Vragen en antwoorden regiodag bodemenergie in Den Haag

Vergelijkbare documenten
Cases bodemenergie - inclusief antwoorden. Beoordelen meldingen en vergunningaanvragen gesloten bodemenergiesystemen

HUM en BUM Bodemenergiesystemen. Bodem+ Manfred Beckman Lapré

Wijzigingsbesluit Bodemenergiesystemen

Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen

AMvB Bodemenergie op hoofdlijnen. 9 april 2013 Simone de Groot

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2017;

c) de belangen die mogelijk invloed kunnen ondervinden van de installatie van bodemenergiesystemen

Regelgeving & beleid. Symposium Bodemenergie in Zeeland 19 april 2012 Sanne de Boer - IF Technology

Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen

Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen. presentatie Peter Kouwenhoven

Ervaringen met gesloten bodemenergiesystemen in Goes. Dag van de Zeeuwse Bodem - 21 april 2016 Ronald Wennekes - IF Technology

Vragen en antwoorden Regiodag bodemenergie in Arnhem

Verordening interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Groningen 2018

Wijzigingsbesluit Bodemenergiesystemen. RWS Leefomgeving / Bodem+ Manfred Beckman Lapré

Vragen en antwoorden Regiodag bodemenergie in s-hertogenbosch

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd.

Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Goes

Verordening gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft

Verordening bodemenergiesystemen gemeente Dordrecht

BUM en HUM Bodemenergie

Melden en registreren De informatiecyclus

Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen gemeente Utrecht

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

bevoegd gezag gesloten in de praktijk zeer weinig voorkomt.

Registratie van bestaande bodemwarmtewisselaars/ bodemgekoppelde warmtepompen. Meld uw systeem en voorkom onderlinge beïnvloeding

Maintenance for Energy. Erkenningsregeling Bodemenergie. RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars

Gemeente Delft. college van B&W Gescand archief S. Brandligt E. van de Giessen fl 9 J(/y?niK W W

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Rijkswaterstaat Leefomgeving Veelgestelde vragen over Registratie van Bodemenergiesystemen

P.A.J.M. Wilbers raad april 2014

AMVB BODEMENERGIE BORGINGSPROCES

Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied

Nathan Projects B.V. (voorheen Thermoplus B.V.) T. Bauerhuit Spoorstraat HW t Harde

Warmte Koude Opslag. Welke regels gelden voor WKO? Diep onder Drenthe

Evaluatie Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen

toekomst Implementatie uitvoeringstaak AMvB Bodemenergie gemeente Zwolle per 1 juli 2013 Expertisecentrum Omgevingsadvies

datum ondertekening; bron bekendmaking

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bodemenergiesystemen. Wet en regelgeving gemeenten. 1. Bodem 1

De Verordening gesloten bodemenergiesystemen TU Delft en omgeving 2013 vast te stellen.

portefeuillehouder A. Hazelebach

Check list de implementatie Wijzigingbesluit Bodemenergiesystemen door gemeenten (ILB2 project bodemenergie gemeenten Midden-Limburg)

De aanvraag gaat over Schietbaanweg 8, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie T, nummer 178 en is bij ons geregistreerd onder zaak

Handreiking gemeentelijke besluiten bodemenergiesystemen (BUM BE deel 2)

Boren zonder Zorgen Erkenningsregeling. RWS Leefomgeving / Bodem+ Jan Frank Mars

POKB Thema 1: Omgevingswet: integratie van bodem in omgevingsgericht werken, integraal werken

OMGEVINGSVERGUNNING OV

Warmte- en koudeopslag: het juridisch kader

Herinrichten diepe plassen

Besluit omgevingsvergunning beperkte milieutoets Rits Scooters T.a.v. mevr. R. Imanse Hugo de Vriesstraat CT Nieuw Vennep

Bodemenergie in Arnhem Stimuleren en regie

Handhavings uitvoerings methode bodemenergiesystemen voor provinciale taken (HUM BE, deel 1)

* *

Lessons learned KWO praktijkervaringen bodemenergie in NL. Bijeenkomst WCTB Sanne de Boer - IF Technology 21 oktober 2014

