Raadsvoorstel Nr. 2012-010 Houten, 7 februari 2012 Onderwerp: Verordeningen Wet werk en bijstand aangepast op de wet aanscherping WWB Beslispunten: 1. De vier gewijzigde verordeningen en de nieuwe verordening maatschappelijk participatie schoolgaande kinderen vast te stellen, te weten: - afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ - participatieverordening - verordening langdurigheidstoeslag - toeslagenverordening - verordening participatie schoolgaande kinderen Samenvatting: Op 1 januari 2012 trad de Wet Aanscherping WWB in werking. De belangrijkste wijzigingen zijn dat er grotere nadruk ligt op eigen verantwoordelijkheid van de burger in de voorziening in het bestaan door aanscherping van de verplichtingen, het activerende karakter en de vangnetfunctie van de Wet werk en bijstand (WWB) zijn versterkt. De doelgroep voor gemeentelijk minimabeleid wordt beperkt. Deze uitgangspunten leiden ertoe dat het wettelijke bijstandsregime substantieel van inhoud verandert. Mede door de intrekking van de Wet investeren in Jongeren (WIJ) per 1 januari 2012 hebben de genoemde ontwikkelingen aanzienlijke consequenties voor het gemeentelijk beleid. De huidige WWB-verordeningen moeten onder andere adequaat voorzien in het regeltechnisch kader voor jongeren. De beleidswijzigingen zijn in de vier bestaande WWB-verordeningen doorgevoerd. Daarnaast is een verordenings plicht gecreëerd voor de maatschappelijke participatie van kinderen. De vijf verordeningen zijn als bijlagen bij dit collegevoorstel gevoegd. Inleiding: Op 1 januari 2012 trad de Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (kortweg: Wet Aanscherping WWB) in werking. Uitgangspunten van deze wetswijziging zijn: Grotere nadruk op eigen verantwoordelijkheid van de burger in de voorziening in het bestaan; Versterking van het activerende karakter en de vangnetfunctie van de Wet werk en bijstand (WWB); Aanscherping van de verplichtingen voor bijstandsgerechtigden; Beperking van de doelgroep voor gemeentelijk minimabeleid. Deze uitgangspunten leiden ertoe dat het wettelijke bijstandsregime substantieel van inhoud verandert en verordeningen daarop aangepast moeten worden. Zo gaat voor jongeren een wettelijke zoektijd van vier weken gelden en hebben zij, anders dan onder het regime van de Wet investeren in jongeren (WIJ), geen recht meer op een werkleeraanbod, maar op begeleiding bij de vormgeving van hun eigen verantwoordelijkheid op weg naar economische zelfstandigheid.
-2- Een belangrijke wijziging in de regelgeving betreft voorts het afschaffen van de bijstand voor inwonende meerderjarige kinderen en ouders apart. Er is een toets op het huishoudinkomen gecreëerd. Ook worden enkele nieuwe verplichtingen in de WWB opgenomen en wordt de doelgroep voor het minimabeleid beperkt tot de groep minima met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Daarnaast is een verordenings plicht gecreëerd voor de maatschappelijke participatie van kinderen. De wijzigingen in de verordeningen worden per verordening toegelicht. Verordening participatie schoolgaande kinderen De regering heeft er voor gekozen om de gemeenteraden voor te schrijven dat zij gehouden zijn een verordening op te stellen voor maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Maatschappelijke participatie van kinderen is van groot belang met het oog op een zelfredzame toekomst. In dat verband is het gewenst dat inkomensondersteuning ten behoeve van die participatie rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede komt. Om die reden verdient een verstrekking in natura de voorkeur boven een geldbedrag. De maatregelen ter bevordering van kinderparticipatie zijn onder andere gevonden bij regelingen buiten de WWB, in de U-pas en bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten. De verordening krijgt op voorhand geen structureel karakter. Voor de verlening van individuele en categoriale bijzondere bijstand is voorzien in een wettelijk toetsingskader. De voorzieningen buiten de WWB zijn ondergebracht in specifieke beleidsnota s. Het is voldoende om naar de verschillende voorzieningen te verwijzen in deze verordening. Hiermee wil het kabinet transparantie in gevoerd beleid voor participatie van schoolgaande kinderen bereiken. Overgangssituatie De Wetswijziging is op 20 december 2011 door de Eerste kamer vastgesteld en trad per 1 januari 2012 in werking. De WIJ-ers vallen per 1 januari onder het regime van de WWB en daarom moeten alle gewijzigde verordeningen met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 