Notulen van de openbare Themabespreking Beheerplannen van 28 april 2015

Vergelijkbare documenten
Onkruidbestrijding op verhardingen. Een zoektocht naar niet chemische alternatieven

In de programmabegroting 2015 is het beheerplan voor het wegonderhoud aangekondigd.

Afstudeeropdracht. Win - Win

Resultaat enquête en uitwerking Voorlopig Onderhoudsplan Mariahoeve

Gedeelte van het verslag met de bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie

Raadsvoorstel agendapunt

*ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016

Ontwerpbesluit: Toekomstige beheerscenario s openbare ruimte

1. Openbare ruimte en de kapitaalsgoederen in de openbare ruimte.

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Raadsvoorstel Registratienr: Agendapunt: Onderwerp: Portefeuillehouder: Samenvatting: Aanleiding:

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Tijdsgebonden: Wanneer zijn we klaar? Nummer coalitieprogramma: Programmanaam: 07 Beheer Z / INT Wegbeheer

Onkruidbestrijding. Rapportage milieuvriendelijke alternatieven. Tevens bijlage bij de kadernota

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: beleids- en beheerplan kleine civiele kunstwerken. Gevraagde Beslissing:

Kwaliteit Openbare Ruimte

Advies: de bijgevoegde RIB ter informatie aan de gemeenteraad aan te bieden.

Onderwerp: Vaststellen keuze kwaliteitsniveau Integraal beheerplan

G EMEENTE. Samenleven. in de buitenruimte

Beheerplan onderhoud groen

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Stadsronde 1 november 2016 Groenbeheer en onkruidbestrijding. Team Wonen en Leefkwaliteit

Onkruidbeheer middels een wave-machine

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

Kwaliteit openbare ruimte Nijmegen Het Marikenniveau

Beheerkader Infrastructuur Provincie Zeeland

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Datum Agendapunt Documentnummer. 23 mei R06S013/z Verslag werkgroep Participatie en Digitalisering over Raad op Straat 12 april 2017

Verslag en afspraken overleg Klankbordgroep Grevenstraat e.o.

de heer F. van Lynden van Sandenburg

Presentatie gemeenteraad Dongen. s Gravenmoer: Op weg naar een leefbaar dorp

In het onderhoud van de openbare ruimte meerdere disciplines te herkennen.

Groenbeheer in de gemeente Oss

Werkbijeenkomst NVRR en AR d.d. 18 september 2014

*ZE9C48C23CC* Raadsvergadering d.d. 16 december 2014

De uitgangspunten die bij deze berekening gehanteerd zijn voor het berekenen van de kosten van het beheer van Poelgeest:

Wegen. - Erftoegangswegen. Binnen de kom in principe 30 km/uur en buiten de kom in principe 60 km/uur.

Commissie Financiën en Algemene Zaken

OPINIERONDE 23 augustus Registratienummer: 12int02455 Casenr: Onderwerp:

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland

Collegevoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Terugdringen chemiegebruik onkruidbestrijding

*ZAAE2BF3F76* Adviesnota. Raad van : 2 juli 2015 Agendapunt : 7 Reg. nr. : Z / INT Onderwerp Vaststellen beheerplan wegen

Onderhoud buitenruimte. Beeldkwaliteitsniveau C?

Evaluatie onkruidbestrijding 2016

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 26 mei 2005 Nummer raadsnota: 15 Onderwerp:

Onderwerp: Noodzakelijke intensivering chemievrij Onkruidbeheer BBV nr: 2017 /

Actieplan Verkeer Gemeente Loon op Zand 2014/2015 me. Actieplan Wegen met een prognose

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Raadsvoorstel richtinggevende uitspraak initiatiefnemer zwembad april 2015 Bijlage 1: Informatie over de initiatieven

Cijfers Enque te Rekenkamercommissie WVOLV

Onderwerp: Grootschalige vervanging ledverlichting Oud Krimpen en Stormpolder

mening** R: 1 R: 1 R: 6 F: 7 F: 0 F: 0

L21GRR013 Onderhouden bestratingen. Extra toelichting en vragen maken hoofdstuk 1: Inleiding

jaargang 9, peiling 2 20 oktober 2011

opzet quick scan civiele kunstwerken Lansingerland

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Onderwerp : Sweensstraat-West: klankbordgroep Datum : 14 maart 2011 Locatie : Locatie Westkant (Vossenbergselaan 72, Kaatsheuvel)


*Z00758DF077* documentnr.: INT/G/14/08366 zaaknr.: Z/G/14/08078

Gesprekken met de Verenigingen Dorpsbelangen over de perspectiefwissel.

Beeldkwaliteitplan. Beeldkwaliteitplan Groen

Resultaten bewonerscampagne LaatjeHoorn In Hoorn-Noord en Venenlaankwartier 2016

de heer D. Woudstra, kwartiermaker RID mevrouw W. van de Werken mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

Woongebieden. Foto: Gorenweg in Buinen. Lantaarnpaal schijnt volop in het huis. Dat kan anders.

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL

Raadsvoorstel. Samenvatting

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Zwerfvuil in de gemeente Tiel: een analyse van het probleem

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas. Datum: 4 oktober Rapportnummer: 2013/141

Nummer : Uithuizen, 23 februari AAN DE RAAD. Inleiding

Geen regie bij melding gat in de stoep Gemeente Amsterdam Stadsdeel Oost Waternet

f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud Groen 2014-O.docx Grip op groen.veilig en heel

Paragraaf 3: Onderhoud kapitaalgoederen

Beleidskader Openbare Ruimte in nieuw perspectief

Besluitvorming over het Openbare Verlichtingsplan, de Jeugdnota en de Speelruimtenota is aanstaande.

Besluiten en actiepunten Contracttafel HBH 2015, Middag Groep

RAADSINFORMATIEBRIEF

Datum 29 september 2011

AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel. Sector : lll Nr. : 10/27.14 Onderwerp : Vaststellen wegenbeheerplan Ferwert, 22 mei 2014

Vragen en antwoorden over de motiemarkt. Praktische zaken

Praktische zaken. Waar wordt de ideeënmarkt gehouden? De ideeënmarkt wordt gehouden in de hal van het gemeentehuis.

Eerlijk delen, krachten bundelen en niemand aan de kant

Online vragenlijst Ondernemersfonds binnenstad Bergen op Zoom

Toezegging Raad 29 juni 2006: Herziening onkruidbestrijdingsmethode op verhardingen, keuze wel of niet chemisch. 1. Toelichting Raadsvoorstel

Notulen MR 4 maandag 13 februari 2017

Overzicht aandachtspunten uit de wijkschouw Hindeloopen d.d

Er zijn verder geen opmerkingen op het verslag. Het verslag wordt vastgesteld. 3 Mededelingen & actualiteiten

BESCHOUWING. Gemeente LINGEWAARD

Agendapunt Onderwerp 6 Beleidsplan openbare verlichting

Ambtelijke bijstand: Ing. R.H. Gaveel 1

Notulen MR 1 dinsdag 13 september 2016 Aanwezig: Anne, Mirjana, Irene, Ilse, Florinde en Paul Maarten en Selma (directie),

3.3 ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeentelijke bijdrage kunstgrasveld en gedeeltelijke privatisering Bunnik 73

Groen- en grijsonderhoud

Notulen Bijzondere Ledenvergadering

Hoofdfunctie 0, bestuur. 0.2 Nieuw beleid.