De (komende) verplichting tot erkenning

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Ontwerp omgevingsvergunning

PROVINCIAAL BLAD. Wijzigingsverordening Omgevingsverordening Limburg 2014 (regels inzake geothermie in milieubeschermingsgebieden)

CVDR. Nr. CVDR301360_1

Toezicht ILT Bodemenergie. Maarten Busstra (ILT)

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

OMGEVINGSVERGUNNING (UITGEBREIDE PROCEDURE) ONTWERP-BESLUIT

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Informatieblad Wabo en Activiteitenbesluit

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

* *

Handreiking provinciale besluiten bodemenergiesystemen (BUM BE deel 1)

Omgevingsvergunning UV/

Hoofdstuk 1. Algemeen

31 mei 2012 B. Bartelds (0595) juli 2011 Project-

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

* *

ONTWERP-WIJZIGING PROVINCIALE MILIEUVERORDENING ZUID-HOLLAND (ACHTSTE TRANCHE)

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk onderw erp ontw erpbeschikking omgevingsvergunning

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid

Beschikking Omgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Informatiesessie. Omgevingsloket online versie 2.9. Schakeldag 11 juni /17/2013

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

De ondergrond als basis voor een duurzame toekomst.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Bodemenergieplan Goese Diep Gemeente Goes Samenvatting + bijlage I en II

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Samenvatting Ontwerpbesluit activiteiten leefomgeving

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

Warmte Koude Opslag. Stappenplan WKO. Diep onder Drenthe

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 11 september 2018) Nummer 3441

* *

Focus op vakbekwaamheid

De aanvraag betreft de volgende activiteit(en): - Bouwen (art. 2.1 lid 1a)van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Verbreed bodembeleid

Wet Artikel Bevoegdheid m/mg Voorwaarden/ A E V B opmerkingen 1 Algemene wet bestuursrecht

Handreiking gemeentelijke besluiten bodemenergiesystemen (BUM BE deel 2)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013

Transcriptie:

Vragen en antwoorden regiodag bodemenergie in Den Haag NL Milieu en Leefomgeving Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93144 2509 AC Den Haag www.agentschapnl.nl Als de gemeente een masterplan opstelt, moet de provincie daar dan rekening mee houden bij vergunningverlening? (Fugro) Het masterplan is een document dat alleen het bevoegd gezag, dat het masterplan heeft opgesteld, beleidsmatig bindt. Het masterplan heeft geen juridische status en werkt dan ook niet door in de vergunningverlening. Daarvoor moeten eerst beleidsregels worden opgesteld. Gemeenten kunnen alleen beleidsregels opstellen voor een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets voor gesloten systemen. De visie op ordening van bodemenergiesystemen die in het masterplan is opgenomen, geeft richting aan de inhoud van de beleidsregels. Provincies kunnen beleidsregels opstellen voor vergunningverlening aan open bodemenergiesystemen. Het is van groot belang dat gemeente en provincie de beleidsregels op elkaar afstemmen. Het is dan ook raadzaam dat de provincie wordt betrokken bij het opstellen van een masterplan, zodat een gezamenlijke visie wordt ontwikkeld op de ordening van open en gesloten systemen. Waarom wordt er antivriesmiddel toegevoegd? In de verdamper van de warmtepomp wordt energie aan de vloeistof onttrokken. Als er geen antivriesmiddel in zit, treedt bevriezing van het water op in de verdamper van de warmtepomp en treedt het systeem in storing. Er kan dan geen warmte meer worden geleverd. Welk middel is het beste in te zetten om duurzaam bodembeheer vast te leggen en te stimuleren? Masterplan, structuurvisie of bestemmingsplan? Wat zijn de voor- en nadelen van deze instrumenten? (Gem Zaanstad) Duurzaam bodembeheer is meer dan bodemenergie alleen. Het masterplan voor bodemenergie, en de daaruit voortvloeiende beleidsregels voor de vergunningverlening voor bodemenergiesystemen, richt zich uitsluitend op bevorderen van doelmatig gebruik van bodemenergie. Via de instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening (structuurvisie en bestemmingsplan) kunnen gemeenten waar nodig verschillende gebruiksvormen van de ondergrond ten opzichte van elkaar ordenen. In het bestemmingsplan kan de gemeente bestemmingen voor verschillende gebruiksvormen van de ondergrond (bijvoorbeeld bodemenergie, grondwaterwinning, ondergronds bouwen, etc.) juridisch bindend vastleggen. Pagina 1 van 8

