Verslag Vergadering van De Statencommissie Ruimte en Wonen Vergaderdatum Kenmerk 5 maart 2008 RenW 2008-58 Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer Mevrouw W.L. Walkate (Notuleerservice Nederland) 070 4418238 Verslag van de vergadering van de Statencommissie Ruimte en Wonen, gehouden op 5 maart 2008 in het provinciehuis te Den Haag. AANWEZIG: Voorzitter: Commissiegriffier: de heer Pool mevrouw Pieters PvdA CDA VVD ChristenUnie/SGP SP GroenLinks D66 Partij voor de Dieren mevrouw Van Viegen Leefbaar ZH de heer De Waal OFT mevrouw Trinthamer mevrouw Blaauw, de heer Loose de heer Van der Stoep, de heer Verbeek, de heer Van Nassau, de heer Edel mevrouw Van Ginkel-de Graaf, de heer Waterman, de heer Ten Hagen, de heer Vermeulen de heer Schaapman, de heer Van Dijk, de heer Van Dieren de heer Hoogendam, de heer Romijn mevrouw Chung, de heer Dijkhoff de heer Brandt AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: mevrouw Koop Tevens aanwezig: de heer Verstoep, de heer Veldhof AGENDA: 1. Opening 1a. Regeling van werkzaamheden 1b. Vaststelling van de agenda 1c. Mededelingen 1d. Spreekrecht 1e. Rondvraag 1f. Europa 2. Kadervorming en kaderstelling 2a. Workshop instrumentarium nwro 2b. Initiatiefvoorstel tracé 380kV verbinding wateringen-zoetermeer 3. Controle en verantwoording 3a. Langetermijnagenda 2008 4. Afwikkeling vorige vergadering en interne aangelegenheden 4a. Conceptverslag van de vergadering van 6 februari 2008 Pagina 1/10
4b. Besluitenlijst van de vergadering van 6 februari 2008 4c. Planning voor de streekplanherzieningen Zuid-Holland-West, RGL- Oost en As Leiden-Katwijk 5a. Stukken in het kader van de actieve informatieplicht van GS 5b. Van derden ontvangen informatie 5c. Overige stukken ter kennisneming 6. Sluiting 1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering om 14.00 uur en heet iedereen van harte welkom. 1a. Regeling van werkzaamheden De VOORZITTER deelt mee dat in de vergadering met de fractie- en commissievoorzitters is gesproken over de vergadercultuur. Daaruit is gekomen dat men discussies politieker en concreter wil maken. Op grond hiervan zullen er voorstellen komen om de informatieve presentaties en workshopachtige formules buiten de vergadering te plannen. Ook zal worden geïnventariseerd wie het woord wil voeren om een politieker aangescherpt debat te voeren. Het is de bedoeling om ruimte in de tijd te vinden en daarmee tijd te winnen voor interrupties. Informatieve vragen moeten vooraf aan de ambtelijke organisatie of GS kunnen worden gesteld. Aan GS wordt gevraagd om drie weken voor de betreffende vergadering informatie aan te leveren en in de stukken het te nemen besluit helder te formuleren. De griffie wordt gevraagd om het behandelvoorstel op dezelfde manier op te stellen. De commissie kan zelf haar politieke kanttekeningen erbij plaatsen. De heer TEN HAGEN wil dat GS alternatieven in een voorstel aangeven, zodat het politieke debat meer op gang komt. De commissie kan zeggen dat ze stukken niet behandelt als die later dan drie weken voor de vergadering worden aangeleverd. Dan worden het college en de ambtenaren gestimuleerd om zich aan deze tijdafspraken te houden. De VOORZITTER zal het verzoek aan GS doen om duidelijk te maken waarom ze voor een bepaald alternatief uit een aantal alternatieven hebben gekozen. Ook zal worden gekeken of de stukken drie weken voor de vergadering kunnen worden gestuurd, waarna twee weken voor de vergadering de agenda wordt gestuurd. De commissie zal agendapunten niet behandelen als de stukken later dan drie weken voor de vergadering worden aangeleverd en dan met de behandeling een maand wachten. De heer VAN DER STOEP vindt het te ver gaan om agendapunten niet te behandelen als de stukken te laat worden toegestuurd. Het gaat om de politieke relevantie van stukken. 1b. Vaststelling van de agenda De VOORZITTER stelt voor om de agenda af te handelen behalve punt 2A. Om drie uur wordt de workshop over ruimtelijke ordening gestart. Pagina 2/10
