a Gemeente a Bergen op Zoom RMD06-0082 Datum Van Aan Kopie aan Onderwerp 20 juli 2006 Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Implementatie Wet Inburgering (Wl) Nr.: 06-66 Mededeling Inleiding Met de nieuwe Wet Inburgering veranderen de rol en taken van de gemeente op het gebied van inburgering. De Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) en Tijdelijke regeling Oudkomers gaan op in de Wet Inburgering (Wl). In de nieuwe wet worden ook oudkomers verplicht om in te burgeren. De huidige regelgeving voor oudkomers heeft dit verplichte karakter niet. Daar waar de gemeente nu geheel verantwoordelijk is voor zowel de uitvoering van de WIN als de Tijdelijke regeling Oudkomers, zal in de nieuwe wet, de inburgeraar zelf verantwoordelijk zijn voor zijn of haar inburgering. Hierdoor verandert de regierol van de gemeente in een spilfunctie. De gemeente zal vanuit haar spilfunctie de drie taken informatie & advies, faciliterinq en handhaving uit moeten gaan voeren. De gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal hebben voor de subregio (Halderberge, Steenbergen, Woensdrecht en Rucphen) de verantwoordelijkheid op zich genomen voor een implementatieplan betreffende de nieuwe Wet Inburgering. Doel De gemeente moet zich beleidsmatig voorbereiden op haar functie in het kader van de nieuwe Wet Inburgering. Om dit te realiseren hebben Bergen op Zoom en Roosendaal gezamenlijk een bestuursopdracht vastgesteld. In de bestuursopdracht is bepaald dat ter voorbereiding op de uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering een projectstructuur opgericht wordt; De projectgroep heeft de opdracht ervoor te zorgen dat de gemeenten zowel op beleidsniveau als op uitvoeringsniveau gereed zijn voor de invoering van de Wet Inburgering. Informatie Bergen op Zoom en Roosendaal zullen beiden zowel bestuurlijk als ambtelijk participeren in de projectgroep. Zij maken een beleidskader inburgering, waarin binnen de contouren van de wet beleidskeuzes worden geformuleerd. De regiogemeenten worden in dit stadium wel geïnformeerd maar participeren niet in het formuleren van het inburgeringsbeleid. Uitwerking en implementatie van het nieuwe beleid geschiedt in werkgroepen, waarvoor de regiogemeenten wel uitgenodigd worden om actief in te participeren.
& Gemeente eente jn n Eergen op Zoom Huidige stand van zaken Op 7 juli jl. heeft de Tweede Kamer kamerbreed ingestemd met het wetsvoorstel inburgering. Na instemming door de Eerste Kamer kan de wet per 1 januari 2007 worden ingevoerd. Tussentijds zal de Raad van State nog adviseren over de mogelijke inburgeringsplicht van bepaalde groepen genaturaliseerde Nederlanders. Door het besluit om artikel 3 (wie is inburgeringsplichtig) van het wetsvoorstel aan te passen en een aantal aangenomen amendementen is het toch mogelijk de wet spoedig te kunnen invoeren. De belangrijkste wijzigingen zijn: Verplichting voor gemeenten tot opstelling van een verordening over de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen; Een niet-tijdelijke vrijstellingsregeling bij evident aanwezige kennis van de Nederlandse samenleving en taalvaardigheid op minimaal B1-niveau van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen; Extra mogelijkheden voor inburgeringsplichtige analfabeten binnen de WEB; De verplichting voor gemeenten om alle asielgerechtigde oudkomers een aanbod voor een inburgeringsvoorziening te doen; Bij nota van wijziging is dit al geregeld voor asielgerechtigde nieuwkomers; Voortzetting van de inburgeringsvoorziening door de andere gemeente bij verhuizing en indien dit niet mogelijk is dient de tweede gemeente een gelijkwaardig inburgeringsaltematief aan te bieden; Het verplicht opnemen van maatschappelijke begeleiding voor alle asielgerechtigde inburgeringsplichtigen; Bij nota van wijziging is geregeld dat gemeenten ook aan uitkeringsgerechtigden zonder arbeidsplicht een aanbod voor een inburgeringsvoorziening kunnen doen. De uitvoering van de Wet Inburgering in de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal zal wellicht pas van start gaan op 1 april 2007. Dit in verband met de te hanteren inspraak en informatie termijnen m.b.t. het vaststellen van de verordeningen. Tevens moet de gemeente de richtlijnen en termijnen van het (Europese) inkoopbeleid in acht nemen. De consequenties hiervan zijn beperkt, omdat de gemeenten alleen verplicht zijn om geestelijke bedienaren een inburgeringstraject aan te bieden. Deze trajecten worden centraal (landelijk) aangeboden en kunnen apart door de gemeenten worden ingekocht. Bovendien gaat het om zeer kleine aantallen (ongeveer 2 per gemeente). Voor de overige doelgroepen is in het wetsvoorstel niet bepaald dat zij binnen een bepaalde termijn recht hebben op een aanbod van de gemeente. Vervolg (procedure) Uw raad wordt gedurende de projectperiode geïnformeerd over de voortgang en betrokken bij het bepalen van het nieuwe beleidskader inburgering. De planning ziet er voor beide gemeenten als volgt uit: In augustus wordt het concept visiedocument besproken in de stuurgroep Wet Inburgering. Na vaststelling van het conceptdocument door de stuurgroep zullen de colleges van zowel Bergen op Zoom als Roosendaal het visiedocument bespreken en aanbieden aan de gemeenteraden. In oktober zal tijdens een gezamenlijke commissievergadering van Roosendaal en Bergen op Zoom het visiedocument worden toegelicht en besproken, waarna de gemeenteraden in oktober het visiedocument kunnen vaststellen.
