Evaluatie groenbeleidsplan Ruimte voor groen 2009 Toepassing In 2009 is het groenbeleidsplan Ruimte voor groen vastgesteld. Vanaf 2009 worden alle ontwikkelingen op het gebied van herinrichting openbare ruimte getoetst aan het groenbeleidsplan 2009. Doelstelling Het doel van het groenbeleidsplan 2009 is om richting te geven aan de ontwikkeling en beheer van het openbaar groen tot en met 2024. Het is een uitwerking van de Structuurvisie Velsen 2015 en daarmee een uitwerking van het groenbeleid van hogere overheden en hogere gemeentelijke beleidsplannen. Sportvelden en speelbeleid zijn buiten beschouwing gelaten. Daarbij wordt een verbetering van het functioneren van groenvoorzieningen als recreatievoorziening, leef- en migratiegebied voor flora en fauna nagestreefd. Visie 2009 In het groenbeleidsplan 2009 is o.a. de zorg uitgesproken over de toenemende (gebruiks-)druk op de niet bebouwde ruimte. Door de toename van de bevolking en mobiliteit en de economische ontwikkelingen wordt er snel een claim gelegd op nog niet bebouwde ruimtes. Hierdoor ontstaat het gevaar dat veel open ruimte dichtslibt met woningen, bedrijven of infrastructuur. De charme van Velsen is juist dat in grote delen van de gemeente nu nog relatief veel groen en open ruimte aanwezig is. Door de inwoners van Velsen wordt dit ervaren als een belangrijke positieve bijdrage aan de leefomgeving en klimaat. In het groenbeleidsplan wordt ingezet op het verbeteren van de zwakke kanten van de groenstructuur van Velsen, het in stand houden van de sterke kanten en het benutten van kansen. Bij het opstellen van het beleidsstuk is gezocht naar een gezonde manier om tegenwicht te bieden aan eerder genoemde ruimte-vragende ontwikkelingen. 1
In de praktijk Het groenbeleidsplan 2009 is nu een aantal jaren vigerend beleid. Vrijwel alle recent voorgestelde ruimtelijke ontwikkelingen zijn inmiddels getoetst aan dit beleidsplan. Gebleken is dat met dit plan gedeeltelijk sturing kan worden gegeven aan ruimtelijke ontwikkelingen. Bij ontwikkelingen worden de groenclassificatiekaarten als toetsingskader gebruikt. Groenclassificatiekaarten: 1. Particuliere verzoeken tot koop openbaar groen Bij toetsen van particuliere verzoeken tot aankopen openbaar groen, veelal naast de woning gelegen, hebben de groenclassificatiekaarten hun nut bewezen. Duidelijk is direct of het gevraagde groen snippergroen of te behouden groen betreft. En dus wel of niet voor verkoop in aanmerking komt. 2. Ontwikkelingen openbare ruimte Op het gebied van ontwikkelingen in de openbare ruimte zouden er verbeteringen in dit toetsingskader aangebracht kunnen worden. Zie opmerkingen hieronder. Bestemmingsplan In het bestemmingsplan hebben de groenclassificatiekaarten nog onvoldoende status. De bestemmingsplannen zijn heel globaal, de groenclassificatiekaarten erg gedetailleerd. We moeten onderzoeken hoe we de kwantitatieve en kwalitatieve staat van het groenareaal beter bescherming kunnen bieden. Bouwplannen en herinrichtingen In het groenbeleidsplan zijn de groenarealen ondergebracht in vier classificatie-typen, te weten; a. te behouden groen b. te behouden groen met compensatieregel c. niet te behouden groen d. te behouden groen met compensatieregel m.u.v. toekomstig bouwterrein volgens structuurvisie Bij toetsing van ruimtelijke ontwikkelingen lopen we nu tegen een aantal praktische bezwaren aan: Ontbreken ondergrens bij type b Binnen het stedelijk gebied vallen de meeste groenarealen onder te behouden groen met compensatieregel. In het groenbeleidsplan is uiteindelijk door de gemeenteraad besloten geen ondergrens qua oppervlakte aan te geven. In een aantal gevallen bleek een ruimtelijke ontwikkeling een minimale vermindering van het groenareaal in te houden. Vooral bij de herinrichting van wegen komt dit voor. In de praktijk kan het gebeuren dat er bijvoorbeeld een oversteekplaats iets verbreed moet worden en dat in de middenberm daardoor 2 m 2 minder gras komt. Soortgelijke situaties kunnen 2
