Suprane Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 1/11

Vergelijkbare documenten
Suprane Deel IB1 2/11

Baxter B.V. Suprane Deel IB1 1/7 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Suprane. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Suprane Bijsluiter 1/7 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Suprane, vloeistof voor inhalatiedamp desfluraan

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Suprane 100%, vloeistof voor inhalatiedamp Bijsluiter 1/7. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

Suprane Deel IB1 1/11

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

Samenvatting van de Productkenmerken

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Samenvatting van de Productkenmerken

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

27 Mai (5) VSM Belgium bvba Rodizen, SPC-NL SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SEDISTRESS SLEEP 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Vloeibare paraffine 78,230 g per 100 g gel voor oraal gebruik.

Samenvatting van de Productkenmerken

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon

Summary of the Product Characteristics

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk:

CERULYX 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Baxter S.A. Water voor Injecties (Viaflo) Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

LUUF VERKOUDHEIDSBALSEM (voor kinderen) Zalf voor inhalatiedamp

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Samenvatting van de productkenmerken

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank.

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

A.Vogel Prostaforce capsules, zacht Bosstraat 54 bus 7 B-3560 Lummen Versie: Nationale indiening BE_ Pagina 1 van 5

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

GLYCERINE Suppo's Kela

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LACTULOSE KELA 500ML FLES

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

CHLORAMINE PURA 250 mg, tabletten. Elke tablet bevat 250 mg chloramine. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1.3. PRODUCT INFORMATION

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Een gevarieerde en evenwichtige voeding is noodzakelijk om hypovitaminosen te vermijden.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Gaviscon Extra Sterk liquid sticks pepermunt, suspensie voor oraal gebruik

Summary of Product Characteristics

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953).

Bijlage : relevante rubrieken van de bijsluiter die werden herwerkt (de veranderingen in de tekst zijn onderlijnd)

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

1 g gel bevat 3 mg carbomeer. Hulpstof(fen) met bekend effect: 1 g gel bevat 0,05 mg benzalkoniumchloride.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

1 ml oogdruppels, oplossing bevat 4 mg oxybuprocaïne hydrochloride (0,4%) overeenkomend met 3,6 mg oxybuprocaïne.

BETAMINE 474,5 mg dragees

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Samenvatting van de Productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Pagina 1 van 5

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

Transcriptie:

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 1/11 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 100 %, vloeistof voor inhalatiedamp. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Desfluraan 100 % v/v. is een onontvlambaar inhalatieanestheticum. Het bevat desfluraan in de vorm van een puur werkzaam bestanddeel. 3. FARMACEUTISCHE VORM Vloeistof voor inhalatiedamp. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties Desfluraan is aangewezen voor inductie en onderhoud van algehele anesthesie bij volwassenen. Het is ook geïndiceerd voor onderhoud van algehele anesthesie bij zuigelingen en kinderen. mag uitsluitend worden gebruikt voor tandheelkundige ingrepen tijdens klinische of poliklinische chirurgie (zie rubriek 4.3). 4.2. Dosering en wijze van toediening Verdamper Desfluraan wordt toegediend via inhalatie. Desfluraan moet worden toegediend met een speciaal voor het gebruik van desfluraan ontworpen verdamper. Individualisering De toediening van algehele anesthesie moet worden aangepast naargelang de respons van de patiënt. Effecten op een concomitante therapie Opiaten en benzodiazepinen verlagen de hoeveelheid desfluraan die nodig is om anesthesie in te leiden. Desfluraan verlaagt de vereiste dosissen neuromusculaire blokkers (zie tabel 2). Indien ook een relaxerend effect wordt nagestreefd, kunnen extra dosissen spierrelaxantia worden gebruikt (zie rubriek 4.5). Premedicatie De keuze van premedicatie wordt bepaald door de individuele behoeften van de patiënt. Studies bij pediatrische patiënten hebben geen effecten van premedicatie aangetoond op reacties van de luchtwegen tijdens de inductie van de anesthesie. Dosering De MAC (minimale alveolaire concentratie) wordt bepaald door de leeftijd, zoals afgebeeld in onderstaande tabel 1. Tabel 1 - MAC van desfluraan naargelang de leeftijd van de patiënt en het geïnhaleerde mengsel (gemiddelde ± standaardafwijking)