De agenda wordt volgens voorstel vastgesteld. 1c. Mededelingen Bericht van verhindering is gekomen van mevrouw De Bakker. Voor 12 maart van 12.30 tot 13.30 uur is een uitnodiging binnengekomen voor het bijwonen van een presentatie van de stuurgroep Drieluik over het Hoofdlijnendocument. Ook wordt om 14.00 uur een high tea kustdebat over klimaatadaptatie in Zuid-Holland gehouden. Op 2 april vindt om 12.15 tot 13.45 uur een presentatie plaats over de Klimaatwijzer en het Klimaatschetsboek. In het presidium is de procesgang rondom de Provincie Nieuwe Stijl besproken. In april zal de uitwerking hiervan in alle commissievergaderingen aan de orde komen. Omdat de stukken voor de vergadering van 2 april niet op tijd kunnen worden aangeleverd, zullen de R en W-onderwerpen die in de Provincie Nieuwe Stijl aan de orde zijn, worden geagendeerd of in de commissie GWM of in de commissie MKE. In de vergaderingen van mei zullen GS de financiële consequentie van de Provincie Nieuwe Stijl doornemen om het onderwerp in juni in alle commissies opnieuw aan de orde te stellen. Gedeputeerde KOOP zegt dat het bestuurlijk platform Zuidvleugel bijeen is geweest. Het platform is akkoord gegaan met de notitie over de verstedelijkingsstrategie. Hiermee kunnen GS doorgaan. Morgen wordt het IPOoverleg gevoerd met de gedeputeerden RO. Daar komen de instrumenten in de nwro aan de orde. De minister heeft daarbij zelf nog niet het rijksbelang aangegeven. De provincies hebben nog niet hun eigen provinciale belang duidelijk geformuleerd in het kader van het opstellen van de provinciale structuurvisies. Minister Cramer wil van het IPO een standpuntbepaling over de doorwerking van de nota Ruimte in de nwro. Zij zou zelf willen aansturen op uitstel van een standpuntbepaling. 1d. Spreekrecht Hiervoor heeft zich niemand gemeld. 1e. Rondvraag Hiervoor heeft niemand zich gemeld. 1f. Europa Hierover zijn geen mededelingen te doen. 2. Kadervorming en kaderstelling 2b. Initiatiefvoorstel tracé 380 kv- verbinding Wateringen-Zoetermeer De heer SCHAAPMAN licht toe dat de Staten in oktober 2007 een motie hebben aangenomen om zorg te dragen voor een betere aanpassing van de 380 kvverbinding. 100% ondergrondse aanleg van deze leiding is onmogelijk geworden. Dit initiatiefvoorstel heeft hij gedaan om samen met de Staten en de bestuurders in de regio, de Tweede Kamer en het kabinet zodanig te kunnen bewerken dat de Pagina 3/10
landschappelijke inpassing ook hoogwaardig zal zijn. De voorkeur blijft nog steeds 100% ondergronds. Dit voorstel bevat een ondergrens voor de 380 kvverbinding. Het besluit onder 1 wil hij aanpassen door het woord minimale in te voegen. Ook wil hij het kaartje dat de voorkeur van de SGP/Cu aangeeft, aanpassen. In overleg met wethouder Van der Kamp van de gemeente Westland zal hij aan de westkant van Delft het rode lijntje inkorten voordat het in het paarse lijntje overgaat en de leiding ondergronds zou moeten gaan lopen. Het paarse lijntje wordt naar boven toe doorgetrokken. De overgang komt dan ten noorden van het Gaag-aquaduct te liggen. De heer WATERMAN denkt dat de heer Schaapman een maximale inzet om tenminste een zorgvuldige aanleg van deze verbinding te bereiken, bedoelt. De heer DIJKHOFF steunt het initiatiefvoorstel van de ChristenUnie, omdat zijn fractie vindt dat de leiding ondergronds