Gemeente ê Bergen op Zoom Bijlagen De volgende bijlagen zijn, als onderdeel van deze raadsmededeling, bijgevoegd: Bestuursopdracht Wet Inburgering gemeente Roosendaal en Bergen op Zoom. Voorstel projectorganisatie Wet Inburgering De volgende bijlagen zijn, als achtergrondinformatie voor deze raadsmededeling, ter inzage gelegd: n.v.t. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, secretaris, ar. A. Haasnoot
Gemeente Roosendaal z m Co - productie Copyright 2003 Gemeente Roosendaal Auteur,, Versienummer Documentnaant Status '', ' Editi.edatum J-^eïga Herniaris, Kfaske Delhij, Uamesi-t-tóbibuw 'l'.-, i / ' '. ', ' ',"'' ' '' / ée^tpursópdfscht WeHnburgeefng ' -, ' ' '. - 'April2006., ' -, ' ' - _
Project: Document: Wet Inburgering Bestuursopdracht Wet Inburgering Versie: 1 Status: Distributieiiist Projectleider Opdrachtgever Naam: Klaske Delhij, Helga Naam: T. Rakkert, D. Hertog Hermans, James Habibuw Datum: Paraaf: Functie: Afdelingshoofd Datum: Paraat Versie historie Versie: Datum: Verschil met voorgaande versie: 2/13
Project: Wet Inburgering, Versie: 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 3 1 WAT WILLEN WE BEREIKEN 4 1.1 AANLEIDING 4 1.2 PROBLEEMANALYSE 4 1.3 DOELSTELLINGEN 5 1.4 BETROKKEN PARTIJEN 5 1.5 UITGANGSPUNTEN EN RANDVOORWAARDEN 5 1.6 RELATIES MET ANDERE BELEIDSVELDEN 5 2 WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN 8 2.1 TOETSINGSKADER.. 8 2.2 ALTERNATIEVEN 2.3 EVALUATIE 3 WAT MAG DAT KOSTEN 10 3.1 ORGANISATIE 11 3.2 PERSONEEL 10 3.3 FINANCIËN 12 3.4 PLANNING 12 3.5 RISICO 4 WAT GAAN WE COMMUNICEREN 12 4.1 COMMUNICATIEPLAN C.Q. PARAGRAAF 13 3/13
Project:,Wet Inburgering Versie: 1 1 Wat willen we bereiken 1.1 Aanleiding In het Bestuurlijk Projectoverleg Onderwijs van 30 juni 2004 hebben de portefeuillehouders van de gemeenten Bergen op Zoom, Halderberge, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht samen afspraken gemaakt op het gebied van educatie en inburgering. Naar aanleiding hiervan hebben de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal op basis van de Contourennota van Minister Verdonk over het nieuwe inburgeringsstelsel, de nota Herijking organisatie inburgering opgesteld. Deze nota is in het vierde kwartaal van 2004 door alle afzonderlijke gemeenteraden van de hierboven genoemde gemeenten vastgesteld. Verder is in gezamenlijkheid besloten, dat de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal een voorstel zullen uitwerken. In dit voorstel wordt opgenomen de wijze waarop de twee gemeenten invulling willen geven aan het beleid, de doelen en maatregelen op het vlak van de inburgering, vanaf het ingaan van de nieuwe Wet Inburgering. Het gaat om de invulling van zowel de eigen gemeente als de wijze waarop (een van beide gemeenten) de taken voor de andere regiogemeenten - op contractbasis - zullen uitvoeren. Deze bestuursopdracht is een verdere uitwerking van de hierboven genoemde afspraken en beleidsambities. In de periode 2004 tot heden is door minister Verdonk veel gesleuteld aan de contouren van het nieuwe inburgeringsstelsel. Op 16 september 2005 heeft het kabinet ingestemd met het wetsvoorstel. Vooralsnog zal dit wetsvoorstel ingaan per 1 januari 2007. De Wet Inburgering (Wl) vervangt de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) en de Tijdelijke Regeling inburgering oudkomers. Voor de gemeenten heeft dit ingrijpende wijzigingen tot gevolg op het gebied van inburgering. 