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 2/11 Leeftijd N* 100% zuurstof N* 60% lachgas/ 40% zuurstof 2 weken 6 9,2% ± 0,0 - - 10 weken 5 9,4% ± 0,4 - - 9 maanden 4 10,0% ± 0,7 5 7,5% ± 0,8 2 jaar 3 9,1% ± 0,6 - - 3 jaar - - 5 6,4% ± 0,4 4 jaar 4 8,6% ± 0,6 - - 7 jaar 5 8,1% ± 0,6 - - 25 jaar 4 7,3% ± 0,0 4 4,0% ± 0,3 45 jaar 4 6,0% ± 0,3 6 2,8% ± 0,6 70 jaar 6 5,2% ± 0,6 6 1,7% *N = aantal gekruiste paren (met behulp van een up- en downmethode van de kwantitatieve respons) Inductie van anesthesie bij volwassenen Bij volwassenen is een aanvangsconcentratie van 3% aanbevolen die om de 2 tot 3 inhalaties met 0,5-1,0% wordt verhoogd. Geïnhaleerde concentraties van 4 tot 11% desfluraan veroorzaken een chirurgische anesthesie binnen 2 tot 4 minuten. Er kunnen echter concentraties tot 15% worden gebruikt. Dergelijke concentraties desfluraan verminderen verhoudingsgewijs de zuurstofconcentratie. Van bij het begin is de toediening van 30% zuurstof of meer aanbevolen. Tijdens de inductie bij volwassenen, bedroeg de algemene incidentie van onverzadigde oxyhemoglobine (SpO 2 < 90 %) 6%. Hogere concentraties desfluraan kunnen bijwerkingen veroorzaken ter hoogte van de bovenste luchtwegen (zie rubriek 4.8). Na inductie bij volwassenen door middel van intraveneuze injectie van een geneesmiddel zoals thiopental of propofol, is het mogelijk om te starten met de toediening van een MAC van ongeveer 0,5-1 desfluraan, ongeacht of het gas O 2 of N 2 O/O 2 is. Bij patiënten met een bekende of vermoedelijk verhoogde druk van de cerebrospinale vloeistof, moet een MAC van 0,8 desfluraan of lager worden toegediend, in combinatie met een inductie met een barbituraat en hyperventilatie (hypocapnie) vóór een cerebrale decompressie. Bijzondere aandacht is vereist om de cerebrale perfusiedruk te behouden (zie rubriek 4.4). Het nodige materiaal voor zuurstoftoediening en reanimatie moet onmiddellijk voorhanden zijn. Tijdens de inductie van anesthesie kan een aanhoudende, kortstondige prikkeling optreden. Inductie van anesthesie bij pediatrische patiënten Desfluraan is gecontra-indiceerd voor de inductie van inhalatieanesthesie bij kinderen en zuigelingen wegens het frequente optreden van hoesten, adem inhouden, apneu, laryngospasmen en verhoogde secreties. Onderhoud van de anesthesie bij volwassenen Een chirurgische anesthesie kan worden gehandhaafd met concentraties van 2 tot 6 % desfluraan wanneer terzelfder tijd lachgas toegediend wordt. Concentraties van 2,5 tot 8,5 % desfluraan kunnen soms vereist zijn wanneer het toegediend wordt met zuurstof of met lucht die verrijkt is met zuurstof. Onderhoud van anesthesie bij pediatrische patiënten Desfluraan is geïndiceerd voor onderhoud van anesthesie bij zuigelingen en kinderen. Bij kinderen kunnen concentraties van chirurgische anesthesie worden gehandhaafd met eindexpiratoire concentraties van 5,2 tot 10% desfluraan met of zonder gelijktijdig toegediend lachgas. Hoewel reeds eindexpiratoire concentraties tot 18% desfluraan zijn toegediend gedurende korte perioden, is het belangrijk ervoor te zorgen dat het toegediende mengsel minstens 25% zuurstof bevat, vooral wanneer dergelijke hoge concentraties samen met lachgas worden toegediend. Arteriële bloeddruk en hartfrequentie tijdens het onderhoud Tijdens het onderhoud van de anesthesie moeten de arteriële bloeddruk en de hartslag continu worden gecontroleerd om de diepte van de anesthesie te evalueren (zie rubriek 4.4).