moet lopen. De heer LOOSE is het geheel eens met de heer Schaapman dat de leiding voor 100% ondergronds moet lopen. Het Rijk is in die richting aan het bewegen. In het ontwerp-sev3 staat ook met zoveel woorden dat als er leidingen bovengronds lopen, die moeten worden gecompenseerd door iets ondergronds aan te leggen. Dus er mogen geen bovengrondse kilometers bij komen. Dit initiatiefvoorstel is een goed uitvloeisel van de provinciale inzet zoals is vastgelegd in de motie. Het moet helder zijn dat het voorstel een ondergrens aangeeft. Tussen Zoetermeer en Pijnacker ziet hij een groene lijn, die een bovengrondse verbinding inhoudt. In de stukken ziet hij dat een overgang tussen boven- en ondergrondse aanleg ook drie miljoen euro kost. Als dat stukje bovengronds moet worden aangelegd, is het misschien goedkoper om de hele lijn ondergronds aan te leggen. Bij het bekijken van het traject moet naar de locatie van het hoogspanningsstation Wateringen worden gekeken, waar ook veel over te doen is. Mevrouw VAN VIEGEN vindt het een sympathiek voorstel. Wat zijn de consequenties voor het milieu als de lijn ondergronds wordt aangelegd? Wie betaalt de 380 kv-verbinding? De heer BRANDT bedankt voor het initiatiefvoorstel van CU-SGP. D66 had ook liever gezien dat de hele verbinding ondergronds zou gaan. De fractie heeft begrip voor de politieke realiteit en ziet dat de motie in de Kamer is afgestemd. Is er ooit overwogen om de bovengrondse 150 kv-verbinding bij Tanthof Oost weg te halen als een ondergrondse verbinding wordt toegevoegd? Zou het verstandig zijn om in het gebied tussen Zoetermeer en Pijnacker de verbinding ondergronds aan te leggen en een uitruil te doen met het stuk ten westen van Tanthof West, zodat in het landelijk gebied meer open ruimte komt en aan de stadsrand meer bovengrondse aanleg? De heer WATERMAN vindt dat maximale inzet moet worden gepleegd om het hele traject ondergronds te leggen. Die optie moet in het besluit worden opgenomen. Eigenlijk wil hij dan ook twee kaartjes bij het besluit voegen. Hij heeft grote waardering voor de inzet van de heer Schaapman van CU-SGP. Ook wil hij de heer Loose complimenteren voor zijn studie in het voortraject. Het zou op de langere termijn gunstig kunnen zijn om het hele traject ondergronds te laten Pagina 4/10
lopen. Het idee van de uitruil van de heer Brandt is interessant om te bekijken. Ook moet naar de locatie van het hoogspanningsstation Wateringen worden gekeken. De heer VAN NASSAU sluit zich aan bij de vorige sprekers. Het CDA was ook teleurgesteld over de resultaten van de bespreking over de motie in de Kamer. Het mooiste zou zijn om voor een totale ondergrondse aanleg van de verbinding te blijven pleiten. Hij vraagt zich af of differentiatie van bovengrondse of ondergrondse aanleg niet de kosten benadert die door de Kamer en het kabinet als te hoog worden beschouwd. De fractie heeft grote waardering voor de heer Schaapman. Hij zou ervoor willen pleiten om een uiterste poging met alle instanties in het werk te stellen om het transformatiestation bij het Wateringse Veld in dat gebied beter in te passen. De fractie kan zich vinden in de intentie van dit voorstel van de heer Schaapman. De heer SCHAAPMAN zegt dat het principiële punt van de VVD, namelijk 100% ondergronds, door iedere fractie wordt gedeeld. Dat voorstel zal hij in het besluit onder 1 opnemen met een extra kaartje. Het nieuwe punt 2 wordt dan ook logisch door erin te zetten dat een maximale inzet wordt gepleegd door tenminste te bereiken dat tot een zorgvuldige aanleg van deze verbinding kan worden gekomen. Het groene lijntje tussen Zoetermeer en Pijnacker heeft hij in het voorstel