Structuurvisie Cultuurhistorie

Vergelijkbare documenten
ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012

De Omgevingswet: kansen en bedreigingen voor het Erfgoed

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

wijzigingstabel Erfgoedverordening gemeente Wassenaar WORDT

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Omgevingswet en Erfgoedwet; een (nieuw) kader voor cultureel erfgoed

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

Brede Afspraak Archeologie

Erfgoed en de Omgevingswet

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

Omgevingswet en Erfgoedwet: een nieuw kader voor cultureel erfgoed

Cultuurhistorie in bestemmingsplannen

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

Erfgoedverordening Amsterdam

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

Cultuurhistorie. ruimtelijk op orde

zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische

Erfgoed en de Omgevingswet 30 mei 2018

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Bescherm monumenten en erfgoed. Remon Aarts, Wim Canninga Ruimtelijke Expertise / Omgevingskwaliteit Dinsdag 18 april 2017

Omgevingswet en Historische maritieme ensembles. Voor FVEN - 17 mei door Martine van Lier

Erfgoed en de Omgevingswet 18 april Martin van Bleek

Archeologie Bouwen en verbouwen.

Thematische herziening archeologie

Bijlagen Uitvoeringsprogramma Weardefol Fryslân

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

30 MEI 2017 CULTUREEL ERFGOED EN DE OMGEVINGSWET

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september

Handleiding voor de Archeologische Monumentenkaart

Erfgoedkaart Drimmelen. deelkaart archeologie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Blad 2. Beoordeling verzoek

Monitor. Erfgoedinspectie. Monumenten en Archeologie

ROMA-bijeenkomst 23 maart 2017 CULTUURHISTORIE IN DE OMGEVINGSVISIE. Martin van Bleek adviseur cultuurhistorie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer -

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen

1. Raadsbesluit 2. Nota van beantwoording. 4. Archeologische beleidskaart

Toelichting 3. Regels 9

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Plan van aanpak nota erfgoedbeleid

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

Voorbereidingsbesluit. Cultuurhistorie Enschede. Status: Vastgesteld

UITTREKSEL CONCEPT-ARCHEOLOGIEBELEID

PRAKTIJKPRESENTATIE ERFGOEDHUIS ZUID-HOLLAND BELANGENBEHARTIGING ARCHEOLOGIE EN HANDHAVING DOOR BEVOEGD GEZAG

VERKEER EN VERVOER. Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg N23 WEST

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Erfgoedwet en Omgevingswet. November 2015

Archeologiebeleid op Walcheren

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

De Omgevingswet: nieuwe regels voor cultureel erfgoed

Buitendijks erfgoed Congresgebouw de Doelen, Leeuwarden Buitendijks erfgoed in het kust gebied en het gemeentelijk beleid

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Informatiebrochure provinciale monumentenlijst Drenthe voor eigenaren gebouwde monumenten voor Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe

RAAP-NOTITIE Archeologiebeleid. Gemeente Uitgeest

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Erfgoedverordening gemeente Houten

Ontwerpbesluit beschermd dorpsgezicht

Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de elf aardbevingsgemeenten (excl. de Stad Groningen)

Het (Boxtels) landschap is de leesbare biografie van Boxtel.

Omgevingswet SIKB Kennisdag AMvB s

Evaluatie en prioriteiten Cultuurhistorie. Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving

Nr Houten, 1 november 2005

Beoordeling van de zienswijzen op het ontwerp bestemmingsplan Hulsberg

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Handreiking. betreffende opstelling van en advisering over ruimtelijke plannen op grond van de. Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland

Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Een archeologische exploratie van wet en regelgeving

Toelichting bij de matrix erfgoed waarden borgen in het bestemmingsplan

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Monitor gemeenten monumenten en archeologie

Hoofdstuk 1. Algemeen

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Raadsvergadering van 15 december 2011 Agendanummer: 6.3. Onderwerp: Uitgangspunten en randvoorwaarden gemeentelijk Monumentenbeleid.

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

Gelselaar beschermd dorpsgezicht Wat betekent dat?

Duinkampen 23 te Paterswolde

Erfgoedverordening Tynaarlo 2010

ARCHEOLOGIE BIJ DE PROVINCIE UTRECHT. ROMA 30 januari 2014 Ivonne de Jongh

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Archeologie en cultuurhistorie

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

Handleiding voor de aanwijzing van zaken en terreinen als gemeentelijk monument en gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur

Transcriptie:

Structuurvisie Cultuurhistorie Cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS) Gemeente het Bildt Ontwerp juni 2012