voorkomen bij bocht- of kruispuntaanpassingen. Conform de tekst van het groenbeleidsplan moet, in het geval van classificatie te behouden groen met compensatieregel, een dergelijke ingreep ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd. In dergelijke gevallen wordt dit ervaren als nodeloos belasten van de (agenda van de) raad en het personeel en veroorzaakt een ongewenste vertraging van het project. In veel gevallen is er in de directe omgeving geen of niet voldoende ruimte om het groen te compenseren. In een aantal gevallen is op basis hiervan negatief geadviseerd ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling. Voor dit soort ontwikkelingen moeten we op zoek naar beter werkbare mogelijkheden. Te meer omdat bijvoorbeeld bij wegversmallingen het areaal groen wordt uitgebreid. 3
Uitvoeringsplannen in de tijd gezet In het groenbeleidsplan 2009 zijn beleidsvoorstellen gedaan om de visie uit het plan concreet te maken. Er is een vinklijstje opgesteld met plannen die opgesteld moesten worden, geactualiseerd of die een nadere uitwerking nodig hadden. Door toepassing van ons digitale beheerssysteem is niet voor alle actiepunten een apart plan geschreven maar er is zoveel mogelijk opgenomen in dit systeem en er is aangehaakt bij ontwikkelingen. De meeste van de genoemde plannen zijn uitgevoerd of in gang gezet. Hieronder volgt een overzicht van de plannen en wat de voortgang is. 1. Jaarlijks opstellen c.q. actueel houden van een lijst voor het renoveren van plantsoenen Elk jaar wordt, op basis van de fysieke kwaliteit, een lijst met te renoveren plantsoenen gemaakt. Het werk wordt uitgezet via aanbesteding. De aannemer die de plantsoenen aanplant is 2 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud. Daarna wordt het onderhoud aan onze wijkploegen overgedragen. Op deze manier houden wij onze plantsoenen in goede staat. 2. Opstarten procedure voor het aanvragen van de Monumentenstatus voor landgoed Hoogergeest en het Burgemeester Rijkenspark. De procedure wordt in 2017 opgestart. 3. Plan van aanpak opstellen voor het verankeren van de ecologische structuur in bestemmingsplannen Door het aanwijzen van de Natura 2000 gebieden door de provincie is een belangrijke stap gezet in het verankeren van de ecologische structuur in de bestemmingsplannen. De Natura2000 gebieden hebben verplicht de bestemming natuur. 4. Opstellen uitwerkingsplan(nen) voor de ecologische structuur zoals aangegeven op de ecologische structuurkaart. Hiervoor is per locatie een verdere uitwerking noodzakelijk. Een en ander is afhankelijk van stedenbouwkundige ontwikkelingen uit de structuurvisie en hangt nauw samen met de uitwerkingen op dit gebied in het Landschapsbeleidsplan. Bij de diverse ontwikkelingen in de openbare ruimte wordt dit punt op basis van het groenbeleidsplan en landschapsbeleidsplan meegenomen. Voorbeelden zijn de ontwikkelingen in het Wijkeroogpark en Wijkeroogplantsoen: aanpassing beek (groen- en waterplan); natuurvriendelijke oevers van de Schipbroekerbeek; natuurvriendelijke oevers en uitdunnen van de bomen aan de oevers van een gedeelte van de Bosbeek; twee paddenpoelen aangelegd in de Biezen, een derde poel wordt in 2017 gerealiseerd. In de nieuwe beheerplannen buitenplaatsen worden diverse maatregelen opgenomen. 4
5. Het operationeel maken van het geautomatiseerde beheersysteem waarin de kwaliteitszonering en de actuele beheerplannen zijn opgenomen. Het beheersysteem is al een aantal jaren operationeel. Alle groentypen zijn gemeentebreed opgenomen in dit systeem. We hebben niet voor elke wijk apart beheerplannen gemaakt. Het groen wordt gemeentebreed onderhouden op vastgestelde beeldkwaliteitsniveaus. Wij volgen de landelijke beeldsystematiek voor het beheer van de openbare ruimte van het CROW. De kwaliteitsniveaus: a: representatief groen; b: stedelijk groen; c: natuurlijk groen. De beeldkwaliteit wordt voortdurend gemeten volgens beeldmeetlatten uit de kwaliteitscatalogus openbare ruimte. De monitorresultaten worden vastgelegd. Zo houden we een goed overzicht van het onderhoud. Ook aannemers die voor ons werken zijn op deze manier goed te sturen. Voorbeelden van beheer op beeldkwaliteitsniveau: Maaien: Per wijk zijn maaikaarten gemaakt waarop aangegeven de diverse maaitypes; ecologisch, ruw gras, gazon e.d. Het maaibeeld is door de hele gemeente gelijk. Op basis van deze kaarten is het maaien uitbesteed. Boominspecties: Gemeentebreed zijn de gemeentelijke bomen in kaart gebracht. Er is een inspecteur aangesteld. Uit de inspecties volgen maatregelen die in schema uit worden gezet. 6. Het opstellen van wijkbeheerplannen voor elke wijk met bijbehorend communicatieplan Zie punt 5. 