Waar sprake is van specifieke bodemwaarden of functies, zoals bescherming van water voor menselijke consumptie of aardkundige waarden, hebben gemeenten en provincies de mogelijkheid op grond van de Gemeentewet, onderscheidenlijk Provinciewet, om bij verordening een aanvullend bijzonder beschermingsniveau in te stellen. Daar waar een bijzonder beschermingsniveau geldt, kunnen zij waar nodig beperkingen aan bodemenergiesystemen stellen. Hoe kom je als bedrijf er achter of een gemeente of provincie een gebied als interferentiegebeid heeft aangewezen? (Prorail) Het is de bedoeling dat de interferentiegebieden worden opgenomen in de WKOtool. Deze tool is voor iedereen raadpleegbaar via www.wkotool.nl Bodemenergie vs bodemverontreiniging? Bodemverontreiniging sluit het gebruik van bodemenergie niet uit. Bij de watervergunning tbv open systemen dient wel rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van grondwaterverontreiniging. Bij grote verspreiding zal ook het systeem van de Wbb inwerking treden. Echter kan het gebruik met bodemenergie ook worden gecombineerd met een grondwatersanering. Het instellen van Gebiedsgerichte aanpak op grond van de Wbb kan het gebruik van bodemenergie faciliteren. De kwaliteit van het grondwater moet onder meer worden geborgd door het protocol mechanisch boren dat voorschrijft dat waterscheidende lagen worden afgedicht. Wie gaat registratieplicht kenbaar maken? Het wijzigingsbesluit kent geen registratieplicht. Registratie is wel wenselijk, opdat bij nieuwe initiatieven rekening kan worden gehouden met de aanwezigheid van bestaande systemen. Het Rijk wil gemeenten daarom stimuleren om mee te werken aan deze registratie, door de meldingen die binnenkomen door te geleiden naar het Landelijk Grondwater Register. Het LGR wordt momenteel aangepast om dit mogelijk te maken. Het is wenselijk dat de voor 1 juli 2013 geplaatste systemen worden gemeld op vrijwillige basis. De communicatie hierover zal op landelijk niveau worden gecoördineerd. Gemeenten zouden daar met eigen voorlichtingsacties op aan kunnen sluiten. Via de website www.allesoverbodemenergie.nl kunnen de gemeenten op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Op deze website is een aparte paragraaf opgenomen over registratie. Wie neemt het initiatief voor de afstemming tussen provincie en gemeente?

Hebben gemeenten ook een rol gespeeld bij de totstandkoming van het wijzigingsbesluit? Beide overheden kunnen het initiatief nemen voor afstemming. Het is raadzaam om al in een vroeg stadium van visievorming contact te leggen met de andere overheid. De VNG is betrokken geweest bij de opstelling van het wijzigingsbesluit. Zijn er al gemeenten die beleid hebben? Gaat er wat fout als je als gemeente niets doet? Is er risico van schadeclaims bij interferentie? (omdat de gemeente het overzicht niet heeft)? Ja, er zijn al diverse gemeenten die beleid hebben voor bodemenergiesystemen, met name de grote steden. Er gaat niet direct wat fout als de gemeente niets doet. Maar zonder beleidsregels moet de gemeente een eventuele aanvraag van een OBM voor een groot gesloten systeem altijd honoreren, mits de initiatiefnemer aantoont dat er geen interferentie plaatsvindt met een bestaand systeem. De gemeente kan hierin dus niet sturen. In gebieden met weinig initiatieven voor de toepassing van bodemenergie is dat niet erg maar in drukke gebieden kan dit leiden tot een minder efficiënt gebruik van de ruimte om bodemenergie te winnen. De eigenaar van een systeem is verantwoordelijk voor het naleven van de algemene regel dat geen interferentie mag worden veroorzaakt met een bestaand systeem. De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wie gaat dit doen bij de gemeente? Keuze is per organisatie verschillend. De keuze biedt de mogelijkheid tot integraal/multisectoraal beleid. Wat is een OBM? Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. De omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) is een eenvoudige vergunning zonder voorschriften, met een beperkt aantal weigeringsgronden, die met de reguliere procedure wordt voorbereid. Zie voor meer informatie http://www.infomil.nl/algemene-onderdelen/uitgebreid-zoeken/@114312/obmwelke-procedure/ Hoe verhoudt de OBM zich ten opzichte van de PMV? Provincies kunnen in de PMV, ter bescherming van bepaalde waarden of belangen, gebieden aanwijzen waar bodemenergiesystemen niet zijn toegestaan of alleen met provinciale ontheffing zijn toegestaan. In het vooroverleg moet duidelijk worden dat het aanvragen van een OBM (omgevingsvergunning beperkte milieutoets) niet zinvol is voordat duidelijk is of

