CLASS ACTIONS IN HET ECONOMISCH RECHT. EEN COLLECTIEVE BESCHERMING VOOR DE CONSUMENT EN ONDERNEMING

Vergelijkbare documenten
Rechtsvordering tot collectief herstel

DE GROEPSVORDERING De introductie van een rechtsvordering tot collectief herstel in ons Belgisch recht. December 2013

BELGIË Consumentenbescherming - Inleiden van een

N Collectief herstel A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL/AS ADVIES. over

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

N Class action A Brussel, 4 oktober 2016 MH/SL/AS ADVIES. over DE EVALUATIE VAN DE WETGEVING OVER HET COLLECTIEF HERSTEL

CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT

WETSONTWERP BETREFFENDE DE PROCEDURES TOT COLLECTIEVE SCHADEAFWIKKELING. Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Rolnummer Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan. Repertorium nummer 1. op op op. Datum van. Rolnumrner. Niet aan te bieden aan de ontvanger

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Wet betreffende bescherming van bedrijfsgeheimen

Rolnummer Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

The Dutch Collective Settlements Act and Private International Law Aspecten van Internationaal Privaatrecht in de WCAM

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Ombudsman voor de Handel Procedurereglement 27/03/2017

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

De wet op de marktpraktijken. Procedure en sancties. TALLON Advocaat. larcier

Rolnummer Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

N Collectief herstel A2 Brussel, 11 oktober 2017 MH/SL/AS ADVIES. over

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004

2. Soorten en verband

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Zijne Excellentie Drs. S.A. Blok Ministerie van Veiligheid en Justitie. 31 januari /10.083/SD/Mge

Hof van Cassatie van België

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

Hof van Cassatie van België

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt.

Rolnummer Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Een nieuwe balans. Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

Rolnummer Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Hof van Cassatie van België

niet verbeterde kopie

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT

Hof van Cassatie van België

ADR en consument. Een rechtsvergelijkende Studie naar de mogelijkheden van alternatieve geschillenoplossing. Kluwer Deventer. W.A.

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Hof van Cassatie van België

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Waarborg Rechtsbijstand Beroepsaansprakelijkheid by Hiscox

Hof van Cassatie van België

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.


DEEL III. Het bestuursprocesrecht

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

DE PROCEDUREGIDS. Stappenplan voor civiele, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschillen. Frederic Eggermont Saskia Kerkhofs

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

Voorwaarden: ARTIKEL 1 Definities Aanbieder Afspraak: Algemene Voorwaarden: Beloning: Contract: Gedragscode Linkd: Promotiemateriaal

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten

niet verbeterde kopie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Rolnummer Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

tot de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVG"); Advies nr. 37/2019 van 6 februari 2019

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden Prof.Dr. R. Feltkamp

Ontslag wegens dringende reden

Hof van Cassatie van België

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

De ontvankelijkheid van belangengroepen bij rechtszaken 1

Hof van Cassatie van België

Class actions: massaschade voor ondernemingen en verzekeraars?

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

DEEL I. ALIMENTATIE ALS (DRINGENDE) VOORLOPIGE MAAT- REGEL: TOEKENNING VAN HET ONDERHOUD TUSSEN ECHTGENOTEN Gerd Verschelden... 1

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 19 december

Arbeidshof te Brussel

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

Belangrijkste gegevens van het dossier

Gelet op de adviesaanvraag van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, ontvangen op 21 juni 2018;

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

Hof van Cassatie van België

Recente ontwikkeling inzake aansprakelijkheidsverzekering en productaansprakelijkheid

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s)

Hof van Cassatie van België

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Transcriptie:

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 CLASS ACTIONS IN HET ECONOMISCH RECHT. EEN COLLECTIEVE BESCHERMING VOOR DE CONSUMENT EN ONDERNEMING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Annelies Van Langenhove (studentennr. 01002844). Promotor: Reinhard Steennot Commissaris: Renzo van der Bruggen

VOORWOORD Deze masterproef kwam tot stand in het kader van mij masteropleiding Rechten aan de Universiteit van Gent. Het is niet zonder trots dat ik deze scriptie, als eindpunt in mijn studies Rechten, presenteer. Ik heb bewust gekozen voor de collectieve rechtsvordering als onderwerp voor mijn masterproef. Gedurende mijn studiejaren aan de Universiteit van Gent ontwikkelde ik een grote interesse in het economisch recht. Tijdens de lessen van het vak Consumentenbescherming groeide mijn bewustzijn over de zwakke positie van de consument in de maatschappij. Er werd gewezen op een noodzaak aan een rechtsinstrument Hoewel er in principe twee academiejaren over deze masterproef zijn gegaan, zijn het toch de afgelopen maanden die intensief en bepalend zijn geweest voor deze studie. De mensen die me bij dit werk geholpen hebben, wil ik bedanken. Mijn speciale dank gaat uit naar mijn promotor professor Reinhard Steennot, bij wie ik steeds terecht kon voor vragen en advies. Tevens wil ik mijn commissaris Renzo van der Bruggen bedanken voor de feedback. Speciale dank gaat ook uit naar mijn ouders, zus en de mensen om me heen die me de laatste maanden en gedurende vijf jaar gesteund en gemotiveerd hebben. Annelies Van Langenhove Gent, 13 mei 2015

INHOUDSTABEL INLEIDING... 1 METHODOLOGIE... 4 RECHTSVRAGEN... 6 DEEL 1 De Collectieve rechtsvordering... 8 Afdeling 1 Begrippenkader... 8 Hoofdstuk 1 Collectieve rechtsvordering... 8 Hoofdstuk 2 Collectieve Schade... 10 A. Substantiële massaschade... 11 B. Strooischade... 12 Hoofdstuk 3 De vertegenwoordigde groep... 12 Hoofdstuk 4 De groepsvertegenwoordiger... 14 Hoofdstuk 5 Akkoord tot Collectief Herstel... 14 Hoofdstuk 6 Illustratie... 14 Afdeling 2 Belang van de collectieve rechtsvordering... 17 Hoofdstuk 1 Doelstellingen van de collectieve rechtsvordering... 17 1 Trigger Effect... 17 2 Doelstellingen van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel... 17 3 Belang van de collectieve rechtsvordering... 19 A. Substantiële massaschade... 20 B. Strooischade... 20 Hoofdstuk 2 Praktische belemmeringen... 20 Hoofstuk 3 Argumenten pro en contra een collectieve rechtsvordering... 24 1 Inleiding... 24 2 Argumenten pro een collectieve rechtsvordering... 25 3 Argumenten contra een collectieve rechtsvordering... 27 4 Conclusie... 31 Hoofdstuk 4 Collectieve rechtsvordering als structureel antwoord... 32 Hoofdstuk 5 Amerikaanse excessen... 34 Afdeling 3 Actoren... 38 Hoofdstuk 1 Inleiding... 38 Hoofdstuk 2 Consument... 38 Hoofdstuk 3 Onderneming... 39 Hoofdstuk 4 Gerechtelijk apparaat... 40 Afdeling 4 Inhoudelijke bespreking... 41