ingetekend om aan de politieke realiteit tegemoet te komen. Als TenneT dit te duur vindt en daar ook de verbinding ondergronds wil aanleggen, kan de provincie daarmee instemmen. Als de provincie de lijn tussen Zoetermeer en Pijnacker ook ondergronds wil aanleggen, is de bewegingsruimte wel heel krap. Over de uitruil met de verbinding ten westen van Tanthof merkt hij op dat de verbinding dan heel dicht tegen het gebied mooi en vitaal Delfland aanligt. Andere milieuconsequenties heeft hij niet onderzocht. TenneT zorgt voor de aanleg van de verbinding, waarvan de kosten hoofdelijk worden omgeslagen over Nederland, zoals ook bij andere leidingen in het land gaat. Hij constateert dat het Rijk beweegt, maar dat leidt nog niet tot de aanleg van 100% ondergronds. Hij weet niet of het in Tanthof Oost technisch mogelijk is om het bestaande bovengrondse 150 kv-tracé op te heffen. Hij weet niet of het relatief eenvoudig is en een poging waard is om die beide leidingen te combineren. Spreker zal nadenken of dit veel toegevoegde waarde oplevert. Hij voelt wat voor de opmerking van de heer Van Nassau om een uiterste poging te doen om voor de situatie van het hoogspanningsstation bij het Wateringse Veld partijen bij elkaar te brengen. Hij zal als punt 3 in het besluit opnemen dat GS wordt opgedragen een uiterste poging te doen om het TenneT-station met behulp van de betrokken partijen op een beter gedragen landschappelijke manier in te passen. Gedeputeerde KOOP heeft veel waardering voor het initiatiefvoorstel. Dit initiatiefvoorstel is voor het college een steun in de rug om bij de ministers Cramer en Van der Hoeven dit belang te benadrukken. Het is goed om van de maximale inzet uit te gaan en een ondergrens aan te houden indien de maximale variant geen kans van slagen heeft. In 1998 is het bestemmingsplan voor Wateringen goedgekeurd waarin het hoogspanningsstation is opgenomen. De provincie heeft geen dwangmiddelen om daarin iets te veranderen. Het enige wat zij kan doen, is met partijen te gaan praten. De beweging bij de regering om compensatie te bieden voor bovengrondse aanleg is tot stand gekomen door druk Pagina 5/10
van de Staten en de samenleving. Het zou goed zijn als de Statenleden in de contacten met Kamerleden vanuit de eigen fracties benadrukken dat het essentieel is dat de 380 kv-leiding ondergronds komt en om af te tasten welke benedengrens zij willen aanhouden. De heer VELDHOF deelt mee dat vanmorgen een overleg is geweest tussen de provincie, stadsgewest Haaglanden en de betreffende gemeenten. Alle partijen wilden de volledige ondergrondse aanleg bepleiten. Het overleg werd gehouden als voorbereiding voor een gesprek op 13 maart met de directeur Energiezaken van het ministerie van EZ. Alle partijen willen zich aan de variant van 100% ondergrondse aanleg houden en hun andere kaarten nog niet laten zien. Hoe staat de commissie daartegenover? Het platform Zuidvleugel zal een brief laten uitgaan waarin 100% ondergrondse aanleg zal worden bepleit. De heer SCHAAPMAN deelt de mening van de partijen. Verder in het proces zal de provincie moeten bewegen. Zij zal dan de bewegingsruimte laten zien waarvan zij vindt dat die nog enigszins acceptabel is. Er is nog steeds een locatie beschikbaar waar het hoogspanningsstation ingepast zou kunnen worden. Er zou nog een poging moeten worden gewaagd voordat ook die locatie op een andere manier wordt ingevuld. Tweede termijn De heer WATERMAN zegt dat het misschien goed is om in het besluit onder 1 te wijzen op de toekomstige inzet van alle betreffende gemeenten. De potentiële alternatieve locatie voor het station kan misschien ook worden genoemd. Gekeken moet