GEMEENTE HET BILDT STRUCTUURVISIE CULTUURHISTORIE INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 1.1 Algemeen 2 1.2 Aanleiding tot de Structuurvisie Cultuurhistorie 2 1.3 Afbakening 2 1.4 Wat is cultuurhistorisch erfgoed 3 1.5 Status 3 2. DOELSTELLING EN UITGANGSPUNTEN 4 2.1 Formulering doelstelling 4 2.2 Algemene beleidsuitgangspunten erfgoedbeleid 4 2.3 Keuzen op hoofdlijnen 5 3. VISIE EN BELEIDSVOORNEMENS 6 3.1 Algemeen 6 3.2 Cultuurhistorische objecten 6 3.3. Historische geografie 8 3.4. Archeologische waarden 9 3.5. Samenvatting van de beleidsvoornemens/beleidsaanbevelingen 11 4. UITVOERINGSPROGRAMMA 12 4.1. Inleiding 12 4.2. Planologisch juridisch instrumentarium 12 4.3. Bestuurlijk instrumentarium 12 5. PROCEDURE 13 5.1. Inspraak en Overleg 13 5.2. Ontwerp 13 BIJLAGEN Bijlage 1: Kaartenbijlage Bijlage 2: Cultuurhistorische inventarisatie

VOORWOORD Hûs en hiem heeft de opdracht gekregen voor de ontwikkeling van erfgoedbeleid op maat voor de gemeente het Bildt. Dit beleid omvat zowel de ondergrondse archeologische waarden als de overige, bovengrondse, cultuurhistorische waarden. Het project is in fasen uitgevoerd. De eerste fase is de inventarisatiefase en heeft geresulteerd in een cultuurhistorische waardenkaart, waarbij de nadruk ligt op de historischgeografische structuren aangevuld met historisch-bouwkundige gegevens, en de archeologische waarden- en verwachtingenkaart, gebaseerd op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). Het betreft hier de inventarisatie van bekende cultuurhistorische elementen en structuren. De inventarisatie en analyse is opgenomen in bijlage 2 bij deze structuurvisie. De nadruk bij de inventarisatie ligt in eerste instantie op de bovengrondse cultuurhistorie, omdat via FAMKE al kan worden beschikt over een actueel overzicht over de archeologische potentie. De inventarisatie heeft als input gediend voor de tweede fase waardering en selectie, waarbij de cultuurhistorische essenties zijn benoemd en beschreven. Deze essenties vormen het karakteristieke beeld van het Bildt. De essenties zijn in kaart gebracht in 16 afbeeldingen (bijlage 1), welke de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) vormen. Op basis van de inventarisatie heeft de gemeente een beleidskeuze gemaakt op welke wijze om zal worden gegaan met de geïnventariseerde waarden en hoe dit vertaald dient te worden in ruimtelijke plannen. Het beleid spitst zich toe op een drietal aspecten: 1. archeologie; 2. cultuurhistorische objecten; 3. structuurbescherming. In deze structuurvisie wordt uiteengezet op welke wijze wordt omgegaan met de inventarisatiegegevens en de archeologische en cultuurhistorische waarden van het gebied. De inventarisatie waarin ook de onderzoeksmethode wordt beschreven, is in bijlage 2 bij de structuurvisie opgenomen. Het betreft een inventarisatie van het landschap en de bodemopbouw, een archeologisch overzicht, een cultuurhistorische verkenning en een beschrijving van de cultuurhistorische thema s. 1

1. INLEIDING 1.1 Algemeen Het gemeentebestuur van het Bildt heeft op basis van de Startnotitie Erfgoedbeleid 2009-2013 het besluit genomen om een integraal erfgoedbeleid te ontwikkelen. Het integraal erfgoedbeleid moet een samenhangend beleid omvatten ten aanzien van archeologische waarden, historische gebouwen & dorpskommen en historisch-geografische waarden (polderstructuur en terpenlandschap). Hierbij is gekozen om erfgoedbeleid op te stellen, waarbij naast de wettelijke taken in ruime zin ook wordt gekeken naar de meerwaarde die de ontwikkeling van erfgoed kan hebben voor de gemeente. Met het oog hierop dient het erfgoedbeleid te worden geïntegreerd in het ruimtelijk beleid van de gemeente. 1.2 Aanleiding tot de Structuurvisie Cultuurhistorie De directe aanleiding voor het opstellen van een Structuurvisie Cultuurhistorie is de Modernisering Monumentenzorg (MoMo). Het ministerie van OC&W heeft in 2009 de beleidsbrief MoMo opgesteld. De beleidsbrief geeft de nieuwe visie op de monumentenzorg weer. In november 2009 stemde de Tweede Kamer hier mee in. Het gaat om drie grote veranderingen: Cultuurhistorische belangen meewegen in de ruimtelijke ordening. Krachtige en eenvoudige regels. Herbestemmen van monumenten die hun functie verliezen. Als gevolg van MoMo is het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.6.1. lid 2 Bro) per 1 januari 2012 gewijzigd. Wat voor archeologie geldt gaat voor al het cultureel erfgoed gelden. Ingevolge het Bro dient in de toelichting van het bestemmingsplan een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (stede)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren. Mede met het oog op de op handen zijnde modernisering van de monumentenzorg heeft de gemeenteraad op 27 november 2008 het Plan van Aanpak Erfgoedbeleid 2009-2013 vastgesteld. De onderhavige structuurvisie is tot stand gekomen overeenkomstig dit Plan van Aanpak. Voorafgaand aan het opstellen van het beleid is de inventarisatie en analyse gemaakt die uitgebreid in deel 1 van aan de orde is geweest. 1.3 Afbakening Onder erfgoed kan worden verstaan: alles dat door vorige generaties is gebouwd of gemaakt en dat nu nog bestaat of kan worden hersteld en monumentale of museale waarde heeft. Op die waarden wordt in deze structuurvisie ingegaan. De huidige generaties krijgen hierdoor een beeld hoe mensen vroeger geleefd hebben. Erfgoed is van belang voor de identiteit van een samenleving. In tijden van nood kunnen liederen, teksten en kunstwerken een houvast zijn, die troost en hoop bieden. Het erfgoed versterkt het cultureel en historisch zelfbewustzijn. 2

