15 Afdrukken vanaf Macintosh OSwerkstations U kunt naar de DocuColor 2006 afdrukken zoals u naar elke andere printer vanuit eender welke applicatie zou doen, namelijk door de DocuColor 2006 te selecteren als de huidige printer in de Kiezer en vervolgens het bestand af te drukken vanuit de applicatie. Een andere manier om af te drukken vanaf een computer die onder Mac OS draait, is PostScript-, Encapsulated PostScript (EPS)- of Portable Document Format (PDF)-bestanden te downloaden met behulp van WebDownloader. De sectie WebDownloader gebruiken in het hoofdstuk Fiery WebTools gebruiken raadplegen. Afdrukken vanuit applicaties Alvorens u vanuit applicaties naar de DocuColor 2006 kunt afdrukken, dient u de printer eerst te selecteren in de Kiezer. Wanneer u dat heeft gedaan, kunt u door gebruik te maken van de Adobe PostScriptprinterdriver en het correcte PostScript Printer Description (PPD)- bestand allerhande soorten documenten afdrukken met DocuColor 2006 door opdrachtinstellingen te specificeren in afdrukdialoogvensters. De printer selecteren in de Kiezer Alvorens u een opdracht afdrukt, dient u na te gaan of de DocuColor 2006 de momenteel geselecteerde printer is. 1. Controleren of de DocuColor 2006 is verbonden met het netwerk en AAN staat. 2. De Kiezer selecteren in het Apple-menu. 3. Het symbool AdobePS selecteren en controleren of AppleTalk is ingesteld op Actief. Xerox DocuColor 2006 15 1
4. Indien het netwerk in zones is onderverdeeld, de zone selecteren waarin de printer zich bevindt. 5. De printer selecteren op basis van <printernaam>_<apparaatnaam >_<wachtrijnaam > uit de lijst Een PostScript-printer selecteren. De namen van alle ondersteunde printers in de zone worden weergegeven in de lijst rechts. Indien de systeembeheerder de verbinding naar de printerwachtrij of de directe verbinding niet heeft ingeschakeld, dan worden de corresponderende namen niet in deze lijst weergegeven. 6. Het venster van de Kiezer sluiten. De printer blijft geselecteerd als de huidige printer tot u een nieuwe printer selecteert in de Kiezer. 15 2 Xerox DocuColor 2006
Opties instellen en afdrukken vanaf Mac OS-werkstations In Mac OS-applicaties kunnen afdrukopties zowel in het dialoogvenster Pagina-instelling als in het dialoogvenster Print worden ingesteld. Voor nadere informatie over specifieke afdrukopties, het hoofdstuk Afdrukopties raadplegen. Bepaalde standaardafdrukopties zijn tijdens de installatie door de systeembeheerder ingesteld. Contact opnemen met de systeembeheerder voor nadere informatie over de huidige standaardinstellingen van de server. 1. Een bestand openen en Pagina-instelling selecteren in het menu Bestand van de applicatie. 2. In het dialoogvenster dat wordt weergegeven, de instelling Pagina-eigenschappen specificeren voor de afdrukopdracht. Controleren of de DocuColor 2006 wordt vermeld als de printer. De precieze inhoud van het dialoogvenster Pagina-instelling kan per applicatie verschillen. 3. OK selecteren. Xerox DocuColor 2006 15 3
4. Afdrukken selecteren uit het menu Bestand van de applicatie. Controleren of de DocuColor 2006 wordt vermeld als de printer. Instellingen specificeren voor de weergegeven afdrukopties. De precieze inhoud van het dialoogvenster Afdrukken kan per applicatie verschillen. Uit de keuzelijst Papierinvoer, de papierlade voor de opdracht selecteren. U kunt bijvoorbeeld aangeven dat de opdracht dient te worden afgedrukt op pagina s uit Lade 2. Indien het papier dat in de geselecteerde lade is geladen van een andere papiersoort is en/of een ander formaat of richting heeft dan is gespecificeerd voor de afdrukopdracht die u naar de printer verstuurt, dan wordt er een foutbericht weergegeven en wordt de afdrukopdracht mogelijk niet afgedrukt. U dient de correcte papiersoort in de geselecteerde lade te laden of de afdrukopdracht te annuleren. 15 4 Xerox DocuColor 2006
