtheid weer laag genoeg is. Na de snelle afname is de D c = 0,38, dus weer laag en gelijk aan 2010 en 2011 (tabel 1). Als we de 5 eigen kweek juvenielen meenemen en de uitbreiding van de proefstrook dan is de D c in 2012 is 0,43 en weer veel lager dan de uitzetdichtheid D u. Helaas kunnen we (nog) niet uitsluiten dat externe migratie de oorzaak is van de snelle en zeer hoge afname van het aantal uitgezette juvenielen. Sterfte. De meest waarschijnlijke oorzaak van de snelle en grote afname is sterfte. Immers bij beide ongeselecteerde groepen is er een hele snelle en zeer hoge afname. In 2012 was de afname 56% binnen 2 dagen terwijl in 2011 met een geselecteerde groep geen (0%) afname is in dezelfde onderzoekstrook als in 2012 (tabel 1 en appendix 1). Een kleine aanwijzing voor sterfte is die ene kleine boomkikker die in 2011 samen met de 10 gezonde en grotere juv. uitgezet is, en die na de eerste dag nooit meer gezien is. Sterfte is ook daarom aannemelijk omdat de uitgezette juv. weliswaar zo natuurlijk mogelijk opgekweekt worden maar waar de invloed van sterk wisselend weer iets minder is dan in het wild, en waar een constante aanvoer van goed voedsel geregeld is. Er wordt ook heel weinig uitval geconstateerd tijdens het opkweken van de larven en juvenielen (ref 2) hetgeen duidt op ideale kweek- omstandigheden. 5

Ook hoeven de boomkikkertjes niet veel moeite te doen om dit voedsel te verkrijgen. Immers de krekels en fruitvliegjes en de juveniele boomkikkers zitten bij elkaar in containers (ref. 2). Het is dus een grote overgang naar in het wild waar de weersomstandigheden een grote rol spelen en het voedsel zelf gevangen dient te worden. De mindere juv. lopen waarschijnlijk een grote kans dit niet te overleven. Het aantal reeds aanwezige adulte en subadulte boomkikkers is zo laag dat de boomkikker dichtheden er niet wezenlijk door beïnvloed worden. In deze beschouwing hebben we het uitsluitend over juveniele dichtheden. Het is dus (nog) niet helemaal zeker of de snelle en zeer grote afname na het uitzetten, door externe migratie of sterfte veroorzaakt wordt. Vandaar dat we voorstellen om nog een keer een proef te doen met een grotere groep geselecteerde juvenielen. De uitzet dichtheid D u moet dan wel samen met de eigen kweek juv. voldoende hoog zijn. Dus groter of minimaal gelijk aan 1. 8: Conclusie Het is nog niet mogelijk om een eenduidig antwoord te geven op de oorzaak van de zeer grote en snelle afname van het aantal uitgezette juveniele boomkikkers. Ook na de twee beschreven onderzoeken (2011-2012) kunnen we geen definitief uitsluitsel geven of dit door externe migratie of sterfte veroorzaakt wordt. 9: Aanbeveling Om een duidelijker beeld te krijgen wat de zeer grote afname van het aantal juvenielen direct na het uitzetten veroorzaakt, stellen we voor om nog een keer een proef te doen met een voldoende groot aantal geselecteerde boomkikkertjes. De proefstrook is na snoeiwerk 37 m lang. Bij voldoende hoge uitzetdichtheid (1of hoger) komt dit uit op 30-35 juveniele boomkikkers. Er moet dan ook vanaf dag 1 extra aandacht besteed worden aan de achterkant van de proefstrook en de omliggende braamstroken. Referenties. 1) Ben Crombaghs, Gijs Kurstjens 2007. De terugkeer van de boomkikker in de zuidelijke Maasduinen. 2) B. Crombaghs & G. Kurstjens 2010. De terugkeer van de boomkikker in de zuidelijke Maasduinen. 3) J. Heuvelmans IVN Maasduinen/Projecten/Boomkikker/Inventarisatie 2010/ Rapport: Analyse van de tellingen van in de zuidelijke Maasduinen uitgezette juveniele boomkikkers 2010. 6

Appendix 1:Verloop van de uitgezette juveniele boomkikkers in 2011 en 2012 2011 2011 2012 2012 Datum Aantal Datum Aantal 19/8 Uitzetdag 10 geselecteerde boomkikkers 10 15/8 Uitzetdag 25 ongeselecteerde boomkikkers 25 16/8 6 17/8 10 18/8 8 19/8 7 20/8 9 20/8 11 21/8 10 22/8 5 22/8 9 23/8 1 23/8 6 24/8 5 24/8 10 25/8 9 25/8 10 27/8 5 27/8 9 28/8 11 29/8 9 30/8 9 31/8 8 1/9 10 2/9 9 3/9 7 4/9 5 5/9 10 5/9 8 7/9 7 8/9 3 9/9 6 10/9 9 11/9 5 12/9 8 13/9 9 13/9 5 14/9 8 15/9 9 15/9 10 16/9 8 16/9 8 18/9 8 18/9 8 19/9 10 20/9 7 20/9 10 21/9 9 22/9 8 22/9 10 23/9 8 24/9 8 24/9 8 25/9 5 25/9 10 26/9 5 26/9 9 27/9 6 27/9 8 28/9 4 28/9 7 29/9 0 29/9 9 30/9 0 30/9 10 1/10 8 2/10 3 3/10 1 3/10 6 4/10 2 7/10 4 8/10 4 8/10 5 9/10 4 9/10 5 10/10 3 10/10 3 11/10 2 7