de provincie ontheffing van de PMV gaat verlenen. Zonder deze ontheffing kan de initiatiefnemer namelijk de activiteit niet uitvoeren. Als de initiatiefnemer toch de OBM-aanvraag indient, is het niet beschikken over de PMV-ontheffing geen weigeringsgrond voor de OBM-vergunning. In dat geval dient de gemeente de OBM te verlenen. Hierop is een uitzondering: als de boring onderdeel uitmaakt van een activiteit, waarvoor in de PMV is opgenomen dat deze activiteit onderdeel uitmaakt van de omgevingsvergunning, dan is sprake van onlosmakelijkheid. Als de activiteiten onlosmakelijk zijn, dan moeten deze activiteiten in één keer worden aangevraagd en kan deze omgevingsvergunning dus niet worden verleend als er geen ontheffing van de PMV mogelijk is. Is schuin boren mogelijk? Ja, schuin boren is technisch mogelijk, maar vindt in de praktijk nagenoeg niet plaats. Hoe herstelt de bodemtemperatuur zich? Meestal vindt er natuurlijke regeneratie plaats door de seizoenen, soms dient kustmatig bijgestookt te worden. Bij warmteonttrekking aan de bodem met een gesloten bodemenergiesysteem vindt naar verloop van tijd altijd een evenwicht in energietoevoer vanuit de bodem en omgeving en energieonttrekking met het gesloten systeem plaats. Dit komt omdat ten gevolge van een temperatuurverschil warmte vanuit de onder-, zij- en de bovenkant vanaf maaiveld toestroomt. Natuurlijke regeneratie vindt dus altijd plaats en aanvullende warmte in de bodem opslaan is dus niet altijd noodzakelijk. Voorwaarde hierbij is wel dat het gesloten systeem voldoende groot moet worden uitgelegd om bevriezing van de bodem te voorkomen. Indien toch aanvullende regeneratie nodig is, kan dit plaatsvinden met bijvoorbeeld koeling van het gebouw/woning, zonnecollectoren, wegdekcollectoren of energiedaken. Wat is de levensduur van een systeem? De levensduur van het warmtepompsysteem met gesloten bodemenergiesysteem wordt bepaald door de technische levensduur van de componenten en is in feite niet anders dan alle andere installaties voor verwarming en koeling van gebouwen. Het materiaal dat bij een gesloten bodemenergiesysteem in de bodem wordt aangebracht dient van die kwaliteit te zijn dat deze ten minste 50 jaar kan functioneren. Met een technische levensduur van zo n 15 jaar voor een warmtepomp, gaat het gesloten bodemenergiesysteem minimaal drie warmtepompgeneraties mee.