Hoofdstuk 1 De groepsvertegenwoordiger... 42 1 Inleiding... 42 2 Toegewezen rechtsvordering... 42 3 Vertegenwoordiging... 43 4 Uitzondering op belangvereiste... 44 5 Hoedanigheidsvoorwaarden... 45 A. Consumentenverenigingen... 46 B. Andere verenigingen... 47 1. Geen ad hoc verenigingen... 47 2. Maatschappelijk doel... 49 3. Geen economische activiteit... 49 C. Consumentenombudsdienst... 49 D. Inflexibele regeling... 50 6 Vereniging als groepsvertegenwoordiger... 50 A. Vereniging met rechtspersoonlijkheid als ideological plaintiff... 51 B. Struikelblokken voor een groepslid als groepsvertegenwoordiger... 52 C. Voordelen van een rechtspersoon als groepsvertegenwoordiger... 55 1. Class-entity doctrine... 56 2. Expertise en financiële stabiliteit... 57 7 Financiering... 58 8 Conclusie... 59 Hoofdstuk 2 De (ontvankelijkheids)voorwaarden... 60 1 Inleiding... 60 2 Ontvankelijkheidsvoorwaarden... 61 A. Gemeenschappelijkheidsvereiste... 62 B. Doelmatig karakter... 63 1. Begrip... 64 2. Doelmatigheidscriterium als beschermingselement... 66 3 Het tweesporenbeleid omkaderd door formele voorwaarden... 66 B. Verplichte onderhandelingsfase... 69 C. Akkoord tot collectief herstel... 69 1. Vergoeding... 70 2. Geen erkenning van aansprakelijkheid... 71 D. Beslissing ten gronde... 72 E. Schadeafwikkeling... 72 4 Conclusie... 73

Hoofdstuk 3 De vertegenwoordigde groep... 74 1 Inleiding... 74 2 Optiesystemen... 75 A. Optiesysteem met inclusie... 76 B. Optiesysteem met exclusie... 77 C. Onherroepelijk karakter van het optierecht... 80 4 Territoriale afbakening... 83 5 Kennisgeving... 85 6 Conclusie... 86 Hoofdstuk 4 Rechter als case manager... 87 1 Inleiding... 87 2 Exclusief Bevoegde rechter... 88 A. Voordelen van de centralisatie... 88 B. Gevaren... 92 3 Taak van de rechter als case manager... 93 A. Flexibele regeling... 93 1. De rechter als case manager... 94 2. Blijvende saisine... 97 3. Uitzondering op het adagium le criminel tient le civil en état... 97 B. Ontvankelijkheid... 98 C. Keuze van het optiesysteem... 99 D. Subcategorieën... 99 E. Homologatie... 100 4 Conclusie... 101 Deel II Rechtsvergelijkend deel... 103 Afdeling 1 Europese initiatieven... 103 Afdeling 2 De Scandinavische class action: Zweden... 105 Hoofdstuk 1 Zweden... 105 1 Inleiding... 105 2 Kenmerken van de Zweedse groepsactie... 106 A. Pluralisme, Pragmatisme en Procedureel karakter... 107 B. Formele kenmerken... 108 C. Risico-overeenkomsten als bijzonder financieringsalternatief... 109 3 Case Law... 110 A. Binnen de rechtbank... 110 1. Bespreking collectieve schadezaken... 111

2. Tussenbesluit... 115 B. Buiten de rechtbank... 116 1. Pre-trial settlements... 116 2. Groepsacties voor de Publieke Klachtenraad... 117 4 Kritiek van tegenstanders... 118 Hoofdstuk 2 Conclusie... 119 DEEL III Eigen inzichten... 124 Deel IV Conclusie... 127 BIBLIOGRAFIE... 130 BIJLAGEN... 132

INLEIDING 1. Wetten dienen om de sterken in te tomen en de zwakkeren te beschermen. Dit citaat van de Franse filosoof Charles de Montesquieu betreft de kern van de nieuwe wet die het voorwerp uitmaakt van deze masterproef. De wet voert een rechtsvordering tot collectief herstel in om de consument te beschermen tegen onrechtmatige handelingen van de onderneming. De consument wordt als zwakkere beschouwd in haar relatie met de sterke onderneming. Het citaat wijst alsook op het belang van de wetgeving in een rechtsstelsel teneinde gelijkheid en rechtvaardigheid te creëren tussen de verschillende schakels in de maatschappij. De behoefte aan een nieuw rechtsinstrument is het gevolg van de ontwikkelingen in onze samenleving. De moderne samenleving is gericht op massaproductie, massaconsumptie en massa-informatie. Massaschade aan een grote groep consumenten is een logisch gevolg. Er is aldus een noodzaak om de ondernemingen in te tomen en de zwakkeren te beschermen tegen deze sterken. Jaren na de invoering van de eerste class action in Europa is ook de Belgische wetgever tot inzicht gekomen dat haar wetgeving een nieuw rechtsinstrument nodig heeft. Zij opteert voor de invoering van een rechtsvordering tot collectief herstel om consumenten beter te beschermen tegen inbreuken van grote ondernemingen. De invoering van de rechtsvordering tot collectief herstel gebeurt bij de wet van 28 maart 2014 tot invoeging van titel 2 Rechtsvordering tot collectief herstel in boek XVII Bijzondere rechtsprocedures van het Wetboek economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XVII in boek I van het Wetboek economisch recht (hierna: wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel). De inwerkingtreding van de wet is geregeld in artikel XVII. 6 WER. Het artikel bepaalt dat de Koning de bevoegdheid heeft om de inwerkingtreding van de wet te bepalen. De datum van inwerkingtreding is 1 september 2014 1. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel maakt deel uit van het Wetboek economisch recht. Het Wetboek economisch recht is samengesteld uit achttien boeken die zeer uiteenlopende materies behandelen. Dit wetboek werd gecreëerd door de speciale techniek van kaderwetgeving. De hoofdbetrachting van het Wetboek is een "algemeen, duidelijk en duurzaam" wettelijk kader uit te werken. Het Wetboek is dus een verzameling van alle wetgeving in het economisch recht (behalve faillissementswetgeving). Het Wetboek probeert derhalve de drie hoofddoelstellingen van het 1 Art. 4 KB 4 april 2014. 1

economisch recht te garanderen: de vrijheid van ondernemen, de eerlijkheid van de economische transacties en de bescherming van de consument 2. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel is voornamelijk gericht op de bescherming van de consument. Daarnaast raakt de wet eveneens aan de eerlijkheid van de transacties, daar de wet de oneerlijke handelspraktijken van de ondernemingen tracht te verminderen. De essentie van het rechtsinstrument is de mogelijkheid tot bundeling van verschillende individuele rechtsvordering met een gemeenschappelijke oorzaak. Daarnaast maakt de wet deel uit van het Belgisch privaat procesrecht. Ze voert een nieuw soort rechtsvordering in die wordt gekenmerkt door eigen procedureregels. De wet bestaat grotendeels uit een beschrijving van de procedurele stappen die de partijen moeten doorlopen. De procedureregels lopen in lijn met het gemeen gerechtelijk recht, maar kennen ook enkele uitzonderingen en nieuwigheden. Zo verplicht de nieuwe wet de partijen tot onderhandelen. Daarom spreken we over het zogenaamde tweesporenbeleid van de wet. De wetgever verklaart deze nieuwe regels vanuit de consumentenbescherming en de efficiëntie die de procedure moet waarborgen. 2. De collectieve rechtsvordering is een nieuw rechtsinstrument dat nog niet gekend was in het Belgische recht. De voedbodem van de vordering is class action uit het Amerikaans recht. De Belgische variant kent echter grote verschillen met de Amerikaanse versie. De verschillen zijn een gevolg van de verschillende mentaliteitsgedachten in het Amerikaanse en het Europese/Belgische rechtssysteem. Bovendien heeft de Belgische wetgever de wet strikt geregeld om de Amerikaanse excessen van de class action-regeling te voorkomen. De rechtsvordering tot collectief herstel is een rechtsvordering die de verzoeker in staat stelt om in naam van een groep consumenten een rechtsvordering in te stellen die leidt tot een uitspraak van een vonnis met gezag van gewijsde. De rechtsvordering is een aanvullend rechtsbeschermingsinstrument. Ze heeft enkele specifieke kenmerken. Zo worden de rechtbanken van eerste aanleg exclusief bevoegd gemaakt voor het behandelen van deze rechtsvordering. Verder wordt er strikt geregeld wie kan optreden als groepsvertegenwoordiger: enkel consumentenverenigingen, verenigingen die aan de voorwaarden voldoen en autonome openbare dienst kunnen een collectieve rechtsvordering instellen. Er is geen mogelijkheid tot gebruik van ad hoc verenigingen en stichtingen. De wet voorziet eveneens in specifieke bepalingen omtrent de verplichte maatregelen tot bekendmaking en de verplichte onderhandelingsfase is typerend voor deze rechtsvordering. 2 http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/general/code_de_droit_economique.jsp. 2