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 3/11 Dosering bij nier- of leverinsufficiëntie Concentraties van 1 tot 4 % desfluraan in combinatie met een mengsel van lachgas en zuurstof zijn toegediend aan patiënten met chronische nier- of leverinsufficiëntie en tijdens niertransplantaties. Vanwege de zwakke stofwisseling wordt het niet noodzakelijk geacht de doses aan te passen aan de patiënten met chronische nier- of leverinsufficiëntie. Wijze van toediening Desfluraan mag uitsluitend worden toegediend door personen die bedreven en opgeleid zijn in de toediening van algehele anesthesie. Desfluraan wordt uitsluitend gebruikt met de speciaal voor het gebruik van desfluraan ontworpen verdamper. 4.3. Contra-indicaties Desfluraan mag niet worden toegediend aan patiënten bij wie algehele anesthesie gecontra-indiceerd is. In geval van een bekende overgevoeligheid voor gehalogeneerde anesthetica, of een bekende of vermoedelijke aanleg voor maligne hyperthermie mag desfluraan niet worden gebruikt. Desfluraan is gecontra-indiceerd bij patiënten met een voorgeschiedenis van bevestigde hepatitis door een gehalogeneerd inhalatieanestheticum of met een voorgeschiedenis van een onverklaarde matige tot ernstige leverfunctiestoornis (bv. geelzucht geassocieerd met koorts en/of eosinofilie) na anesthesie met een gehalogeneerd inhalatieanestheticum. Desfluraan is gecontra-indiceerd voor de inductie van inhalatie bij pediatrische patiënten omwille van het frequente voorkomen van hoesten, inhouden van de adem, apneu, laryngospasmen en verhoogde secreties. Desfluraan is gecontra-indiceerd wanneer tandheelkundige ingrepen bij patiënten (volwassenen en kinderen) geen deel uitmaken van klinische of poliklinische chirurgie (zie rubriek 4.4). 4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Maligne hyperthermie Bij gevoelige personen kunnen krachtige inhalatieanesthetica leiden tot een verhoogde stofwisseling in de skeletspier, wat op zijn beurt een verhoogde zuurstofbehoefte en maligne hyperthermie, een klinisch syndroom, veroorzaakt. Het is aangetoond dat desfluraan een potentiële trigger is voor maligne hyperthermie. Het klinische syndroom wordt gekenmerkt door hypercapnie en kan symptomen omvatten zoals spierstijfheid, tachycardie, tachypneu, cyanose, aritmie en/of een onstabiele bloeddruk. Tijdens een lichte anesthesie kunnen ook de volgende aspecifieke symptomen optreden: ernstige hypoxie, hypercapnie en hypovolemie. Maligne hyperthermie wordt behandeld door de toediening stop te zetten van de stoffen die dit mechanisme hebben uitgelokt, de toediening van natriumdantroleen en een ondersteunende behandeling. Later kan nierinsufficiëntie optreden en het urinedebiet moet worden gecontroleerd en indien mogelijk worden gehandhaafd. Het gebruik van desfluraan wordt afgeraden bij personen die vatbaar zijn voor maligne hyperthermie. Met desfluraan zijn al gevallen van maligne hyperthermie met dodelijke afloop gemeld. Perioperatieve hyperkaliëmie Het gebruik van inhalatieanesthetica waaronder desfluraan is in verband gebracht met zeldzame gevallen van een verhoogd kaliumgehalte in het serum. Tijdens de postoperatieve periode heeft dat bij patiënten geleid tot cardiale aritmieën, met een dodelijke afloop in sommige gevallen. Patiënten met latente en manifeste spierdystrofie, met name Duchenne-spierdystrofie, blijken hiervoor het meest gevoelig te zijn. Vooral gebruik in combinatie met suxamethonium is in verband gebracht met de meeste, maar niet alle, van deze gevallen. Bij deze patiënten zijn ook een significante stijging van het creatininekinaseniveau in het serum en in sommige gevallen veranderingen in de urine die verband hielden met myoglobinurie vastgesteld. Ondanks de gelijkenis in kenmerken met maligne hyperthermie vertoonde geen enkele van deze patiënten tekenen of symptomen van spierstijfheid of een verhoogde stofwisseling. Het wordt aanbevolen tijdig en krachtdadig in te grijpen om hyperkaliëmie en resistente aritmieën te behandelen en latente neuromusculaire aandoeningen verder te monitoren.