worden naar de formulering voor de maximale inzet in het besluit onder 1 en 2. Het onderscheid daartussen moet duidelijk zijn. Naar de techniek met de artificiële mol om bochten af te snijden, moet worden gekeken. De heer BRANDT vraagt of het tracé om Delft heen het meest logisch is als je hem geheel ondergronds aanlegt. Hemelsbreed lijkt het niet de meest korte afstand. De heer DIJKHOFF zegt dat het bloot leggen van je kaarten aan het begin van het traject altijd je positie verzwakt. De besluitvorming binnen de provincie vindt in openbaarheid plaats, zodat openheid betrachten onvermijdelijk is. Het besluit om de leiding voor 100% ondergronds aan te leggen, maakt voldoende duidelijk dat de provincie de gemeenten steunt. De VOORZITTER deelt mee dat de Schaapman het besluit zal aanpassen. Hij zal de locatie voor het transformatiestation noemen inclusief de suggestie om een derde kaart toe te voegen, namelijk die van de 100% ondergrondse optie. Mevrouw VAN VIEGEN merkt op dat het misschien te overwegen valt om te kijken of er onderzoek is gedaan naar de gevolgen van het milieu als de leiding ondergronds wordt aangelegd. Misschien kan daarmee het besluit worden versterkt. Pagina 6/10
De heer SCHAAPMAN deelt mee dat er een MER-procedure loopt waarin allerlei aspecten naar voren komen. Andere tracés kunnen niet bij de discussie worden betrokken, omdat die niet in de MER zijn meegenomen. Als je andere tracés in beschouwing wilt nemen, moet een MER-procedure worden gestart die nog lang zal lopen. Daarom zijn andere tracés al afgevallen. Spreker hoopt dat na de Statenvergadering de Staten samen met de betrokken gemeenten en andere partijen die heel hard strijden voor een ondergrondse aanleg in het provinciehuis bijeen kunnen komen om te bedenken hoe de Tweede Kamerleden kunnen worden bewerkt. Hij zal nog uitzoeken wie de 380 kv-verbindingen financiert. De VOORZITTER concludeert dat de commissie PS adviseert om dit onderwerp als bespreekpunt te agenderen voor de Statenvergadering van 26 maart. 3. Controle en verantwoording 3a. Langetermijnagenda De heer DIJKHOFF vindt dat agendadiscussies in het presidium moeten worden gevoerd. De heer LOOSE vraagt waarom de stukken die voor bespreking op de vergadering van 5 maart waren gepland, niet beschikbaar zijn. De VOORZITTER antwoordt dat hij over het onderwerp papier en glas informatie van GS heeft gekregen. Over dit onderwerp is op dit moment nog te weinig informatie, zodat het niet behandeld kan worden. GS verwachten dat die informatie er over zes maanden wel kan zijn. Zijn voorstel is om het onderwerp over zes maanden te agenderen. Gedeputeerde KOOP zal bij haar collega s vragen waarom de stukken niet beschikbaar zijn. Zij zal de commissie binnen een week informeren wanneer de onderwerpen op de agenda van de commissie kunnen komen en waarom die niet beschikbaar waren voor de vergadering van 5 maart. De VOORZITTER deelt mee dat Provincie Nieuwe Stijl op 9 april om 19.00 uur in de commissie MKE wordt besproken. Op 4 juni worden de financiële consequenties van Provincie Nieuwe Stijl in deze commissie besproken. Op 18 juni wordt een extra vergadering voor de bespreking van het Hoofdlijnendocument gehouden. De heer VAN NASSAU vraagt of voortaan voor de vergadering een schriftelijk voorstel met veranderingen van data en onderwerpen kan worden gestuurd, zodat iedereen zich daarop kan voorbereiden. De VOORZITTER concludeert dat in het vervolg schriftelijke informatie over wijzigingen in de langetermijnagenda aan de Statenleden zal worden gestuurd. De langetermijnagenda wordt vastgesteld. 4. Afwikkeling vorige vergaderingen en interne aangelegenheden 4a. Conceptverslag van de vergadering van woensdag 6 februari 2008 Pagina 7/10