Het is belangrijk om op te merken dat de wet geen nieuwe materiële rechten voor consumenten creëert. Wat de wet wel doet, is een nieuwe procedurele mogelijkheid invoeren om de bestaande consumentenrechten af te dwingen. De wettelijke regeling bestaat uit strikt formele voorwaarden. Deze voorwaarden moeten de valkuilen van de class action naar Amerikaans recht vermijden. Het gaat dus om een procedurele maatregel waarmee de consumentenrechten in de praktijk effectief kunnen worden afgedwongen. Dit is heel belangrijk. De bescherming van de rechten van de consument bestaat immers uit twee onderdelen. Enerzijds is het belangrijk dat de wet normen invoert die de consumenten beschermen. Dit betreft materieelrechtelijk regels. Anderzijds is het ook essentieel dat die inhoudelijke rechten kunnen worden afgedwongen via procedurele weg. Vòòr de invoering van de wet van 28 maart 2014 inzake de rechtsvordering tot collectief herstel kon de consument enkel gebruik maken van de gemeenrechtelijke maatregelen, namelijk de individuele rechtsvordering. Dit leverde echter heel wat praktische problemen op. De problemen verbonden aan de individuele vordering weerhielden veel consumenten om naar de rechtbank te stappen en hun rechten effectief af te dwingen. 3. De invoering van een collectieve rechtsvordering in het economisch recht zorgt voor een modernisaties van de sanctiemechanismen. Naast de stakingsvordering en de geldboete, kan een onderneming nu ook verplicht worden een schadevergoeding te betalen aan een groep van consumenten. De consumenten bundelen hun krachten (lees: vorderingen) in één groepsvordering. De groepsvertegenwoordiger stelt deze vordering in bij de rechtbank. Vanuit het oogpunt van de consument lijkt dit een nuttig en efficiënt instrument om hun rechten af te dwingen. Vanuit het standpunt van de ondernemingen leek het daarentegen geen goede zaak. De ondernemingen zullen immers sneller geconfronteerd worden met hoge schadevergoedingen die zij moeten betalen. De hoop van de wetgever is om binnen tien jaar nog geen uitspraak te hebben van het hof van beroep, dan pas zou de vordering een echt succes genoemd kunnen worden. De achterliggende gedachte van deze hoop is dat partijen de zaak onderling afhandelen, zodat ze niet langer afhankelijk zijn van het gerechtelijk apparaat. De wetgever wil aldus de partijen stimuleren om een minnelijk akkoord te sluiten. Dit verklaart het tweesporenbeleid van de wet. De partijen moeten verplicht eerst een onderhandelingsfase doorlopen. Indien deze onderhandelingen niet tot een succes leiden, dan zal de rechter de zaak ten gronde onderzoeken. In deze masterproef wil ik een analyse maken van het belang van dit nieuwe rechtsinstrument als beschermingsinstrument voor de consument en voor de ondernemingen. Ik zal me in het bijzonder 3

toespitsen op de vraag of deze regeling een meerwaarde kan betekenen in het Belgisch recht. Ook de bescherming van het gerechtelijk apparaat staat op het programma. Niemand kan de toekomst voorspellen, men kan evenwel een beoordeling geven over de gehoopte werking van het instrument. De praktijk is onvoorspelbaar, maar juridische stimulans in de goede richting is zeker een goed uitgangspunt. METHODOLOGIE 4. De nieuwe wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel hoort zowel thuis in het economisch recht als in het privaat procesrecht. Dit heeft tot gevolg dat de wet kan worden besproken vanuit twee verschillende perspectieven, nl. vanuit een procesrechtelijk en een materieelrechtelijk perspectief. Het procesrechtelijk perspectief is gericht op de bespreking van de procedureregels. Dit is een formalistische kijk op de wet. Hier ligt de nadruk op de verschillende procedurele stappen die moeten worden genomen en de afwijkingen van het algemeen procesrecht. Bij een materieelrechtelijke bespreking gebeurt de analyse op basis van de ratio s van de wet. Hierbij wordt de wet in de economische realiteit geplaatst om na te gaan of het de doelstellingen effectief kan bereiken. Het materieelrechtelijk perspectief kan ook gezien worden als een teleologische bespreking van de wet. Hier gaat de aandacht uit naar de redenen en het (de) doel(en) van de wet. De analyse van de wet vanuit de twee perspectieven is zeer interessant. De nieuwe wet heeft immers impact op zowel materieelrechtelijk als formeelrechtelijk vlak. Het is echter praktisch niet mogelijk om in deze masterproef de nieuwe wet vanuit de twee oogpunten grondig en volledig te analyseren. Omwille van deze praktische hindernis, heb ik gekozen om de nieuwe wet te bestuderen vanuit materieelrechtelijk oogpunt. Mijn interesse voor het economisch recht. Dit verklaart mijn keuze voor de bespreking van de materieelrechtelijke gevolgen van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel. 5. Deze masterproef bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel bestaat uit een analyse van de collectieve rechtsvordering zoals deze is ingevoerd in het Belgisch recht. Aan de hand van een begrippenkader zal ik een idee trachten te geven wat de collectieve rechtsvordering inhoudt. Vervolgens zal ik het belang van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel bestuderen. Hierbij komen de doelstellingen van de wet aan bod, alsook de belemmeringen die de individuele consument in de praktijk verhinderen een rechtsvordering in te stellen. Er wordt ook een overzicht gegeven van de argumenten die pleiten voor en tegen de invoering van het rechtsinstrument. In dit gedeelte wil ik tevens de excessen van de Amerikaanse class action- 4