Voorstel voor de Raad

Transcriptie:

Notulen van de openbare Themabespreking Beheerplannen van 28 april Aanvang Plaats Aanwezig 19. uur gemeentehuis te Heerde de voorzitter: G.J.van Dijk de leden: CU-SGP: B.J. van der Linde, G. van der Rhee CDA: J. Grotenhuis-van der Horst, S.J.L. Nienhuis VVD: I.T.M.S. Bunnik-van Loon, G. Hardam-Postma. T. Jalink PvdA: S. Buist D66/GL: S.I. van Amerongen, D. Landman-Kok het college: de griffie: B. Espeldoorn-Bloemendal, M. van der Veer 5 Algemeen 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de themabespreking om 19. uur en heet alle aanwezigen hartelijk welkom. Vanavond zullen er vanuit het ambtelijk apparaat 2 voordrachten worden gehouden. Het ambtelijk apparaat heeft kennis van openbare ruimtes en zal de mogelijkheden voor het beheer daarvan laten zien met de daarbij horende kosten. Deze presentaties worden gegeven ter voorbereiding van de raad, zodat zij kan bepalen wat zij wil. Later zal dit onderwerp middels kaderstukken ter besluitvorming naar commissies en raad komen. Het eerste deel van de presentatie zal gaan over onkruidbestrijding op verharding. Door D66/GL en PvdA is hier al eens een motie over ingediend. Deze motie is meegenomen in de presentatie en het beheer van het openbaar groen. Na afloop van de presentatie is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Het tweede deel van de presentatie gaat over de kwaliteitsvisie openbare ruimte. Alle onderdelen van het beheer van onze openbare ruimtes en de te maken keuzes zullen hierin worden belicht. Dit ook ter voorbereiding voor de later vast te stellen kadernota s. Ook na afloop van dit deel van de presentatie zal er gelegenheid zijn vragen te stellen. 2. Presentatie onkruidbestrijding op verhardingen Door de heren Gertjan Dieters en Niek Haverkamp. De presentatie is aan dit verslag toegevoegd. De heer Dieters vertelt over de voor- en nadelen van de verschillende methoden voor onkruidbestrijding op verharding. De heer Buist vraagt of het middel Cito, ondanks het feit dat er nog geen goedkeuring voor is verleend, nu nog gebruikt mag worden. De heer Dieters antwoordt dat dit middel nu inderdaad nog gebruikt mag worden. Er is echter nog geen goedkeuring voor de middelen Cito en Ultima en de kans is groot dat deze vanaf november niet meer gebruikt mogen worden. De heer Haverkamp vertelt over de financiële consequenties van de verschillende methoden voor onkruidbestrijding. Mevrouw Grotenhuis vraagt hoe de berekening van deze prijzen tot stand is gekomen. Is dit berekend over de investering van de apparatuur en de arbeidskosten? De heer Haverkamp antwoordt dat hier alles in zit. De prijzen zijn gebaseerd op een tweetal onderzoeken die hier ook op tafel liggen. De heer Buist begrijpt dat, als er minder voegen in een wegdek of voetpad zitten, dit een goede uitwerking heeft op het onkruid. Is het ook zo dat het regenwater dan minder makkelijk de bodem in gaat? De heer Haverkamp antwoordt dat dit zo is. Mevrouw Grotenhuis heeft uit de presentatie van de heer Haverkamp begrepen dat niveau C niet wenselijk is. In buitengebieden kan het juist wèl mooi staan de bermen minder vaak te maaien. Is Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 1 van 9

daar over nagedacht? De heer Haverkamp antwoordt dat het nu specifiek over onkruidbestrijding op verharding gaat. Bermbeheer is een ander onderwerp. De heer Buist merkt op dat het op de markt brengen van een nieuw middel als Paveclean kostbaar en tijdrovend is. Het duurt misschien wel 2 jaar voordat een dergelijk middel is goedgekeurd. De heer Dieters vertelt dat Paveclean vorig jaar al op de markt is gekomen. Als het middel wordt goedgekeurd, zal dat dit jaar, voor november, zijn. Mevrouw Van Amerongen: Over hoeveel geld hebben we het? Hoeveel werd er in het verleden uitgegeven? Dan wordt ook duidelijk wat die factor 4 gaat betekenen voor de begroting. Is er ook gekeken naar ervaringscijfers van gemeenten die al een tijd met andere methoden werken? De heer Haverkamp noemde in zijn presentatie preventieve maatregelen. Is het mogelijk burgers meer te betrekken bij preventieve maatregelen zoals vegen en handmatig onkruid verwijderen? Mensen hechten er ook waarde aan als het niveau van hun buurt op B blijft. Is het een idee hier een publiekscampagne aan te wijden? De heer Haverkamp vertelt dat de kosten voor 14 voor onkruidbeheer op verharding rond de 11.000,= bedroegen. Daarbij moet worden opgemerkt dat er dat jaar ook pilots zijn uitgevoerd in de wijk Molenkamp met branden en hete lucht. Dit valt duurder uit dan wanneer alleen de D.O.B. methode was gebruikt. Gemiddeld bedragen de kosten voor onkruidbeheer op verharding 9.000,=/.000,= per jaar. Als hier een factor 4 op losgelaten wordt, komen de kosten uit op ca..000,=/.000,= per jaar. Dit is niet precies te zeggen, omdat dat per jaar wat kan verschillen. Zo moet er precies op het juiste moment bestreden worden, het weer kan invloed hebben, etc. Over de vraag naar ervaringen van andere gemeenten antwoordt de heer Haverkamp dat de bevindingen zijn gebaseerd op een gedegen onderzoek. Bij veel gemeenten is nagegaan welke methodes zij op dit moment gebruiken voor onkruidbeheer op verhardingen en wat wel of niet werkt. Op de laatste vraag van mevrouw Van Amerongen antwoordt de heer Haverkamp dat het kan helpen als mensen zelf een stukje straat vegen. Hier zou een korte campagne voor gevoerd kunnen worden. Er kan ook een keer wat over gezegd worden in de Schaapskooi. De heer Jalink vraagt of het genoemde prijsniveau van een aannemer is of van de Felua. Wordt er ook schoonmaakzijn gebruikt of Formaline? De heer Haverkamp: De prijzen zijn gebaseerd op dit onderzoek. Daarnaast heeft Heerde inmiddels zelf wat ervaring met de pilots die zijn uitgevoerd. De middelen Ultima, Cito en Paveclean zijn ook op basis van een zuur en zouden vergelijkbaar kunnen zijn met schoonmaakazijn. De heer Van der Rhee vraagt hoe het gebruik van de bosmaaier in combinatie met bestrating moet worden gezien. Is de bosmaaier voor de bermen bedoeld? De heer Haverkamp vertelt dat er bosmaaiers bestaan die met een nylon koord zijn uitgevoerd i.p.v. messen. Deze bosmaaiers kunnen worden gebruikt om onkruid op straat weg te maaien. Het nadeel hiervan is dat er wel eens een steentje weg kan schieten. Deze methode is alleen te gebruiken op plekken waar men niet met een brander kan komen. Bovendien komt onkruid snel weer terug, omdat het wortelgestel blijft zitten. Mevrouw Bunnik heeft begrepen dat er een afweging wordt gemaakt; ten eerste of een middel is toegestaan en daarnaast of het goed is voor het milieu. Dit kunnen 2 verschillende dingen zijn; in een goedgekeurd middel kunnen toch stoffen zitten die schadelijk zijn voor bijv. bijen. Wordt die afweging meegenomen of wordt er alleen gekeken of een middel goedgekeurd is? De heer Haverkamp zegt dat deze afweging in principe mee wordt genomen. Cito en Ultima bleken schadeljk te zijn voor bestuivende insecten. Dit was voor Heerde reden met die middelen niet verder te gaan. Paveclean schijnt deze bijwerking niet te hebben en dat zou Heerde dan wel kunnen gebruiken. Mevrouw Hardam: Wordt er rekening gehouden met het prijsniveau van de verschillende middelen? Schoonmaakazijn is heel goedkoop en Paveclean wellicht heel duur. De heer Haverkamp zegt deze vraag nu nog niet te kunnen beantwoorden. Middelen op basis van zuur zullen dezelfde werking hebben en de heer Haverkamp schat in dat dat qua prijs op hetzelfde neer zou kunnen komen. Als azijnzuur hèt middel zou zijn, was dit allang op de markt. Er zullen dus nadelen aan zitten. Over azijnzuur merkt de heer Dieters op dat in die andere middelen ook een soort zuur zit. Paveclean is een nieuw middel. Waarschijnlijk vallen de kosten hiervan mee. Bij de D.O.B. methode wordt gedetecteerd op de plekken waar het onkruid staat. Bij gebruik van Cito moest het hele wegdek nat gemaakt worden. Paveclean schijnt ook te kunnen volgens het detectiesysteem. Dat gaat aanmerkelijk sneller. Er is misschien een ronde meer nodig dan volgens de huidige D.O.B. methode Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 2 van 9

