Bericht aan de opdrachtgevers en aannemers Bewakingssector Inleiding De bepalingen van de artikelen 402 en 403 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) werden gewijzigd door de programmawet van 27 april 2007 en door de programmawet (I) van 29 maart 2012. Deze bepalingen, die hierna worden verduidelijkt, zijn van kracht geworden op 1 september 2013 voor wat betreft de ondernemingen uit de bewakingssector. Terminologie Hoe deze woorden te interpreteren: 1 Werken: de door de Koning in het artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikelen12, 30bis en 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders bepaalde activiteiten of werkzaamheden in de sector van de bewakings- en/of toezichtsdiensten;; 2 Opdrachtgever: éénieder die de opdracht geeft om werken uit te voeren of te laten uitvoeren tegen een prijs; er valt op te merken dat de opdrachtgever natuurlijke persoon die werken laat uitvoeren voor louter privédoeleinden niet bedoeld wordt door de bepalingen van de artikelen 402 en 403, WIB 92; 3 Aannemer: -éénieder die zich tegen betaling er toe verbindt om werken uit te voeren of laten uit te voeren voor rekening van een opdrachtgever ; - elke onderaannemer in verhouding tot alle volgende tussenkomende onderaannemers. 4 Onderaannemer: éénieder die zich rechtstreeks of onrechtstreeks tegen betaling, in welk stadium dan ook, er toe verbindt de werkzaamheden of een gedeelte ervan die aan de aannemer werden toevertrouwd, uit te voeren of te laten uitvoeren of met het oog hierop arbeiders ter beschikking te stellen. Bedoelde werken Artikel 1 van het Koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van de artikelen 12, 30bis en 30ter van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders bepaalt: Voor de sector van de bewakings- en/of toezichtsdiensten zijn de in artikel 400, 1, b, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en artikel 30ter, 1, 1, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, bedoelde werken of diensten de activiteiten en diensten beschreven in het koninklijk besluit van 7 november 1983 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten en tot vaststelling van het aantal leden ervan. Artikel 1 van het Koninklijk Besluit van 7 november 1983 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakings- en of toezichtsdiensten en tot vaststelling van het aantal leden ervan bepaalt: Onder bewakings- en of toezichtsdienst verstaat men het permanent, tijdelijk of occasioneel verrichten van bewakings- en of toezichtsprestaties, zoals preventieve-, actieve prestaties, prestaties ter plaatse of op afstand, met of zonder technische middelen, met betrekking tot personen, roerende of onroerende goederen, plaatsen of evenementen. Worden onder meer beschouwd als bewakings- of toezichtsactiviteiten: 1. de activiteiten bedoeld in de reglementering over de bewakingsondernemingen; 2. de monitoring, preventief toezicht en of toezicht op afstand van personen, goederen en of installaties, met of zonder hulp van technologische middelen. Het paritaire comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten is eveneens bevoegd voor de ondernemingen die waarden of daarmee gelijkgestelde documenten vervoeren en/of behandelen en/of begeleiden en voor de ondernemingen die bewakings- en/of toezichtsdiensten