Wat wordt bedoeld met artikel 2.15 Act besluit? Het Activiteitenbesluit kent twee artikelen die van belang zijn voor bodemenergiesystemen: artikel 2.15 over energiebesparende maatregelen en 2.1. over de zorgplicht. Deze artikelen zijn van toepassing op inrichtingen die vallen onder de reikwijdte van het Activiteitenbesluit. Op grond van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit is degene die de inrichting drijft, verplicht alle energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder of alle energiebesparende maatregelen die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15%. Op grond van art. 2.1. van het Activiteitenbesluit moet degene die de inrichting drijft de nadelige gevolgen voor het milieu voorkomen of zoveel mogelijk beperken voor zover dit redelijkerwijs van hem kan worden gevergd. Een verdere toelichting op de relevantie van deze artikelen is opgenomen in paragraaf 2.4 van de HUM Bodemenergie voor gemeentelijke taken. Meer informatie is opgenomen in de HUM Bodemenergie deel 2 (paragraaf 2.4). De analyse van de oorzaak van het probleem is bepalend voor de maatregelen die het bevoegd gezag oplegt. Worden de rendementseffecten van dit besluit gemeten. Hoe? (DCMR) Het is niet zo duidelijk wat er met deze vraag wordt bedoeld. Gaat het om de vraag welke invloed het besluit heeft op de verbetering van het rendement van toegepaste bodemenergiesystemen? Die relatie is niet eenduidig en daarom lastig te monitoren. Het Rijk wil wel bespreken met gemeenten en provincies hoe er meer op rendement kan worden gestuurd. Als eerste stap is daartoe de SPF geïntroduceerd als eenheid van rendement. Er moet nog worden uitgewerkt wat en hoe er gemonitord moet worden om het feitelijke rendement te volgen. Op dit moment is er geen verplichting om het rendement tijdens het gebruik te monitoren. Bij een melding moet wel het ontwerprendement worden opgegeven. Dit biedt het bevoegd gezag een handvat om slecht presterende systemen te weren. Het wijzigingsbesluit biedt de mogelijkheid om bij ministeriële regeling nadere eisen te stellen aan het rendement. Op dit moment is nog niet duidelijk of en op welke wijze hier gebruik van zal worden gemaakt. Is op 1 juli de registratietool op orde? Moeten gemeenten tijdelijke oplossingen bedenken. (DCMR) (Bij de beantwoording van de vraag wordt er vanuit gegaan dat met registratietool de landelijke registratie in het LGR wordt bedoeld) Daar gaan we nog steeds van uit. Tijdelijke oplossingen zijn niet nodig. Wel is het als gemeente goed om na te gaan of de landelijke registratie in combinatie met de registratie in het gemeentelijke vergunningensysteem voldoende passen in de verschillende gemeentelijke werkprocessen rond het thema bodemenergie (beleidsmatig, handhaving). Er zijn gemeenten die kiezen voor een apart beheersysteem. Dit is dan niet bedoeld als tijdelijke oplossing, maar als blijvende

aanvulling op de bestaande automatisering. Wat kunnen gemeenten verwachten van deze tool. Bv worden ook meldingen geregistreerd? Welke gegevens, hoe inzichtelijk gemaakt (DCMR) (Bij de beantwoording van de vraag wordt er vanuit gegaan dat met registratietool de landelijke registratie in het LGR wordt bedoeld) Welke gegevens worden geregistreerd, staat in de presentatie van Jan Klein Kranenburg/Peter Kouwenhoven over de registratie. De gegevens worden ontsloten via webservices (wms) en kunnen zodoende op geografische wijze worden bekeken (punten op de kaart, met daaraan gekoppeld enkele administratieve kenmerken) Is bij een melding < 70 kw een interferentietoets nodig? Wanneer wel/niet. Hoe dan? (Standaardafstanden of berekenen) (DCMR) Ja. De toets op interferentie is altijd verplicht, dus ook bij een melding of aanvraag van een OBM van een gesloten systemen met een bodemzijdig vermogen kleiner dan 70 kw. De BUM en HUM Bodemenergie beschrijven een methode voor de toetsing op interferentie voor gesloten systemen < 70 kw. Zie voor meer tekst en uitleg de BUM bodemenergiesystemen. Is bij een OBM < 70 kw een interferentietoets nodig? Hoe dan? (DCMR) Zie voorgaande vraag. Indien een gesloten systeem OBM plichtig is, is dat één van de weigeringsgronden interferentie. Installatiebedrijven dienen gecertificeerd te zijn. Ontslaat dit de overheid om op individueel nivo te controleren of de installatie juist wordt aangebracht? (DCMR) De initiatiefnemer is verplicht om het systeem te laten ontwerpen en te laten plaatsen door erkende bedrijven. De overheid houdt altijd de mogelijkheid om toezicht te houden of daarbij aan de regels wordt gedaan. Bij constatering van tekortkomingen kan de overheid op verschillende manieren reageren: -Als werkzaamheden worden verricht door een bedrijf zonder erkenning: handhaven richting initiatiefnemer en/of informeren Inspectie Leefomgeving en Transport (= ILT, bevoegd gezag voor kwaliteitsborging Besluit bodemkwaliteit, kan richting bedrijf handhaven). -Als werkzaamheden worden verricht door bedrijf met erkenning en het bedrijf werkt in strijd met het betreffende protocol: informeren Inspectie Leefomgeving en Transport en/of certificerende instantie. Handhaving van erkende installatiebedrijven wordt gedaan door de ILT. Voor meer informatie zie de HUM bodemenergiesystemen.