Monumenten en kunstschatten maken een gedeeld verleden zichtbaar en versterken daarmee de culturele band tussen verschillende plaatsen. 1.4 Wat is cultuurhistorisch erfgoed De afbakening in de voorgaande paragraaf, maakt het noodzakelijk uit te leggen wat precies onder cultuurhistorisch erfgoed moet worden verstaan. Een synoniem voor het woord cultuurhistorie is beschavingsgeschiedenis. De geschiedenis van een beschaving kan bestaan uit de overblijfselen van dorpen of nederzettingen die sporen in het landschap en de bodem hebben achtergelaten. Deze overblijfselen vertellen de geschiedenis van de regio en indirect over de maatschappij en de wijze van leven van vroeger. Historische sporen kunnen heel karakteristiek zijn voor de omgeving. Door het respecteren en erkennen van de cultuurhistorische waarden blijft het karakter van het gebied bewaard, ook al vinden er op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling soms ingrijpende veranderingen plaats. De historische waarden in de gemeente het Bildt vallen in drie categorieën uiteen: 1. cultuurhistorische objecten (bovengronds gebouwde objecten); 2. historische geografie (historische dimensie van geografische verschijnselen); 3. archeologische waarden (de sporen van menselijke activiteiten in de bodem). 1.5 Status Deze structuurvisie is een beleidsstuk waarin op hoofdlijnen wordt aangeven op welke wijze in ruimtelijke plannen zal worden omgegaan met de historische geografie en de archeologische waarden. Deze structuurvisie moet dan ook worden gezien als een afwegingskader voor concrete ruimtelijke beslissingen, zoals een bestemmingsplan of een ruimtelijke onderbouwing bij een omgevingsvergunning. 3

2. DOELSTELLING EN UITGANGSPUNTEN 2.1 Formulering doelstelling Deze structuurvisie geeft aan hoe er omgegaan moet worden met de cultuurhistorische waarden binnen gemeente. Door het opstellen van beleid kan er tevens ingespeeld worden op (inter)nationale ontwikkelingen zoals: Het verdrag van Malta (Valletta) dat een betere bescherming van het bodemarchief regelt en de in verband hiermee gewijzigde Monumentenwet waarin de archeologie een grotere rol heeft gekregen; De nota Belvedere die aangeeft dat het kwaliteitsverhogend werkt als cultuurhistorie in een zo vroeg mogelijk stadium in de ruimtelijke planvorming wordt meegenomen. Het doel van deze structuurvisie is om erfgoed te verbinden met ruimtelijke opgaven. Hierbij wordt een ontwikkelingsgerichte benadering nagestreefd. Dat wil zeggen dat het beleidskader zodanig wordt opgezet dat cultuurhistorie onderdeel is van een continu proces om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving te ontwikkelen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om een stolp over het erfgoed te zetten, maar om een open en dynamisch beleidskader op te zetten, dat rekening houdt met nieuwe wensen en nieuwe ruimtelijke doelstellingen. De uitkomst van het proces is de onderhavige structuurvisie met flexibele kaders. Vanuit deze kaders kan de gemeente beschermende maatregelen nemen, wanneer deze functioneel zijn, maar niet op voorhand. Alleen de cultuurhistorische essenties zijn doorvertaald in kwaliteitscriteria, omdat deze bepalend zijn voor de ruimtelijke kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Via deze structuurvisie vindt doorwerking in bestemmingsplannen en andere ruimtelijke relevante planvormen plaats. Om die reden zijn: De hoofdlijnen van het erfgoedbeleid vastgelegd, onder andere in de vorm van cultuurhistorische verkenningen en waardestellingen (bijlage 2 bij de structuurvisie). De cultuurhistorische essenties van het Bildt vastgelegd in de vorm van een Cultuurhistorische HoofdStructuur (CHS, inclusief archeologie), welke is 16 afbeeldingen is gevisualiseerd (zie bijlage 1). Deze structuurvisie vormt tevens het integratiekader voor de verschillende facetten van het erfgoedbeleid, te weten: archeologie, historische geografie en cultuurhistorische objecten. De CHS is de visualisatie hiervan in termen van de ruimtelijke samenhang tussen de verschillende facetten. Op de CHS staan alleen de belangrijkste waarden, namelijk de cultuurhistorische essenties. 2.2 Algemene beleidsuitgangspunten erfgoedbeleid Met deze structuurvisie wordt beoogd een basis te leggen voor de bescherming en de instandhouding van cultuurhistorische elementen in de gemeente het Bildt. Deze elementen bestaan uit rijksmonumenten, beschermde gezichten (Oudebildtzijl), archeologische vindplaatsen en historische geografie. Mogelijk zal voor andere cultuurhistorische panden separaat beleid worden ontwikkeld (zie paragraaf 3.2) 4

Bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen moeten de eventuele aanwezige cultuurhistorische elementen zoveel mogelijk en in een zo vroeg mogelijk stadium worden geïntegreerd in het planvormingsproces. De gemeente heeft ook een belangrijke functie om activiteiten die van invloed zijn op de cultuurhistorische elementen te coördineren met externe partijen zoals eigenaren (gemeentelijke) monumenten, woningcorporaties, belangenorganisaties, projectontwikkelaars en het bedrijfsleven. Om deze beleidsuitgangspunten ten uitvoer te brengen zouden verschillende beleidsinstrumenten moeten worden ontwikkeld. Hierbij kan gedacht worden aan het inventariseren van aanwezige cultuurhistorische elementen. Ten aanzien hiervan is op te merken dat er wel een financieel instrument ontwikkeld moet worden waarmee de instandhouding van monumenten bij de eigenaren wordt gestimuleerd. Het moge duidelijk zijn dat er voldoende financiële middelen nodig zijn teneinde personele capaciteit aan te stellen om het beleid ten aanzien van cultuurhistorie uit te kunnen voeren. Op dit moment is er echter (nog) geen krediet beschikbaar is gesteld door de gemeenteraad. Concreet betekent dit dat de uitvoering van het beleid in de onderhavige structuurvisie vooralsnog beperkt wordt tot het op een praktische manier ten uitvoer brengen van de in de bijlage 2 bij deze structuurvisie geïnventariseerde en geanalyseerde waarden. In de toekomst kan worden gekeken of geld beschikbaar is voor een verdere invulling van het beleid. 2.3 Keuzen op hoofdlijnen Er zijn in deze structuurvisie keuzen op hoofdlijnen gemaakt, omdat het niet mogelijk is om uitgebreid in te gaan op details met betrekking tot beleidskeuzen. Het betekent dat deze structuurvisie als een kadernota moet worden beschouwd. Dat kan ook betekenen dat bepaalde onderdelen, voor zover die nog niet tegelijk met deze structuurvisie worden gepresenteerd, te zijner tijd door het college of de raad nader kunnen worden uitgewerkt. Deze structuurvisie bevat een uitgebreide inventarisatie over en analyse van de historische geografie en de archeologische waarden, die gebruikt kan worden voor een verdere uitwerking van het cultuurhistorisch beleid. Eén en ander is uiteraard afhankelijk van de beschikbare financiële middelen. 5