in gaan. De WIJ-verordeningen vervallen van rechtswege. Er is een overgangssituatie ontstaan tussen de inwerkingtreding van de WWB 2012 en de vaststelling van de verordeningen. De klanten mogen geen negatieve effecten ervaren tijdens de overgangssituatie. In de uitvoering zal de vergelijking worden gemaakt tussen het oude en nieuwe beleid. De keuze per situatie wordt zo gemaakt dat er geen nadelig effect voor de klant zal zijn. De overgangssituatie geldt voor een beperkt aantal situaties. Er is een wettelijk overgangsrecht (WWB hoofdstuk 7a - Overgangsrecht). De meeste wijzigingen hebben pas effect na afloop van het overgangsrecht en na vaststelling van de verordeningen. Beoogd effect: Met het vaststellen van de gewijzigde verordeningen en de nieuwe verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen voldoet de gemeente aan de wettelijke verplichting die voortkomt uit de inwerkingtreding van de Wet aanscherping WWB. Een aantal beleidskeuzes dat alleen voor de WIJ-ers was gemaakt is opgenomen in de WWB-verordening. Het gekozen beleid gaat voor alle klanten gelden, ook voor degene van 27 jaar en ouder. Argumenten: 1.1 De huidige WWB-verordeningen moeten adequaat voorzien in het regeltechnisch kader voor jongeren Doordat de WIJ wordt ingetrokken vervallen WIJ-verordeningen per 1 januari 2012 van rechtswege. Jongeren vallen door de wetswijziging voortaan onder het WWB-regime. 1.2 Herdefiniëring van de gehuwdennorm naar gezinsnorm Door herdefiniëring van de leefvormen en de totstandkoming van de huishoudtoets hebben meerderjarige kinderen en ouders nog slechts gezamenlijk recht op bijstand en treffen misdragingen van deze belanghebbenden het gezamenlijk inkomen.
1.3 Er zijn vier nieuwe verplichtingen in de WWB opgenomen De nieuwe verplichtingen voor de bijstandsgerechtigden hebben gevolgen voor het afstemmingsbeleid en het re-integratiebeleid. 1.4 De normering van het gemeentelijk minimabeleid tot maximaal 110% van de bijstandsnorm Dit heeft gevolgen voor de doelgroepomschrijving in de verordening langdurigheidstoeslag. -3-1.5 Verplicht op grond van artikel 8 WWB. De raad krijgt door de wijziging van artikel 8 WWB de opdracht om bij verordening de regels vast te stellen met betrekking tot maatschappelijk participatie schoolgaande kinderen. Participatie: De verordeningen zijn in overleg met de cliëntenraad Werk en Inkomen aan de leden aangeboden op het moment dat het collegevoorstel is ingediend. In de interne vergadering van 30 januari 2012 zal een ambtenaar een toelichting geven. De verordeningen worden in de overlegvergadering van 9 februari 2012 met de wethouder besproken. Communicatie: De belanghebbenden worden, na vaststelling door de Raad, geïnformeerd via de website, de gemeenterubriek en de nieuwsbrief van Sociale Zaken. Financiën: Vanwege de wetswijziging heeft het kabinet een bezuiniging van 78 miljoen doorgevoerd. De bezuiniging is al vertaald naar de gemeentelijke budgetten en in onze begroting 2012 verwerkt. De WWB moet met minder geld uitgevoerd worden. De gewijzigde verordeningen komen voort uit de wetswijziging en van rijkswege doorgevoerde bezuinigingen. 2011 2012 verschil Uitkeringsbudget (I-deel) 3.967.834,-* 4.089.201,-** +.121.367,- Re-integratiebudget (W-deel) 848.051,- 385.007,- - 463.044,- *definitief vastgestelde budget **voorlopige vaststelling. In september 2012 wordt het budget definitief vastgesteld Houten, 7 februari 2012 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten de secretaris, de burgemeester, J. Wiegel C.H.J. Lamers Bijlagen bij dit voorstel ter inzage: - Brief cliëntenraad d.d. 31 januari 2012 Meegezonden bijlagen bij dit voorstel: 1. Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2. Participatieverordening 3. Verordening langdurigheidstoeslag 4. Toeslagenverordening 5. Verordening participatie schoolgaande kinderen 6. Wijzigingen per verordening
-4-
-5- Raadsbesluit Nr. 2012-010 De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 februari 2012 nr. BWV12.0042 gelezen en besluit; 1. De vier gewijzigde verordeningen en de nieuwe verordening maatschappelijk participatie schoolgaande kinderen vast te stellen, te weten: - afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ - participatieverordening - verordening langdurigheidstoeslag - toeslagenverordening - verordening participatie schoolgaande kinderen Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 27 maart 2012. De raad van de gemeente Houten, de griffier, de voorzitter, P.M.H. van Ruitenbeek C.H.J. Lamers