met round up, maar in verhouding tot branden of hete lucht zal er toch een aanmerkelijk lager prijsniveau uit moeten komen. Het prijsniveau van.000,= is puur gebaseerd op branden en hete lucht. De heer Van der Linde: Doet de Felua dit voor Heerde of een ander bedrijf? De heer Haverkamp: Dit gebeurt door Sight Landscaping. De reden dat de Felua dit niet doet heeft te maken met certificering. De heer Dieters voegt hier aan toe dat de persoon die het middel opbrengt een certifcaat moet hebben. Dit is een aardige studie. Mevrouw Landman: Als Heerde overgaat op een ander middel, kan de Felua het dan wel doen? De heer Dieters: Bij een biologische oplossing zou dit moeten kunnen, mits mensen goed geïnstrueerd worden. Mevrouw Van Amerongen: De grootste kostencomponent is arbeid en apparatuur. Als het om dure apparatuur gaat, is het een idee deze met meerdere gemeenten aan te schaffen? Dit geldt ook voor de investering in knowhow en inzet van mensen. De heer Haverkamp zegt dat deze vraag moeilijk te beantwoorden is. Dit moet worden uitgezocht. De heer Dieters vertelt onlangs op de beurs in Hardenberg te zijn voorgelicht over de prijzen van heteluchtmachines. Die kosten al gauw 0.000,=. Deze machines zijn vrij langzaam en iedere gemeente wil hem dan op het juiste moment op de juiste plek gebruiken. Dat kan voor problemen zorgen. Mevrouw Hardam spreekt het idee aan burgers te betrekken om zelf hun stoep schoon te houden. Misschien is het een idee iedereen zelfredzaam te laten zijn door bijv. voor de buurtbarbecue onkruid te verwijderen of een stuk te schoffelen. De heer Dieters vertelt bij een Drentse gemeente te hebben gewerkt. Daar kregen mensen tegen minimale kosten een brander aangeboden om hun eigen oprit en stoep schoon te houden. Dat werkte goed en kan ook in Heerde een optie zijn. De heer Van Dijk vertelt dat dit ook in de volgende presentatie aan de orde komt. Daar gaat het ook over het onderhoud van parken en perkjes. Er kan bekeken worden of dit met burgers opgepakt kan worden. Dit idee is ook geopperd bij de dorpsrondgang. Een voorbeeld hiervan is het plein met de boom bij de Jenaplanschool in Hoorn. De gemeente heeft het perkje afgeleverd en de buurt doet zelf het onderhoud. Mevrouw Van Amerongen hoorde aan het begin van de presentatie dat burgers te maken gaan krijgen met een verbod op middelen met glyfosaat. Het zou goed zijn als de gemeente voorlichting zou geven wat er dan wel mag. De burger is geen professional. Krijgen bedrijven ook een verbod? De heer Haverkamp antwoordt dat hier aandacht aan besteed kan worden. Er zijn veel burgers die roundup gebruiken. Voor hen zal het het makkelijkst zijn over te stappen op een middel dat daar op lijkt. Dat zou Paveclean kunnen zijn. Er zijn uitzonderingen; golfbanen en mensen die langs het spoor werken mogen straks wel roundup blijven gebruiken. Het zou een kleine moeite zijn dit via de website of de Schaapskooi onder de aandacht te brengen.de heer Van Dijk verduidelijkt dat niveau C eigenlijk niet haalbaar is. Eenmaal op niveau C, is het met die middelen niet meer goed te krijgen. Dan zakt het automatisch af naar niveau D en is het niet meer beheersbaar. Daarom is het geen optie naar niveau C te gaan. Over de kostenverschillen zegt de heer Van Dijk dat er ook kosten zitten in het vegen van de goten om te voorkomen dat zich daar zand ophoopt waar onkruid gaat groeien. Die kosten zitten bij rioolbeheer en blijven gelijk, tenzij blijkt dat er vaker geveegd moet worden. Dan lopen de kosten bij rioolbeheer op. De heer Van der Rhee vraagt wat er gebeurt als gebieden die nu op niveau A zitten naar B-niveau gaan. De heer Van Dijk zegt dat, daar waar dat kan, deze differentiatie in de kadernota s aan zal worden gegeven. De heer Van Dijk bedankt de heren Dieters en Haverkamp voor hun presentaties. 3. Kwaliteitsvisie voor de openbare ruimte Door de heer Christian de Ruiter. De presentatie is aan dit verslag toegevoegd. Mevrouw Landman vraagt of men bij de jaarlijkse inspecties alles systematisch afgaat. Mevrouw Landman heeft in het verleden een gesprek gehad met iemand van Rijkswaterstaat over bruggen. Hij vertelde dat Rijkswaterstaat werkt volgens het piepsysteem, wat inhoudt dat zij pas bij bruggen gaan kijken als mensen hen erop attenderen dat er iets is. Is dat in Heerde ook zo? De heer De Ruiter kan niet precies zeggen hoe dit bij bruggen is geregeld, maar alle wegen en voetpaden worden 1 x per 2 jaar bekeken. Er wordt dan naar de kwaliteit op dat moment gekeken. Speelvoorzieningen worden jaarlijks bekeken. De heer Van Dijk voegt hier aan toe dat, daar waar Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 3 van 9