regeling aankaarten die een reden zijn voor de strikt gereglementeerde Belgische wet. Daarna zal ik wijzen op de belangen van de verschillende actoren in de collectieve procedure. Tenslotte volgt de inhoudelijke analyse van de wet. De inhoudelijke bespreking is opgedeeld in vier hoofdstukken, gebaseerd op de vier bouwstenen van de wet. De analyse is gericht op de materieelrechtelijke kant van de wet. Ik heb ervoor gekozen om mijn bespreking te beperken tot de uitwerking van het nieuwe rechtsinstrument op de rechten van de consument en de onderneming. Om die reden ga ik niet dieper in op de praktische werking van het rechtsinstrument in het licht van de verschillende consumentenrechten. Bij de bespreking van de wet vanuit materieelrechtelijk perspectief is het onontbeerlijk om ook aandacht te besteden aan de procedurele stappen in de wet. De procedurele stappen en formaliteiten weerspiegelen immers het doel van de wet: meer bescherming geven aan de consument. Vanuit formalistisch oogpunt is de wet dan ook zo samengesteld dat de rechter de mogelijkheid heeft om in te grijpen als er misbruiken optreden. De wet probeert zowel meer bescherming te bieden aan de consument als de belangen van de verschillende partijen te verzoenen. Of de wet ook effectief slaagt in dit opzet, zal doorheen deze masterpaper worden onderzocht. Voor dit eerste onderdeel van mijn masterproef heb ik me voornamelijk gebaseerd op de parlementaire voorbereidingen van de wet. Zowel de memorie van toelichting als de artikelsgewijze bespreking van de wet zijn een goed beginpunt voor de bespreking van de Belgische collectieve rechtsvordering. Daarnaast heb ik ook het proefschrift van doctor Stefaan Voet 3 doorgenomen voor de bespreking van de wet. In het tweede deel van dit werkstuk vindt u een rechtsvergelijkend gedeelte. Dit gedeelte bestaat uit een introductie van de Europese initiatieven omtrent de collectieve rechtsvordering. Vervolgens volgt er een functionele rechtsvergelijking met de class action in Zweden. Aan de hand van de rechtszaken en de juridische praktijk wordt nagegaan of het rechtsinstrument de vooropgestelde doelstellingen verwezenlijkt. Ik heb gekozen voor de rechtsvergelijking met een Scandinavische land eerder dan met onze buurlanden, omdat ik meer interesse heb voor deze landen. De Scandinavische landen staan bekend als efficiënt en vooruitstrevend. Op basis van de functionele rechtsvergelijking wil ik nagaan of in de regeling omtrent de class action ook deze efficiëntie en progressiviteit is ingebouwd. 3 S. VOET, Een Belgische vertegenwoordigde collectieve rechtsvordering, Antwerpen, Intersentia, 2012, 1-433 (hierna verkort S. VOET, Een Belgische rechtsvordering). 5

Een probleem bij deze functionele rechtsvergelijking is de hoeveelheid aan bronnen. De taalbarrière verhindert me om een groot aantal bronnen te raadplegen. De meerderheid van de bronnen zijn geschreven in het Zweeds. Het gaat immers om een nationale regeling die enkel van toepassing is binnen de landsgrenzen. Voor de bespreking van de class action regeling in Zweden heb ik me voornamelijk gebaseerd op de bijdrage van Per Henrik Lindblom 4. De bron is afkomstig van de vader van de Zweedse groepsactie. Om die reden neem ik de bron aan als erg gezaghebbend. Een tweede bron die ik heb aangewend is de commentaar op het Europese Witboek 5 betreffende schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire mededingingsregels. Dit document geeft een rechtsvergelijkend overzicht over de regelgeving in landen zoals Zweden, Denemarken, Noorwegen, Nederland en Frankrijk. De Europese beleidsdiscussie kunnen dus ook dienen als een bron voor de rechtsvergelijking. De uiteenzetting over de collectieve rechtsvordering in het Belgische recht zal een erg theoretische uiteenzetting zijn. Door de recente invoering van de wet bestaan er nog geen rechtspraktijk over het rechtsinstrument. De wet is op dit moment wel het voorwerp van een beroep tot vernietiging bij het Grondwettelijk Hof 6. RECHTSVRAGEN 6. In deze masterpaper zal ik de nieuwe wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel analyseren met het oog op de volgende hoofdvragen. - Biedt de nieuwe wet een betere en efficiëntere bescherming voor de consumenten in hun relatie tot ondernemingen? Kan de procedurele regeling van de wet de werking van het rechtsinstrument in de praktijk verhinderen? - Creëert de wet een goede balans tussen de rechten van de consumenten en de rechten van de ondernemingen? - Is het rechtsinstrument vanuit rechtsvergelijkend perspectief een meerwaarde voor de consumentenbescherming? 4 P.H.LINDBLOM, Group Litigation in Scandinavia, ERA Forum 2009, Volume 10, (7-35) (hierna verkort P.H. LINDBLOM, Group Litigation). 5 R. GAUDET, Lessons learned from Swedish, Danish, Dutch, and Norwegian class actions. Comments on the White Paper on Damages Actions for Breach of the EC Antitrust Rules COM(2008) 165 Final, www.ec.europa.eu/competition/antitrust/actionsdamages/white_paper_comments/gaudet_en.pdf 2008 (hierna verkort R. GAUDET, Comments on White Paper). In een witboek geeft de Europese Commissie een uiteenzetting over hoe zij bepaalde doelen wil bereiken. Vaak worden in een witboek al concrete voorstellen uitgewerkt en toegelicht, zie www.europa-nu.nl/id/vh7dpuqg98yo/witboek. 6 Zaken nr. 6071 en nr. 6076 aanhangig bij het Grondwettelijk Hof, zie www.const-court.be. 6

7

DEEL 1 DE COLLECTIEVE RECHTSVORDERING Afdeling 1 Begrippenkader 7. Het is belangrijk om een begrippenkader op te stellen wanneer we een nieuw rechtsinstrument bespreken. Sommige definities zijn reeds gekend in de juridische wereld, andere definities behoeven extra uitleg. De definities van de verschillende begrippen helpen ons bovendien om het toepassingsgebied van de vordering af te bakenen? De definities die eigen zijn aan de rechtsvordering tot collectief herstel zijn terug te vinden in hoofdstuk 13, titel 2, boek I van het Wetboek van economisch recht. Artikel I.21 WER geeft de definities van de belangrijke begrippen 7. Hoofdstuk 1 Collectieve rechtsvordering 8. De rechtsvordering tot collectief herstel is de rechtsvordering die tot doel heeft een collectieve schade te herstellen 8. Dit is hoe de wet de nieuwe rechtsvordering omschrijft. Veelzeggend over de inhoud van het begrip is zij dus niet. De rechtsvordering tot collectief herstel heeft nood aan een ruimere omschrijving en verdient dit ook. De rechtsvordering kan omschreven worden als een rechtsvordering die de verzoeker in staat stelt om, in naam van een groep personen en zonder vooraf een volmacht van de leden van de groep te hebben verkregen, een rechtsvordering in te stellen, leidend tot een uitspraak van een vonnis met gezag van gewijsde. Het gezag van gewijsde geldt zowel ten opzichte van de verzoeker en de verweerder(s) als ten opzichte van de leden van deze groep 9. Deze definitie onthult al meer over het nieuwe rechtsinstrument. Het dekt de belangrijkste aspecten van het concept, maar naar mijn mening mist er echter één aspect in de definitie, namelijk de verwijzing naar de gemeenschappelijke oorzaak. Dit is een van de ontvankelijkheidsvoorwaarden van de rechtsvordering. De collectieve rechtsvordering kan ook omschreven worden als een rechtsvordering door een relatief groot aantal slachtoffers die als gevolg van één of een reeks met elkaar verbonden handelingen of nalatigheden van één beweerd aansprakelijke partij of een specifiek omschreven groep beweerd aansprakelijke partijen een gelijkaardig nadeel hebben geleden, en wier rechtsvordering gezamenlijk 7 Art. 2 wet tot invoeging van titel 2 "Rechtsvordering tot collectief herstel" in boek XVII "Bijzondere rechts procedures" van het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XVII in boek I van het Wetboek van economisch recht, BS 29 april 2014. Dit artikel verwijst naar deze definities. 8 Art. I. 21, 3 WER. 9 Memorie van toelichting, Parl.St. Kamer 2013-2014, nr. 53-3300/001, 7 (hierna verkort: Memorie van toelichting). 8