1.2 Probleemanalyse Door de nieuwe Wet veranderen de rol en taken van de gemeente in het kader van de inburgering ten opzichte van de huidige taken. De gemeente is op dit moment nog niet voorbereid op deze veranderende taakstelling zoals b.v. het opzetten van een Informatiesysteem Inburgering (ISI), het vaststellen van prioritaire groepen, hoe om te gaan met het verstrekken van leningen en het verstrekken van zowel de forfaitaire vergoeding ( 650) als de kostengerelateerde vergoeding. De gemeente zal daarom haar beleid moeten aanpassen en beleidsmatige keuzes moeten maken op tal van terreinen. De nieuwe Wet Inburgering is gebaseerd op een aantal uitgangspunten:» Zowel nieuwkomers als oudkomers worden bij wet verplicht in te burgeren in de Nederlandse samenleving; Bij het invulling geven aan de inburgeringsplicht staat de eigen verantwoordelijkheid (ook in financiële zin) van de inburgeringsplichtige centraal; Aan de inburgeringsplicht is voldaan wanneer het inburgeringsexamen is behaald; Inburgeringsplichtigen hebben keuzevrijheid ten aanzien van de inkoop van cursussen; De gemeente heeft niet meer de regie over de inburgering maar heeft een spilfunctie, in het bijzonder voor enkele bijzondere groepen inburgeringsplichtigen. De spilfunctie bestaat uit een informerende, handhavende en faciliterende rol; Bovengenoemde punten vragen om een heroriëntatie op het beleid en de invulling van het totale inburgeringsproces voor zowel de nieuwkomers als oudkomers. De gemeente is op dit moment nog niet voorbereid op deze heroriëntatie. 4/13
1.3 Doelstellingen De gemeente moet zich beleidsmatig voorbereiden op haar functie in het kader van de nieuwe Wet Inburgering. Het invoeren van de Wet Inburgering vraagt een planmatige aanpak, stevige aansturing en draagvlak bij de lokale politiek en het management, de gemeentelijke uitvoerders en betrokkenen in het veld. Het implementeren van de nieuwe wet vereist een integrale benadering, aangezien meerdere beleidsvelden (zoals reïntegratie, integratie, educatie, welzijn) te maken krijgen met de invoering van het nieuwe inburgeringsstelsel. In de nieuwe wet wordt bovendien beoogd dat er sprake is van een samenloop van reïntegratie en inburgering, waardoor een goed geregiseerde integrale aanpak noodzakelijk is. Om de forse veranderingen en de impact op de staande organisatie in goede banen te leiden, wordt voorgesteld om een tijdelijke projectstructuur in het leven te roepen. Deze projectgroep heeft tot taak een visie op te stellen op het nieuwe beleid, waarin de beleidskeuzes worden verwoord en beargumenteerd, en daaraan gekoppeld een implementatieplan. Dit implementatieplan wordt vervolgens uitgewerkt in drie werkgroepen, zodat de gemeente gereed is voor de invoering van de Wet Inburgering. Einddatum voor de projectgroep is 1 januari 2007, de invoeringsdatum waarop - conform de huidige planning - de Wet inburgering in het Staatsblad wordt gepubliceerd. 1.4 Betrokken partijen Hieronder wordt een inventarisatie gegeven van alle partijen waar het inburgeringsbeleid maar enigszins van belang voor is. Binnen de gemeente Roosendaal zijn dat: afdeling Beleid, afdeling Beleidsrealisatie, afdeling Sociale Zaken. Binnen de gemeente Bergen op Zoom zijn dat: afdeling Beleidsatelier, afdeling Zorg, Educatie en de afdeling Werk en Inkomen. Daarnaast worden binnen beide gemeenten ook de afdelingen communicatie en handhaving in de uitvoeringsfase betrokken. Externe partijen die betrokken zijn bij het inburgeringsproces zijn het ROC en eventuele andere aanbieders van inburgeringstrajecten. 1.5 Uitgangspunten en randvoorwaarden De kaderstellende uitgangspunten en randvoorwaarden zijn vastgelegd in de concepttekst van de Wet Inburgering. De gemeente krijgt een spilfunctie, in plaats van een regiefunctie. Deze functie bestaat uit drie taken. Deze taken zijn tevens de randvoorwaarden waaraan de gemeente in het nieuwe stelsel moet voldoen: Informatie en advies Gemeenten dienen een 'informatiepunt inburgering' in te richten, waar alle inburgeringsplichtigen terecht kunnen voor informatie met betrekking tot hun inburgering. Faciliteren De gemeente heeft een faciliterende rol ten aanzien van een aantal doelgroepen: nieuwkomers met een uitkering oudkomers met een uitkering oudkomers met zorgtaak zonder eigen inkomsten/uitkering geestelijk bedienaren De inburgeraars met een uitkering kan de gemeente aanvullend op een reïntegratietraject een inburgeringstraject aanbieden. 5/13