nodig, er deskundigen in worden geschakeld. Dit is ook voor de bruggen gebeurd. Hieruit kwamen problemen in de constructie naar voren, waardoor 2 bruggen over de Wetering vervangen moesten worden. Mevrouw Grotenhuis weet dat een aantal bewoners al eens heeft aangegeven dat hun straat er zeer slecht bij ligt. Hoe wordt een dergelijke klacht uitgezet in die jaarlijkse inspectie? De heer De Ruiter antwoordt dat bij een inspectie de hele gemeente wordt geïnspecteerd. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar wijk. Aan de hand daarvan wordt er een begroting/planning opgesteld. Wegen die in een dusdanig slechte staat zijn, komen het eerst in aanmerking voor onderhoud. Daar wordt een onderhoudsplanning voor opgesteld. Bij een inspectie wordt naar de technische staat van een weg gekeken. Er kan verschil bestaan tussen de beeldkwaliteit en de technische kwaliteit. Mevrouw Grotenhuis vraagt hoe een klacht van burgers in zo n cyclus gezien moet worden. De heer Van Dijk vertelt dat hier een planning aan vast zit. Het is bekend wat de levensduur van een weg is als die vernieuwd is. Aan de hand daarvan is er een bepaald bedrag per jaar nodig om het gewenste niveau te behouden. Bij de inspectie wordt ook bekeken of wegvakken, die eigenlijk aan de beurt zijn voor vernieuwing, inderdaad zo slecht zijn dat dat nodig is. Als er wegen zijn die hoger in prioriteit staan, wordt bekeken of die niet beter aangepakt kunnen worden. Als er klachten komen, kan een weg vallen in de categorie klein onderhoud, waarbij incidenteel wordt hersteld. Visuele en technische aspecten zijn belangrijk, maar gevaarlijke situaties gaan voor. Dit heeft te maken met de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de kwaliteit en veiligheid van haar wegen. Deze afweging moet iedere keer gemaakt worden. De heer Van der Rhee zag in de presentatie dat 22% van het asfalt niet de juiste kwaliteit heeft. De heer Van der Rhee vindt dit veel en vraagt op welk niveau dit asfalt dan zit. De heer De Ruiter antwoordt dat die 22% op D niveau zit. De heer Van Dijk voegt hier aan toe dat dit de reden is dat in het beheerplan staat dat die wegen, die in de D kwaliteit zitten, aan moeten worden gepakt. Deze wegen worden met die investeringen weer naar A-niveau getrokken. Deze grote verbetering spaart onderhoudskosten en zo komt zo n weg weer boven in de cyclus terecht. Door te investeren gaan de onderhoudskosten naar beneden. De heer Van der Rhee vraagt of overige verharding, niet zijnde asfalt langer meegaat. De heer De Ruiter vertelt dat elementen langer meegaan, maar dat een doorgaande weg, uitgevoerd in elementen, meer onderhoud vergt dan asfalt. Een dergelijke weg verzakt sneller. De heer Van Dijk voegt daar aan toe dat in de investeringen een gedeelte is opgenomen om asfalt over te brengen naar elementenverharding. Dit werkt dubbelop, omdat voor elementenverharding minder nodig is voor onderhoud. De heer Nienhuis vraagt of er kengetallen zijn hoeveel vierkante meter verharding voor een bepaald budget gelegd kan worden. De heer De Ruiter durft hier geen antwoord op te geven. De heer Van Dijk zegt dat bekend is wat bestrating en asfaltering per vierkante meter kosten. Waar nog fluctuatie in kan zitten, is de ondergrond. Als asfaltverharding vernieuwd moet worden, zijn de kosten bekend. Als het eigenlijk nog niet nodig is een weg te verharden, kan met goedkopere oplossingen voorkomen worden dat er na 5 jaar een totale renovatie van die straat nodig is. Hier zit een stukje preventie in. Sommige wegen zijn zo slecht en oud, dat ook de fundering aangepast moet worden. Dan gaat het om heel andere kosten en worden ook de vierkante meter normen anders. Hoeveel vierkante meter er per jaar aangepakt kan worden heeft altijd te maken met de bijkomende kosten. Wat een straat qua bestrating kost is nauwkeurig te zeggen, tenzij er onder de marktprijs wordt ingeschreven. De begroting die wordt gemaakt is marktconform, maar soms gaat men ver onder de prijs door. De heer Nienhuis: Is er zicht op in hoeveel tijd die 22% getackeld kan worden? De heer De Ruiter: Met het huidige budget is dit in 5 jaar weg te werken. Mevrouw Van Amerongen heeft de indruk dat er in Heerde op kleine weggetjes met behoorlijk zwaar verkeer wordt gereden. Een dergelijke weg kan op A+ niveau gebracht worden, maar als daar zwaar verkeer met hoge snelheid overheen gaat, worden binnen de kortste keren de kanten stukgereden. Daar ligt winst te behalen. Bij sommige wegen zou de snelheid eruit gehaald moeten worden, of zou de zwaarte van het verkeer ontmoedigd moeten worden. De heer De Ruiter: Als er in het buitengebied een nieuwe weg wordt aangelegd, worden er meteen grasbetonstenen of bermbeton langs gelegd, zodat de randen niet kapot worden gereden. Dit lost al een groot deel van het probleem op. Het komt nagenoeg niet voor dat bermbeton of grasbetonstenen kapot worden gereden. De heer Van Dijk noemt als voorbeeld de Oenerweg richting Eperweg waar ook Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 4 van 9