3. VISIE EN BELEIDSVOORNEMENS 3.1 Algemeen Herkenbare cultuurhistorische kwaliteiten zijn van groot belang voor de kwaliteit van de woonomgeving en recreatie en toerisme. Het erfgoed van de gemeente het Bildt, zoals dat in de bijlage 2 van deze structuurvisie is beschreven, bestaat uit drie elementen: 1. cultuurhistorische objecten (bovengronds gebouwde objecten); 2. historische geografie (historische dimensie van geografische verschijnselen); 3. archeologische waarden (de sporen van menselijke activiteiten in de bodem). In dit hoofdstuk wordt op deze drie elementen ingegaan en de wijze waarop dit wordt vertaald in beleid. 3.2 Cultuurhistorische objecten Inleiding Bij historische gebouwen gaat het om de architectonische kwaliteit of voormalige historische functie van een pand in zijn omgeving. Het kan hierbij gaan om monumenten, beeldbepalende of beeldondersteunende panden. De Monumentenwet van 1988 verstaat onder monumenten: 1. Alle voor tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde; 2. Terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder 1. Huidige situatie Voor het behoud van monumenten is in de gemeente het Bildt de gemeentelijke Monumentenverordening Gemeente het Bildt 2006, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 21 december 2006, van toepassing. Deze verordening regelt drie hoofdpunten: 1. de aanwijzing van zaken tot gemeentelijke monument, met inbegrip van archeologische monumenten; 2. het vergunningenstelsel voor gemeentelijke monumenten; 3. de verwijzing naar het vergunningenstelsel voor beschermde rijksmonumenten in de Monumentenwet 1988. Er is dus wel beleid aanwezig met betrekking tot het behoud van cultuurhistorische objecten. De gemeente het Bildt kent echter geen gemeentelijke monumenten, wat inhoudt dat in principe alleen rijksmonumenten en het Beschermde Dorpsgezicht Oudebildtzijl worden beschermd. De gemeente heeft op grond van de Monumentenwet 1988 namelijk een taak in de bescherming van de rijksmonumenten die zich binnen haar grenzen bevinden. In het decentrale bestel van de monumentenzorg is de gemeente het loket voor de monumenteigenaar waar ze terecht kunnen voor vergunningen en subsidies. De gemeente heeft als taak om eigenaren van rijksmonumenten voor te lichten, subsidie en vergunningsaanvragen te behandelen en hen te ondersteunen bij restauratie en onderhoud van hun monument. Tevens fungeert de gemeente als contactpersoon tussen de monumenteigenaren en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten. 6

Beleidsuitgangspunt cultuurhistorische objecten Zoals in hoofdstuk 2 al is aangegeven, kunnen de aanwezige cultuurhistorische elementen geïnventariseerd worden. In bijlage 2 vanaf pagina 68 van deze structuurvisie is een voorstel opgenomen op welke wijze dit zou kunnen plaatsvinden. Uitgangspunt voor de bescherming van cultuurhistorische objecten is en blijft de gemeentelijke Monumentenverordening Gemeente het Bildt 2006. In ruimtelijke plannen zal voor wat betreft het aspect cultuurhistorische objecten de inventarisatie van de rijksmonumenten worden meegenomen. In bijlage 2 bij deze structuurvisie is de inventarisatie van alle rijksmonumenten en (mogelijke) beschermde dorpsgezichten in de gemeente het Bildt opgenomen. Deze kan worden gebruikt voor het verwerken in de nieuw op te stellen ruimtelijke plannen. Voor het dorp Oudebildtzijl is op 26 maart 2009 het bestemmingsplan Oudebildtzijl vastgesteld. In dit bestemmingsplan is het besluit tot aanwijzing van Oudebildtzijl tot beschermd dorpsgezicht d.d. 28 maart 1991 alsmede de toelichting daarop, vertaald in een ruimtelijke regeling. Hiertoe is in dat bestemmingsplan onder meer een dubbelbestemming Waarde Beschermd dorpsgezicht opgenomen waarin de voor dat gebied specifieke te beschermen cultuurhistorische waarden zijn vastgelegd. Verder bevat de inventarisatie in bijlage 2 een inventarisatie en analyse van de nederzettingen- en de bebouwingstructuur. De bebouwingsstructuur en de cultuurhistorische essenties zijn hierbij in kaart gebracht. Deze kaarten met de daarbij behorende toelichting geven informatie geven over belangrijke cultuurhistorische elementen en structuren, hun waardering en de beleidsmatige consequenties van deze waarden. Deze kaarten vormen in feite de basis voor het integraal ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Uitgangspunt moet in ieder geval zijn dat de relevante informatie dient te worden verwerkt in de cultuurhistorische paragraaf van de toelichting van ruimtelijke plannen. Het behoud van bebouwingsstructuren kan worden vertaald in bestemmingsplannen door het leggen van specifieke bestemmingen en bouwregels die ervoor zorgen dat de structuren worden behouden. Financiële gevolgen De gemeente het Bildt kent nog geen gemeentelijke monumenten. Het inventariseren van gemeentelijke monumenten, het uitwerken van het beleid en de uitvoering van het beleid (bescherming en subsidiëring gemeentelijke monumenten) brengt de nodige kosten met zich mee. Ter uitvoering van de gemeentelijke Monumentenverordening Gemeente het Bildt 2006 is het mogelijk op basis van de bestaande MIP-inventaristielijst een selectie te maken van gemeentelijke monumenten. Het is de wens van het college om dit ten uitvoer te brengen. Er wordt dan ook voorgesteld om één en ander in de Perspectiefnota voor 2013 mee te nemen. Indien naar aanleiding van de Perspectiefnota geld ter beschikking komt, kan de inventarisatie de komende jaren ter uitvoering worden gebracht op de wijze, zoals in bijlage 2 is voorgesteld. 7