zou kunnen worden uitgeoefend om te kunnen genieten van een schaaleffect dat zowel de belangen kan dienen van de slachtoffers, als van de verweerders, als van het gerechtelijk apparaat 10. De rechtsvordering tot collectief herstel is aldus een bundeling van rechtsvorderingen met een gemeenschappelijke oorzaak in één rechtsvordering, die wordt ingesteld door een groepsvertegenwoordiger. Deze treedt op in naam en voor rekening van de groep die schade heeft geleden ten gevolge van die oorzaak, zonder dat de groepsleden procespartij zijn. De leden van de groep zijn wel gebonden door de uitkomst van de collectieve zaak. Net zoals er verschillende definities bestaan voor de term, bestaan er ook verschillende woorden om het rechtsinstrument te benoemen. Synoniemen zijn voor collectieve rechtsvordering, groepsactie, collectieve schade actie, collective redress of class action. 9. De officiële benaming van het rechtsinstrument is de rechtsvordering tot collectief herstel. Doorheen dit werkstuk zal ik voornamelijk de term collectieve rechtsvordering gebruiken, omdat deze term verwijst naar de titel van dit werkstuk. De officiële term zal ook gehanteerd worden bij de bespreking van de wet. In het gedeelte over de excessen van de Amerikaanse class action, zal ik de Engelstalige benaming gebruiken. In het rechtsvergelijkend gedeelte zal ik de term groepsactie te hanteren. Ik heb gekozen voor een afgebakend terminologiegebruik om verwarring tussen de verschillende regelingen te vermijden. Er bestaat immers geen 100% correcte vertaling voor class action of grupprättegång, omdat het rechtsinstrument verschillende kenmerken heeft in de verschillende landen 11. 10. De rechtsvordering tot collectief herstel mag niet verward worden met de techniek van de samenvoeging van vorderingen. Bij deze techniek zijn alle eisers de facto partij bij de procedure en zal elke rechtsvordering afzonderlijk worden beoordeeld 12. De collectieve rechtsvordering daarentegen laat toe dat slachtoffers hun vorderingen bundelen, zonder dat het noodzakelijk is dat elk slachtoffer formeel partij is in het geding. Of er een collectieve of individuele uitspraak wordt gedaan over de zaak is afhankelijk van de rechtsvordering die wordt ingesteld. De collectieve rechtsvordering leidt tot een collectieve uitspraak over de zaak, terwijl de techniek van de samenvoeging een individuele uitspraak over elke zaak geeft. 10 Wijziging tot deontologische regels NOAB om collectieve vorderingen toe te laten en te begeleiden http://massaclaim.be/documents/more/reglement%20class%20actions%2018%205%202009.pdf, 1 (geraadpleegd op 24 februari 2015). 11 E. STOOP, Class action, Ad Rem 2008, Afl. 5, 30. 12 S. LODEWIJCKX en J. WILLEMS, Class actions: massaschade voor ondernemingen en verzekeraars?, Orde dag 2011, afl. 54, 56. 9

De laatste techniek volstaat niet om de partijen te stimuleren tot het sluiten van een akkoord. De samenvoeging bemoeilijkt immers het sluiten van een minnelijk akkoord, omdat elke partij afzonderlijk akkoord moet gaan. Dit is niet het geval bij de collectieve rechtsvordering. De groepsacties kunnen worden uitgeoefend door één partij die namens de volledige gedefinieerde klasse in rechte optreedt. Dit zal bevorderend zijn voor het sluiten van een minnelijk akkoord (zie infra). Hoofdstuk 2 Collectieve Schade 11. Collectieve schade is het geheel van alle individuele schade die een gemeenschappelijke oorzaak heeft en die leden van een groep hebben geleden 13. De definitie is ruim en betreft zowel materiële als lichamelijke schade. Collectieve schade treedt op bij collectieve schadegevallen of massaschadegevallen. Dit zijn zaken waarin een groot aantal schadelijders betrokken zijn bij de afwikkeling van een geschil met één of een beperkt aantal schadeveroorzakers en waaraan dezelfde of soortgelijke feitelijke en/of juridische vragen ten grondslag liggen 14. Het kan ook worden omschreven als de som van alle individuele schade met eenzelfde oorzaak die door een groot aantal personen of rechtspersonen geleden wordt 15. Bij een meer procedurele kijk op het begrip is er sprake van massaschade wanneer de omvang van het geschil zowel voor de rechterlijke macht als voor de advocatuur en overige actoren van justitie, bijzondere moeilijkheden doet rijzen 16. Het begrip collectieve schade toont de complexiteit van een collectieve procedure. 12. Er zijn drie belangrijke componenten bij collectieve schadegevallen: (1) grote (niet kwantificeerbare) aantallen schadelijders zijn met elkaar verbonden door (2) gemeenschappelijke feitelijke en/of juridische geschilpunten (3) naar aanleiding van het normovertredend gedrag van één of ene beperkt aantal schadeveroorzakers 17. De belangrijkste component is de gemeenschappelijke feitelijke en/of juridische geschilpunten. Deze component zal doorslaggevend zijn bij het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de collectieve rechtsvordering (zie infra). Het begrip collectieve schade kan verschillende soorten schade inhouden die verschillen naargelang hun oorzaak, hun omvang en hun natuur, maar met elkaar verbonden zijn door feitelijke en/of 13 Art. I. 21, 1 WER. 14 I.N. TZANKOVA, Strooischade. Een verkennend onderzoek naar een nieuw rechtsfenomeen, Den Haag, SDU Uitgevers, 2005, 15; I.N. TZANKOVA, Toegang tot het recht bij massaschade, Deventer, Kluwer, 2007, 1. 15 Voorstel van wetsontwerp betreffende de procedures tot collectieve schadeafwikkeling, http://economie.fgov.be/nl/binaries/426_class_actions_nl_loi_avec_appel_tcm325-100996.pdf (geraadpleegd 3 maart 2015). 16 P. TAELMAN en Ph. THION, Bundeling van vorderingen, TPR 2003, 1516-1517, nr. 38. 17 S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 15, nr. 13. 10