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 4/11 Inductie via inhalatie bij pediatrische patiënten Desfluraan is gecontra-indiceerd voor de inductie van inhalatieanesthesie bij kinderen en zuigelingen wegens het frequente optreden van hoesten, adem inhouden, apneu, laryngospasmen en verhoogde secreties. Gebruik bij kinderen met bronchiale hyperreactiviteit Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van desfluraan bij kinderen met astma of met een voorgeschiedenis van recente infecties van de bovenste luchtwegen vanwege het risico op vernauwing van de luchtwegen en toename van de luchtwegweerstand. Onderhoud van anesthesie bij pediatrische patiënten Desfluraan is gecontra-indiceerd voor het onderhoud van anesthesie bij niet-geïntubeerde kinderen jonger dan 6 jaar wegens de verhoogde incidentie van reacties van de luchtwegen. Wanneer desfluraan bij kinderen van 6 jaar of jonger gebruikt wordt voor onderhoud van anesthesie met een larynx- of gezichtsmasker, is voorzichtigheid geboden vanwege het verhoogde risico op bijwerkingen op het ademhalingsstelsel zoals hoesten en laryngospasmen, vooral wanneer het larynxmasker weggenomen wordt onder diepe anesthesie. Voorzorgsmaatregelen Na het gebruik van gehalogeneerde anesthetica zijn leverfunctiestoornissen, hepatitis, icterus en fatale levernecrose gemeld. Dergelijke reacties lijken op een overgevoeligheid te duiden. Desfluraan kan allergische hepatitis veroorzaken bij patiënten die gesensibiliseerd zijn door een eerdere blootstelling aan gehalogeneerde anesthetica. Cirrose, virale hepatitis of alle andere al bestaande leverpathologieën kunnen het gebruik van een niet-gehalogeneerd anestheticum rechtvaardigen. Desfluraan kan een dosisafhankelijke verhoging van de druk in de cerebrospinale vloeistof veroorzaken bij patiënten met invasieve intracraniale laesies. Bij patiënten met een bekende of vermoedelijk verhoogde druk in de cerebrospinale vloeistof, moet een MAC van 0,8 desfluraan of lager worden toegediend, in combinatie met een inductie met een barbituraat en hyperventilatie (hypocapnie) vóór cerebrale decompressie. Bijzondere aandacht is vereist om de cerebrale perfusiedruk te behouden. Bij patiënten met een coronaire aandoening is het belangrijk dat een normale hemodynamische toestand gehandhaafd wordt om myocardischemie te voorkomen. Een abrupte verhoging van de desfluraan spiegels kan gepaard gaan met sterk verhoogde hartslag en bloeddruk, en een toename van (nor)adrenaline. Desfluraan mag niet als enig middel worden gebruikt bij risicopatiënten voor een coronaire aandoening of patiënten bij wie een stijging van de hartslag of de bloeddruk niet gewenst is. Het product moet worden gebruikt met andere geneesmiddelen, bij voorkeur intraveneuze opioïden en hypnotica. Tijdens het onderhoud van de anesthesie weerspiegelen verhogingen van de hartfrequentie en de arteriële bloeddruk na snelle en regelmatige verhogingen van de eindexpiratoire concentratie desfluraan niet noodzakelijk een inadequate anesthesie. De veranderingen te wijten aan de sympathische activatie verdwijnen binnen ongeveer 4 minuten. Verhogingen van de hartfrequentie en de arteriële bloeddruk die optreden vóór of in afwezigheid van een snelle verhoging van de concentratie desfluraan kunnen worden geïnterpreteerd als tekenen van een lichte anesthesie. Bij een versterking van de anesthesie kunnen een toenemende ademhalingsdepressie en hypotensie optreden. Desfluraan kan, zoals andere inhalatieanesthetica, reageren met absorbeerders van gedehydrateerd koolstofdioxide (CO 2 ) om koolstofmonoxide te produceren, wat bij sommige patiënten kan leiden tot hoge carboxyhemoglobineconcentraties. Bepaalde vaststellingen suggereren dat bariumhydroxidekalk en natronkalk uitdrogen wanneer verse gassen zich met hoge snelheid door de CO 2 -cilinder verplaatsen gedurende langere tijd (enkele uren of dagen). Wanneer een arts denkt dat de CO 2 -absorbeerder gedehydrateerd is, moet hij die vervangen vóór toediening van desfluraan. Zoals met andere snelwerkende anesthetica dient rekening te worden gehouden met het snelle ontwaken gerelateerd aan desfluraan wanneer postanesthetische pijn wordt voorzien. Men moet ervoor zorgen de patiënt een adequate pijnstiller toe te dienen aan het einde van de procedure of bij het begin van het verblijf in de verkoeverafdeling.