3.3. Historische geografie Inleiding De historische geografie richt zich op de wijze waarop het cultuurlandschap in de loop van de tijd is ontstaan en ontwikkeld. Zij heeft betrekking op zaken die door de mens in het verleden in het landschap zijn gecreëerd en die het karakter van een gebied bepalen. De historische geografie legt de nadruk op elementen uit het historische cultuurlandschap en hun onderlinge ruimtelijke samenhang. Ook de ruimtelijke samenhang van gebouwen binnen de streek speelt in de historische geografie een belangrijke rol. In bijlage 2 is een uitgebreide inventarisatie en analyse opgenomen van de ontstaansgeschiedenis van de geografie van het grondgebied van de gemeente het Bildt. Hierin komen de volgende sterke en karakteristieke kenmerken van het Bildtse landschap tot uitdrukking: contrast tussen het terpenlandschap en de Bildtpolders; de verwijzing naar de natuurlijke kenmerken; het bekken van de Middelzee en de kwelderwallen; geometrische inrichting van de Bildtpolders; openheid van het polderlandschap; diverse nederzettingstypen met hun eigen karakteristieken: lintbebouwing langs ontginningsassen, geconcentreerde planmatige kernen op de assenkruisen van de Middelweg, zijlnederzettingen rondom twee (voormalige) centrale zijlen en een terpnederzetting op de kwelderwal; beeldbepalende structuren die verwijzen naar de ontginningsgeschiedenis, dijken, zijlen en molens. Door deze karakteristieke elementen te behouden, kunnen oude structuren zichtbaar worden gehouden. Veranderende eisen aan de omgeving of de infrastructuur kunnen tot gevolg hebben dat oude structuren verdwijnen of worden aangetast. Door de historische verbindingen op enigerlei wijze te accentueren, blijven structuren en richtingen behouden en als zodanig stedenbouwkundig herkenbaar. Dat betekent dat ondanks een andere invulling, bepaalde waarden en structuren toch bewaard blijven. Dat geldt eveneens voor landschappelijke waarden, omdat het karakter van het landschap hierdoor in grote mate wordt bepaald. Beleidsuitgangspunt historische geografie Uitgangspunt moet in ieder geval zijn dat er in de ruimtelijke plannen aandacht moet worden besteed aan de historische geografie en mogelijk het behoud daarvan. De inventarisatie en analyse uit bijlage 2 van deze structuurvisie bevat hiervoor voldoende input. Het bestemmingsplan is een belangrijk instrumenten om historisch geografische waarden te beschermen. De CHS (met name de afbeeldingen 15 en 16) die deel uitmaakt van deze structuurvisie is hiervoor een belangrijke onderlegger. Uiteraard gaat het daarbij niet alleen om beschermen, maar ook inpassen in toekomstige ontwikkelingen. In het op 12 mei 2010 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente het Bildt is veel aandacht besteed aan de historisch-landschappelijke waarden van het buitengebied. 8

In het bestemmingsplan is dit vertaald door de landschappelijke waardevolle paden, de cultuurhistorisch waardevolle waterlopen, de dijken en de terpen specifiek te regelen. Hierdoor worden niet alleen de betreffende waarden beschermd, maar het vastleggen van deze elementen brengen direct met zich mee dat de landschapsstructuren (verkavelingspatronen e.d.) zichtbaar zijn en daardoor worden beschermd. In toekomstige ruimtelijke plannen kan op een soortgelijke wijze worden omgegaan met de historische geografie. 3.4. Archeologische waarden Inleiding Archeologie is de wetenschap van het bestuderen, onderzoeken en documenteren van sporen en resten in de bodem (de zgn. sites) van vroegere culturen om zo meer te weten te komen over de bewoningsgeschiedenis van een bepaald gebied. Deze sites herbergen belangrijke informatie over ons verleden waardoor ze voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen van belang zijn. Archeologie valt tevens onder de Monumentenwet van 1988 waarbij de volgende omschrijving gehanteerd wordt: Terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde. Huidige situatie Het verdrag van Malta (ook wel Verdrag van Valletta genoemd) beschermt het Europees archeologische erfgoed. Nederland ondertekende dit verdrag van de Raad voor Europa in 1992. De uitgangspunten van het verdrag zijn: Archeologische waarden zoveel mogelijk behouden in de bodem. Vroeg in de ruimtelijke ordening al rekening houden met archeologie. Bodemverstoorders betalen archeologisch vooronderzoek en een mogelijk vervolgonderzoek of de kosten van de opgraving. Het verdrag heeft een vertaling in de Nederlandse wet gekregen doordat op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking is getreden. De nieuwe wet houdt een omvangrijke aanpassing in van de oude Monumentenwet uit 1988 in verband met de archeologische monumentenzorg. De zorgplicht voor het archeologisch erfgoed is uitgewerkt in de monumentenwet, de Wet op de Archeologische Monumentenzorg, en daaruit voortvloeiende wijzigingen in de Ontgrondingenwet, de Wet milieubeheer, de Woningwet, Wet ruimtelijke ordening en de Wat algemene bepalingen omgevingsrecht. De Wet op de Archeologische Monumentenzorg regelt: De bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem. Het inpassen van archeologisch erfgoed in de ruimtelijke ordening. De financiering van onderzoek: de veroorzaker betaalt. Ook het provinciaal beleid voor de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht om waardevolle archeologische vindplaatsen te behouden in de bodem. Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de Nota Erfgoed 2010-2013. 9