Indien bij een melding blijkt dat interferentie met een ander systeem is te verwachten, kan alleen worden gewaarschuwd en na inwerkingtreding op de voorschriften worden gehandhaafd. De installatie ligt er dan al. Klopt dit? Moet ook de derde belanghebbende een signaal krijgen? (DCMR) Nee dit klopt niet. Als overleg voor plaatsing niet leidt tot aanpassing van het ontwerp door de initiatiefnemer zodanig dat interferentie wordt voorkomen, kan de gemeente voorafgaand aan de plaatsing een preventieve last onder dwangsom opleggen (zie HUM Bodemenergie deel 2). Hoe krijgen eigenaren van bestaande systemen te horen dat zij zich moeten melden willen zij worden beschermd tegen nieuwe installaties? (DCMR) Melding van bestaande systemen vindt plaats op vrijwillige basis. De communicatie hierover zal op landelijk niveau worden gecoördineerd. Gemeenten zouden daar met eigen voorlichtingsacties op aan kunnen sluiten. Via de website www.allesoverbodemenergie.nl kunnen de gemeenten op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. Op deze website is een aparte paragraaf opgenomen over registratie. Hoe moet ik een melding van een gesloten systeem (< 70 kw) beoordelen of ontvang ik als gemeente alleen? Bij de melding dient de melder aan te tonen dat zijn systeem niet interfereert. In de BUM is een aantal criteria opgenomen ten behoeve van de afhandeling van de melding. Het is tevens wenselijk dat de gemeente een specifiek deel van de informatie uit de melding doorgeleidt naar het Landelijk Grondwater Register. In de paragraaf Registratie op de website www.allesoverbodemenergie.nl wordt dit toegelicht. Kan ik als gemeente het LGR gebruiken om interferentie te bepalen? Het is in eerste instantie aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat er geen sprake is van interferentie. De gemeenten toetsen of de initiatiefnemer dit op een goede manier heeft gedaan. Het is wenselijk dat gemeenten en provincies alle gemelde systemen in het LGR registreren, zodat initiatiefnemers en bevoegde gezagen de informatie in het LGR kunnen gebruiken. De set van te registreren gegevens voor gesloten systemen bevat de gegevens die nodig zijn om te kunnen beoordelen of er sprake is van interferentie. Het beoordelen van interferentie met open systemen is maatwerk en moet in overleg met de betrokken provincie te worden beoordeeld.

Wie houdt toezicht? Open systemen: provincies. Gesloten systemen: gemeenten. Gesloten systemen binnen Wm-inrichtingen onder provinciaal bevoegd gezag: provincies. Kwaliteitsboring conform Besluit bodemkwaliteit: Inspectie Leefomgeving en Transport; provincies en gemeenten hebben signaleringsfunctie. Die berekeningen maken zijn ingewikkeld. Kan er niet een uniforme methode worden ontwikkeld a la PAS regeling? Voor de berekening van interferentie zijn de locatiespecifieke omstandigheden van belang. Hierdoor leent het zich niet voor een uniforme berekeningsmethode. Het gaat om maatwerk.