bermverharding is aangebracht om te voorkomen dat de randen stuk worden gereden. Dit kan m.n. gevaarlijk zijn voor fietsers. De investeringen voor randverhardingen staan apart in de begroting. De onderhoudskosten van de weg gaan naar beneden omdat de randen langer goed blijven. Hier zit een extra bezuiniging in onderhoud d.m.v. investeringen. De verwachting is dat alles wat op D-niveau zit binnen 5 jaar weggewerkt zal zijn. Dit is ook terug te zien in het investeringsplan, waar voor 5 jaar die extra investeringen van 0.000,= zijn opgenomen. De heer Buist vraagt of alle buitenwegen in het buitengebied standaard worden voorzien van bermbeton. De heer Van Dijk antwoordt dat ook wordt bekeken of er veel zwaar transport over een weg gaat. De heer Jalink vraagt waarom het asfalt niet direct breder gelegd wordt. De heer Van Dijk: Dan worden de kanten nog steeds kapot gereden. Mevrouw Bunnik merkt op dat de wegen in het buitengebied, die met de Hoogwatergeul te maken hebben, later aan worden gepakt. Is er al zicht op hoe dat gaat lopen? De heer De Ruiter vertelt dat aan deze wegen, op punten waar het gevaarlijk wordt, onderhoud wordt uitgevoerd. Bovendien zijn er met de bedrijven die daar aan het werk zijn, afspraken gemaakt dat wegen, die voor de Hoogwatergeul op niveau B zaten, in die staat moeten worden teruggebracht. Wegen die lager zaten vallen onder het onderhoud van de gemeente. Die zullen na de voltooiing van de Hoogwatergeul weer opgeknapt worden. De heer Van der Rhee merkt op dat de heer De Ruiter tijdens zijn presentatie herhaaldelijk vertelde dat het gebied van de Hoogwatergeul hier niet bij zat. Dit gebied komt er natuurlijk wel een keer bij. Hoe zijn de voorbereidingen daarop? De heer Van Dijk antwoordt dat het feit dat dit gebied niet in de presentatie zit te maken heeft met de kunstwerken in dit gebied. Dat zijn er erg veel. Aan het eind van de aanleg van de Hoogwatergeul krijgt Heerde een afkoopbedrag voor het onderhoud van die kunstwerken. Op het moment dat deze kunstwerken worden overgedragen aan de gemeente, worden ze wel meegenomen in de cyclus, maar dan staat daar een afkoopsom tegenover. Of dat voldoende is, zal moeten blijken. In ieder geval de eerste jaren wel. De gemeente moet ervoor oppassen deze afkoopsom niet te gaan gebruiken voor het reguliere onderhoud van de wegen binnen de gemeente. Dit is in het verleden wel gebeurd met het onderhoudspotje dat de gemeente had gekregen voor de bruggen van Rijkswaterstaat. De heer Van der Rhee vraagt of er deskundigheid van buiten bij gehaald wordt om hierover te onderhandelen. De gemeente heeft hier slechts zeer beperkte ervaring mee. De heer Van Dijk vertelt dat dit in de onderhandelingen met Rijkswaterstaat al besproken is. Er ligt al een bedrag vast, ook op basis van ervaringscijfers. Nu moet er m.n. worden gekeken naar de uitwerking van het plan, bijv. naar keuzes die gemaakt zijn voor besparingen in de constructie die aanleiding geven tot hogere onderhoudskosten. Hier is de gemeente heel alert op, omdat deze ronde nog gemaakt moet worden. Mevrouw Bunnik merkt op dat, qua onderhoud, de consequenties van de aanleg van de kunstwerken voor de gemeente zijn meegenomen in de plannen. De heer Buist vraagt of de presentatie het aantal kapitaalgoederen aangeeft of de waarde van alle kapitaalgoederen in Heerde. De heer De Ruiter vertelt dat dit een fictief plaatje is om de structuur te laten zien en dat dit op ieder kapitaalgoed toegepast kan worden. De heer Buist vraagt of het dan niet zo is dat 51% van de kapitaalgoederen in A zit en dat ook niet 51% van de waarde van de kapitaalgoederen in A zit. De heer Van Dijk legt uit dat dit een voorbeeld is. Wij zitten met de wegen ook niet met 22% in D. Dit is een voorbeeld hoe de cyclus in elkaar zit. Er is nu niet precies aangegeven hoeveel procent in A zit, hoeveel in B, etc. Er is gekeken naar wat er onder de grens zit die de raad in 09 heeft vastgesteld. De heer Buist: Zou het te doen zijn een redelijk betrouwbare schets te maken van de stand van de kwaliteit van de kapitaalgoederen? De heer Van Dijk zegt dat er geen 51% in A zit. Dit is moeilijk te bepalen en kost veel tijd, want wat nu A is, zit over 5 of jaar in B. Technisch kan het, maar het is de vraag of het zinvol is. De heer Buist wil de ambtelijke organisatie niet opzadelen met een boel werk, maar een redelijk betrouwbare inschatting van de stand van zaken zou een beter beeld geven dan nu het geval is. De heer Buist begrijpt dat groen lastig is, maar gegevens over verlichting, verharding en riool moeten binnen de organisatie aanwezig zijn. De heer Van Dijk zegt dat het inzicht er wel is, maar dat het lastig is dit exact in percentages te zeggen. T.a.v. het riool zijn er al keuzes gemaakt in welke staat deze moet zijn. Van de lantaarnpalen is % aan vervanging toe. In het verlichtingsplan moet ook bepaald worden of lantaarnpalen die technisch aan hun einde zijn wel vervangen moeten worden. De vraag is hoe wij Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 5 van 9