Handhaving Een belangrijk aspect van de inburgeringsplicht is de handhaving. Het nieuwe stelsel gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de nieuwkomers en oudkomers. Het belang van inburgering ligt vooral bij de inburgeraar zelf. Echter, een plicht zonder enige vorm van handhaving is tandeloos. Bepaalde groepen inburgeringsplichtigen moet de gemeente handhaven; dit zijn nieuwkomers en mensen aan wie de gemeente een trajectaanbod doet. Voor overige doelgroepen mag de gemeente handhaven; gemeenten hebben ten aanzien van alle inburgeringsplichtigen de bevoegdheid om zelf vast te stellen of zij aan de inburgeringsplicht hebben voldaan. Hoe de gemeente deze taken vorm geeft staat niet vast omschreven in de wet. Hierin heeft de gemeente beleidsvrijheid, voor zover de middelen dit toestaan. De beleidskeuzes zullen worden uitgewerkt in het visiedocument en implementatieplan. Uitgangspunten bij de beleidskeuzes zijn haalbaarheid en betaalbaarheid. Dit brengt ons op de vierde randvoorwaarde: het beschikbare budget. Beschikbare budget De gemeente ontvangt van het rijk een vergoeding voor uitvoering van de Wet Inburgering. Deze vergoeding is opgebouwd uit bedragen voor invullen van de informatiefunctie. Landelijk is er 13 miljoen euro beschikbaar. In 2006 en 2007 wordt per jaar 4 miljoen euro uitgekeerd aan alle gemeenten tesamen, in 2008 en 2009 per jaar 2 miljoen, en in 2010 1 miljoen euro. De verdeling per gemeente wordt pas in een later stadium bekend. Gemeenten krijgen een vast bedrag voor het invullen van de informatiefunctie. invullen van de faciliterende rol. De vergoeding voor het invullen van de faciliterende rol is afhankelijk van prestaties. Gemeenten ontvangen een vergoeding van 30% bij start van de inburgering (afgeven beschikking) en 70% nadat een inburgeraar het inburgeringsexamen doet. Inburgeraars met een uitkering en een arbeidsplicht krijgen een zogenaamd samenlooptraject aangeboden waarin reïntegratie en inburgering gecombineerd worden. Vanwege deze samenloop is het uitgangspunt dat een dergelijk traject gedeeltelijk vanuit het werkdeel WWB wordt gefinancierd. Voor het inburgeringsdeel van deze samenlooptrajecten ontvangen gemeenten 4.235 per traject, 30% bij start en 70% na het doen van het inburgeringsexamen. In deze 4.235 zit een vast bedrag van 800 voor de uitvoeringskosten van gemeenten. Inburgeraars zonder werk en uitkering krijgen een traject aangeboden gericht op Opvoeding, Gezondheid en Onderwijs. Per traject wordt 6.180 beschikbaar gesteld waarvan een vast bedrag van 2.000 aan uitvoeringskosten voor gemeenten. invullen van de handhavende rol. De handhaving van inburgeraars die van de gemeente een aanbod krijgen, zit verwerkt in de hierboven genoemde vergoedingen per traject. Als de gemeente besluit ook inburgeraars te handhaven die geen gemeentelijk aanbod ontvangen, ontvangt zij van het rijk hiervoor apart een vergoeding van 310 per beschikking. Aanvullend wordt het voor gemeenten wettelijk verplicht om voor mensen, die genaturaliseerd zijn tot Nederlander, een naturalisatieceremonie te organiseren. Deze wettelijke taak zal door de beide gemeenten opgepakt en uitgevoerd gaan worden, met ondersteuning van de afdeling Burgerzaken. 6/13