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 5/11 Het ontwaken uit anesthesie kan bij kinderen een korte toestand van agitatie uitlokken die de samenwerking kan belemmeren. Zoals met alle gehalogeneerde anesthetica is voorzichtigheid geboden bij kort opeenvolgende anesthesieën. Het nodige materiaal voor het behoud van de permeabiliteit van de luchtwegen, beademing, de toediening van extra zuurstof en circulatiereanimatie moet beschikbaar zijn. De toediening van desfluraan aan patiënten met hypovolemie of hypotensie of aan verzwakte patiënten is niet uitvoerig bestudeerd. Net als bij andere krachtige inhalatieanesthetica, wordt het aanbevolen dat de concentraties verlaagd worden voor deze patiënten. Tijdens het gebruik van desfluraan zijn ritmestoornissen waargenomen. Alle patiënten bij wie anesthesie met desfluraan ingeleid is, moeten continu worden bewaakt. Parameters zoals ECG, bloeddruk en eindexpiratoire zuurstof- en pco 2 -verzadiging moeten worden gecontroleerd in een omgeving waar alle voorzieningen voor reanimatie voorhanden zijn en door personeel dat opgeleid is in reanimatietechnieken. Andere aanwezige risicofactoren moeten ook in overweging worden genomen (zie rubriek 4.8). 4.5. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Concentratie van andere gassen De gelijktijdige toediening van N 2 O verlaagt de MAC van desfluraan (zie tabel 1). Spierrelaxantia versterkt de werking van algemeen gebruikte spierrelaxantia. De anesthetische concentraties desfluraan in evenwicht verminderen de ED 95 van suxamethonium met ongeveer 30% en die van atracurium en pancuronium met ongeveer 50% vergeleken met anesthesie met opiaten/n 2 O. In onderstaande tabel 2 zijn de vereiste doses pancuronium, atracurium, suxamethonium en vecuronium vermeld om 95 % depressie (ED 95 ) van de neuromusculaire transmissie te bereiken bij verschillende concentraties aan desfluraan. Met uitzondering van de doses vecuronium, zijn de doses gelijk aan die bij gebruik van isofluraan. De ED 95 van vecuronium ligt 14 % lager met desfluraan dan met isofluraan. Bovendien duurt het herstel van een neuromusculair blok langer met desfluraan dan met isofluraan. Studies met algemeen gebruikte spierrelaxantia hebben geen klinisch significante, nadelige interacties aangetoond. Tabel 2 Noodzakelijke dosis (mg/kg) spierrelaxans om 95 % depressie van de neuromusculaire transmissie te bereiken Concentratie aan desfluraan Pancuronium Atracurium Suxamethonium Vecuronium 0,65 MAC/60 % N 2 O/O 2 0,026 0,133 onbekend onbekend 1,25 MAC/60 % N 2 O/O 2 0,018 0,119 onbekend onbekend 1,25 MAC/O 2 0,022 0,120 0,360 0,019 Pre-anesthetica In klinische studies zijn geen significante ongewenste interacties gemeld met algemeen gebruikte preanesthetica of tijdens de anesthesie gebruikte geneesmiddelen (intraveneuze middelen en lokale anesthetica). Het effect van desfluraan op de biologische beschikbaarheid van andere geneesmiddelen is niet vastgesteld. Opiaten en benzodiazepinen Patiënten die met verschillende concentraties desfluraan worden geanestheseerd en toenemende intraveneuze dosissen fentanyl of midazolam krijgen, vertonen een vermindering van de anesthetische behoeften of van de MAC. De resultaten worden vermeld in tabel 3.