willlen verlichten. Er ligt een uitgangspunt dat de Veluwe niet één groot lichtoppervlak moet worden. Een gevolg daarvan kan zijn dat een aantal lantaarnpalen niet vervangen gaat worden. Dit is een afgeleide van het beleid dat de raad nog in één van de volgende vergaderingen moet gaan maken. Mevrouw Bunnik: Is het niet zo dat de raad het kwaliteitsniveau bepaalt? Zij bepaalt niet hoeveel straten in A of B liggen. De heer Van Dijk antwoordt dat de kaderstelling voor het kwaliteitsniveau bij de raad ligt. Het college en de ambtelijke organisatie moeten er in de uitvoering voor zorgen dat aan deze kaderstelling wordt voldaan. Mevrouw Van Amerongen vindt het onderhoud een beetje tobberig verhaal. Er zit veel op niveau D. Er zou niet alleen over de staat van de wegen nagedacht moeten worden, maar ook over hoe men dit in de toekomst wil. Uit toeristisch oogpunt zou misschien de wegenstructuur aangepast moeten worden, bijv. t.b.v. meer langzaam verkeer, zoals wandel- en fietsgelegenheden. Dat soort aanpassingen gaan over vernieuwing en niet alleen over onderhoud. Dit maakt het plaatje nog ingewikkelder en duurder, maar kan soelaas bieden als men middelen uit andere potjes kan krijgen, waardoor het niveau van het onderhoud kan worden verbeterd. Er moet nu niet alleen naar het onderhoud van bestaande wegen worden gekeken, maar men moet toekomstgericht bezig zijn met de infrastructuur. De heer Van Dijk: We zijn nu bezig de investering die we gedaan hebben in stand te houden op het niveau dat we met elkaar willen. Dit gaat om de beheersituatie. Wat mevrouw Van Amerongen vraagt is meer beleidsmatig; wat willen wij? Dit is eigenlijk een andere discussie. De heer Van Dijk is het met mevrouw Van Amerongen eens dat het één niet los staat van het ander. Het college wil hier ook meer met de raad over praten. Op de investeringslijst zijn al bedragen opgenomen voor specifieke onderdelen. Een voorbeeld hiervan zijn de fietspaden langs de Kamperweg. Het is niet gezegd dat dat nu prioriteit heeft. Het college wil die specifieke doelstellingen weghalen en het geld daar inzetten waar het nodig is. Zij wil daarnaast de discussie aangaan of er langs de Kamperweg aan beide zijden een breed fietspad aangelegd moet worden, of dat deze gecombineerd kunnen worden aan één kant van de weg. Dit brengt een ander onderhoud met zich mee. Dit is de discussie die mevrouw Van Amerongen bedoelt, maar deze staat los van het onderhoud van de wegen. Het college komt met dergelijke voorstellen zeker naar de raad. De heer Buist begrijpt dat er straks 2 discussies naast elkaar gevoerd gaan worden; één over de kwaliteit en één over de richting. Dit is prettig om te horen. Over de opmerking van mevrouw Van Bunnik over de staat van onderhoud zegt de heer Buist dat het de raad niet aangaat precies te willen weten wat de stadia van onderhoud van de kapitaalgoederen zijn. Een globaal beeld per sector zou echter niet verkeerd zijn. Dan kan er gemeten worden wat de situatie is. Mevrouw Grotenhuis zegt dat een dergelijk overzicht niet zozeer een must is, maar dat dit wel handig voor de raad zou zijn om als handleiding te gebruiken. Zo kan de raad de vinger aan de pols houden. Bovendien zijn er allerlei nieuwe initiatieven. Voordat er allerlei technische vragen worden gesteld, kan men beter vooraf werken en met een globaal overzicht komen. De heer Van Dijk zegt dat de raad het beleid maakt. Als de raad gegevens nodig heeft, zal de organisatie die aanleveren. Mevrouw Van Amerongen vindt verlichting een belangrijk onderwerp. Er ligt een spanningsveld tussen lichtvervuiling aan de ene kant en sociale veiligheid aan de andere kant. Hier moet zorgvuldig mee omgegaan worden. Er ligt ook een brief van mensen die klagen over het lichtniveau van de Bonenburgerlaan. De gemeente heeft ook een taak te voorzien in sociale veiligheid. Er was een plan dat bij vervanging ledverlichting gebruikt zou worden. Gebeurt dit nog? De heer Van Dijk zegt dat dit nog steeds het standpunt is. De raad kan zelf kaders stellen voor de verlichting. Toegangswegen naar het centrum kunnen qua verlichtingsniveau anders behandeld worden dan het buitengebied. Dat zijn de kaders die vanuit de raad aan het college meegegeven kunnen worden. Het beleid t.a.v. ledverlichting is duidelijk ingezet. Binnenkort komt er een actieve raadsinformatie waarin wordt aangegeven welke besparing in stroomkosten er afgelopen periode gehaald is. Dit zal de raadsleden zeer zeker vrolijk stemmen. De heer Van Dijk behandelt de volgende sheet Gewenste kwaliteit en kosten en geeft daarbij aan dat het geen optie is qua niveau naar beneden bij te stellen, omdat de kwaliteit dan vanzelf onderuit zakt en er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Verder zegt de heer Van Dijk dat het mogelijk is op een bepaald onderdeel te bezuinigen en deze bezuiniging bij een ander onderdeel in te zetten. Verlichting staat bijvoorbeeld voor 0.000,= in de begroting, waarbij de ondergrens op B niveau Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 6 van 9

zit. Een stap lager houdt in dat er 60.000,= in de begroting vrijkomt die bijv. voor de wegen ingezet kan worden. Die keuze is aan de raad. De heer Van der Linde vraagt of er, naast niveau C, ook ruimte voor andere posten gecreëerd kan worden door het aantal lichtpunten naar beneden te brengen. De heer Van Dijk antwoordt dat dat kan, maar merkt daarbij op dat het weghalen van lichtpunten die nog niet afgeschreven zijn, enorme kostenposten zijn. Het is beter ze te laten staan en pas weg te halen op het moment dat ze vervangen zouden moeten worden. Hier is naar gekeken. De heer Nienhuis heeft begrepen dat, bij een budget van 605.000,=, de verwachting is dat het wegennet binnen 5 jaar op niveau C is. Geldt die tijdstermijn van 5 jaar voor alle bedragen van de verschillende facetten? De heer Van Dijk: Veel wegen zitten op D niveau. Daarvoor staan de extra investeringen op de investeringslijst om dit versneld naar boven te krijgen, zodat we over 5 jaar uit het D niveau zijn en C het onderste niveau is. Dan is 0.000,= voldoende om die cyclus in stand te houden en is de inhaalslag gemaakt. Voor de andere categoriën zit die inhaalslag er niet in. Bij 85.000,= voor civiele kunstwerken zit het minimum niveau op C. Als deze kunstwerken op C zitten, worden ze aangepakt, zodat ze weer op een hoger niveau komen, mits de raad niet zegt dat het gemiddelde van C voldoende is en dit ook naar D kan. Dit is niet wat het college adviseert. Alleen bij wegverhardingen zit die inhaalslag. De heer Nienhuis: Dan is dus de verwachting dat over 5 jaar het budget voor wegverhardingen naar beneden gaat omdat de inhaalslag dan is gemaakt? De heer Van Dijk: In de meerjarenramingen en ook in de begroting voor 16 staat voor onderhoud van de wegen een bedrag van 0.000,=. Dit is het bedrag dat jaarlijks nodig is. Op de investeringslijst staan 5 jaar lang bedragen van 0.000,=. Daarin zit die inhaalslag. Dit is vertaald naar 605.000,=. De 5.000,= die aan onderhoud besteed zou moeten worden, wordt nu besteed door 0.000,= aan investeringen en geen onderhoud. Dus vervanging van asfalt door elementenverharding. Dit is duurder dan wanneer alleen de slechte plekken in het asfalt worden aangepakt of dat er alleen een nieuwe deklaag aangebracht wordt. Hetzelfde geldt voor de openbare verlichting. Het bedrag van 0.000,= bestaat voor een deel uit onderhoudskosten. Het bedrag van.000,= is voor investeringen in nieuwe lantaarnpalen. De griffier merkt op dat dit de vraag van de heer Buist onderschrijft om inzicht te geven welk percentage al goed is. Er is misschien minder belang posten aan te pakken die al goed zijn. De raad kan dit alleen aangeven als zij inzicht heeft hoe de verhoudingen liggen. De heer Van Dijk: Wat het college op dit moment belangrijk vindt, is wat het gewenste kwaliteitsniveau is. Willen we de verlichting op B of C niveau, of toch op A? Dit geldt ook voor openbaar groen. Nu is het onderniveau niveau C, maar we willen niet naar D toe. Als dit wel wordt geaccepteerd, wordt het hele niveau naar beneden gehaald en kan hier op bespaard worden. Het is voor het beleid niet interessant te weten hoeveel in A+ zit. De organisatie wil wel proberen dit inzichtelijk te maken. De heer Nienhuis sluit zich hierbij aan. Dit zou middels een dashboard aangegeven kunnen worden. Alle wegen worden tweejaarlijks geïnspecteerd en krijgen dus een label. Dit kan op een hoop gegooid worden en dan kan er een grafiek uitgedraaid worden hoeveel procent er in A zit, hoeveel in B, etc. Nu krijgen we alleen voorgeschoteld wat er in D zit. Hoeveel moeite is het de rest daar ook bij te vermelden? De heer Buist voegt hier aan toe dat het niet 0% zo hoeft te zijn, maar dat het erom gaat een betrouwbare indicatie te hebben. De informatie is er. Er moet een laatste blik op worden geworpen en dan moet het een betrekkelijk kleine moeite zijn een dergelijk dashboard aan te leveren. De heer Van Dijk zegt dat dit voor het onderdeel wegverhardingen vrij eenvoudig te doen is. Dit zal aan worden geleverd. De heer Dieters voegt hieraan toe dat hij t.a.v. het groen het plan had op een aantal plekken in de gemeente te gaan schouwen. Een dergelijke schouw moet representatief zijn voor de hele gemeente. Wat de heer Buist bedoelt kan dan vrij gemakkelijk uit worden gerekend. Het is ook een idee de complete openbare ruimte hierin mee te nemen, zowel het groen als het grijs, zodat er een redelijk beeld ontstaat hoe dit er gemeentebreed uitziet. Griffer: Hoe verhoudt dit zich tot de planning van de aanlevering van de kadernota? Dit is het moment dat de raad wordt gevraagd een keuze te maken. De wethouder bood zelf aan binnen categoriën met bedragen te schuiven. Als een bepaalde categorie al heel hoog scoort, geeft dat ruimte om te gaan schuiven. De heer Van Dijk: Het college en de organisatie gaan zich inspannen te bekijken wat er binnen de gewenste termijn voor de kadernota s aangeleverd kan worden. Intern moeten de prioriteiten zo gelegd worden dat dit voor elkaar wordt gekregen. Met het vaststellen van Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 7 van 9