Het verslag wordt vastgesteld. 4b. Besluitenlijst van de vergadering van 6 februari 2008 De heer VAN NASSAU mist een toezegging van de gedeputeerde dat voordat de PSV voor inspraak ter inzage wordt gelegd, zij nog het oordeel van de commissie zal vragen. De VOORZITTER heeft de toezegging van de gedeputeerde niet in het verslag kunnen terugvinden. Afgesproken is dat de commissie het ontwerp krijgt voordat het de inspraak ingaat. Als de commissie het daarmee niet eens is, moet zij dit aangeven en het eventueel voor de vergadering van PS agenderen. GS hebben de bevoegdheid om de stukken ter inzage te leggen voor inspraak, ook al hebben de Staten daarover een ander oordeel. De besluitenlijst wordt vastgesteld. 4c. Planning voor de Streekplanherziening Zuid-Holland-West, RGL- Oost en As Leiden-Katwijk De VOORZITTER zal hierover schriftelijke informatie naar de commissie sturen. 5. Stukken ter kennisname 5a. Stukken in het kader van de actieve informatieplicht van GS De stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 5b. Van derden ontvangen informatie De heer VERMEULEN denkt dat het correct is als op de brieven 6 en 7 een formeel antwoord uitgaat met als inhoud dat ze in deze commissie op de agenda hebben gestaan. De stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 5c. Overige stukken ter kennisneming Er zijn geen overige stukken ter kennisneming. 6. Sluiting De VOORZITTER sluit dit deel van de vergadering en gaat over tot de workshop. 2b. Workshop instrumentarium nwro De heer VERSTOEP houdt een PowerPointpresentatie die de commissie op papier krijgt toegestuurd. De commissie gaat in drie groepen uiteen om enkele casussen te behandelen. Pagina 8/10
Vanuit de groepen worden de resultaten van de beraadslagingen gerapporteerd. Groep 2 heeft de conclusie getrokken dat er geen algemeen recept is voor de inzet van de instrumenten. De groep is begonnen met de casus over verspreid glas. De groep vond dit een heel belangrijk onderwerp, waarin de provincie een actieve rol moet spelen. Dat heeft nogal wat financiële gevolgen en is ingrijpend voor de individuele tuinder. Bij het inzetten van het instrumentarium moet zorgvuldig te werk worden gegaan, gelet op de consequenties die het instrumentarium kan hebben. De uitvoering van het inzetten van het instrumentarium is van groot belang en het geld kan maar eenmaal worden uitgegeven. Aan de sanering van glas kan de provincie in bepaalde delen van de provincie prioriteit geven. Daarvoor wordt een ander instrumentarium ingezet dan op andere plaatsen. Datzelfde kan gelden voor het bouwen in het Groene Hart. Daarvoor kunnen andere regels gelden en andere middelen worden ingezet dan voor andere gebieden. Groep 3 is geëindigd met de realisering van 600 ha natuur, wat verband houdt met de realisering van de tweede Maasvlakte. De provincie kan daarvoor een inpassingsplan maken. Daarmee was niemand het eens. De groep wilde het in eerste instantie aan de gemeenten overlaten wegens het debat met de burgers en de locale autonomie. Pas als het daar misgaat, moet de provincie kijken of daarvoor een provinciaal plan kan worden opgesteld. In de Krimpenerwaard is een tussenvorm van toepassing. De provincie maakt een plan voor meer gemeenten. Dat wordt in vieren geknipt, zodat de plannen door de afzonderlijke gemeenteraden kunnen worden vastgesteld. De groep had wat moeite met de herstructurering van de bedrijventerreinen. Het provinciaal belang is duidelijk. Voorkomen moet worden dat te veel groene ruimte aan rode functies en bedrijventerreinen verloren gaat. Als er aanvragen komen voor nieuwe