1.6 Relaties met andere beleidsvelden Bij de implementatie van de Wet Inburgering zijn een aantal beleidsvelden inhoudelijk betrokken: Sociale Zaken Onderwijs / Volwassen Educatie Zorg (in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning) Welzijn / Sociaal Cultureel Werk Integratiebeleid Handhavingsbeleid 7/13
2 Wat gaan we daarvoor doen 2.1 Toetsingskader Om de beleidsopties en alternatieven te beoordelen is het toetsingskader de Wet Inburgering. Hierin staat beschreven wat een gemeente wel of niet dient uit te voeren. Daarnaast kan getoetst worden op het doel van de Wet Inburgering: immigranten en vluchtelingen die zelfredzaam zijn en participeren in de Nederlandse samenleving. Een belangrijk criterium bij de afweging van beleidskeuzes wordt dan het antwoord op de vraag: wordt de zelfredzaamheid en de (maatschappelijke- en arbeidsparticipatie van de individuele inburgeraar vergroot door deze beleidskeuze? Het inburgeringsexamen toetst zowel op kennis als op vaardigheden (spreken, luisteren, lezen, schrijven en gespreksvaardigheden). Om zelfredzaamheid en participatie te bevorderen zijn echter alleen taalvaardigheden onvoldoende; ook sociale vaardigheden spelen een belangrijke rol. Een derde aspect waarop getoetst moet worden is het beschikbare budget. 2.2 Alternatieven De gemeente heeft bij de uitwerking van de Wet Inburgering beleidsvrijheid. Hieronder zullen een aantal keuzes worden opgesomd, die aan de orde gesteld zullen worden in het visiedocument, dat door de projectgroep wordt opgesteld. Faciliterende rol. o Trajectaanbod in cohorten. Bij de uitvoering van de faciliterende rol (het aanbieden van inburgeringstrajecten) staat een aantal doelgroepen vast, zoals de nieuwkomers, oudkomers met een uitkering en de geestelijke bedienaren. Voor de doelgroep die ook vast staat, namelijk oudkomers in een achterstandspositie met een zorgtaak maar zonder uitkering of andere inkomsten, geldt dat dit een brede groep is. De gemeente kan deze groep niet allemaal tegelijk een aanbod doen. Het aanbod zal dan cohorten moeten plaatsvinden. De gemeente kan een keuze maken in de wijze waarop de cohorten worden samengesteld en welke groepen wanneer een aanbod krijgen o Inhoud van inburgeringstrajecten. Op basis van het inburgeringsexamen kunnen een aantal criteria worden vastgesteld, waaraan een inburgeringstraject moet voldoen. De gemeente heeft daarnaast de vrijheid om aanvullend criteria vast te stellen waaraan de inburgeringstrajecten moeten voldoen. Hierover kan zij onderhandelen met de traject-aanbieder(s). o Maatschappelijke begeleiding. De rijksoverheid stelt aan de gemeenten een budget beschikbaar voor de uitvoering van de Wet Inburgering. Maatschappelijke begeleiding valt hier buiten. In het huidige inburgeringsbeleid wordt dit nog wel door de rijksoverheid gefinancierd. De gemeente kan er al dan niet voor kiezen om deze maatschappelijke begeleiding uit eigen middelen te financieren. o Mogelijkheid voor één van de gemeenten (Bergen op Zoom of Roosendaal) om op contractbasis het inburgeringstraject voor kleinere gemeenten uit te voeren. o Trajectbegeleiding en regelen van kinderopvang. Gemeente zal moeten bekijken of ze de trajectbegeleiding - zoals deze nu is gepositioneerd bij Sociale Zaken - handhaaft. Handhavende rol. o Bij de handhavingstaak wordt in de wet vastgelegd welke doelgroepen de gemeente moet handhaven: nieuwkomers en inburgeraars die een 8/13