rechtskwesties. Deze ruime definitie maakt het mogelijk om binnen eenzelfde procedure met elkaar verbonden feitelijk en/of rechtskwesties te behandelen 18. Dit zorgt voor een efficiënte verdeling van ingezette middelen. Het is aldus niet vereist dat de benadeelde slachtoffers een identieke schade hebben geleden. De schade kan verschillen in omvang of in aard. De enige vereiste om van collectieve schade te spreken is dat er een gemeenschappelijke oorzaak bestaat. Bij de toepassing van de Belgische wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel is de gemeenschappelijke oorzaak de schending van een wettelijk voorschrift of een contract waardoor de consument schade lijdt. De wet bepaalt uitdrukkelijk in welke gevallen de wet van toepassing zal zijn (zie infra). 13. De collectieve schade (of massaschade) kan worden onderverdeeld in twee soorten schade, namelijk de substantiële massaschade en de strooischade. Het onderscheid zit voornamelijk in de omvang van de schade. Deze onderverdeling zal later in dit werkstuk van belang blijken. A. Substantiële massaschade 14. Substantiële massaschadegevallen worden gekenmerkt door een groot aantal schadelijders die een grote schade lijden. De potentiële baten van een individuele rechtsvordering, i.e. schadevergoeding die op het einde van het proces kan worden ontvangen, overstijgen de kosten ervan. Substantiële schade kan op haar beurt worden onderverdeeld in (1) gefixeerde of rampschade en (2) sluipschade. (1) Men spreekt over gefixeerde schade, rampschade of mass disaster accidents indien de schade wordt aangericht door één enkele gebeurtenis die perfect in de tijd te fixeren is 19. De slachtoffers kunnen vrij eenvoudig worden vastgesteld, ze werden immers allen blootgesteld aan dezelfde gebeurtenis op hetzelfde moment en op dezelfde plaats 20. Voorbeelden van gefixeerde schade in België zijn de crash op de airshow te Oostende in 1997 en de gasontploffing in Gellingen in 2004 21. (2) Sluipschade 22 daarentegen is de schade die voortspruit uit een reeks in de tijd gespreide gebeurtenissen of blootstellingen (ook wel van mass exposure accidents ). De schade is het gevolg van de zogenaamde serial injuries waarbij de schade pas na verloop van tijd ontstaat of manifest wordt. 18 Artikelsgewijze bespreking, Parl.St. Kamer 2013-2014, nr. 53-3300/001, 16 (hierna verkort Artikelsgewijze bespreking). 19 I.N. TZANKOVA, Toegang tot het recht bij massaschade, Deventer, Kluwer, 2007, 3; L. SCHUERMANS, Het paard van Troje is niet opgetuigd, RW 2005-06, nr. 19, 722. 20 E. DE BAERE, Procederen in zaken van massaschade: naar een class action in Belgisch recht?, TPR 2007, afl. 1, 12, nr. 5. 21 Voorbeelden zie S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 50-51. 22 De term sluipschade komt van Spier zie J. SPIER, Sluipende Schade. Oratie, Deventer, Kluwer, 1990, 38. 11

Deze soort schade gaat in de praktijk veelal gepaard met onduidelijkheden over de oorzaak van de schade en over de groep schadelijders. Bij substantiële massaschade gaat het om individueel verhaalbare rechtsvorderingen ( individually recoverable claims ), omdat bij het instellen van een individuele rechtsvordering de potentiële baten opwegen tegen de kosten. B. Strooischade 15. Strooischade is net het tegenovergestelde van substantiële massaschade. Het wordt gekenmerkt door een kleine schade die toegebracht wordt aan een groot aantal personen. De strooischade verwijst naar de materiële waarde of de marktwaarde van de schade, die niet noodzakelijk overeenstemt met de emotionele waarde die mensen hechten aan bepaalde objecten 23. Elk van de schadelijders lijdt slechts een geringe schade die het instellen van een individuele rechtsvordering niet kan rechtsvaardigen. De schadelijders zullen niet overgaan tot de vordering van een compensatie omdat de kosten voor het instellen van een individuele rechtsvordering de baten ervan zullen overtreffen. Hier speelt het probleem van de rational apathy of rationele desinteresse (zie infra). Dit fenomeen wordt gekenmerkt door een kosten-baten analyse, waarbij de vergoeding die de procedure zal teweegbrengen niet zal opwegen tegen de kosten 24. De getroffen personen zullen niet naar de rechtbank stappen om hun rechten af te dwingen. Men spreekt van individueel niet verhaalbare rechtsvorderingen ( individually non recoverable claims ) 25. Een collectieve rechtsvordering zal de problematiek van de rationele desinteresse verhelpen 26. Door het optreden als groep zullen de kosten voor de individuele consument immers aanzienlijk verminderen. Hoofdstuk 3 De vertegenwoordigde groep 16. De vertegenwoordigde groep bestaat uit het geheel van consumenten die individueel benadeeld zijn door de collectieve schade en worden vertegenwoordigd in de rechtsvordering tot collectief herstel (art. I.21, 2 WER). In deze definitie is het begrip consument erg belangrijk. Een consument is 23 G. VANDE WALLE, Conflictafhandeling bij collectieve schade: op zoek naar herstel, Orde dag 2001, afl. 54, 10. 24 I.N. TZANKOVA, Strooischade. Een verkennend onderzoek naar een nieuw rechtsfenomeen, Den Haag, Sdu Uitgevers, 2005, 16; I.N. TZANKOVA, Toegang tot het recht bij massaschade, Deventer, Kluwer, 2007, 14-15. 25 S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 15-16, nr. 14. 26 Diana Struyven (directeur van het Europees Departement bij het Verbond van Belgische Ondernemingen) is van oordeel dat de collectieve rechtsvordering geen oplossing biedt in gevallen van strooischade. Het biedt immers niet zozeer de consumenten een compensatie, maar komt voornamelijk ten goede aan de maatschappij. Zie D. STRUYVEN, De groepsvordering of class action : een valkuil voor bedrijven en consumenten?, Orde dag 2011, afl. 54, 69. 12

iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachtsof beroepsactiviteit vallen (art. I. 1, 2 WER). Het groepslid is de benadeelde consument die deel uitmaakt van de vertegenwoordigde groep en die op het einde van de procedure een individueel recht kan laten gelden op een deel van de schadevergoeding, ingeval van een positieve uitspraak. 17. De samenstelling van de groep is afhankelijk van het optiesysteem dat wordt toegepast. Er zijn twee verschillende optiesystemen, nl. optiesysteem met inclusie en optiesysteem met exclusie. Het optiesysteem met inclusie (opt-in) wordt omschreven als het systeem waarin enkel deel uitmaken van de groep, de consumenten benadeeld door de collectieve schade die de wil hebben geuit deel uit te maken van de groep 27. Bij dit systeem kunnen alle benadeelde consumenten expliciet hun wil uiten om tot de vertegenwoordigde groep te behoren. Dit heeft tot gevolg dat de uitspraak enkel aan deze consumenten tegenwerpelijk zal zijn en dat enkel zij recht zullen hebben op een individuele schadevergoeding. Het optiesysteem met exclusie (opt-out) houdt net het tegenovergestelde in. Artikel I.21, 4 WER omschrijft het als het systeem waarin deel uitmaken van de groep, alle consumenten benadeeld door de collectieve schade, behoudens zij die hun wil hebben geuit er geen deel van uit te maken. In dit geval bestaat de vertegenwoordigde groep uit alle benadeelde consument, behalve degenen die hun wil hebben geuit om geen deel uit te maken van de groep. Geen uitoefening van het optierecht betekent dat je lid bent van de vertegenwoordigde groep. Bij beide systemen heeft de uitoefening van het optierecht belangrijke gevolgen. Eens men deel uitmaakt van de groep zal de consument gebonden zal zijn door de uitspraak. Bijgevolg verliest hij zijn individueel recht op toegang tot de rechter voor dat geval verliezen. Dit is een van de kenmerken van de rechtsvordering tot collectief herstel (zie hoofdstuk 1). Later in dit werkstuk zal het effect hiervan nader onderzocht worden. 18. De groepsleden zijn geen partij in de procedure. Ze hebben geen rechtstreeks inspraak in de procedure. Daarenboven heeft de Raad van State beslist dat de leden van de groep ook niet kunnen beschouwd worden als derden. Rechtsmiddelen zoals derdenverzet en vrijwillige tussenkomst zijn derhalve uitgesloten 28. 27 Art. I.21, 5 WER. 28 Adv.RvS 53.706/1, Parl.St. Kamer 2013-2014, nr. 53-3300/001, 70. 13