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 6/11 Met andere opiaten en sedativa kan een vergelijkbare reactie op de MAC worden verwacht. Tabel 3 Effecten van fentanyl of midazolam op de MAC van desfluraan *MAC (%) Vermindering van MAC (%) Geen fentanyl 6,33 6,35 / Fentanyl (3 µg/kg) 3,12 3,46 46 51 Fentanyl (6 µg/kg) 2,25 2,97 53 64 Geen midazolam 5,85 6,86 / Midazolam (25 µg/kg) 4,93 15,7 Midazolam (50 µg/kg) 4,88 16,6 * Waarden voor patiënten met een leeftijd van 18 tot 65 jaar Glucoseverhoging Zoals andere gehalogeneerde anesthetica, is desfluraan geassocieerd met een perioperatieve glucoseverhoging. 4.6. Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap In onderzoek bij dieren is bij toediening van hoge doses embryonale toxiciteit aangetoond in aanwezigheid van maternale toxiciteit (zie rubriek 5.3). Bijgevolg mag desfluraan uitsluitend bij zwangere vrouwen gebruikt worden wanneer dit absoluut noodzakelijk is. Borstvoeding Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar over de uitscheiding van desfluraan in de moedermelk. Er moet worden besloten om ofwel de borstvoeding te onderbreken, ofwel de behandeling met desfluraan te onderbreken of niet te gebruiken, waarbij het voordeel van de borstvoeding voor het kind moet worden afgewogen tegen het voordeel van de behandeling voor de vrouw. Een risico voor pasgeborenen/zuigelingen kan niet worden uitgesloten. Vruchtbaarheid Bij ratten is een effect op de vruchtbaarheid waargenomen bij toediening van hoge doses en in aanwezigheid van systemische toxiciteit (zie rubriek 5.3). 4.7. Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er zijn geen gegevens bekend over het effect van desfluraan op de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen. De patiënten moeten echter worden geïnformeerd over een mogelijk verminderd vermogen om dergelijke activiteiten uit te oefenen na algehele anesthesie. Daarom wordt het aanbevolen dat dergelijke activiteiten niet uitgevoerd worden gedurende de eerste 24 uur na anesthesie. 4.8. Bijwerkingen De onderstaande tabellen vermelden bijwerkingen als gevolg van het gebruik van desfluraan, afkomstig van klinische studies en geneesmiddelenbewaking na het in de handel brengen. De frequentie is gedefinieerd volgens de volgende criteria: zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100 - <1/10), soms ( 1/1.000 - <1/100), zelden ( 1/10.000 - <1/1.000), zeer zelden (<1/10.000) en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Systeem/orgaanklasse MedDRA-term Frequentie INFECTIES EN PARASITAIRE Faryngitis AANDOENINGEN BLOED- EN LYMFESTELSELAANDOENINGEN Coagulopathie