verrichten voor het Belgisch leger of voor buitenlandse strijdkrachten die krachtens een wet op Belgisch grondgebied gelegerd zijn of er doorheen trekken. Volgende activiteiten worden aldus beoogd door de reglementering: - toezicht op en bescherming van roerende of onroerende goederen; - bescherming van personen; - toezicht en/of bescherming bij het vervoer van goederen; - vervoer van geld of van door de Koning bepaalde goederen, andere dan geld, die omwille van hun kostbaar karakter of hun bijzondere aard aan bedreiging onderhevig zijn; - beheer van een geldtelcentrum; - bevoorrading, bewaking bij werkzaamheden aan biljettenautomaten en onbewaakte werkzaamheden aan biljettenautomaten indien er toegang mogelijk is tot de geldbiljetten of geldcassettes; - beheer van een alarmcentrale; - toezicht op en controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet publiek toegankelijke plaatsen; - verrichten van vaststellingen die uitsluitend betrekking hebben op de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die zich bevinden op het openbaar domein, in opdracht van de bevoegde overheid of van de houder van een overheidsconcessie; - begeleiden van groepen van personen met het oog op de verkeersveiligheid; - begeleiden van uitzonderlijke voertuigen met het oog op de verkeersveiligheid. Subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid De opdrachtgever of de aannemer die voor de bedoelde werken beroep doet op een aannemer of een onderaannemer die belastingschulden heeft op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingschulden van zijn medecontractant De hoofdelijke aansprakelijkheid wordt beperkt tot 35 % van de totale prijs van de werken of activiteiten, exclusief belasting over de toegevoegde waarde,die aan de aannemer of aan de onderaannemer werden toevertrouwd. Zij kan worden aangewend voor de betaling in hoofdsom, verhogingen, kosten en interesten,ongeacht hun datum van vestiging, van de volgende schulden die bestaan op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst: 1 alle schulden inzake directe en met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen; 2 alle schulden inzake voorheffingen; 3 de buitenlandse belastingschuldvorderingen waarvoor in het kader van een internationale overeenkomst de invorderingsbijstand is gevraagd; 4 de niet betaalde bedragen in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 402, WIB 92. Sommen voor dewelke een behoorlijk gerespecteerd afbetalingsplan bestaat en schulden in de opschorting gedurende de periode van opschorting zoals voorzien in de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, worden niet als schulden beschouwd. De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt ook voor de belastingschulden van de vennoten van een tijdelijke handelsvennootschap, een stille handelsvennootschap of een maatschap die optreedt als aannemer of onderaannemer. Ze geldt ook voor de belastingschulden van de aannemer of van de onderaannemer die ontstaan in de loop van de uitvoering van de overeenkomst De hoofdelijke aansprakelijkheid in hoofde van de opdrachtgever of de aannemer geldt niet als de bij artikel 30ter, 2 van de wet van 27 juni 1969 (ter herziening van de besluitwet van 28
december 1944 m.b.t. de maatschappelijke zekerheid der arbeiders) bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid reeds wordt toegepast in hoofde van dezelfde opdrachtgever of aannemer. De hoofdelijke aansprakelijkheid wordt niet toegepast wanneer de hierna bedoelde inhouding en storting correct geschiedden bij elke betaling van de gehele of gedeeltelijke prijs van de werken aan een aannemer of een onderaannemer die op het ogenblik van de betaling belastingschulden heeft. Indien de hierna bedoelde inhouding en storting niet correct geschiedden bij elke betaling van de gehele of gedeeltelijke prijs van de werken aan een aannemer of een onderaannemer die op het ogenblik van de betaling belastingschulden heeft, worden de eventueel gestorte bedragen in mindering gebracht van het bedrag waarvoor de opdrachtgever of de aannemer verantwoordelijk is gesteld bij het toepassen van de hoofdelijke aansprakelijkheid. De programmawet van 29 maart 2012 heeft de subsidiaire ketenaansprakelijkheid (her)ingevoerd die van toepassing is wanneer de volgende drie voorwaarden vervuld zijn: 1 op het ogenblik van de afsluiting van het contract heeft de onderaannemer fiscale schulden (m.a.w. is onderworpen aan inhoudingsplicht); 2 ook op het ogenblik