de begroting van 16 moeten de juiste keuzes voor de beheerniveaus gemaakt kunnen worden t.o.v. de kosten en de mogelijke verschuivingen die er binnen de niveaus zouden kunnen zijn. Mevrouw Van Amerongen merkt op dat, als men iets substantieels wil doen voor wegverharding, er per jaar 0.000,= extra nodig is. Er moet behoorlijk op de andere categoriën ingeleverd worden, wil men dat voor elkaar krijgen, want de marges zijn daar kleiner. Mevrouw Van Amerongen komt dan toch weer terug op het preventief onderhoud van wegen d.m.v. vegen. Ook het openbaar groen is een flink bedrag. Bij de WMO wordt burgers ook gevraagd zaken zelfstandig te doen. In hoeverre is het mogelijk burgers meer te betrekken bij het beheer van openbaar groen? Er zouden delen van het openbaar groen aan particulieren in beheer gegeven kunnen worden. Mevrouw Van Amerongen vertelt dit al eerder aangekaart te hebben, maar toen leek dit vrij problematisch. Als men niet aan kwaliteit wil inboeten, kan het inschakelen van burgers voor groenonderhoud een weg zijn. Er zouden hoveniers ingeschakeld kunnen worden, waar een stukje reclamewerking vanuit gaat. Er moet iets uit te halen zijn dit zonder kwaliteitsverlies goedkoper te maken. De heer Van Dijk zegt dat dit een politieke vraag is. Hier valt de meeste winst te behalen, omdat dit bedrag het grootst is. Groenbeheer heeft de meeste mogelijkheden voor burgerparticipatie. Groenbeheer is makkelijker aan burgers over te laten dan onderhoud van bijv. wegen. Wat in de kaderstelling ook aan de orde zal komen, is het onderhoud van de bermen. Moeten deze eruit zien als een Engels gazon, of mogen het natuurlijke bermen zijn. Als er maar 1 x per jaar gemaaid hoeft te worden, geeft dit een andere kostenpost. Daarmee kan winst worden behaald t.a.v. de kosten. Dit komt in de kadernota. De heer Van der Linde is ook voorstander van het inschakelen van burgers, maar hij vraagt zich af of de onzekerkheidsfactor dan niet erg groot wordt. Hier moet over gediscussieerd worden. De heer Van Dijk: Als hiervoor wordt gekozen, blijft de controle van de kwaliteit erg belangrijk. Ook bij andere gemeenten zijn initiatieven waarnaar gekeken zal worden. Er kan bijv. per wijk een bedrag beschikbaar gesteld worden voor het onderhoud. Als er een besparing behaald wordt, kan dit ingezet worden voor die wijk. Dit is niet binnen 1 of 2 maanden te regelen. De heer Dieters haalt nog een keer aan dat hij voor een Drentse gemeente heeft gewerkt waar men veel bezig was met natuurlijk beheer. De heer Dieters nodigt de raad uit daar eens naartoe te gaan om te zien hoe het mogelijk is op een andere wijze te beheren. Natuurvriendelijk beheer kost geld om het te realiseren, maar op termijn gaan de onderhoudskosten dermate hard achteruit, dat daar zeker wat te behalen valt. Het gaat over het dorp Zuidwolde, tussen Meppel en Hoogeveen. De raadsleden reageren hier positief op en de heer Van Dijk zegt toe dat dit zal worden bekeken. De heer Dieters is al in gesprek met mensen van het KNNV en is met hen ook ter plekke geweest. In Zuidwolde is ook een oude begraafplaats, net als in Heerde aan de Mr. Nijhoffstraat. Deze zou misschien op een andere manier beheerd kunnen worden. In Zuidwolde wordt een aantal paden gemaaid en laat men de natuur verder haar gang gaan. Op zo n oude begraafplaats is het een fantastisch gezicht dat er allerlei bloemen in bloei staan. De heer Van Dijk vraagt wat de beste tijd is daar heen te gaan. De heer Dieters antwoordt dat dit begin juni is. De heer Van Dijk zegt dat de griffier dit zal regelen. De heer Van der Rhee: Aan het begin van het verhaal werd gezegd dat hier 5 jaar geleden ook al besluiten over genomen zijn. Toen is afgesproken dat we tenminste een niveau hoger zouden gaan zitten en op sommige gebieden zelfs 2 niveaus. Dit is dus niet gehaald. Hier moeten we lessen uit trekken. Hoe komt het dat we toch naar C gezakt zijn? De heer Van Dijk antwoordt dat er bij de wegverhardingen extra investeringen worden gedaan om ervoor te zorgen dat we na 5 jaar op peil kunnen blijven. De heer Van der Rhee: Maar ook voor de wegverhardingen zouden we op nieveau A of B zitten. Toch zitten we op sommige plekken op niveau D, waardoor er nu extra geld nodig is om op C uit te komen. De heer Van Dijk: We zullen moeten leren van het verleden. De heer Buist voegt daar aan toe dat de raad dan ook naar zichzelf moet kijken. Het valt de heer Buist op dat er een besluit wordt genomen en dat de raad daarna over gaat tot de orde van de dag. De raad heeft nog geen cyclus ingevoerd dat er na 1,5 jaar eens gekeken wordt hoe het gaat. Als de raad zegt op niveau B te willen komen, moet zij ook afspreken hier na verloop van tijd op terug te komen. Anders komen we in dezelfde situatie terecht als nu. De heer Van Dijk denkt dat de heer Buist hier gelijk in heeft. Mevrouw Bunnik merkt op dat één van de conclusies uit het onderzoek Grip op werk en inkomen van de Rekenkamer is dat, voortaan, gemeentebreed, bij alle beleidsstukken een evaluatie en passatie indicatoren zouden moeten komen. Wat de heer Buist zegt wordt dus ondersteund door het college dat er altijd zo n stuk in een nieuw beleid moet zitten. Ook in dit beleid moet worden Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 8 van 9