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 7/11 Systeem/orgaanklasse MedDRA-term Frequentie VOEDINGS- EN STOFWISSELINGSSTOORNISSEN Hyperkaliëmie Hypokaliëmie metabole Acidose PSYCHISCHE STOORNISSEN Inhouding van adem + ZENUWSTELSELAANDOENINGEN OOGAANDOENINGEN HARTAANDOENINGEN BLOEDVATAANDOENINGEN ADEMHALINGSSTELSEL-, BORSTKAS- EN MEDIASTINUMAANDOENINGEN MAAGDARMSTELSEL- AANDOENINGEN LEVER- EN GALAANDOENINGEN HUID- EN ONDERHUIDAANDOENINGEN SKELETSPIERSTELSEL- EN BINDWEEFSELAANDOENINGEN ALGEMENE AANDOENINGEN EN TOEDIENINGSPLAATS- STOORNISSEN Agitatie Hoofdpijn Duizeligheid Convulsie Conjunctivitis Icterus van het oog Nodusaritmie Bradycardie Tachycardie Hypertensie Myocardinfarct Myocardischemie Aritmie Hartstilstand Torsade de pointes Ventrikelfalen Ventriculaire hypokinesie Atriale fibrillatie Vasodilatatie Maligne hypertensie Hemorragie Hypotensie Shock Apneu + Hoesten + Laryngospasme * Hypoxie + Ademstilstand Respiratoir falen Ademnood Bronchospasme Haemoptysis Braken Nausea + Speekselhypersecretie + Pancreatitis acuut Abdominale pijn Leverfalen Levernecrose Hepatitis Cytolytische galblaas Cholestase Icterus Afwijkende leverfunctie Leveraandoening Urticaria Erytheem Myalgie Rabdomyolyse Hyperthermie maligne Asthenie Malaise Zeer vaak Zeer vaak

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 8/11 Systeem/orgaanklasse MedDRA-term Frequentie ONDERZOEKEN Creatinefosfokinase verhoogd ECG abnormaal Elektrocardiogram ST-Tverandering Elektrocardiogram T-golf omkering Alanine-aminotransferase verhoogd Aspartaataminotransferase verhoogd Bloed bilirubine verhoogd Coagulatietest abnormaal Ammonium verhoogd LETSELS, INTOXICATIES EN VERRICHTINGSCOMPLICATIES Post-operatieve agitatie Duizeligheid Migraine Tachyaritmie Hartkloppingen Oog verbrand Blindheid voorbijgaand Encefalopathie Ulceratieve keratitis Oculaire hyperemie Scherpzien gereduceerd Oogirritatie Oogpijn Vermoeidheid Branderig gevoel van de huid * Gemeld tijdens inductie met desfluraan. + Gemeld tijdens inductie en onderhoud met desfluraan. Alle reacties van deze SOK waren incidentele blootstellingen van niet-patiënten. Zoals alle krachtige inhalatieanesthetica kan desfluraan een dosisafhankelijke cardiopulmonale depressie veroorzaken. De meeste andere bijwerkingen zijn licht en van voorbijgaande aard. Tijdens de postoperatieve periode zijn misselijkheid en braken waargenomen, gebruikelijke gevolgen van een chirurgische ingreep en algehele anesthesie. Deze bijwerkingen kunnen toe te schrijven zijn aan de inhalatieanesthesie of andere tijdens of na de ingreep toegediende geneesmiddelen en de reactie van de patiënt op de chirurgische ingreep. Pediatrische patiënten Het is bekend dat de frequentie, aard en intensiteit van de bijwerkingen bij kinderen hetzelfde zijn als bij volwassenen. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via : België Federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Afdeling Vigilantie EUROSTATION II Victor Hortaplein, 40/40 B-1060 Brussel Website: www.fagg.be e-mail: adversedrugreactions@fagg-afmps.be 4.9. Overdosering Symptomen en behandeling van overdosering