van de betaling van de factuur door de medecontractant heeft de onderaannemer fiscale schulden (m.a.w. is onderworpen aan inhoudingsplicht); 3 de medecontractant laat na om de inhouding toe te passen op de factuur en deze te storten op de rekening van het Ontvangkantoor der directe belastingen en bijzondere ontvangsten inkomsten van Brussel 3. Praktisch gezien wordt eerst de rechtstreekse hoofdelijke aansprakelijkheid tussen de twee medecontractanten toegepast. De subsidiaire aansprakelijkheid bestaat erin dat indien het gevorderde bedrag van de hoofdelijke aansprakelijkheid niet betaald wordt, de aannemer, alsook iedere tussenkomende onderaannemer, hiervoor hoofdelijk aansprakelijk zullen zijn. De aansprakelijkheid wordt in chronologische volgorde toegepast ten opzichte van de in een voorafgaand stadium tussenkomende aannemers, wanneer de aannemer-opdrachtgever nagelaten heeft de bij hem gevorderde sommen binnen dertig dagen na de betekening van een dwangbevel te vereffenen. Verplichting tot inhouding De opdrachtgever of de aannemer die een deel of het geheel van de prijs van de bedoelde werken aan een aannemer of een onderaannemer betaalt die op het ogenblik van de betaling belastingschulden heeft, is verplicht bij die betaling 15 p.c. van het door hem verschuldigde bedrag, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, in te houden en te storten aan de ontvanger van het speciaal ontvangkantoor van de Directe Belastingen (zie hierna). In voorkomend geval worden de inhoudingen en stortingen beperkt tot het bedrag van de schulden van de aannemer of van de onderaannemer op het ogenblik van de betaling. De toepassing Verplichting tot inhouding stelt de betrokken personen in staat vast te stellen of de hiervoor vermelde verplichting tot inhouding en storting van toepassing zijn op de door een welbepaalde vennootschap uitgevoerde bedoelde werken. Wanneer de opdrachtgever of de aannemer, met behulp van de toepassing, vaststelt dat hij de in bedoelde inhoudingen moet doen, en: - dat de factuur minder bedraagt dan 7.143,00 (exclusief BTW), moet hij overgaan tot de hiervoor vermelde inhouding en storting van 15% van het verschuldigde bedrag (exclusief BTW); - dat de factuur méér bedraagt of gelijk is aan 7.143,00 (exclusief BTW), verzoekt hij zijn medecontractant een attest voor te leggen waaruit het bedrag van zijn schuld blijkt. Het attest in kwestie houdt rekening met de schuld op de datum van de dag dat het werd opgemaakt. Het is geldig gedurende de 20 dagen die volgen op de afgifte door de bevoegde ontvanger. Indien de schuld kleiner is dan de in principe uit te voeren inhouding, moet de storting beperkt worden tot het bedrag van de schuld. Als de schuld op het attest groter is dan de in principe uit te voeren inhouding, of indien het attest door de medecontractant niet wordt voorgelegd binnen de maand van het verzoek, moet er een storting gebeuren van 15% van het verschuldigde bedrag (exclusief BTW). Voorbeelden : Bedrag exclusief BTW Bedrag van de schuld op Te verrichten storting
van de factuur het attest 5.000,00 (zonder voorwerp) 750,00 10.000,00 1.200,00 1.200,00 (10.000,00 x 15 p.c. = 1.500,00, beperkt tot 1.200,00 ) 10.000,00 2.000,00 1.500,00 Het ingehouden bedrag dient tegelijkertijd gestort te worden met de betaling aan de aannemer of de onderaannemer op het rekeningnummer: IBAN BE33 6792 0023 2046 BIC PCHQBEBB Ontvangkantoor der directe belastingen te Brussel 3 en bijzondere ontvangsten, Kruidtuinlaan 50, bus 3110, 1000 Brussel (tel.: 0257/715 60).. met de volgende vermeldingen: - ondernemingsnummer van de aannemer of de onderaannemer - bedrag en datum van de factuur waarop de storting betrekking heeft - naam van de aannemer. De persoon die de storting doet, zendt aan het ontvangkantoor op het volgende correspondentieadres een kopie van de factuur waarop de betaling betrekking heeft: Ainv-Arec Voorstraat 