Volledigheidshalve dient ook vermeld te worden dat consumenten die in het buitenland verblijven deel kunnen uitmaken van de groep. Dit is enkel mogelijk via het optiesysteem met inclusie 29. 19. In hetzelfde artikel dat een definitie geeft van de consument wordt ook een definitie gegeven van de onderneming. Dit is elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft, alsmede zijn verenigingen. Door de verwijzing naar de consument en de onderneming bakent de wet haar toepassingsgebied af. De collectieve rechtsvordering kan enkel worden aangewend in consumentengeschillen, ook wel B2C geschillen genoemd (Business to Consumers). Dit zijn geschillen tussen ondernemingen en consumenten. Hoofdstuk 4 De groepsvertegenwoordiger 20. De groepsvertegenwoordiger is de vereniging die namens de groep optreedt in een rechtsvordering tot collectief herstel, of de autonome openbare dienst bedoeld in artikel XVI.5 WER 30. Hij vertegenwoordigt de afwezige groepsleden in de collectieve procedure. Er bestaan specifieke vereisten 31 voor wie kan optreden als groepsvertegenwoordiger. Er zijn goede redenen waarom de wetgever heeft gekozen om de bevoegdheid enkel toe te kennen aan verenigingen en openbare diensten. Dit wordt verder uitgebreid besproken Afdeling 3 Bouwstenen van de wet. Hoofdstuk 5 Akkoord tot Collectief Herstel 21. Als laatste vermeld artikel I.21 WER de definitie over een akkoord tot collectief herstel. Dit is het akkoord tussen de groepsvertegenwoordiger en de verweerder dat het herstel van een collectieve schade regelt. Dit akkoord wordt voorgelegd ter homologatie voor de rechtbank. De homologatie beëindigt de procedure tot collectief herstel. Homologatie door de rechter betekent dat het akkoord dezelfde waarde krijgt als een gerechtelijke uitspraak, met gezag van gewijsde tot gevolg. Om die reden moet het akkoord aan een aantal voorwaarden voldoen om door de rechter te kunnen worden gehomologeerd. Dit wordt ook verder in deze masterproef besproken. Hoofdstuk 6 Illustratie 22. Dit begrippenkader vormt een houvast voor de lezer tijdens het lezen van dit werkstuk. De begrippen die hier worden besproken, zijn essentieel voor het begrijpen van de werking van de nieuwe rechtsvordering. 29 Art. XVII. 38, 1 WER. 30 Art. I.21, 6 WER. 31 Art. XVII. 39 WER. 14

Voor een beter overzicht van de inhoud van deze begrippen, verwijs ik naar onderstaande illustratie 32. Onderneming X verkoopt elektronicaproducten aan consumenten. Consument A koopt een gsm, consument B een gps en consument C koopt een draagbare computer. De consument geniet een wettelijke garantie op de aangekochte goederen. In geval van defect geeft de garantie hem recht op de kosteloze herstelling of de vervanging van het goed (te kiezen door de consument, maar in functie van wat mogelijk en redelijk is). Indien de herstelling of de vervanging buitensporig of onmogelijk is of niet binnen een redelijke termijn kan worden uitgevoerd, heeft de consument het recht om een prijsverlaging of de ontbinding van het verkoopcontract te eisen 33. De wettelijke garantietermijn bedraagt twee jaar, maar de beperkt deze termijn in haar algemene voorwaarden tot een termijn van één jaar. De beperking van de garantietermijn is onrechtmatig 34 en heeft tot gevolg dat de consumenten geen beroep meer kunnen doen op een kosteloze herstelling of vervanging na het verstrijken van één jaar na hun aankoop. De elektronicaproducten zijn niet van de beste kwaliteit. De producten ondervinden problemen na ongeveer dertien maanden na de aankoop. Door de inkorting van de garantietermijn hebben de consumenten geen recht meer op een kosteloos herstel of vervanging van het goed. De consumenten leiden een collectieve (materiële) schade. De schade voor consument A bedraagt slechts 1/5 van de schade aan de laptop van consument C. Ondanks het feit dat de consumenten verschillende goederen hebben gekocht en de omvang van de schade varieert van goed tot goed, hebben zij de mogelijkheid om hun krachten te bundelen door een collectieve rechtsvordering. De gemeenschappelijke oorzaak van de schade is de schending van artikel 1649octies BW en artikel VI. 83, 14 WER door de onderneming. Een vereniging zoals Test Aankoop stelt als groepsvertegenwoordiger een rechtsvordering tot collectief herstel in namens de consumenten. Consumenten A, B en C maken deel uit van de groep 35. Alle ontvankelijkheidsvoorwaarden zijn vervuld. Indien de rechter beslist dat het optiesysteem met inclusie van toepassing is, dan zullen de consumenten A, B en C hun wil moeten uiten om deel uit te 32 De illustratie is gebaseerd op het voorbeeld uit de artikelsgewijze bespreking van de wet zie Artikelsgewijze bespreking, supra voetnoot 18, 17. 33 Art. 1649quater, 2 BW. 34 Art. 1649quater, 1 in fine bepaalt dat de wettelijke garantietermijn voor tweedehandsgoederen korter mag zijn dan twee jaar zonder dat die termijn korter mag zijn dan één jaar. 35 In realiteit zou het aantal benadeelde consument tientallen bedragen. Dit is een simplistisch voorbeeld om het overzichtelijk te houden. 15

maken van de groep. Indien de rechter beslist dat het optiesysteem met exclusie van toepassing is, hoeven de consumenten niets te ondernemen, tenzij ze geen deel willen uitmaken van de groep. De groepsvertegenwoordiger Test Aankoop en de onderneming onderhandelen. Dit is een verplichting ex. artikel XVII. 45 WER. Indien de onderhandelingen succesvol zijn, maken de partijen een akkoord tot collectief herstel op. Dit wordt ook wel een minnelijk akkoord genoemd. Dit akkoord houdt een oplossing in voor het conflict tussen beide partijen. Deze oplossing wordt vervolgens voorgelegd aan de rechter. Indien het voldoet aan alle voorwaarden, wordt het akkoord gehomologeerd. Dit beëindigt de procedure. Consument A collectieve rechtsvordering Consument B COLLECTIEVE SCHADE Test Aankoop Onderneming Consument C AKKOORD TOT COLLECTIEF HERSTEL HOMOLOGATIE 16