Archeologisch onderzoek wordt in principe geadviseerd bij ruimtelijke plannen, als bodemingrepen plaats vinden in ongeroerde grond op plaatsen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). Bij het ontwikkelen van plannen is het van belang de FAMKE te gebruiken. De provincie Fryslân gebruikt deze kaart bij advisering en beoordeling van (herziening of wijziging van) bestemmingsplannen, en het verlenen van ontgrondingsvergunningen. Bij een groot aantal wettelijke taken van de provincie is veelal de gemeente bevoegd gezag, in sommige gevallen ligt het bevoegd gezag formeel bij de provincie. Dit betreft projecten die gemeentegrenzen overschrijden, bij de verlening van ontgrondingsvergunningen en MER-plichtige ingrepen. Instrumenten voor het behoud van archeologische waarden De nieuwe wetgeving rond archeologie hebben tot gevolg, dat in ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden met de aanwezige archeologische waarden. De gemeente heeft op grond hiervan een zorgplicht voor het archeologische bodemarchief. Dit betekent dat archeologie één van de afwegingen is in het proces van de ruimtelijke ordening en de gemeente verplicht is de verantwoordelijkheid voor archeologische monumentenzorg zelfstandig op zich te nemen en een archeologiebeleid te ontwikkelen. Het opstellen van een archeologiebeleid gaat buiten het bestek van deze structuurvisie. Ten aanzien hiervan het volgende. In opdracht van de Werkgroep Archeologie in Fryslân is in 2010-2011 een standaard Nota Archeologie voor de Friese gemeenten vervaardigd. De gemeente kan deze nota gebruiken ten behoeve van het gemeentelijk archeologiebeleid. In deze nota Archeologie Friese gemeenten, 2011-2015 wordt een aantal onderwerpen aangesneden, waar nog beslissingen over genomen moeten worden of die in de nota nog een nadere uitwerking behoeven. Speerpunten daarbij zijn de uitvoering van het gemeentelijke archeologiebeleid en de samenwerking met de provincie op het gebied van de archeologische monumentenzorg. Uitgangspunt van de provincie is dan ook om de FAMKE samen met de gemeenten te onderhouden en ook gemeentelijk beleid op de FAMKE op te nemen. In dat kader kunnen verbeteringen of aanvullingen worden aangebracht op de kaart en kan de kaart geactualiseerd worden aan de hand van tot nu toe uitgevoerde archeologische onderzoeken. Op dit moment wordt het toekomstige gemeentelijk archeologische voorbereid. Er moet derhalve nog een keuze worden gemaakt om op basis van de bestaande provinciale FAMKE-kaart (zie ook de CHS, afbeeldingen 1 tot en met 3 van bijlage 1 bij deze structuurvisie) een gemeentelijke kaart worden gemaakt. In het kader van de inventarisatie ten behoeve van deze structuurvisie is overigens besloten alleen gebruik te maken van de FAMKE. Uitgangspunt is in ieder geval om zowel de bekende archeologische waarden/terreinen als de archeologische verwachtingswaarden middels bestemmingsregels te beschermen. 10

3.5. Samenvatting van de beleidsvoornemens/beleidsaanbevelingen Kernpunten van het erfgoedbeleid Verbetering van de omgang met erfgoed als historische bouwkunst, historische structuren, archeologie. Bredere bescherming van cultuurhistorisch erfgoed met als uitgangspunt behoud door ontwikkeling. Het aanwijzen van panden tot gemeentelijk monument en het herformuleren van het subsidiebeleid indien financieel haalbaar. Algemene beleidsvoornemens: Het erfgoedbeleid moet stimulerend en financieel haalbaar zijn. Het erfgoedbeleid richt zich niet alleen op de gebouwde omgeving, maar ook op het behoud van karakteristieke elementen in het landschap en historische structuren (CHS, afbeelding 16 van bijlage 1). Historische karakteristieken van de bebouwing moeten worden gehandhaafd (CHS, afbeelding 15 van bijlage 1). De in 2006 vastgestelde Monumentenverordening gemeente het Bildt wordt toegepast op de gemeentelijke monumenten, indien de keuze wordt gemaakt om over te gaan tot de aanwijzing van deze monumenten. Er wordt bekeken of één en ander kan worden meegenomen in de Perspectiefnota 2013. Bij ontwikkelen van ruimtelijke plannen worden de AMK-terreinen en de FAMKE als uitgangspunt gebruikt (CHS, afbeeldingen 1 tot en met 3 van bijlage 1). Er wordt een archeologiebeleid ontwikkeld in samenwerking met de provincie in combinatie met één of meer gemeenten. 11