43 3500 Hasselt Sanctie Als de voorziene storting niet werd verricht, wordt het verschuldigde bedrag verdubbeld en binnen de in artikel 354, WIB 92 bedoelde termijn als administratieve boete ten name van de overtreder ingekohierd. Inhoudingsplicht: JA uw factuur bedraagt minder dan 7.143, exclusief BTW Bij de betaling van de factuur, dient u 15% van het factuurbedrag exclusief BTW in te houden en het ingehouden bedrag tegelijkertijd met de betaling van de factuur aan uw aannemer of onderaannemer te storten op rekeningnummer: IBAN BE33 6792 0023 2046 BIC PCHQBEBB van het ontvangkantoor der bijzondere ontvangsten. met volgende vermeldingen (artikel 207, derde lid van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992); - het ondernemingsnummer van de aannemer of de onderaannemer - bedrag en datum van de factuur waarop de storting betrekking heeft - naam van de aannemer of de onderaannemer. De persoon die de storting doet, zendt een kopie van de factuur waarop de betaling aan het ontvangkantoor betrekking heeft aan het correspondentieadres: Ainv-Arec Voorstraat 43 3500 Hasselt
Voor verdere informatie kan u zich wenden tot het lokale ontvangkantoor (bevoegd voor de aannemer of onderaannemer) OPGELET: De beslissing «JA» is slechts geldig op de dag van de raadpleging. De aannemer of de onderaannemer kan op elk ogenblik overgaan tot de betaling van zijn fiscale schuld of een afbetalingsplan hebben verkregen dat hij naleeft. Indien u de factuur niet betaalt op de dag van de raadpleging, moet u de website terug raadplegen op het ogenblik van de effectieve betaling van de factuur. Inhoudingsplicht: JA uw factuur bedraagt meer dan of is gelijk aan 7.143, exclusief BTW Teneinde in voorkomend geval het in te houden bedrag te beperken tot de bestaande schuld op het ogenblik van de betaling van de factuur,dient u aan uw aannemer of onderaannemer een attest te vragen waaruit het bedrag van zijn schuld blijkt. Het afgeleverde attest is geldig gedurende 20 dagen volgend op de afgifte door de bevoegde ontvanger. Indien de betaling van de factuur geschiedt tijdens deze periode: - en het bedrag van de schuld dat vermeld staat op het attest minder is dan 15% van de factuur, exclusief BTW, moet de inhouding en de storting beperkt worden tot het bedrag dat voorkomt op het attest (zie hierna); - en het bedrag van de schuld dat vermeld staat op het attesthoger is dan 15% van de factuur, exclusief BTW, moet de inhouding en storting 15% bedragen van de totale factuurwaarde, exclusief BTW. (zie hierna). Voorbeelden : Bedrag exclusief BTW van de factuur OPGELET: Bedrag van de schuld op het attest Te verrichten storting 10.000,00 1.200,00 1.200,00 (10.000,00 x 15 p.c. = 1.500,00, beperkt tot 1.200,00 ) 10.000,00 2.000,00 1.500,00 Indien de aannemer of de onderaannemer bevestigt dat zijn fiscale schulden hoger zijn dan de in principe uit te voeren inhoudingen, of indien het attest door aannemer of de onderaannemer niet wordt voorgelegd binnen de maand na de aanvraag, moet er een storting gebeuren van 15% van het verschuldigde bedrag, exclusief BTW. Het ingehouden bedrag dient tegelijkertijd met de betaling aan de aannemer of aan de onderaannemer gestort te worden op rekeningnummer: IBAN BE33 6792 0023 2046 BIC PCHQBEBB van het ontvangkantoor der bijzondere ontvangsten. met volgende vermeldingen (artikel 207, derde lid van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992): - het ondernemingsnummer van de aannemer of de onderaannemer - bedrag en datum van de factuur waarop de storting betrekking heeft - naam van de aannemer of de onderaannemer. De persoon die de storting doet, zendt een kopie van de factuur waarop de betaling aan het ontvangkantoor betrekking heeft aan het correspondentieadres: Ainv-Arec Voorstraat 43
3500 Hasselt Voor verdere informatie kan u zich wenden tot het lokale ontvangkantoor (bevoegd voor de aannemer of onderaannemer).