o trajectaanbod krijgen van de gemeente. De gemeente is echter niet verplicht om alle inburgeringsplichtigen te handhaven, maar mag dat wel. De gemeente kan derhalve een keuze maken welke groepen zij wel of niet gaat handhaven. Inzet van instrumenten bij handhaving. De gemeente heeft daarnaast de vrijheid om instrumenten vast te stellen die zij inzet bij de handhaving, zoals bijvoorbeeld een intake en een bestuurlijke boete. Het opstellen van een verordening is een middel dat ingezet kan worden bij de handhaving. De beschikking die de gemeente afgeeft aan inburgeraars moet gehandhaafd worden. Positionering. Het eerder genomen besluit over de opheffing van de Regionale Opvang Nieuwkomers (RON) en het besluit dat op basis van de gemeentelijke Wl-taken er geen afzonderlijke (regionale) organisatie meer nodig zal zijn, heeft als gevolg dat de uitvoering van de Wl binnen de gemeentelijke organisatie gepositioneerd dient te worden. Verdere uitwerking van de keuzemogelijkheden, zoals hierboven zijn vermeld, zal een definitief beeld moeten geven over waar de uitvoering (of onderdelen van deze uitvoering) binnen de gemeentelijke organisatie dient te worden ondergebracht. Meest voor de hand liggend lijkt een keuze te maken tussen positionering bij de afdelingen Sociale Zaken (gemeente Roosendaal) en Werk en Inkomen (gemeente Bergen op Zoom) of bij Beleidsrealisatie (gemeente Roosendaal) en Zorg (gemeente Bergen op Zoom). 2.3 Evaluatie Het beleid dat wordt opgesteld en verwoord in het visiedocument zal worden geëvalueerd. Het evaluatieproces wordt beschreven in het visiedocument en hieraan gekoppeld het implementatieplan. Globaal kan gesteld worden dat de evaluatie zich toespitst op de positionering binnen de gemeentelijke organisatie en de drie wettelijke taken. Daarnaast vormt monitoring van de resultaten een belangrijk aspect. De verwachting is dat de rijksoverheid monitoring van de bereikte resultaten zal opnemen als wettelijke taak. De gemeente zal hierbij aansluiten. 9/13
3 Wat mag dat kosten 3.1 Organisatie Om de gemeente voor te bereiden op de Wet Inburgering en de uitvoering daarvan, wordt een projectstructuur opgericht. De projectgroep krijgt de opdracht ervoor te zorgen dat de gemeente zowel op beleidsniveau als op uitvoeringsniveau per 1 januari 2007 gereed is voor de invoering van de Wet Inburgering. De projectorganisatie Wet Inburgering De projectorganisatie is opgebouwd uit een stuurgroep, projectgroep en drie werkgroepen. Voor de samenstelling van de stuurgroep, projectgroep en werkgroepen wordt hieronder een voorstel gedaan. Opgemerkt dient te worden dat de samenstelling in de praktijk kan afwijken van het voorstel, als blijkt dat hieraan de voorkeur wordt gegeven. De stuurgroep: Coördinerend Wethouder Onderwijs, Educatie en Welzijn, Sociale Zaken en Integratie- en Inburgeringbeleid, gemeente Roosendaal; Wethouder projecten Zorg / WMO, gemeente Bergen op Zoom; Afdelingshoofd Beleid, gemeente Roosendaal; Afdelingshoofd Beleidsatelier, gemeente Bergen op Zoom Senior-beleidsadviseur, gemeente Roosendaal Strategisch beleidsmedewerker, gemeente Bergen op Zoom De stuurgroep fungeert als klankbord voor de projectgroep en bereidt de besluitvorming van college en raad voor. Gedurende de projectperiode komt de stuurgroep ongeveer vier keer bijeen. Start van de stuurgroep: Medio juni 2006. Uren investering ambtelijke organisatie (per gemeente): 2x 40 uur = 80 uur. De projectgroep: «Senior-beleidsadviseur, gemeente Roosendaal Strategisch beleidsmedewerker, gemeente Bergen op Zoom Medewerker (beleidsuitvoering) sociale zaken, gemeente Roosendaal Medewerker beleidsuitvoering sociale zaken, gemeente Bergen op Zoom Medewerker beleidsuitvoering, gemeente Roosendaal Medewerker beleidsuitvoering (Zorg), gemeente Bergen op Zoom De projectgroep formuleert het beleid en de beleidskeuzes in een visiedocument, in relatie tot de wettelijke kaders en het gemeentelijk integratiebeleid. Gekoppeld aan dit visiedocument schrijft de projectgroep een implementatieplan. In deze documenten staat beschreven welke producten de werkgroepen dienen op te leveren. De projectgroep draagt tevens zorg voor afstemming met aanverwante beleidsterreinen. Daarnaast bewaakt de projectgroep de voortgang