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 9/11 De mogelijke symptomen van overdosering met desfluraan zijn een versterking van de anesthesie, een cardiale en/of ademhalingsdepressie bij spontaan ademende patiënten en cardiale depressie bij beademde patiënten, bij wie in een later stadium hypercapnie of hypoxie kan optreden. Bij reële of schijnbare overdosering moeten de volgende maatregelen worden genomen: 1. de toediening van desfluraan stopzetten of verminderen, 2. de luchtwegen vrijmaken en een geassisteerde of gecontroleerde beademing met zuivere zuurstof starten, 3. een adequate circulatie ondersteunen en handhaven. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1. Farmacodynamische eigenschappen Desfluraan (ATC-code: N01AB07) behoort tot de categorie van gehalogeneerde methylethylethers die toegediend worden via inhalatie en die, afhankelijk van de dosis, leiden tot een tijdelijk verlies van bewustzijn en pijnsensaties, een onderdrukking van willekeurige activiteit, een vermindering van autonome reflexen en een sedatie van het ademhalingssysteem en cardiovasculaire systeem. Tot deze categorie behoren onder meer enfluraan en isofluraan, die gehalogeneerd zijn met chloor en fluor. Desfluraan is uitsluitend gehalogeneerd met fluor. Farmacodynamische effecten Zoals zijn structuur laat vermoeden, heeft desfluraan een diffusiecoëfficiënt van gas in bloed (0,42) die lager ligt dan die van andere krachtige inhalatieanesthetica zoals isofluraan (1,4) en zelfs lager dan die van lachgas (0,46). Deze gegevens verklaren een snelle ontwaking uit de anesthesie met desfluraan. Het farmacologische effect is evenredig met de geïnhaleerde dosis desfluraan. De belangrijkste bijwerking is een verlenging van de farmacologische werking. Klinische werkzaamheid en veiligheid Dierstudies hebben een snellere inductie en ontwaking aangetoond voor desfluraan dan voor isofluraan, voor een gelijk cardiorespiratoir profiel. Klinische studies konden echter niet altijd deze gegevens over een snellere ontwaking met desfluraan bevestigen. Er zijn geen epileptogene effecten of andere bijwerkingen vastgesteld op het eeg. De toediening van bijkomende geneesmiddelen heeft geen onverwachte of toxische eeg-effecten veroorzaakt tijdens de anesthesie met desfluraan. Uit studies bij varkens die gevoelig waren voor maligne hyperthermie, blijkt dat desfluraan een krachtige trigger is voor maligne hyperthermie. 5.2. Farmacokinetische eigenschappen a) Algemene gegevens Absorptie Zoals kan worden afgeleid uit het fysicochemische profiel, tonen farmacokinetische studies bij dieren en mensen aan dat desfluraan sneller opgenomen wordt dan andere inhalatieanesthetica, zodat een snellere inductie verkregen wordt. Eliminatie Desfluraan wordt ook sneller uitgescheiden uit het lichaam, wat een snelle ontwaking en groter aanpassingsvermogen aan het niveau van anesthesie tot gevolg heeft. Desfluraan wordt uitgescheiden via de longen nadat het slechts in lichte mate afgebroken is (0,02 %). b) Gegevens bij patiënten

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 10/11 De MAC (minimale alveolaire concentratie) neemt af met de leeftijd. Het wordt aanbevolen dat de doses verminderd worden bij patiënten met hypovolemie of hypotensie en bij verzwakte patiënten, zoals vermeld in rubriek 4.4. 5.3. Gegevens uit preklinisch veiligheidsonderzoek Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit en carcinogeen potentieel. In onderzoek naar reproductietoxiciteit zijn bij ratten een daling van de vruchtbaarheidsindex en een stijging in het verlies van geïmplanteerde foetussen waargenomen, maar uitsluitend bij hoge doses en in aanwezigheid van maternale toxiciteit. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen Geen 6.2. Gevallen van onverenigbaarheid Geen bijzonderheden. 6.3. Houdbaarheid 3 jaar. 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Het product moet rechtop en in een goed afgesloten fles worden bewaard. 6.5. Aard en inhoud van de verpakking, vloeistof voor inhalatiedamp, glazen of aluminium fles. 6.6. Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies Desfluraan moet worden toegediend door personen met ervaring in de toediening van anesthetica, met een speciaal voor desfluraan gekalibreerde verdamper. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Baxter S.A., Bd René Branquart 80, B-7860 Lessines, België 8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN, vloeistof voor inhalatiedamp (glazen fles - LDPE-stop): BE169346., vloeistof voor inhalatiedamp (glazen fles - EPDM-stop): BE248227., vloeistof voor inhalatiedamp (aluminium fles - LDPE-stop): BE401974., vloeistof voor inhalatiedamp (aluminium fles - EPDM-stop): BE401983. AFLEVERINGSWIJZE Op medisch voorschrift.

Samenvatting van de productkenmerken = bijsluiter 11/11 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 11/05/1995. Datum van laatste hernieuwing: onbeperkte geldigheid. 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Goedkeuringsdatum: 06/2016