bedrijventerreinen, zal gevraagd worden wat aan herstructurering is gedaan en wat daarvoor de mogelijkheden zijn. Gemeenten zullen geen aanvragen voor bedrijventerreinen doen, maar plannen voor nieuwe bedrijventerreinen laten zien. Dan moet de provincie daarvoor een verordening van toepassing verklaren. De heer LOOSE denkt dat voor de realisering van 600 ha natuurgebied bij uitstek een inpassingsplan kan worden gebruikt. De heer TEN HAGEN antwoordt dat de groep het provinciaal belang heeft gedefinieerd. Vervolgens wordt GS gevraagd om dat zo goed mogelijk uit te voeren in overleg met de gemeenten. Uit dat overleg moet komen of de gemeenten dit zelf kunnen oplossen met subsidie of anderszins of dat het moet uitmonden in een inpassingsplan. De flexibiliteit wordt weggehaald in het geval de provincie van tevoren aangeeft hoe het provinciaal belang moet worden geregeld. De gemeenten willen best meewerken aan goed gedefinieerd provinciaal belang. Groep 1 heeft twee onderwerpen behandeld. Het eerste was verspreid glas. Men was het snel eens dat dit zeker een provinciaal belang is waarbij een verordening hoort. Daarbij werd de suggestie gegeven dat naar een gebiedsgerichte verordening kan worden gekeken, alleen voor gemeenten waar glas is. De groep vindt het belangrijk dat de verordening door gemeenten wordt nageleefd. Dat is Pagina 9/10
een zaak van GS. In het geval dat de verordening niet wordt nageleefd, is een aantal mogelijkheden aan de orde, namelijk een proactieve aanwijzing of een inpassingsplan. De proactieve aanwijzing vindt men een nuttig, maar wel een aanvullend instrument. De groep heeft bij glas en bouwcontouren gesproken over financiële uitvoerbaarheid van plannen. De opdracht van PS moet voor de gemeenten in financieel opzicht uitvoerbaar zijn. De bebouwingscontouren moeten gehandhaafd worden. In welke vorm is nog niet helder. Of handhaving in een verordening of in een bijlage bij de PSV moet worden opgenomen, is de groep nog niet duidelijk. In een aantal gevallen zouden contouren gewijzigd kunnen worden, maar daaraan zouden ontwikkelingsrechten verbonden kunnen worden om tot een financiële verevening te komen. De heer EDEL denkt dat door een verordening voor verspreid glas te maken, er veel planschade zal komen, wat voor de provincie onbetaalbaar wordt. De groep vroeg zich dan ook af of niet tot een andere indeling van de begroting moet worden gekomen als gevolg van de nwro. Er moet inzicht in de kosten en de risico s zijn die uiteindelijk de keuzes bepalen. Aan de orde is geweest of een verordening die geld kost in relatie kan worden gebracht met een andere verordening die geld oplevert. Hier is de groep nog niet uitgekomen. De Regels voor ruimte kunnen in de verordening worden opgenomen als instrument voor betaling van wat de provincie met de verordening wil realiseren. De ambities worden getemperd door de financiële paragraaf. De heer VERMEULEN vraagt zich of dat niet risicovol is. Als de provincie iets wil, moet zij dat ook waarmaken. De heer VAN DIEREN denkt dat er ook ambities zijn die geld opleveren. Als rode contouren worden verruimd, kunnen daaruit revenuen voortkomen om ambities die geld kosten mogelijk via een vereveningsfonds te financieren. De heer TEN HAGEN merkt op dat in zijn groep werd geopperd om groen- en landbouwgebied te bevriezen en alleen mee te werken aan aanpassing daarvan onder bepaalde voorwaarden. Dan dwingt de provincie niet af dat bestaand glas meteen wordt gesaneerd omdat dit geld kost. Maar hiermee wordt wel erger voorkomen. Daarna kan per perceel of kas worden bekeken hoe het glas kan worden gesaneerd. De VOORZITTER sluit de vergadering om 17.10 uur. Pagina 10/10