van de uitwerking door de werkgroepen, door het organiseren van een tweetal voortgangsbijeenkomsten met de werkgroepen. De projectgroep komt ongeveer vijf keer bijeen gedurende de projectperiode. Start van de projectgroep: medio juni 2006. Opleverdatum van visiedocument en implementatieplan: 10 augustus 2006. Uren investering ambtelijke organisatie (per gemeente): 3x60 uur = 180 uur. Voor de uitwerking van het implementatieplan worden een drietal werkgroepen ingesteld. Aangezien de uitvoering van de Wet Inburgering per gemeente zal verschillen, door bijvoorbeeld positionering of beleidskeuzes die gemaakt worden, opereren de werkgroepen op gemeentelijk niveau. 10/13
De werkgroepen worden in een afdeling gepositioneerd en aangestuurd door het desbetreffende afdelingshoofd. Werkgroep 1 - informatie en advies. De afdelingen Beleidsrealisatie (Roosendaal) en Zorg (Bergen op Zoorn) zullen de invulling van deze werkgroep voor hun rekening nemen. Voorstel voor het invullen van de werkgroep: o Medewerker beleidsuitvoering (afd. Beleidsrealisatie en/of Zorg) o Medewerker afd. Sociale Zaken en/of Werken Inkomen o Communicatie adviseur (afd. Advies & Ondersteuning en/of Beleidsatelier) Deze werkgroep geeft de functie 'informatie en advies' vorm, conform de Wet Inburgering. De financiële vergoeding vanuit het rijk (zie 1.5) zijn kaderstellend. Werkgroep 2 - handhaving. De afdelingen Beleidsrealisatie (Roosendaal) en Werk en Inkomen (Bergen op Zoom) zullen de invulling van deze werkgroep voor hun rekening nemen. Voorstel voor het invullen van de werkgroep: o Medewerker beleidsuitvoering (afd. Beleidsrealisatie en/of Zorg) o Juridisch adviseur (afd. Advies & Ondersteuning en/of Beleidsatelier) o Medewerker handhaving (afd. Sociale Zaken en/of Werk en Inkomen) Deze werkgroep ontwikkelt een verordening 'handhaving in het kader van de Wet Inburgering', inclusief een implementatieplan voor het toepassen van deze verordening. Werkgroep 3 - faciliteren. De afdelingen Sociale Zaken (Roosendaal) en Werk en Inkomen (Bergen op Zoom) zullen de invulling van deze werkgroep voor hun rekening nemen. Voorstel voor het invullen van de werkgroep: o Coördinator oudkomers (afd. Beleidsrealisatie en/of Zorg) o Teamleider (afd. Sociale Zaken en/of Werk en Inkomen) o Medewerker inkoop (afd. Advies & Ondersteuning en/of Centrale Inkoop) Deze werkgroep is verantwoordelijk voor het vormgeven van de faciliterende rol. In het visiedocument staat beschreven welke beleidskeuzes de gemeente maakt. Deze beleidskeuzes zijn kaderstellend. De werkgroepen komen ongeveer één keer per drie weken bijeen. Start van de werkgroepen: 16 augustus 2006. Oplevering van de (in het visiedocument en implementatieplan) vastgestelde producten: 30 november 2006. Uren investering ambtelijke organisatie (per gemeente): 3x 80 uur = 240 uur per werkgroep. Voor drie werkgroepen: 3x 240 uur = 720 uur. 3.2 Personeel Gedurende de projectperiode zal ambtelijke capaciteit vrij gemaakt dienen te worden voor de stuurgroep, projectgroep en de werkgroepen, door zowel de afdelingen Beleid, Beleidsrealisatie en Sociale Zaken bij de gemeente Roosendaal, en de afdelingen Beleidsatelier SMD, afd. Zorg en Werk en Inkomen bij de gemeente Bergen op Zoom. Inschatting voor de uren-inzet van de stuurgroep (per gemeente): 2x 40 uur taken: deelname stuurgroep Inschatting voor de uren-inzet van de projectgroep (per gemeente): 3x 60 uur = 180 uur taken: opstellen visiedocument/implementatieplan, deelname projectgroep 11/13