4. UITVOERINGSPROGRAMMA 4.1. Inleiding De Structuurvisie Cultuurhistorie is een strategisch beleidsdocument met een uitvoeringspakket, waarin de gemeente haar beleid vastlegt en inzicht biedt in de wijze waarop zij haar voornemens denkt te realiseren. Daarbij horen uitvoeringsmaatregelen die bestaan uit een mix van technische, bestuurlijke en juridische maatregelen met de daarbij behorende uitvoeringshandelingen en besluiten. De structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het cultuurhistorisch beleid van de gemeente het Bildt aan. De Wet ruimtelijke ordening vereist dat in de structuurvisie ook wordt aangegeven op welke manier de gemeenteraad zich voorstelt de voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken. Vele factoren bepalen in hoeverre de voorgestelde beleidsvoornemens in de Structuurvisie Cultuurhistorie haalbaar zijn of niet. De mate waarin voorstellen voor projecten in deze structuurvisie worden opgepakt, heeft voornamelijk te maken met de financiële haalbaarheid en de capaciteit van het gemeentelijke apparaat. De structuurvisie biedt aanknopingspunten voor het uitvoeren van beleid met betrekking tot cultuurhistorische objecten, historische geografie en archeologie, maar functioneert ook als een beleidsdocument, waarmee bij nieuwe ontwikkelingen rekening moet worden gehouden. Zoals gezegd beschrijft de structuurvisie de hoofdlijnen van het beleidsvoornemen op welke wijze met erfgoed om te gaan in met name ruimtelijke plannen. Het bieden van inzicht inzake de uitvoerbaarheid van die beleidsvoornemens biedt zekerheid over de uitvoering zowel in de richting van het gemeentebestuur als in de richting van degenen die direct of indirect te maken hebben met cultuurhistorische belangen (bijvoorbeeld eigenaren monument, agrariërs) 4.2. Planologisch juridisch instrumentarium Ruimtelijke plannen, met name bestemmingsplannen, zijn de instrumenten om in planologisch juridische zin het cultuurhistorisch beleid te vertalen. Voor de gemeente het Bildt zullen nieuwe bestemmingsplannen concrete uitgangspunten bevatten op welke wijze moet worden omgegaan met de cultuurhistorische waarden van een gebied. 4.3. Bestuurlijk instrumentarium Naast de planologisch juridische instrumenten, zijn er ook bestuurlijke instrumenten die kunnen worden ingezet om de beleidsdoelen van de structuurvisie dichterbij te kunnen brengen. In dit kader kan worden gedacht aan subsidies c.q. stimuleringsbijdragen. Om behoud van cultuurhistorische objecten te kunnen waarborgen of stimuleren, kunnen subsidies of stimuleringsbijdragen worden ingezet. Dit houdt wel in dat er geld beschikbaar moet zijn om dit beleid uit te kunnen werken. 12

5. PROCEDURE 5.1. Inspraak en Overleg In het kader van en zorgvuldige voorbereiding heeft de inventarisatie en analyse (bijlage 2) van de structuurvisie ter inzage gelegen. Dit nadat de gemeenteraad in haar vergadering van 12 mei 2010 de nota vrij had gegeven voor de inspraak. Op 16 juni 2010 is bekendgemaakt dat de nota tot 29 juli 2010 ter inzage lag op het gemeentehuis en de bibliotheek te St.-Annaparochie. Tijdens deze periode zijn geen inspraakreacties ingekomen. Thans is de inventarisatie en de analyse uitgewerkt in het onderhavige beleidsdeel waarin in feite is vertaald op welke wijze met de inventarisatie en analyse van de cultuurhistorische waarden moet worden omgegaan in de gemeente ruimtelijke plannen. Dit beleidsdeel zal samen is samen met de inventarisatie en analyse, (opnieuw) in de inspraak gebracht (van ). Er zijn geen inspraakreacties ingekomen. Tevens is de onderhavige voorontwerp-structuurvisie in het kader van het Overleg ex artikel 2.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aan de provincie, het Wetterskip Fryslân, Hûs & Hiem, Archeologische Steunpunten Fryslân en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voorgelegd. Reacties zijn ontvangen van het waterschap en Hûs & Hiem. Beide instanties hadden geen inhoudelijke opmerkingen ten aanzien van de voorontwerp-structuurvisie. 5.2. Ontwerp PM 13