Afdeling 2 Belang van de collectieve rechtsvordering Hoofdstuk 1 Doelstellingen van de collectieve rechtsvordering 1 TRIGGER EFFECT 23. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel wordt gekenmerkt door het trigger effect 36. Dit verwijst naar het feit dat een wetgevend initiatief er meestal pas komt naar aanleiding van één of meerdere gebeurtenissen. De aanleiding of trigger voor de creatie van de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstelzijn de massaschadegevallen die geen volwaardige juridische oplossing krijgen door het deficit van het Belgisch privaat procesrecht. De voornaamste rechtvaardigingsgrond voor de collectieve rechtsvordering is de evolutie in de sociale verhoudingen. Economische en technologische ontwikkelingen hebben die verhoudingen intenser en complexer gemaakt. Het gevolg is dat er enerzijds grote groepen individuen ontstaan wiens subjectieve rechten op identieke wijze kunnen worden geschonden. Hun individuele belangen worden gecollectiviseerd door eenzelfde of soortgelijke feitelijke en/of juridische geschilpunten (gemeenschappelijkheidsvereiste, zie infra). Anderzijds is het bewustzijn van bestaande collectieve belangen groter geworden 37. De collectieve rechtsvordering vertegenwoordigt derhalve een belangrijk maatschappelijke meerwaarde 38. Om adequate toegang tot het gerecht ex. artikel 6 EVRM te waarborgen, moet in een aangepast procesrechtelijk instrument worden voorzien. Het recht is immers een maatschappij-organiserend instrument dat zich noodgedwongen moet aanpassen aan de evolutie 39. Met het oog op de bescherming van die collectieve belangen heeft de wetgever een rechtsvordering tot collectief herstel ingevoerd, waardoor de collectieve belangen in één procedure kunnen behandeld worden. 2 DOELSTELLINGEN VAN DE WET INZAKE DE RECHTSVORDERING TOT COLLECTIEF HERSTEL 24. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel heeft één hoofddoelstelling, namelijk bijdragen tot een betere naleving en verdediging van de consumentenrechten 40. De wet wil zowel de 36 S. VOET, Class actions en aanverwante instrumenten inzake collectief procederen in Europa: een procesrechtelijke status questionis, Tijdschrift voor Mediation en Conflictmanagement 2008, afl. 2, 55-56. 37 S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 55, nr. 48. 38 B. ALLEMEERSCH en M. PIERS, De invoering in België van een class action naar Amerikaans model. Tu quoque, Gallia? in G. CLOSSET-MARCHAL en J. VAN COMPERNOLLE (eds.), Naar een class action in het Belgisch recht?, Brugge, die Keure, 2008, 1. 39 S. VOET, Een Belgische rechtsvordering, supra voetnoot 4, 56. 40 Memorie van toelichting, supra voetnoot 10, 5. 17

bescherming voor de consumenten vergroten als de ondernemingen aanzetten tot een betere naleving van de consumentenrechten. Daarenboven wil de wet met de invoering van dit rechtsinstrument zorgen voor meer efficiëntie bij het gerechtelijk systeem. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel heeft aldus drie doelstellingen: (1) Bescherming van de consument; (2) Gedragsmodificatie bij ondernemingen; en (3) Efficiëntie De wet creëert een nieuw rechtsinstrument dat naast de individuele rechtsvordering komt te staan. De bescherming van de consument wordt gegarandeerd door de verbetering van de toegang tot het gerecht. De invoering van de rechtsvordering geeft de consumenten de mogelijkheid om hun individuele rechtsvorderingen te bundelen. De financiële drempel tot het gerecht voor de individuele consument wordt hierdoor verlaagd. Daarenboven is de vereniging als groepsvertegenwoordiger een betrouwbare schakel om de consumenten te vertegenwoordigen bij onderhandelingen met de onderneming. Deze elementen moeten ervoor zorgen dat de consument een effectieve toegang tot het gerecht, waardoor hij zijn rechten kan afdwingen. De effectieve afdwinging van de rechten vergroot de rechtsbescherming voor de consument. Ten tweede strekt de collectieve rechtsvordering ertoe alle onwettelijke praktijken van ondernemingen die vele eisers treffen te doen stoppen of te voorkomen 41. De rechtsvordering heeft een afschrikkende werking ten opzichte van de daders van de inbreuken 42. Het verhoogde risico op het betalen van grote schadevergoedingen schrikt hen af om in de toekomst nog inbreuken op de wet te begaan. Dit stopt vervalsing en oneerlijke concurrentie binnen het economisch systeem en leidt tot voordelen voor de economie en de maatschappij in haar geheel. Ten derde wil de wet de werking van het gerechtelijk apparaat efficiënter maken. De wet laat dat verschillende rechtsvorderingen met een gemeenschappelijke oorzaak worden gebundeld en in één procedure worden afgehandeld. Dit voorkomt dat verschillende rechters over de individuele vorderingen uitspraak moeten doen. Enerzijds bespaart het tijd en middelen, daar er slechts één rechter de verschillende individuele vorderingen afhandelt. Anderzijds vermijdt het tegenstrijdige uitspraken. Die kunnen een gevoel van onrechtvaardigheid oproepen bij de consumenten, wanneer 41 Memorie van toelichting, supra voetnoot 10, 6. 42 Memorie van toelichting, supra voetnoot 10, 10. 18

de rechter in de ene zaak besliste tot een toekenning van een schadevergoeding en een andere rechter in een andere zaak niet. Op die manier vermijdt het ook dat de benadeelde consumenten of de onderneming een hoger beroep instellen. De wet zorgt aldus voor een schaalbesparing en een stabiele en geharmoniseerde gerechtelijke oplossing 43. 25. De behandeling van de verschillende rechtsvorderingen in één procedure zorgt eveneens voor rechtszekerheid. De consumenten krijgen allen eenzelfde uitspraak. Voor de onderneming is de afhandeling van de collectieve procedure het einde van de confrontatie met zijn inbreuk op de wetgeving. Zij zal in de toekomst niet meer of amper geconfronteerd worden met individuele rechtsvorderingen, omdat alle consumenten die deel uitmaken van de vertegenwoordigde groep zullen gebonden zijn door de uitkomst van de zaak 44. Het is dan ook de bedoeling van de wetgever om zoveel mogelijk consumenten te laten deel uitmaken van de vertegenwoordigde groep. De wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel is ingevoerd met het oog op de bescherming van de consument en een schaalvoordeel voor de maatschappij. 26. Als opmerking wil ik vermelden dat u de doelstelling van de wet dient te onderscheiden van de doelstelling van het rechtsinstrument. De collectieve rechtsvordering is het voorwerp van de wet. Haar doelstelling is het herstel van de geleden schade. Dit rechtsinstrument wordt aangewend door de schadelijders met het oog op een financiële compensatie. Ze heeft dus hoofdzakelijk een compensatiefunctie. Het rechtsinstrument en haar functie zijn essentieel voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de wet. 3 BELANG VAN DE COLLECTIEVE RECHTSVORDERING 27. Het belang van de collectieve rechtsvordering schuilt voornamelijk in haar herstelfunctie. Door deel uit te maken van de groep, kan de individuele consument aanspraak maken op een individueel herstel van zijn schade ofwel in natura, zijnde een vervanging of herstel van het goed, ofwel in de vorm van een vergoeding. Op het eerste zicht lijkt de wet inzake de rechtsvordering tot collectief herstel geen rekening te houden met de speciale sanctiemechanismen die in het consumentenrecht bestaan. De herstelfunctie is verschillend bij substantiële massaschade en strooischade. 43 Memorie van toelichting, supra voetnoot 10, 8. 44 Art. XVII. 49, 4 en art. XVII. 54, 5 WER. 19