7. Het opstellen van een uitvoeringsplan voor het tot stand brengen van een zonering in beheer zoals aangegeven op de kwaliteitszone kaart en uitgewerkt in de wijkbeheerplannen en hierin de ecologische uitgangspunten voor het beheer verder uitwerken en meenemen. Zie punt 5. In het kader van de flora- en faunawet hebben we in 2012 een gedragscode beheer en onderhoud opgesteld en werken we volgens die gedragscode. In samenwerking met de ODIJ wordt de gedragscode in 2017 geactualiseerd en bovendien uitgebreid met een hoofdstuk ruimtelijke ordening. 8. Het herzien c.q. actualiseren van beheerplannen voor alle buitenplaatsen, het duingebied, het Wijkeroogplantsoen, Najade en het Burgemeester Rijkenspark waarin aanbevelingen vanuit het Landschapsbeleidsplan worden verwerkt. Er is een beheerplan gemaakt voor de buitenplaatsen. Het betreft Velserbeek, Schoonenberg, Hoogergeest, Kennemergaarde, Spaarnberg en het Burgemeester Rijkenspark. De diverse beheermaatregelen en richtlijnen voor (her)inrichting zijn in tijdlijn uitgezet. 5
De buitenplaatsen zijn belangrijke stapstenen in de ecologische en landschappelijke verbindingen tussen de duinen en Spaarnwoude. De actualisatie van de beheerplannen en herstel van de buitenplaatsen is ook in het landschapsbeleidsplan opgenomen. Voorstellen uit het landschapsbeleidsplan worden waar mogelijk in de beheerplannen opgenomen. Daarmee is ook een project(c2) uit het uitvoeringsplan landschapsbeleidsplan voor een groot deel gerealiseerd. Het duingebied maakt onderdeel uit van het Beheerplan N2000 - Kennemerland-Zuid. Dat beheerplan is net door provincie vastgesteld. Voor ons duingebied gaan wij mee met het uitvoeren van herstelmaatregelen in het kader van de PAS (Programma Aanpak Stikstof) Wij zullen een apart beheerplan opstellen voor ons duingebied waarin PAS maatregelen opgenomen zijn. Het opstellen van beheerplannen voor Natura2000gebieden is ook een maatregel uit het landschapsbeleidsplan (N2) Voor Najade en Wijkeroogpark is nog geen actualisatie gemaakt. 9. Het opstellen van beheerplannen voor de gemeentelijke begraafplaatsen. In 2017 worden beheerplannen opgesteld voor de 3 gemeentelijke begraafplaatsen. 10. Bomenplan 2003 herzien. In 2013 is het bomenplan geëvalueerd en geactualiseerd. Het laanbomen bestand is sinds 2003 sterk verbeterd. Er is een monumentale bomenlijst opgesteld. 6
Conclusie De meeste plannen genoemd in het groenbeleidsplan zijn gereed of in gang gezet. Gelet op dat het groenbeleidsplan een geldigheidsduur heeft tot 2024 is dat een goede prestatie. Tussen de vaststelling van het groenbeleidsplan en nu zijn er stukjes snippergroen verkocht. Er zijn wijzigingen voortgekomen uit de diverse herinrichtingsprojecten en nieuwbouwprojecten. Dit maakt dat de groenclassificatiekaarten moeten worden aangepast. Het systeem van groenclassificatiekaarten kan verbeterd worden. Bij het opstellen van het nieuwe groenbeleidsplan is het van belang de classificatiekaarten nog eens goed te beoordelen op de noodzaak van behoud en compensatie. Voor het verbeteren van het compensatiebeginsel is het goed een procedure en uitwerking af te spreken en vast te leggen. Er moet onderzocht en vastgelegd worden hoe groenclassificatiekaarten en bestemmingsplannen zicht tot elkaar verhouden. Voor Landgoed Hoogergeest en het Burgemeester Rijkenspark moet nog een monumentenstatus worden aangevraagd. Voor de 3 gemeentelijke begraafplaatsen moet nog een beheerplan worden opgesteld. Dat geldt ook voor duingebied, Najade en Wijkeroogpark. Vervolg In 2017 wordt aan de hand van de evaluatie, nieuwe ontwikkelingen en de nieuwe structuurvisie het groenbeleidsplan geactualiseerd. Er is een wens om het groenbeleidsplan en het landschapsbeleidsplan samen te voegen. Bij de actualisatie groenbeleidsplan zal worden gekeken op welke wijze dit kan. Mogelijk kan ook het bomenplan geïntegreerd worden in het groenbeleidsplan. De groenclassificatiekaarten worden geactualiseerd. De afstemming bestemmingsplan en groenclassificatie wordt geregeld. Een aandachtspunt is de ontwikkeling op het gebied van overheidsparticipatie: hoe kunnen we burgers en bedrijven betrekken bij het opstellen van het plan. En verder in het plan zal aandacht besteed worden aan nieuwe ontwikkelingen zoals: burgerparticipatie, klimaatadaptatie, onkruidbeheersing, enz. Het is raadzaam om in een nieuw beleidsplan hierover dingen vast te leggen. Een nieuw groenbeleidsplan zal naar verwachting in 2017 kunnen worden vastgesteld. 7