Inschatting voor de uren-inzet van de werkgroepen (per gemeente): 3x 80 uur = 240 uur per werkgroep, taken: deelname werkgroep, implementatie voorbereiden Totaal voor 3 werkgroepen: 3x 240 uur = 720 uur 3.3 Financiën De kosten voor het implementeren van de Wet Inburgering blijven in dit stadium beperkt tot personele inzet vanuit de gemeente. Gerekend met een gemiddeld bedrag van 45 per uur ambtelijke ondersteuning gaat het om een totale inzet van 980 uur x 45 = 44.100. Voor het uitvoeren van haar drie taken in het kader van de Wet Inburgering ontvangt de gemeente financiële middelen van het rijk (zie 1.5). Het is nog niet duidelijk of deze middelen toereikend zijn om de drie gemeentelijke taken goed vorm te kunnen geven volgens de gemaakte beleidskeuzes. Hier wordt u in een later stadium over geïnformeerd. 3.4 Planning Met de voorgestelde projectstructuur wordt gestart, na besluitvorming over deze bestuursopdracht, begin mei 2006. De einddatum is de ingangsdatum van de Wet Inburgering, 1 januari 2007. Medio juni Start stuurgroep en projectgroep 10 augustus Opleveren van visiedocument met implementatieplan door projectgroep 16 augustus Start werkgroepen: Kick-Off september Voortgangsbespreking projectgroep en werkgroepen november Voortgangsbespreking projectgroep en werkgroepen 30 november Uitwerking gereed van implementatieplan door werkgroepen 1 jan 2007 Invoeringsdatum Wet Inburgering 3.5 Risico's Inzet medewerkers in projectorganisatie De uren-inzet van de leden van de werkgroepen, projectgroep en stuurgroep is noodzakelijk om het gewenste resultaat te kunnen behalen. Het risico bestaat dat de leden van de projectgroep en werkgroepen onvoldoende tijd hebben om deze inzet te kunnen leveren, bv. door een gebrek aan capaciteit op een afdeling. Het feit dat er per 1 mei 2006 in de gemeente Roosendaal een reorganisatie plaatsvindt, waarbij de afdelingen Beleid en Beleidsrealisatie betrokken zijn, kan betekenen dat de inzet van projectmedewerkers een langere aanlooptijd vergt. Dat betekent dat de gemeente op 1 januari 2007 niet gereed is voor uitvoering van het Wet Inburgering. Financiën Zoals onder paragraaf 3.3 is geschetst, is op dit moment nog niet de omvang van de financiële kosten duidelijk, met uitzondering van een inschatting van personeelskosten. De overige kosten zullen, op basis van de gemaakte beleidskeuzes, verder worden ingevuld. 12/13
Wat gaan we communiceren 3.6 Interactiviteit Bij de voorbereidingen op de Wet Inburgering worden geen burgers of belangengroepen betrokken. De werkgroepen zullen (afhankelijk van het thema) organisaties en instellingen consulteren die in contact staan met de doelgroep. Hierbij wordt gedacht aan maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen en de adviesraden. 3.7 Communicatieplan c.q. paragraaf Communicatie zal uitgewerkt moeten worden in de implementatie agenda. Daarnaast is het belangrijk om ook tijdens de projectperiode te communiceren over de voortgang en de besluitvorming. Dit zal uitgewerkt moeten worden door de projectleider. interne communicatie de projectorganisatie: communicatie over voorstellen van de werkgroepen, de projectgroep en de besluitvorming in de stuurgroep relevante beleidsterreinen externe communicatie besluitvorming door college en raad wordt op reguliere wijze extern gecommuniceerd regiogemeenten maatschappelijke organisaties onderwijsinstellingen Adviesraden burgers; informatie en advies wordt één van de gemeentelijke taken in de Wet Inburgering 13/13
VOORSTEL PROJECTORGANISATIE WET INBURGERING Stuurgroep Roosendaal, Bergen op Zoom Projectgroep Roosendaal, Bergen op Zoom l Werkgroep 1: informatie en advies Roosendaal, Halderberge, Rucphen 1 Werkgroep 2: handhaving Roosendaal, Halderberge, Rucphen I Werkgroep 3: faciliteren Roosendaal, Halderberge, Rucphen Werkgroep 1: informatie en advies Bergen op Zoom, Steenbergen, Woensdrecht Werkgroep 2: handhaving Bergen op Zoom, Steenbergen, Woensdrecht Werkgroep 3: faciliteren Bergen op Zoom, Steenbergen, Woensdrecht