opgenomen dat er op een bepaald moment een terugkoppeling of evaluatie komt waarop kan worden gestuurd. De heer Van Dijk: Als het college haar toezeggingen nakomt t.a.v. de schouw en de percentages per categorie, kan datgene dat nu op papier wordt gezet iedere keer worden geüpdatet. Aan de keuzes die de raad in de kadernota s maakt, hangt een prijskaartje. Het is ook aan de raad hier ieder jaar geld voor ter beschikking te stellen. De heer Buist merkt op dat het aardig zou zijn dit ook bij andere onderwerpen mee te nemen. jaar geleden was het zo dat we van het één naar het ander konden springen. Nu blijven we wel wat dichter in de buurt, maar toch zou erover nagedacht moeten worden of deze manier van werken door te trekken is naar meer onderwerpen. De ambtelijke organisatie heeft er ooit met een vorig college over gesproken een soort beleidskalender te maken. De heer Nienhuis: Iedere keer wordt er een label gehangen aan de wegverhardingen. Is dan ook inzichtelijk wat het label de vorige keer was, zodat het verloop in een bepaald traject duidelijk wordt? Er zou dan in het dashboard afgelezen kunnen worden hoeveel er van C naar D gaat. De heer De Ruiter zegt dat dit wel aan te geven is, maar dat hij niet weet hoe gedetailleerd dat is. Er zijn verschillende beheerplannen van vorige jaren. Een beheerplan wordt voor 5 jaar opgesteld. Dan wordt ook bekeken hoeveel procent in welke categorie zit. Het zou dus mogelijk moeten zijn, maar dat is afhankelijk van de vraag of er nog gegevens uit vorige beheerplannen beschikbaar zijn. De heer Nienhuis: Voor de meetbaarheid kan het prettig zijn te zien hoe een weg het jaar daarvoor gelabeld was. In het dashboard valt het dan op dat een weg van A niveau ineens op C niveau zit. De heer Van Dijk: Er moet niet vanuit worden gegaan dat de kwaliteit van een weg het ene jaar compleet anders is dan het jaar daarvoor. Hier zit een tendens in. Die tendens is wel zichtbaar. De heer Nienhuis zegt dat het toch prettig zou zijn naar het vorige jaar te kijken, want misschien blijft een weg wel 3 jaar op A zitten. Als hij dan ineens hard naar beneden keldert, kan men zich afvragen wat er precies op die weg gebeurt. De heer Nienhuis vindt het juist vreemd dat er bij een inspectie niet wordt bekeken hoe een weg het jaar daarvoor beoordeeld is. De heer Van Dijk geeft de heer Nienhuis hier gelijk in. Over het vervolgproces zegt de heer Van Dijk dat het de bedoeling is dat de concept kadernota s op juni naar de commissie Ruimte worden gebracht en dat deze op 6 juni aangeboden worden aan de gemeenteraad. Er moet echter bekeken worden of de toezeggingen die vanavond zijn gedaan binnen dit tijdsbestek zijn uit te voeren. Ook moet bekeken worden of dit nog past binnen de begrotingscyclus. Het college komt hier nog op terug. Griffier: Op 5 juni is de raadsleden supportersdag Cittaslow. Hiervoor moet een groot aantal mensen vrij nemen. Als het werkbezoek ook in deze periode wordt gepland, hebben de raadsleden deze momenten kort op elkaar. Is dit wenselijk? Een idee zou zijn het bezoek in augustus/september plaats te laten vinden, maar gezien de planning van de kadernota is het waarschijnlijk wenselijk dit bezoek voor die tijd af te leggen. De griffier wil dit bezoek graag regelen, maar doet wel een beroep op de raadsleden zich hier dan voor aan te melden. De heer Jalink stelt voor het bezoek aan het begin van de avond te plannen. De heer Van Dijk: Er moet binnen de organisatie bekeken worden wat er mogelijk is. Dit kan eventueel aan het begin van de avond gebeuren. De heer Van Dijk zegt de raadsleden toe dat zij de presentatie digitaal zulllen ontvangen, zodat zij de verschillende kwaliteitsniveaus na kunnen lezen. Mevrouw Bunnik bedankt de heren voor de duidelijke presentatie. Dit gaf een goed inzicht in waar het over gaat. De heer Van Dijk vertelt dat het ook de opzet was eerst te kijken naar de breedte van waar we mee bezig zijn en waar de mogelijkheden liggen. Er kan bijv. niet in de kadernota s gezegd worden dat de wegen naar het centrum op A+ niveau zitten en het groen op D. Er moet samenhang in zitten, dus bijv. alles op B of C niveau. 9. Afsluiting De UvoorzitterU bedankt de heren Dieters, Haverkamp en De Ruiter voor hun presentatie en alle aanwezigen voor hun komst. De voorzitter sluit de bespreking om 21. uur en wenst een ieder wel thuis. Bijlagen: - Presentatie Onkruidbestrijding op verhardingen - Presentatie Kwaliteitsvisie voor de openbare ruimte Verslag Themabespreking Beheerplannen 28 april pagina 9 van 9