5. Specifieke opties van deze printer selecteren en de toepasselijke instellingen specificeren voor de afdrukopdracht. Deze afdrukopties zijn specifiek voor de DocuColor 2006. Mogelijk dient u de schuifbalk rechts in het venster te gebruiken om alle opties te kunnen bekijken. Deze opties onderdrukken de instellingen in Printerinstellingen, maar kunnen worden gewijzigd vanuit de Fiery WebSpooler. Voor informatie over deze opties, het hoofdstuk Afdrukopties raadplegen. Controleren of uw selecties overeenkomen met de papierspecificaties van de printer. Het hoofdstuk Technische informatie raadplegen voor nadere informatie. Indien u Printerstandaard selecteert, wordt de opdracht afgedrukt met de instellingen die werden ingevoerd tijdens de installatie of met de standaardinstellingen. Voor informatie over deze opties, het hoofdstuk Afdrukopties raadplegen. Bepaalde PPD-opties kunnen ook worden ingesteld vanuit een applicatie (bijvoorbeeld omgekeerde afdrukvolgorde of afdrukken in sets). In deze gevallen verdient echter het aanbeveling om de PPD-optie te gebruiken om de functie uit te voeren in plaats van de instelling te maken vanuit de applicatie, omdat anders de applicatie het bestand mogelijk niet correct instelt voor het afdrukken of dat de verwerking van het afdrukken langer duurt. Indien u incompatibele afdrukinstellingen specificeert, kan er een dialoogvenster verschijnen. De instructies in het scherm volgen om het conflict op te lossen. 6. Indien u van de nieuwe instellingen de standaardinstellingen wilt maken, de knop Instellingen opslaan selecteren. 7. Afdrukken selecteren. De DocuColor 2006 biedt geen ondersteuning voor het afdrukken van een omslagpagina vanuit de Adobe PS-printerdriver. Afdrukken vanuit een applicatie Hoewel de procedure voor afdrukken per applicatie enigszins kan verschillen, verloopt de algemene procedure als volgt: 1. Nadat u een document heeft gemaakt, Afdrukken selecteren in het menu Bestand. 2. De DocuColor 2006 selecteren uit de keuzelijst Printer en afdrukopties selecteren. 3. OK selecteren om de afdrukopdracht naar de printer te versturen. Xerox DocuColor 2006 15 5
Een aangepast paginaformaat definiëren Wanneer u een aangepast paginaformaat wilt gebruiken, definieert u eerst de pagina-afmetingen en de marges. Daarna kunt afdrukken vanuit de applicatie zonder dat u bij elke afdrukopdracht het formaat opnieuw hoeft te definiëren. 1. Pagina-instelling selecteren vanuit het menu Bestand in de applicatie. 2. Als papier, Keuze selecteren. 3. Uit de keuzelijst onder Printer, Standaard keuzepagina selecteren. 4. De pagina-afmetingen en marges invoeren. U kunt de minimale en maximale afmetingen bekijken in de vensters onder PPD-Limietspunten. Controleren of de selecties overeenkomen met de papierspecificaties van de printer. Het hoofdstuk Technische informatie raadplegen voor nadere informatie. 5. Om dit aangepaste paginaformaat op te slaan, dient u een naam ervoor in te voeren en Toevoegen te selecteren. Opgeslagen aangepaste paginaformaten worden weergegeven in het menu met paginaformaten rechtsboven in het dialoogvenster. Om een aangepast paginaformaat te verwijderen, dient u het in het menu te selecteren en Verwijderen te selecteren. 6. OK selecteren. 15 6 Xerox DocuColor 2006